Meest oostelijk gelegen dorp in de Achterhoek.
De burgerlijke gemeente Winterswijk bestond uit het dorp Winterswijk met de buurtschappen Brinkheurne, Corle, Dorpbuurt, Henxel, Huppel, Kotten, Meddo, Miste, Ratum en Woold.

Nederduitsgereformeerde inwoners behoorden tot de kerkgemeente Winterswijk. Deze gemeente was van 1613-1627 gecombineerd met die van Aalten. Het verzorgingsgebied omvatte het dorp Winterswijk met omringende buurtschappen.

Vóór 1795 werden de Rooms-katholieke bewoners bediend vanuit Oeding (D). Verder kerkten RK inwoners van Winterswijk in Südlohn (D), Vreden (D) en Zwillbrock (D).
Katholieke dopelingen in Oeding, Vreden, Zwillbrock en de Kruiskapel in Hemden (D) zijn vanaf 1772 door de Nederduitsgereformeerde predikant aangetekend in het doopboek DTB 1726 en vóór 1772 vermoedelijk in DTB 1718.1 en 1718.2.

Vanaf 1651 verzorgden Paters Franciscanen vanuit Zwillbrock, even over de grens tegenover Holterhoek gelegen, de zielzorg voor Rooms-katholieken in de wijde omgeving (ca. 25 km.). Vooral inwoners van Meddo (Meddehoe) trokken daarheen. RK inwoners van de buurtschappen Henxel en Ratum trokken vermoedelijk naar Vreden, die van Dorp-Boer, Brinkheurne en Kotten naar de kapel in Oeding. Katholieken uit het Woold en Miste trokken met hun geloofsgenoten in Aalten naar de heilig Kruiskapel te Hemden.

Inwoners van buurtschappen Henxel en Ratum onder Winterswijk kerkten wel te Vreden(D).

Voor de RK in Winterswijk krijgt Oeding steeds meer betekenis. Daar wordt in 1766 een RK kerk gebouwd. Na het herstel van de vrijheid van godsdienst in 1795 wordt in Winterswijk de mis opgedragen. Eerst nog vanuit Oeding, maar vanaf 1799 in een nieuw opgerichte kerk in Winterswijk.

Doopsgezinde gemeente:
In Winterswijk werd in 1711 een kerk voor de Doopsgezinde gemeente gebouwd. Deze gemeente bestond uit enige tientallen lidmaten, verspreid over Winterswijk, Aalten en Borculo. Van het overgeleverde kerkboek (DTB 1739) is een afzonderlijke naamlijst gemaakt.

Overig