Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

0522 Huis Middachten

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

Door leestekens in uw zoekopdracht te gebruiken, zoekt u specifieker of juist breder:

  • Gebruik een vraagteken (?) om één letter te vervangen.
  • Gebruik een sterretje (*) om meer letters te vervangen.
  • Gebruik een dollarteken ($) voor uw zoekterm voor resultaten die op elkaar lijken.
  • Gebruik een minteken (-) om zoektermen uit te sluiten.
  • Gebruik een Dubbele aanhalingstekens (" ") aan het begin en einde van uw zoektermen om naar de exacte combinatie van woirden te zoeken.

Voorbeelden van het gebruik van deze leestekens en meer zoektips vindt u hier.

beacon
Naar boven om te zoeken
0522   Huis Middachten
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Inventarisatie
4. Bijlagen
laatste wijziging 10-05-2025
1,528 beschreven archiefstukken
306 gedigitaliseerd
totaal 59,802 bestanden
Inventaris
1. 1331-1844
N.B. Inventaris van P.N. van Doorninck, 1897.
2. 1329-1820
N.B. Inventaris van W. Wijnaendts van Resandt, 1914.
2.1. Diverse acten
0522 Huis Middachten
Inventaris
2. 1329-1820
N.B. Inventaris van W. Wijnaendts van Resandt, 1914.
2.1.
Diverse acten
laatste wijziging 31-12-2024
46 gedigitaliseerd
totaal 123 bestanden
615 Henricus, nobilis, domicellus de Gemene geeft aan Henric dictus Weder, famulus, voor een tiend van dezen laatste ontvangen, in leen uit de hoeve Westelinc in Perdinctorpe in de parochie Ollenberghe (Altenberge), de hoeven Vresencote en Pothardinc in de parochie Lare (Laer, Kreis Steinfurt), en de hoeve Geschermannes in de parochie Scopingen (Schoppingen).
Ten overstaan van Ansevene dictus de Gemene, ridder, Henricus Ammerhoren, Bernardus Westerroc, Gerlacus de Vollen (van Wullen), Theodoricus de Heeck en Mathias dictus Sasse, famulis, 1329 october 31 (in vigilia Omnium sanctorum). 1 charter
N.B. Op perkament, het afhangend zegel van joncker Henric van Gemen is afgevallen.
616 Berent de Grave en Jutta, zijne huisvrouw, bekennen, dat zij hebben verkocht aan Gherde van Wedderden en Bate diens vrouw, hun goed te Godeberdinck en hun goed te Alberninck gelegen in het kerspel van Bilrebecke, buurschap Oldendorpe, met alle lieden, weiden, wateren en toebehoren voor 100 oude gouden schilden "munte des keysers van Rome ofte des koniches van Francrike".
Met recht van aflossing alle jaar op St. Mertijns misse of 8 dagen vroeger of later met een zelfde som, 1381 november 12 (crastino beati Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van B. de Grave.
617 Dideric van Ulft en Margriete zijn huisvrouw, bekennen, dat zij aan Everd van Steenre en diens erven verkocht hebben hunne navolgende horige wastijnsige lieden, namelijk Nenneke Wollers en hare kinderen Heylwich, Gertrud, Netke, Herman, Henric en Beernd en de kinderen van deze kinderen "hoe dat dye genoemt sin", benevens Johan, den broeder van Nenneke voornoemd, 1382 september 21 (op sunte Matheus dach des hilgen apostels en ewangeliste). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van Dideric en Margriete, is dat van eerstgenoemde in groen was nog aanwezig.
618 Wigbolt van Wermelo, Fye zijn vrouw, en Aernt en Zweder, zijn zonen, bekennen dat zij aan Everd van Steenre geheten van Myddachten en diens erfgenamen, verkocht hebben Aleyde Billen, Herman en Lysebetken, haar kinderen, en Kyrstien Lysebetkens zoon, die hunne volschuldige eigenhorige lieden waren, geboren op den hof to Brunseler, in het kerspel Raelte, 1389 februari 27 (des saterdages na sente Mathies dage des heilegen apostels). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van Wigbolt, Aernt en Zweder van Wermelo zijn afgevallen, van dat van laatstgenoemde is een klein brokje in groen was aanwezig, dat het wapen te zien geeft.
