Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Gewestelijke besturen in de Bataafs-Franse tijd

0016 Gewestelijke besturen in de Bataafs-Franse tijd

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
Openbaarheid en citeren
1. Algemene inleiding
-- De Landschap in Gelderland, 1795-1798
N.B. De Staten van de drie kwartieren in Gelderland hielden in de regel tweemaal per jaar gecombineerde vergaderingen, de Landdagen, resp. in het voor-en najaar. In bijzondere gevallen waren er extra-ordinaris Landdagen. Tot 1795 werden de leden beschreven (opgeroepen) door het Hof van Gelre en Zutphen, dat in de perioden dat de Landschap niet bijeen was, de dagelijkse gang van zaken waarnam en voorts zorg droeg dat de besluiten van de Landschap werden uitgevoerd. Vanaf februari 1795 kreeg het dan ingestelde Provinciaal College van Policie, Financie en Algemeen Welzijn deze funktie. De Landdag werd beurtelings in één der drie kwartiershoofdsteden gehouden. De kwartierssecretaris, meestal de (raads-)secretaris van de betreffende stad, was dan tevens Landschapssecretaris; notuleren was een van zijn taken
De andere kwartieren hadden hun eigen secretaris ook meegenomen, die assistentie verleende. Van de Landdagsrecessen werden steeds gewaarmerkte afschriften gezonden naar de andere twee kwartieren, de Rekenkamer (vóór 1795), het Hof van Justitie en het Provinciaal College (vanaf 1795). De ingekomen stukken en andere ter vergadering behandelde stukken bleven (in originali) berusten in het archief van het kwartier (hoofdstad) waar de vergadering was gehouden. In afschrift treft men ze vaak in de andere twee Statenarchieven aan. Ten gevolge van deze gang van zaken is er geen Landschapsarchief gevormd. Van belang is nog dat het voorzitterschap dat steeds door de burggraaf van Nijmegen werd bekleed m.i.v. 18 oktober 1795 ging rouleren. Het kwartier waar de vergadering werd gehouden, leverde tevens de voorzitter. Zie voor de besluitvormingsprocedure: G.J. Mentink, Bijdrage tot de kennis van het formele besluitvormingsproces in de vergaderingen van de Staten van Gelderland, 1715-1794, in: Rijksarchiefschool, Verslag en bijdragen 1969-1970, Utrecht, 1971.
2.1. Provinciaal College van Policie, Financie en Welzijn, 1795-1798
3.1. (Eerste) Intermediair Administratief Bestuur, 1798
4.1. Adviserende Commissie van het (Eerste) Intermediair Administratief Bestuur, 1798
5.1. (Tweede) Intermediair Administratief Bestuur, 1798-1799
6.1. Landelijke Vergadering 's Lands van Culemborg, 1795-1799
7.1. Departementaal Bestuur van de Rijn, 1799-1802
8.1. Commissarissen tot de Administratie der Financiën, 1799-1802
9.1. Commissarissen tot de Administratie der Domeinen, 1799-1805
10.1. Eerste en Tweede Departementaal en Gedeputeerd Bestuur, 1802-1807
11.1. Raad van Financiën in het Departement Gelderland, 1805-1807
12.1. Landdrost Gelderland /Prefect Boven-IJssel, 1807-1812
13.1. Landdrost en Assessoren / Prefect en Raad van Prefectuur, 1807-1812
14.1. Landdrost/ Prefect als rechtbank in belastingzaken, 1807-1812
N.B. Zie ook het archief van de Raad van Financiën in het departement Gelderland en de inleiding bij het archief van de Prefectuur.
15.1. Prefectuur van het Departement van de Boven-IJssel, 1812-1813
N.B. Zie voor afkortingen van archieven en literatuur hoofdstuk 191. SB = Souverein Besluit.
16.1. Raad van Prefectuur van het Departement van de Boven-IJssel, 1812-1813
17.1. Directie der Directe Belastingen, 1811-1813
N.B. Zie voor een beschrijving van de organisatie en taakuitoefening van de Directie de kopnoten bij rubrieken 15.2.7.211. en 15.2.7.212. De inv. nrs. 6391 en 6395 zijn aangetroffen in het archief van de Prefectuur. De inv. nrs. 6392-6394 zijn in 1896 en 1900 overgedragen door de griffier van de Provinciale Staten van Gelderland. Deze stukken zijn alles wat rest van het archief.
18.1. Gecombineerd College van Financiën, 1802-1805
-- Commissarissen tot de Administratie der Financiën in de drie voormalige kwartieren Nijmegen, Zutphen en Arnhem, 1799-1802
-- Colleges van Financiën in de drie kwartieren Nijmegen, Zutphen en Arnhem, 1802-1805
19.1. Commies mr. G.H. Eerligh, 1802-1812
20.1. Auditiekamer/Auditeur van het Departement Gelderland, 1803-1807
21-23.1. Kwartierdrost/Onderprefecten van Arnhem, Zutphen en Nijmegen/Tiel 1807-1813
24.1. Onderprefect van het Arrondissement Nijmegen, 1810-1813
25. Bijlagen
Inventaris
15.2. Prefectuur van het Departement van de Boven-IJssel, 1812-1813
15.2.13. Openbare orde, politie en gevangeniswezen
15.2.13.3. Controle van de openbare mening
N.B. Bij Keizerlijk Decreet van 5 februari 1810 werd het reglement op de drukkerijen en de boekhandel vastgesteld. Het toezicht op het drukken van boeken was opgedragen aan de Directeur-generaal van de Drukkerijen en de Boekhandel te Parijs. Op het uitgeven van boeken, ongeacht welke, werd censuur uitgeoefend. Zo moesten ook schoolboeken, voor het ter perse gaan, ter beoordeling worden voorgelegd aan de Prefect.
