1 Catharina Johanna Albers, weduwe en boedelhouderse van wijlen J.H. Benkhuisen, mitsgaders Gradus Johannes Benkhuisen en Steventje Mulder e.l. en Berend Hendriks en Gesina Johanna Benkhuisen e.l. verklaren bij liquidatie wegens geleverde goederen per resto schuldig te zijn aan de apothecar A. Troost en Nisetta van Heuven e.l. een summa van 300 gl. tegen een rente van 4 percent onder verband van hun personen en goederen en speciaal van hun huis, binnen deze stad in de Weverstraat staande;

2 Anthony Blaauw, Isaac Nijhoff en Johannes Jacobus Leijdeckers in kwaliteit van gemachtigden van Johannes Roelofs en Hendrina Roelofs e.l. luid volmacht, op 01-08-1796 voor de volksvertegenwoordigers, uitmakende de magistraat der stad Arnhem, gepasseerd, verklaren in hun voorschreven kwaliteit verkocht te hebben en alnu te cederen en te transporteren aan Abraham de Haas en Tittia Holwarda e.l. een hof met een tabaksschuur en tuinhuisje, buiten de Rijnpoort dezer stad gelegen, en bekennen van de volle kooppenningen ad 1479 gl. voldaan en betaald te zijn;

3 Mr Jan Everwijn Tulleken, ontvanger van de verponding van de stad en schependom van Arnhem, verklaart te cederen en te transporteren aan Anthony Fredrik Robbert Evert van Haersolte, ontvanger-generaal des kwartiers van Veluwe, alzodane pretensie als comparant ten laste van den Lande is hebbende uit hoofde van gedane voorschotten als commis van 's Lands Magazijnen in de jaren 1788 t/m 1796, zoals die op de hier geannecteerde rekening en bijlage daartoe gehorende, is vervat, en zulks om te strekken ter goeder rekening voor zodanige achterstanden als comparant ten comptoire van dezelve ontvanger-generaal wegens de ontvangst van verponding schuldig is;

4 Mr Jacob Copes van Hasselt voor zich en als weduwnaar en boedelhouder van zijn overleden huisvrouw M.J. Homoet verklaart wegens ter leen verstrekte en ontvangen penningen wel en deugdelijk schuldig te zijn aan Sara Catharina Pas, weduwe en boedelhouderse van haar overleden man Dirk Lenting, een summa van 700 gl., belovende daarvoor jaarlijks te zullen betalen 4 gelijke guldens van iederen honderd, tot securiteit van welk kapitaal, interesse en onvermoedelijke aan te wenden kosten comparant verklaart in het generaal te verbinden zijn persoon en goederen en bovendien tot speciaal hypotheek en onderpand te stellen de helft van deszelfs huis en erve, binnen deze stad op Sint Wolburgen gelegen tussen de erven van de burgers van Wijnbergen en van Bree;