Het terrein van onderzoek *  lag vooral in bos- en woeste gronden, maar strekte zich ook wel tot op landbouwgronden uit. Het werk was gericht op de oplossing van problemen van de praktijk. Populatiedynamica, bodemonderzoek, Insectenplagen en wildonderzoek vormden de hoofdzaak van het programma.

Aanvankelijk betrof het onderzoek voornamelijk insectenplagen in bossen. Daar bestrijding met insecticiden te kostbaar was, zocht men naar een mogelijkheid om de bossen zo aan te leggen of te onderhouden dat de kans op een optreden van plagen minimaal was. Aangezien men te weinig afwist van de oorzaken waardoor een insect zich soms massaal vermeerdert, was een achtergrond-onderzoek nodig. Het kennen van deze achtergronden is niet slechts van belang voor schadelijke insecten in bossen, maar ook voor die in land- en tuinbouw. Het instituut werkte dan ook met andere instituten samen in de in 1958 opgerichte "Werkgroep Harmonische Bestrijding van Plagen", die tracht middelen te vinden om plagen te voorkomen of te bestrijden met gebruikmaking van zo gering mogelijke hoeveelheden insecticiden.

Daarnaast was het een taak van het RIN het verrichten van onderzoek naar de z.g. levensgemeenschap van de bodem, dat zich heeft ontwikkeld in de richting van de omzetting van organische stof en van het ontstaan van een goede bodemstructuur. Het wordt thans grotendeels uitgevoerd ten behoeve van de tuinbouw in bepaalde kassen en boomgaarden.

Belangrijk ook was de opdracht van TNO om op te treden als proefstation voor de gronden. De onderzoekingen die er uit zijn voortgekomen, betroffen vooral de vragen hoe men bepaalde duingebieden meer voor recreatie kan openstellen zonder schade te doen aan de drinkwatervoorziening en het zo kwetsbare duinlandschap. Een ander onderzoek in deze functie was het nagaan van de invloed van windschermen op het omliggende cultuurland. Ook in deze gevallen zijn de resultaten van direct nut voor de praktijk gebleken.

Terreinen van onderzoek * 
- Populatiebewegingen
- Bodemfauna
- Houtwallen
- Bosbouwentomologie
- Boomziekten
- Recreatieterreinen
- Duinonderzoek
- Botanie
- Estuariene Ecologie
- Hydrobiologie
- Landschapsecologie
- Milieuverontreiniging
- Ornithologie
- Zoölogie

De werkzaamheden van het instituut omvatten onderzoek naar:
De stabiliteit van de levensgemeenschappen en de invloed van cultuurmaatregelen hierop:
populatiedynamica (o.a. met betrekking tot harmonische bestrijding van insectenplagen en tot het wildonderzoek,
invloed van bodemgebruik en cultuur maatregelen op de levensgemeenschappen (o.a. de bodemfauna),
invloed van windsingels op de stabiliteit van de levensgemeenschappen,
onderlinge beïnvloeding van enerzijds vegetatie en dierlijke levensgemeenschappen en anderzijds de recreatie in de vrije natuur;
De relatie tussen de bodemorganismen, de omzetting van organische stof en de ontwikkeling van de bodemstructuur:
bodemfauna
schimmels en bacterien;
De mogelijkheden tot het direct in de praktijk brengen van sub 1 en sub 2 verkregen resultaten:
insectenplagen in bossen,
sociale insecten
beheer van de wildstand
invloed van windsingels op de opbrengst van het achterliggende cultuurland,
andere problemen.