4190
Erfgoedbeleid Provincie Gelderland 2001-2015 Foto’s
Inleiding
4. Geschiedenis van de archiefvormer
4190 Erfgoedbeleid Provincie Gelderland 2001-2015 Foto’s
Inleiding
4.
Geschiedenis van de archiefvormer
laatste wijziging 21-07-2020
De Grondwet van 1814 verplichtte niet tot de instelling van een College van Gedeputeerde Staten, maar liet dit facultatief. Een jaar later werd de verplichting tot instelling van een dergelijke college wel in de grondwet opgenomen. Gedeputeerde Staten van Gelderland vergaderden op 20 oktober 1814 voor de eerste keer. Het college bestond aanvankelijk uit negen leden, de gouverneur niet meegerekend. De gedeputeerden werden jaarlijks uit en door de Provinciale Staten gekozen naar evenredigheid van het aantal vertegenwoordigers van elke stand (ridderschap, steden en eigenerfden/niet-adellijke landeigenaren). Een uitzondering vormden de eerste collegeleden. Deze werden benoemd door de koning.
De taken van de gedeputeerden waren:
"om zoo wel in afwezenheid der Heeren Staten, als gedurende den tijd van derzelver vergadering, het beleid der zaken te voeren; in 1815 werd gesproken over "dagelijks beleid der zaken"; belasting- en administratieve rechtspraak.
De gouverneur was de machtigste bestuurder in de provincie. Dit veranderde met de grondwetswijziging in 1848.
De Grondwet van 1848 draaide de rollen om. Gedeputeerde Staten kregen de dagelijkse leiding over de provincie en de zorg voor de uitvoering van de wetten. De Gouverneur (sedert 1850 Commissaris des Konings geheten) deed in bestuurlijk opzicht een stapje terug en raakte zijn dominante positie kwijt.
De competenties van Gedeputeerde Staten werden deels geregeld door de Provinciale Wet van 1850, maar ook uitgewerkt in andere wet- en regelgeving.
Gedeputeerde Staten telden vanaf 1850 zes leden. Zij werden nu benoemd voor een periode van zes jaren. De commissaris des konings bleef voorzitter van het college. De rol van Gedeputeerde Staten, die zich in de loop van de 19e en 20e eeuw steeds verder profileerde en uitbreidde, wordt staatsrechtelijk en administratiefrechtelijk gedegen beschreven in het boek van A.H.A. Lutters, Gedeputeerde Staten, hun taken en bevoegdheden (Den Haag 1977).
De taken van de gedeputeerden waren:
"om zoo wel in afwezenheid der Heeren Staten, als gedurende den tijd van derzelver vergadering, het beleid der zaken te voeren; in 1815 werd gesproken over "dagelijks beleid der zaken"; belasting- en administratieve rechtspraak.
De gouverneur was de machtigste bestuurder in de provincie. Dit veranderde met de grondwetswijziging in 1848.
De Grondwet van 1848 draaide de rollen om. Gedeputeerde Staten kregen de dagelijkse leiding over de provincie en de zorg voor de uitvoering van de wetten. De Gouverneur (sedert 1850 Commissaris des Konings geheten) deed in bestuurlijk opzicht een stapje terug en raakte zijn dominante positie kwijt.
De competenties van Gedeputeerde Staten werden deels geregeld door de Provinciale Wet van 1850, maar ook uitgewerkt in andere wet- en regelgeving.
Gedeputeerde Staten telden vanaf 1850 zes leden. Zij werden nu benoemd voor een periode van zes jaren. De commissaris des konings bleef voorzitter van het college. De rol van Gedeputeerde Staten, die zich in de loop van de 19e en 20e eeuw steeds verder profileerde en uitbreidde, wordt staatsrechtelijk en administratiefrechtelijk gedegen beschreven in het boek van A.H.A. Lutters, Gedeputeerde Staten, hun taken en bevoegdheden (Den Haag 1977).
laatste wijziging 22-06-2023
12.484 beschreven archiefstukken
12.484 gedigitaliseerd
totaal 12.484 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 22-06-2023
12.484 beschreven archiefstukken
12.484 gedigitaliseerd
totaal 12.484 bestanden
Kenmerken
Datering:
2001 - 2015
Categorie:
laatste wijziging 22-06-2023
12.484 beschreven archiefstukken
12.484 gedigitaliseerd
totaal 12.484 bestanden