619 Gherd van Awyck, Domkoster te Munster, verklaart dat hij aan zijn broeder Heyn van Awyck heeft overgedragen al het recht, dat hij heeft aan de erven en huizen to Dubbeldinck en to Ekem, gelegen in het Sticht van Utrecht, in het kerspel to Deghtnynchem (Doetinchem), en aan het huis en erf ton Velde en Molendikeshuis, welke gelegen zijn in het kerspel van Otmersem, en zulks opdat Heyn voornoemd zijn schuld kan betalen, welke hij wegens zijn gevangenschap te Borculo schuldig is.
Ten overstaan van heer Bernd Valke en heer Bernd Swartewolt, canonikken te Munster, en Johannes Vledderman, klerk van de stad Munster, 1405 december 10 (feria quinta post festum concepcionis beate Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met afhangend zegel in groen was van G. van Awyck.
620 Erfscheiding tussen Bernd en Gerlach van Wullen, gebroederen, van hun vaders goed. Bernd ontvangt ondermeer "dat borchleyn und wonninge op den hus to Dulmene"; benevens hetgeen hun beiden van Mathieze van Ramesberghe was aangekomen en alles wat zij nu bezitten aan deze zijde van Coesfeld, terwijl Gerlach bekomt alles "uppe gene zijt Cosfelde und mit namen to der Nyenborch".
Hun beider moeder behoudt den lijftocht van de goederen, welken zij thans geniet, 1422 october 19 (crastino die beati Luce ewangeliste). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was van Bernd en Gerlach van Wullen.
621 Herman van Keppele, ritter, Johanna zijne huisvrouw, Jacoba, Frederick, Herman, Alheit en Ghert, hunnen kinderen, bekennen verkocht te hebben aan Styne van den Schevenen ene rente van 5 gouden Rijnsche guldens, voor een ontvangen hoofdsom van 100 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen uit de erven Volkerynck in het kerspel van Legden en Bennekynck in het kerspel van Wullen gelegen, binnen Stenvorde op den Zondag Letare Jerusalem.
Waarborgen blijven Hinrick Valke, Herman Schenkynck, Diderick Strick en Johan van Munster.
Ten overstaan van Engelbert van der Beke, gogreve ton Santwelle, Frederick van Senden en Clawes van der Oldenborgh als keurnoten, en Diderick van Borchorst en Johan Grolle als getuigen, 1425 maart 20 (feria tertia post Dominicam Letare Jherusalem). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, van de uithangende zegels van den verkoper, de waarborgen en den gograaf zijn nog aanwezig in groen was die van Herman van Keppel, ridder, Johan van Munster en Engelbert van der Beke.
622 Godike van Monster, knape, Wolter, Herman en Williken, zijne zonen, beloven Gerlig van Wullen Gerligeszoon schadeloos te houden en kwijt te maken wegens de gelofte, welke hij voor hen gedaan heeft aan Herman ton Hagen, 1428 october 9 (ipso die beati Dyonisii et sociorum ejus). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van Godike, Wolter en Herman van Munster zijn het eerste en derde in bruin was nog aanwezig; Williken heeft nog geen eigen zegel.
623 Bernd van Velen belooft Gerleghe van Wullen Gherlegeszoon en Bernd van Wullen Hermanszoon schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 6 Rijnsche guldens aan Diderik van Grolle, 1429 januari 12 (die Anthonii abbatis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk gebroken zegel in buin was van Bernd van Velen.
624 Walraven van Morze, heer to Baer, belooft har Henric van Myddachten, ridder, "miin lieve neve", schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling aan Johan heer to Gemen, zijn neef, van 400 overlandsche Rijnsche guldens jaarlijkse erfrente uit de Havickerweerd, waarvoor de heer van Middachten met andere magen en vrienden (niet met name genoemd) voor Walraven voornoemd borg was gebleven, 1431 juli 24 (up sinte Jacobs avent des hilligen apostels). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Walraven van Moers is afgevallen.
