Jacobje Hessels, weduwe van Gijsbert Maassen, geassisteerd met haar voogd dr. G.J. van Brienen, verkoopt aan Jan Janssen en zijn vrouw Willemtjen Gijsbertse, voor 750 gulden, de helft van een karmansplaatsje, bestaande uit een huis en hof met de landerijen, waarvan de koper de andere helft in bezit heeft, gelegen in den ambt van Eede, kerspel Lunteren, buurschap De Valk.

Jan Aartsen en zijn vrouw Gijsbertjen Jansen verkopen aan Hendrik Maassen en zijn vrouw Woutertjen Jansen, voor 550 gulden, een derde deel van de helft van een erf en goed met de bijbehorende landerijen en hoven gelegen in het ambt van Ede, buurschap De Valck, dat voor de ene helft door de verkoper en voor de andere helft door de koper bewoond en gebruikt is.

Jacobjen Hessels, weduwe van Gijsbert Maassen, geassisteerd met haar voogd Harmen van de Steenweerth, verkoopt aan haar schoonzoon en dochter Jan Jansen en zijn vrouw Willempje Gijsbertsen, voor 600 gulden, de helft van een erfje en plaatsje met het bijbehorende bouw- en hooiland gelegen in het ambt van Ede, buurschap De Lage Valck, waarvan de verkoper de andere helft al aan de koper verkocht heeft.

Jan Willem Kerkhof, koster, gemachtigde van Geurt Aalten en zijn vrouw Marijtien Cornelissen ingevolge een volmacht van 12 februari 1765 gepasseerd voor de scholtis van Ede, verkopen volgens de verkoopvoorwaarden van 30 maart 1765 aan Wouter Otten en zijn vrouw Gerritje Gerrits, voor 2.970 gulden, twee derde deel en een vijftigste deel van een erf en goed met de bijbehorende landerijen gelegen in De Valkt, dat de verkoper bewoond en gebruikt heeft, alsmede een half mud gezaai dat Jan Jansen in pacht heeft gehad en tot dit erf behoort, waarvan de overige delen in bezit zijn van Grietje Franken, Cornelis Jochemsen en zijn vrouw Gerritjen Aalten, belast met tijns van vijf stuivers en twaalf penningen en aan meentgeld een gulden en veertien stuivers.