Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

0124 Hof van Gelre en Zutphen

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Verantwoording van de digitalisering
4. Inleiding A.J. Maris
5. Inleiding A.J. Maris als pdf-bestand
Erfgoedstuk
6. Gesproken toelichtingen
7. Bijlagen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
1. Criminele zaken
N.B. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, I, de alinea betr. de inquisitoire of extra-ordinaris procedure en betr. de accusatoire of ordinaris procedure. Zie voorts: kanselarij-ordonnantie van 1547, art.29, en kanselarij-ordonnantie van 1622/1651 artt. 37-42. Ook zij verwezen naar hoofdstuk VI, de criminele procedure volgens Departementaal reglement voor Gelderland van 1802, artt. 72-83, en de mombersinstructie van 1803. In criminele (lijfstraffelijke) zaken was voor het Hof de extra-ordinaris procedure regel. De beklaagde was hierbij voorwerp van onderzoek (géén procespartij) van de met de instructie belaste commissarissen uit het Hof en/of de momber. Het Hof kon evenwel aan de beklaagde een ordinaris proces toestaan, waarbij de momber eiser was en de beklaagde, bijgestaan door een advocaat, verweerder. In een dergelijk ordinaris, civiliter gevoerd, proces kon naar gelang van de omstandigheden een criminele sententie vallen.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
"Crimineel sententieboek". Register van sententien in criminele zaken van het Hof van Gelre en Zutphen, het Hof van Justitie en het Departementaal Gerechtshof, 1544-1810. 20 delen
N.B. De aanduiding "Crimineel sententieboek" kwam in de 18de eeuw in gebruik. Buitenop inv.nr. 4503 staat "Register van den Criminelen Sentenciën beginnende den XXIIIIen dach Septembris Anno XVc vyer en veertien". De inv.nrs. 4503-4522 hebben Alfabetische indices op de voornamen van de beklaagden. Vergel. het "Register op de notabelste sententiën, vervat in de Criminele Sententie Boeken van den Hove Provinciaal van Gelderland" (inv.nr. 6973). Dit repertorium op de voornaamste sententiën in Criminele zaken werd vervaardigd aan de hand van de volgende omstreeks 1760 aanwezige delen van het register van criminele sententiën: 1571/1610 (inv.nr. 4504), 1611/1630 (niet meer aanwezig), 1631/ 1660, 1660/1699 (inv.nrs. 4505 en 4506), 1700/1717 (niet meer aanwezig), 1719-1728, 1729-1740 en 1741/1752 (inv.nrs. 4507 t/m 4509). Vele uitspraken van het Hof in criminele zaken zijn te vinden in het memorie- en resolutieboek (inv.nrs. 18-82). Men bedenke echter, dat de data in het memorie- en resolutieboek vaak een weinig verschillen van de data, waarop de sententiën in het openbaar uitgesproken werden. Voorts lichten ons de z.g. casboeken, delen I-III (inv.nrs. 1406-1408), over 1543-1675, in korte aantekeningen omtrent de gevallen uitspraken in. Achterin de delen van het memorie- en resolutieboek over 1625-1627 (inv.nrs. 21 en 22) staan de "touren" of toerbeurten vermeld van de raden in het Hof, die de gevangenen op de Sint Janspoort moesten examineren met opgave van de namen der gedetineerden. Zie voor strafzaken, waarin de z.g. "ordinaris" (civiele) procesgang gevolgd werd, het pleidooiboek ordinaris (inv.nrs. 6067-6168).
Criminele procesdossiers, 1544-1811. 262 pakken, 4 charters en 4 deeltjes
N.B. Vóór 1597 werden de bestuurlijke en rechterlijke dossiers van het Hof niet gescheiden in afzonderlijke reeksen bewaard, doch op letter, waarbij slechts onderscheid gemaakt werd, of het dossier een afgedane of "gewesen" zaak betrof of niet. In 1597 werd er een "criminele cas" ingesteld, terwijl men daarnaast een "cas der pardonnen" en een voor de civiele dossiers kreeg. De z.g. casboeken (zie inv.nrs. 1406-1409) vermelden na 1597 een enkele maal bestuurlijke dossiers, maar overigens dossiers van rechterlijke aard, verdeeld over de criminele cas, de cas der "pardonnen" en de cas der civiele processtukken onder aantekening van de gedane uitspraken. De criminele cas wordt het laatst genoemd in 1676, de cas der "pardonnen" in 1677. Blijkbaar heeft men nadien afzonderlijke registers voor de criminele dossiers en de dossiers der "pardonnen" willen aanleggen. Blijkens P. Nijhoff, Registers op het archief afkomstig van het voormalig Hof... , 1856, blz. 420, liep de reeks criminele procesdossiers over 1600-1811. Mr A.C. Bondam heeft de voorafgaande dossiers erbij geplaatst, zodat de serie thans met 1544 begint. Hij nam hier eveneens veel stukken bij op, welke op godsdienstzaken betrekking hebben. Onder de 16de-eeuwse stukken bevinden zich vaak informatiën in zaken, waarvan het twijfelachtig is of het Hof hierin sententie heeft gewezen. Dit geldt met name voor godsdienstzaken.
4621 Criminele procesdossiers, 1756 1 pak i
? contra Helena Eelting, Diefstal. Ontslagen.
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
1. Criminele zaken
N.B. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, I, de alinea betr. de inquisitoire of extra-ordinaris procedure en betr. de accusatoire of ordinaris procedure. Zie voorts: kanselarij-ordonnantie van 1547, art.29, en kanselarij-ordonnantie van 1622/1651 artt. 37-42. Ook zij verwezen naar hoofdstuk VI, de criminele procedure volgens Departementaal reglement voor Gelderland van 1802, artt. 72-83, en de mombersinstructie van 1803. In criminele (lijfstraffelijke) zaken was voor het Hof de extra-ordinaris procedure regel. De beklaagde was hierbij voorwerp van onderzoek (géén procespartij) van de met de instructie belaste commissarissen uit het Hof en/of de momber. Het Hof kon evenwel aan de beklaagde een ordinaris proces toestaan, waarbij de momber eiser was en de beklaagde, bijgestaan door een advocaat, verweerder. In een dergelijk ordinaris, civiliter gevoerd, proces kon naar gelang van de omstandigheden een criminele sententie vallen.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden

