Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk

1913 Hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
01. Openbaarheid en citeren
02. Ligging
03. Ontstaan
04. Organisatie
05. Bestuur
06. Ambtenaren
1913 Hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk
Inleiding
06.
Ambtenaren
Dijkgraaf en heemraden dienden volgens de Sententie Arbitrael aan te stellen een penningmeester, secretaris, bode en anderen ten dienste van het heemraadschap van node. Tot deze anderen behoorden voornamelijk de collecteurs van het zeedijkgeld in de verschillende polders, die de door hen geïnde omslag aan de generale penningmeester moesten afdragen. Dit gaf regelmatig moeilijkheden. Oorspronkelijk had het pas gekozen dijkbestuur besloten, dat elke polder zelf een gadermeester of collecteur moest aanstellen *  , maar hierop kwam men later terug, toen gebleken was, dat de gelden zo niet snel genoeg binnenkwamen. De geërfden verlangden echter invloed op de benoeming.
De zaak leidde voor wat betreft de polder Bunschoten tot processen in de jaren 1653-1656, waarbij tenslotte werd bepaald, dat dijkgraaf en heemraden de collecteur zouden blijven benoemen, maar dat het een van de geërfden die in de polder woonden, moest zijn *  . Deze regeling werd in 1667 gewijzigd: de collecteur zou voortaan door het dijkbestuur benoemd worden, telkens voor zes jaar beurtelings uit de inwoners van Bunschoten en die van Amersfoort *  .
Ook de buitenpolders maakten bezwaar tegen benoeming van hun collecteurs door het dijkbestuur. In 1680 werd met de polders De Duist, De Haar, Neerzeldert en Het Nieuweland een overeenkomst gesloten, waarbij zij het recht verkregen zelf hun collecteurs te benoemen *  . De andere buitenpolders namen geleidelijk aan dit gebruik over, hoewel zij niet bij het akkoord betrokken waren *  .
Dijkgraaf en heemraden hadden herhaaldelijk grote moeite om de afdracht van het zeedijkgeld door de collecteurs en/of de heemraden van de polders aan de dijkpenningmeester af te dwingen. In 1829 verkreeg het dijkbestuur na negen jaar van aanmaningen van Gedeputeerde Staten het ontslag van de nalatige collecteurs van Het Nieuweland en De Slaag, en van Eemland.
Daarvoor hadden dijkgraaf en hoogheemraden de bezittingen van eerstgenoemde collecteur al eens gerechtelijk doen verkopen, maar daar hij niet door zijn opdrachtgevers (de polderbesturen) ontslagen werd, konden zij hem de gadering van het zeedijkgeld niet ontnemen. Nu werd het dijkbestuur evenwel gemachtigd zelf een regeling te treffen bij provisie voor de gadering in alle buitenpolders, daar de collecteur van De Duist, De Haar, De Hond, Overzeldert en Neerzeldert en Burgermaten juist wegens hoge leeftijd voor zijn functie had bedankt. De dijkpenningmeester werd met de gadering in de buitenpolders belast *  . Voor Bunschoten bleef de collecteur elke zes jaar wisselen. Na 1852 verviel de regeling, daar er toen geen omslagen meer werden uitgezet. Vanaf 1922, toen dat weer wel het geval was, werd uiteraard door de penningmeester geïnd.
Vanaf het begin heeft het hoogheemraadschap een secretaris en een penningmeester gehad. Alleen tussen 1655- 1663 en 1926-1941 werden beide ambten door dezelfde persoon waargenomen.
Sinds de 18e eeuw waren er twee dijkbodes, een te Bunschoten en een te Amersfoort. Zij deden naast onderhoudswerkzaamheden aan de dijken, de sluis te Spakenburg en de bruggen te Bunschoten ook de aanzeggingen (insinuaties). Soms werden de restanten van het zeedijkgeld door hen geïnd. Bij de invoering van het reglement in 1889 was de bode te Bunschoten geworden tot opzichter-bode, na 1911 werd hij dijkopzichter genoemd.
In 1743 is sprake van een dijkmeter *  , maar dit is de enige vermelding van zo'n ambtenaar. Na de aanleg van de dijkgrindweg had het hoogheemraadschap regelmatig een of meer wegwerkers in dienst voor het onderhoud daarvan.
Voor belangrijke werken riep het dijkbestuur in de 19e en 20e eeuw gewoonlijk de hulp in van deskundige ambtenaren in dienst van andere overheden, zoals de provinciale- en de rijkswaterstaat, het heemraadschap van de Eem, beken en aankleve van dien, en van het hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams.
07. Bronnen van inkomsten
08. Uitvoering van de taak
09. Het archief
10. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
(1486) 1533 - 1950
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal