De vader van de heer Van H. (1941 uit Culemborg) pachtte een huis en een stuk bouwland van de landheer. Het was een gemengd bedrijf, akkerbouw, kippen, fruit. De boomgaard was van de landheer die veel hoogstamboomgaarden bezat, waar de heer Van H. als kind veel in speelde. In zijn jonge jaren heeft de heer Van H. tien jaar bij de landheer gewerkt. Hij vertelt over vroeger (oral history).
Thema’s die aan de orde komen zijn:
Pluk en ladders. Er waren fruitbomen waar je met ladders van 30, 32 sporten kon plukken en snoeien. Bij de pluk werd een schort gebruikt, de ‘schulk’. Daar werd het geplukte fruit in verzameld. In de wintermaanden werden de ladders helemaal geolied. Vroeger werd er preciezer met het materieel omgegaan.
Rassen. Er waren appels, peren en pruimen. De eerste appels waren de Yellow Transparant, dan kwamen de Kuilenborgse roodjes. In de jaren zestig is er veel gerooid.
Vrouwen. Vrouwen gingen vroeger niet de ladder op. Ze hadden ook geen broeken aan. Nu is er geen hoogstam meer en kunnen vrouwen net zo goed plukken.
Bestrijdingsmiddelen. Vroeger werd er veel gespoten, zoals met DDT en Parathion. In die tijd was het gebruik heel gewoon om een zo groot mogelijke oogst te bereiken.
Andere thema’s: afhankelijkheidsrelatie met landheer; mee met de jacht. (Geluidsbestand ontbreekt)