Drukkers en boekverkopers moesten worden beëdigd en gebrevetteerd. Dit reglement werd bij Keizerlijk Decreet van 9 april 1811 exécutoir verklaard voor de Hollandse departementen. Het departement van de Boven- IJssel viel onder de inspectie van G. van Lennep, Inspecteur van de Drukkerijen en de Boekhandel in het arrondissement Groningen. (Blijkbaar was het keizerrijk voor de uitoefening van dit toezicht weer verdeeld in arrondissementen; nadere gegevens hierover zijn echter niet gevonden).
Het Keizerlijk Decreet van 3 augustus 1810 bepaalde, dat er in elk der departementen slechts één dagblad (nieuwsblad) mocht bestaan: daarnaast mochten in een aantal grote steden een advertentieblad verschijnen ("une feuille périodique d'affiches, annonces et avis divers") en tijdschriften die uitsluitend gingen over literatuur, kunsten en wetenschappen en landbouw (zie voor deze andere bladen ook het Keizerlijk Decreet van 14 december 1810). Het decreet van 3 augustus 1810 werd bij Keizerlijk Decreet van 9 april 1811 exécutoir verklaard voor de Hollandse departementen. Het Keizerlijk Decreet van 26 september 1811 schreef voor, dat het dagblad en het advertentieblad afzonderlijk moesten worden gepubliceerd. Het gecombineerd uitgeven van één nieuws-en advertentieblad was dus niet toegestaan.
15.2.13.4. Beperkingen van de bewegingsvrijheid
N.B. Onder het Franse bestuur kwamen zowel binnenlandse als buitenlandse paspoorten voor. De eerste categorie was bedoeld voor het reizen binnen het keizerrijk. De maires kregen via de Prefecten de nodige registers met de paspoorten en zorgden voor de verdere verstrekking ervan. Het paspoort werd in tweevoud opgemaakt waarvan er één als minuut bij de maire bleef berusten. Op het paspoort stond de plaats van bestemming en een beschrijving van de houder. Een binnenlands paspoort kostte 2 franken en de opbrengst moest worden overgemaakt aan de Dienst van de Registratie en de Domeinen.
De buitenlandse paspoorten waren bedoeld voor inwoners van het Franse keizerrijk die naar een daarbuiten gelegen plaats of land wilden reizen. De verzoeken om buitenlandse paspoorten werden bij de Prefect ingediend die het verzoek doorgaf aan de commissaris van politie die een attestatie afgaf, waarna de Prefect, tegen betaling van 10 franken het paspoort kon uitreiken.
Voor het geval een buitenlander binnen het keizerrijk wilde reizen moest hij zich bij de eerste de beste gemeente melden om vervolgens zijn paspoort bij de commissaris van politie te laten viseren, waarna hij een binnenlands paspoort kon verkrijgen (van de minister van Politie?) voor zijn reis door het keizerrijk.
De belangrijkste wetten en Keizerlijke Decreten met betrekking tot de paspoorten zijn die van 28 maart 1792, 19 oktober 1797, 18 september 1807 en 11 juli 1810.
6024 Brieven van en de minuten van brieven aan de Commandant van de Keizerlijke Gendarmerie en de Onderprefect van Arnhem over de weigering van de maire van Bennekom om het paspoort van een afgekeurde soldaat te viseren, 1812. 1 omslag i
0016 Gewestelijke besturen in de Bataafs-Franse tijd
Inventaris
15.2. Prefectuur van het Departement van de Boven-IJssel, 1812-1813
15.2.13. Openbare orde, politie en gevangeniswezen
15.2.13.4. Beperkingen van de bewegingsvrijheid
N.B. Onder het Franse bestuur kwamen zowel binnenlandse als buitenlandse paspoorten voor. De eerste categorie was bedoeld voor het reizen binnen het keizerrijk. De maires kregen via de Prefecten de nodige registers met de paspoorten en zorgden voor de verdere verstrekking ervan. Het paspoort werd in tweevoud opgemaakt waarvan er één als minuut bij de maire bleef berusten. Op het paspoort stond de plaats van bestemming en een beschrijving van de houder. Een binnenlands paspoort kostte 2 franken en de opbrengst moest worden overgemaakt aan de Dienst van de Registratie en de Domeinen.
De buitenlandse paspoorten waren bedoeld voor inwoners van het Franse keizerrijk die naar een daarbuiten gelegen plaats of land wilden reizen. De verzoeken om buitenlandse paspoorten werden bij de Prefect ingediend die het verzoek doorgaf aan de commissaris van politie die een attestatie afgaf, waarna de Prefect, tegen betaling van 10 franken het paspoort kon uitreiken.
Voor het geval een buitenlander binnen het keizerrijk wilde reizen moest hij zich bij de eerste de beste gemeente melden om vervolgens zijn paspoort bij de commissaris van politie te laten viseren, waarna hij een binnenlands paspoort kon verkrijgen (van de minister van Politie?) voor zijn reis door het keizerrijk.
De belangrijkste wetten en Keizerlijke Decreten met betrekking tot de paspoorten zijn die van 28 maart 1792, 19 oktober 1797, 18 september 1807 en 11 juli 1810.
6024
Brieven van en de minuten van brieven aan de Commandant van de Keizerlijke Gendarmerie en de Onderprefect van Arnhem over de weigering van de maire van Bennekom om het paspoort van een afgekeurde soldaat te viseren, 1812. 1 omslag
Datering:
1812
Omvang:
omslag

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga

Kenmerken

Datering:
1795-1813
Auteur:
J. Hofman (red.)
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal