2003
ORA Arnhem
Inleiding
laatste wijziging 20-04-2024
935 beschreven archiefstukken
368 gedigitaliseerd
totaal 262.847 bestanden
Inventaris
3. Vrijwillige rechtspraak
3.1. Schepenkistoorkonden
3.1.2. Regesten
N.B. Auteur: R.A.D. Renting.
N.B. Auteur: R.A.D. Renting.
Schepenkistoorkonden, 1293-1348. 311
368.311 Ryquinus de Berentrade, ridder, richter, en Godefridus Jacobus' zoon Bruno's zoon en Ghyselbertus Zasse, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Agnesa, weduwe van Gerardus Betericx, toegekend heeft aan Ghesa de Elden als haar erfdeel uit de boedel van haar broeder Gerardus Betericx, 1/4 deel der navolgende goederen:
van de huizen van steen en hout en van de schuur er voor en er achter in de Corte strate, waar Agnesa nu woont,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land dat vroeger van Johannes Goswinus' zoon was, tussen het huis en land van Vette Bruneken en dat van Johannes Pyper,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land van Hermannus Witten, tussen het huis en land van Egbertus Culver en dat van Arnoldus Wynter,
van een jaarrente van 3 pond uit het huis en land van Henricus de Bosinchem, tussen het huis en land van Gerardus Netelbosch en dat van Helle,
van een jaarrente van 2 pond en 10 solidi uit het huis en land van Helle, tussen het huis en land van Henricus de Bosinchem en dat van Ludo Sutor, van een jaarrente van 10 solidi uit het huis en land van Rudolphus de Oudewyer, tussen het huis en land van Jacobus Tyken en het St. Johannesstraatje,
van een jaarrente van 4 solidi en 6 denarii uit het huisje en land van Loxcn, tussen het huis en land van Arnoldus Scriptor en de stal van deze,
en in zijn geheel een som van 110 pond kleine denarii, waarvoor in de plaats Agnesa Ghesa begiftigd heeft met haar eigen 3/4 deel van de voornoemde huizen en van alle voornoemde renten onder bepaling dat Ghesa dat zal krijgen na de dood van Agnesa.
Datum anno Domini MºCCCmº quadragesimo octavo feria quarta post Dominicam qua cantatur Judica., 1348 April 9
van de huizen van steen en hout en van de schuur er voor en er achter in de Corte strate, waar Agnesa nu woont,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land dat vroeger van Johannes Goswinus' zoon was, tussen het huis en land van Vette Bruneken en dat van Johannes Pyper,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land van Hermannus Witten, tussen het huis en land van Egbertus Culver en dat van Arnoldus Wynter,
van een jaarrente van 3 pond uit het huis en land van Henricus de Bosinchem, tussen het huis en land van Gerardus Netelbosch en dat van Helle,
van een jaarrente van 2 pond en 10 solidi uit het huis en land van Helle, tussen het huis en land van Henricus de Bosinchem en dat van Ludo Sutor, van een jaarrente van 10 solidi uit het huis en land van Rudolphus de Oudewyer, tussen het huis en land van Jacobus Tyken en het St. Johannesstraatje,
van een jaarrente van 4 solidi en 6 denarii uit het huisje en land van Loxcn, tussen het huis en land van Arnoldus Scriptor en de stal van deze,
en in zijn geheel een som van 110 pond kleine denarii, waarvoor in de plaats Agnesa Ghesa begiftigd heeft met haar eigen 3/4 deel van de voornoemde huizen en van alle voornoemde renten onder bepaling dat Ghesa dat zal krijgen na de dood van Agnesa.
Datum anno Domini MºCCCmº quadragesimo octavo feria quarta post Dominicam qua cantatur Judica., 1348 April 9
2003 ORA Arnhem
Inventaris
3. Vrijwillige rechtspraak
3.1. Schepenkistoorkonden
3.1.2. Regesten
N.B. Auteur: R.A.D. Renting.
Schepenkistoorkonden, 1293-1348. 311
N.B. Auteur: R.A.D. Renting.
Schepenkistoorkonden, 1293-1348. 311
368.311
Ryquinus de Berentrade, ridder, richter, en Godefridus Jacobus' zoon Bruno's zoon en Ghyselbertus Zasse, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Agnesa, weduwe van Gerardus Betericx, toegekend heeft aan Ghesa de Elden als haar erfdeel uit de boedel van haar broeder Gerardus Betericx, 1/4 deel der navolgende goederen:
van de huizen van steen en hout en van de schuur er voor en er achter in de Corte strate, waar Agnesa nu woont,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land dat vroeger van Johannes Goswinus' zoon was, tussen het huis en land van Vette Bruneken en dat van Johannes Pyper,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land van Hermannus Witten, tussen het huis en land van Egbertus Culver en dat van Arnoldus Wynter,
van een jaarrente van 3 pond uit het huis en land van Henricus de Bosinchem, tussen het huis en land van Gerardus Netelbosch en dat van Helle,
van een jaarrente van 2 pond en 10 solidi uit het huis en land van Helle, tussen het huis en land van Henricus de Bosinchem en dat van Ludo Sutor, van een jaarrente van 10 solidi uit het huis en land van Rudolphus de Oudewyer, tussen het huis en land van Jacobus Tyken en het St. Johannesstraatje,
van een jaarrente van 4 solidi en 6 denarii uit het huisje en land van Loxcn, tussen het huis en land van Arnoldus Scriptor en de stal van deze,
en in zijn geheel een som van 110 pond kleine denarii, waarvoor in de plaats Agnesa Ghesa begiftigd heeft met haar eigen 3/4 deel van de voornoemde huizen en van alle voornoemde renten onder bepaling dat Ghesa dat zal krijgen na de dood van Agnesa.
Datum anno Domini MºCCCmº quadragesimo octavo feria quarta post Dominicam qua cantatur Judica., 1348 April 9
van de huizen van steen en hout en van de schuur er voor en er achter in de Corte strate, waar Agnesa nu woont,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land dat vroeger van Johannes Goswinus' zoon was, tussen het huis en land van Vette Bruneken en dat van Johannes Pyper,
van een jaarrente van 2 pond uit het huis en land van Hermannus Witten, tussen het huis en land van Egbertus Culver en dat van Arnoldus Wynter,
van een jaarrente van 3 pond uit het huis en land van Henricus de Bosinchem, tussen het huis en land van Gerardus Netelbosch en dat van Helle,
van een jaarrente van 2 pond en 10 solidi uit het huis en land van Helle, tussen het huis en land van Henricus de Bosinchem en dat van Ludo Sutor, van een jaarrente van 10 solidi uit het huis en land van Rudolphus de Oudewyer, tussen het huis en land van Jacobus Tyken en het St. Johannesstraatje,
van een jaarrente van 4 solidi en 6 denarii uit het huisje en land van Loxcn, tussen het huis en land van Arnoldus Scriptor en de stal van deze,
en in zijn geheel een som van 110 pond kleine denarii, waarvoor in de plaats Agnesa Ghesa begiftigd heeft met haar eigen 3/4 deel van de voornoemde huizen en van alle voornoemde renten onder bepaling dat Ghesa dat zal krijgen na de dood van Agnesa.
Datum anno Domini MºCCCmº quadragesimo octavo feria quarta post Dominicam qua cantatur Judica., 1348 April 9
Datering:
1348 April 9
laatste wijziging 03-04-2012
laatste wijziging 20-04-2024
935 beschreven archiefstukken
368 gedigitaliseerd
totaal 262.847 bestanden
Kenmerken
Datering:
1293-1811 (1820)
Auteur:
D.P.M. Graswinckel, R.A.D. Renting
Categorie:
laatste wijziging 20-04-2024
935 beschreven archiefstukken
368 gedigitaliseerd
totaal 262.847 bestanden