1 De heer en Mr. Evert Jacob Brantsen, St. griffier van den Hove provintiaal van Gelderland, en vrouwe Johanna Beatrix Tulleken e.l. verklaren in een vaste en stedige erfkoop aan Peter van den Enden en Maria Buthof e.l. voor een somme van 4600 gl. vrij geld verkocht te hebben hunlieder huis en erf, staande in de Rijnstraat, aan de ene zijde naast het huis, de Moriaen genaamd, en aan de andere kant naast het huis toebehorende de erfgenamen Umbgroeve, met zijn kelders en annexe stallingen, zo en in dier voege als hetzelve eerste comparant is aanbestorven van wijlen vrouwe Susanna Nalida Everwijn, weduwe Kloeck en tot hier en toe door hem is gepossideerd geworden, en overzulks aan dezelve e.l. - vermits van voorzegde kooppenningen op 01-05-1737 reeds is voldaan een somma van 1600 gl. en van de resterende 3000 gl. in conformité van de koopbrief jaarlijks interesse zal worden betaald - te cederen en te transporteren het opgemelde huis cum annexis [enz.];

2 Peter van den Enden en Maria Buthof e.l. verklaren wel en deugdelijk wegens nog resterende en onbetaalde kooppenningen van het huis cum annexis, staande in de Rijnstraat naast de Moriaen, op heden aan comparanten getransporteerd, aan de heer en Mr. Evert Jacob Brantsen, St. griffier van den Hove van Gelderland, en vrouwe Johanna Beatrix Tulleken e.l. schuldig te wezen een kapitale somma van 3000 gl., belovende de comparanten daarvan jaarlijks voor interesse te zullen betalen 4 van het honderd [enz.], tot nakoming van hetgeen voorschreven en securiteit van welk kapitaal en daarop te verlopen interesse comparanten verbinden niet alleen hun personen en goederen, maar speciaal derzelver huis en erf, staande in de Rijnstraat, aan de ene zijde naast het huis, de Moriaen genaamd, en aan de andere kant naast het huis toebehorende de erfgenamen Umbgroeve, met zijn kelders en annexe stalling, zo en in dier voege als hetzelve aan comparanten door crediteuren is verkocht en op heden getransporteerd [enz.];

3 Rudolph Buchij en Justina van Driessel e.l. verklaren deugdelijk, wel en oprecht schuldig te zijn aan de heer Willem Jan van Dedem, heer van Maurik, Hoevelaken en Oudenaller, de somma van 3500 gl., herkomende wegens geleende en door hen, debiteuren, op heden ontvangen en genoten penningen, zijnde hiermee geannulleerd zodane handschriften en obligaties als crediteur tot last van debiteuren is hebbende als één ad 1000 gl. d.d. 28-05-1709 en dan 3 handschriften als één van 02-09-1710, 28-09-1710 en 13-10-1710, samen ad 1900 gl., belovende die gezegde som te restitueren heden over een jaar met de interesse van dien ad 4 gl. 10 stuiver van ieder honderd vrij geld [enz.] en stellen tot meerder securiteit van het gezegde kapitaal en daarop te verlopen interesse tot een speciaal onderpand boven hun persoon en goederen nog hunlieder huis, staande alhier in de Turfstraat, beneffens hun erf en goed, genaamd den Catherinen doelen, gelegen aan St. Janspoort alhier [enz.];

4 Derk Cloeck en Johanna van Vorden e.l., alsmede Andries van Dieren en Philip Hoefnagel in kwaliteit van mombers van de 2 minderjarige kinderen van wijlen Hendrik de Groot en vnd. Derk Cloeck, het ene genaamd Anna de Groot en het andere Johanna Wendelina Cloeck, verklaren te cederen, te transporteren en in volle eigendom op te dragen aan en ten erfelijke behoeve van de Borger hopman Johan Verbeeck en Alarda ten Busch e.l. een stukje bouwland, groot 1 schepel gezaai, nu door kopers tot hof gemaakt, gelegen alhier buiten St. Johanspoort, bekennende van de kooppenningen ad 400 gl. tot genoegen voldaan en betaald te zijn [enz.];