Criminele procesdossiers, 1544-1811. 262 pakken, 4 charters en 4 deeltjes
N.B. Vóór 1597 werden de bestuurlijke en rechterlijke dossiers van het Hof niet gescheiden in afzonderlijke reeksen bewaard, doch op letter, waarbij slechts onderscheid gemaakt werd, of het dossier een afgedane of "gewesen" zaak betrof of niet. In 1597 werd er een "criminele cas" ingesteld, terwijl men daarnaast een "cas der pardonnen" en een voor de civiele dossiers kreeg. De z.g. casboeken (zie inv.nrs. 1406-1409) vermelden na 1597 een enkele maal bestuurlijke dossiers, maar overigens dossiers van rechterlijke aard, verdeeld over de criminele cas, de cas der "pardonnen" en de cas der civiele processtukken onder aantekening van de gedane uitspraken. De criminele cas wordt het laatst genoemd in 1676, de cas der "pardonnen" in 1677. Blijkbaar heeft men nadien afzonderlijke registers voor de criminele dossiers en de dossiers der "pardonnen" willen aanleggen. Blijkens P. Nijhoff, Registers op het archief afkomstig van het voormalig Hof... , 1856, blz. 420, liep de reeks criminele procesdossiers over 1600-1811. Mr A.C. Bondam heeft de voorafgaande dossiers erbij geplaatst, zodat de serie thans met 1544 begint. Hij nam hier eveneens veel stukken bij op, welke op godsdienstzaken betrekking hebben. Onder de 16de-eeuwse stukken bevinden zich vaak informatiën in zaken, waarvan het twijfelachtig is of het Hof hierin sententie heeft gewezen. Dit geldt met name voor godsdienstzaken.
4621 Criminele procesdossiers, 1756 1 pak
? contra Helena Eelting, Diefstal. Ontslagen.
Datering:
1756 16 Apr.
Procesdossiernummer:
1756/6
Eiser:
?
Gedaagde:
Helena Eelting
Feit:
Diefstal. Ontslagen.
Inventarisnummer:
4621
4811c Stukken betreffende procedures tegen personen, die zich in enige steden schuldig hebben gemaakt aan handelingen in strijd met 's Landschaps plakaat van 1717 october 21 op de magistraatsbestelling ad vitam en het verwekken van oproer tegen de magistraat, 1718, 1719. 1 pak
N.B. Het plakaat van 1717 october 21 is gedrukt: Van Loon, Groot Gelders Placaet-Boeck, III, kol. 333. Het pak bevat:
1. Stukken betreffende het proces tegen Frederik Janssen Sleper, Gijsbert Been, Berent van Lonckhuisen, Heimen Penninck, Abraham Gerritsen, Hendrick Top, Hendrick Janssen en Hendrick van Hulsen, beklaagden te Elburg. In deze zaak werd de ordinaris procesgang gevolgd. Het Hof wees sententie 13 mei 1718. Men zie het pleidooiboek ordinaris, nr. 80 (inv.nr. 6149), fol. 132 vso.
2. Stukken betreffende de processen tegen Hendrik ter Schegget, Jan Oortwijn Westenberg, Henrik Arentsen en Gerrit van Eerten, beklaagden te Lochem, en tegen Gerrit Maes, Willem Welmers, Jan Ronneboom en Jan Maes, beklaagden te Zutphen. In deze zaken werd de ordinaris procesgang gevolgd. Het Hof, dat de Lochemse en Zutphense zaken gelijktijdig behandelde, wees hierin sententie 28 mei 1718. Van de Zutphense zaak is alleen de minuut-sententie in de omslag aanwezig. Men zie het register op de notabelste sententiën, vervat in de criminele sententieboeken. (inv.nr. 6973), onder letter O, oproer. Het register van criminele sententiën over 1717/1718 is niet aanwezig.
3. Stukken betreffende het proces tegen Thomas van Trigt, deken van het beenhakkersgilde te Zaltbommel, en Corstiaen van der Laan, deken van het bakkersgilde aldaar. In deze zaak werd aan de beklaagden niet een ordinaris proces toegestaan. Het Hof wees sententie 28 januari 1719. Zie het register van criminele sententiën over 1719-1728 (inv.nr. 4507) in dato.

Kenmerken

Datering:
(1425) 1543-1811 (1902)
Auteur:
A.J. Maris, H.L. Driessen/F. Keverling Buisman (Album advocatorum)/K.J.W. Peeneman
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal