1 Giliam van Raaden en Hendrina van Sprenkelaar e.l. verklaren oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan de koopman Theodorus ter Hoeven en Maria van IJsseldijk e.l. een kapitale somma van 2700 gl., heenkomende wegens geleverde koopmanswaren, waarvoor de comparanten die gemelde som bij slot van rekening over de jaren 1784 en 1785 bevonden zijn schuldig te wezen, en beloven van het gelibelleerde kapitaal jaarlijks te zullen betalen een interesse van 3 percent [enz.], tot securiteit van welk kapitaal, de daarop te verlopen interessen en aan te wenden kosten comparanten verklaren in het generaal te verbinden hun personen, gerede en ongerede goederen en bovendien tot speciaal hypotheek te stellen derzelver beide huizen, alhier neffens de andere in de Vijzelstraat staande tussen de behuizingen van de heer predikant Vitringa ter eenre- en van de geweermaker Delwig ter andere zijde; [enz.];

2 De heer Jan Hendrik Cremer in kwaliteit van gemachtigde van Juffer Cornelia van Olden ingevolge volmacht, op 05-01-1786 voor de heer en Mr Jan Derk Christiaan van Marle, stadhouder der graafschap Berg, gepassseerd, verklaart bij dezen te cederen, te transporteren en in vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten behoeve van Jan Roelofs en Hendrica Roelofs e.l.: 1e) een hof en schuur, benevens een stukje of strepeltje land, gelegen buiten de Rijnpoort aan de Utrechtse weg op den Sandberg [enz.]; [N.B.: deze omschrijving is doorgehaald] 2e) een hof en tabaksschuur met een stukje land voor dezelve schuur, schietende gemeld stukje land tot aan de vereniging van de oude- en nieuwe Utrechtse weg; [enz.], [---] zoals dezelve uit de boedel en nalatenschap van comparants principale ouders bij een onderlinge daarover opgerichte magescheid van 16-08-1785 [aan haar] is toegedeeld, [---] bekennende comparant q.q. van de volle kooppenningen ter summa van 900 gl. Hollands vrij geld voldaan en betaald te zijn; [enz.];

3 Johannes Leemschot en Catrijna Ressenaar e.l. verklaren verkocht te hebben en alnu in vrije eigendom te transporteren aan en ten erfelijke behoeve van Ph. J. Andres en G.H. Holtkamp e.l. het recht van licht in des kopers achtergevel staande en op der comparanten erve, aan Rodenburg gelegen, uitkomende, mitsgaders de vrije drup van des kopers huis op het erve der comparanten, zoals hetzelve tegen des kopers huis en erve, in de Helsteeg staande, is aanschietende, zodat koper altoos vrijheid zal hebben om onder deszelfs drup een goot te mogen hangen en een koker tot afleiding van het water te mogen maken; [enz.] en bekennen van de kooppenningen ad 21 gl. en een goed kalfslederen schootsvel, gewaardeerd op 25 gl., tot genoegen voldaan en betaald te zijn; [enz.];

4 Berendina Slosboom, weduwe van wijlen Hendrik Sibers, zijnde geassisteerd met haar schoonzoon Geurt van Donselaar, verklaart wegens opgenomen en ontvangen penningen oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan de procurator Gillis van de Wall en Helena Roelofs e.l. een somma van 200 gl. Hollands geld, welke penningen door comparante zijn opgeschoten en uitgeteld aan haar schoonzoon Geurt van Donselaar, getrouwd aan haar dochter Dorothea Sibers, de tweede comparant, die verklaarde deze penningen tot voortzetting zijner negotie van eerste comparante te hebben ontvangen, welke somma na comparantes overlijden met alle daarvoor verschuldigde interesse ad 3½ percent [enz.] betaald zal moeten worden van het kindsgedeelte en van hetgeen zij verder genoten mocht hebben in de ouderlijke nalatenschap, in collatie zal worden gebracht en daaraan zal worden gekort; [enz.], tot securiteit van welk kapitaal en daarop te verlopen interessen comparanten verklaart te verbinden in het generaal haar persoon en goederen en speciaal een half huis en erf, staande en gelegen binnen deze stad in de Kortestraat; [enz.];