Op 31 januari 1896 werd in "Musis Sacrum" te Arnhem de Nederlandse Boerenbond (N.B.B.) opgericht *  . Op 27 november 1896 werd, eveneens in Arnhem, de oprichtingsvergadering gehouden van de Provinciale Gelderse Boerenbond (P.G.B) *  , evenals de N.B.B. een interconfessionele organisatie. De P.G.B. sloot zich vrijwel direkt aan bij de N.B.B. Het initiatief tot de oprichting van beide bo nden was uitgegaan van J.L. Pauwen, L.F.C.H.M. Ridder de van der Schueren en Th. Pruijs. Beide genoemde, maar ook andere provinciale boerenbonden die vrijwel tegelijkertijd ontstonden, werden opgericht uit onvrede met het beleid van de provinciale landbouwmaatschappijen en hun overkoepelend orgaan het Nederlandse Landbouw Comité (N.L.C.).

Tegen deze laatste organisaties bestonden de volgende bezwaren:
- de provinciale landbouwmaatschappijen werden voornamelijk bestuurd door notabelen en grootgrondbezitters, niet door de boeren;
- het N.L.C. voerde geen krachtige landbouwpolitiek ten opzichte van de overheid, ondanks het feit dat zij in 1893 door de regering als representatief orgaan voor de Nederlandse landbouw was erkend;
- door het ontbreken van coöperaties werd te weinig aandacht geschonken aan de belangenbehartiging van de boeren;
- het niet-confessionele karakter van de provinciale landbouwmaatschappijen.

Het Provinciaal Reglement van de P.G.B., dat in januari 1897 werd opgesteld, omschreef het doel van de bond: "....door nauwe aansluiting en samenwerking van alle door hem erkende afdelingen, een degelijken en welvarende boerenstand in christelijken geest te vormen" *  .

De activiteiten van de P.G.B. bestonden in de eerste jaren voornamelijk uit het gezamenlijk inkopen van landbouwbenodigdheden, het opzetten van een paardenverzekering, het uitgeven van het maandblad "De Boerenstand" en het propageren van de oprichting van Boerenleenbanken. Vanaf 1897 probeerde men aansluiting te krijgen bij het N.L.C., om de overheid rechtstreeks tot gesprekspartner te krijgen. Het N.L.C. accepteerde echter alleen de N.B.B. als lid. Hieraan kwam in 1905 een einde toen het N.L.C. toestond dat de P.G.B., samen met de andere provinciale boerenbonden, lid werd *  . Op 31 juli 1917 werd de laatste bestuursvergadering van de P.G.B. gehouden. Of de bond bij deze gelegenheid is opgeheven is niet bekend, aangezien de notulen van deze vergadering verloren zijn gegaan.