625 Ghijsbert van Meke(re)n belooft Johan van Middachten schadeloos te houden voor de gelofte, die hij voor hem aan handen van Geerlyg van Wullen Geerlygessone gedaan heeft. Ingeval van aanmaning zal hij tot leisting binnen de stad Vreden inrijden, 1433 augustus 17 (des neesten manendach nae Onse Lieve Vrouwe Hemelvaert). 1 charter
N.B. Op perkament, van het afhangende zegel in groen was van G. van Mekeren is slechts een brok over.
626 Gerhardus Bennynch, priester, verleent Dyderik van Heeck, zoon van Goswyn van Heeck, de genade om te mogen loskopen met 20 Rijnsche guldens op St. Johansdag een jaarlijkse rente van 1 gulden, gaande uit de erven Robbenhuys en Hesskyng, gelegen in het kerspel van Heeck, buurschap Aderlo, 1433 october 31 (in vigilia Omnium sanctorum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Gerhardus, priester voornoemd.
627 Heer Reynalt van Roer, ritter, heer to Dronen, Lyzebeth Stecken zijne huisvrouw, en Godert, Elzeke en Grete, hunne kinderen, bekennen verkocht te hebben aan Bernd van Wullen, zoon van wijlen Herman van Wullen, hunne vrij eigen erven en goederen geheten Bennekinck en Wergerinck, gelegen in het kerspel van Hakesberghe, in de buurschap van Burze, benevens des Sackershues en de Bevert gelegen in hetzelfde kerspel bij de Blankenborch, en de tienden over Zegebortinck, groot en smal, voor een som gelds, welke zij bekennen ontvangen te hebben.
Ten overstaan van Willem Ribbert, richter te Haghesberge (Haaksbergen), Johan van den Hovele en Diderich Wassenberch als keurnoten, en Mense ten Walle en Arnt de Reygher als ommestanders van het gericht, 1437 augustus 7 (feria quarta proxima post festum Petri ad vincula). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van den richter en van heer Reynalt van Roer is het eerste afgevallen en het tweede in geel was nog aanwezig.
Zie ook inv.nrs. 546, 547 en 548.
628 Ic Ghiisbert Croll bekenne in desen apenen brieve voir my ende voir miin erven, dat ic ghegeven hebbe ende geve Joncker Johan van Raesfelde Bitters soen ende sine erffgenaemen enen gherechten wedercoep van der erffnissen gheheiten die Genthurst ghelegen in Angerlo Broke tusschen Papenmate ende der Meester Genthurst, mit enen weghe duer die Genthurst opter Weteringhen an den start van der Hurst. Wilke erffnisse ic weder JonckerJohanne vurg. ghecofft hebbe sue dat hee ende siin arffgenaemen weder copen ende vryen mogen op sunte Marten in den winter neest tocomende na datum des brieffs over thien jare off hier en binnen jaerlixs op sunte Martensdach in den winter binnen achte daghen dair vor off na mit twehondert goide aelde guldene schilde keysers off francricks off die weerde dairvoir an goiden andere guldenen paymente. Sonder argelist.
Des to tuge so heb ic Ghiisbert vurs. miin segel an desen brieff ghehangen.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende dertich op sunte Vitus ende Modestus daghe, 1439 juni 15. 1 charter
N.B. Op perkament, van het afhangend zegel van G. Croll zijn slechts enkele stukjes aanwezig. Volledig afschrift.
629 Ghert van der Kemenade geheten Ghert-oem en Johan Teweses, in der tijd verwarer der armen in den Heiligen Geest binnen Stenvorde, bekennen dat zij met consent van Johan van Hewen, in der tijd richter te Stenvorde, en van de gemeene schepenen van Stenvorde, aan Dirik van Heeck de genade gegeven hebben om voor 20 mark van hen te mogen wederkopen of aflossen de rente van één mark, welke hij elk jaar ten behoeve van voornoemde armen op St. Mathies dag moet voldoen, 1443 februari 25 (crastino Mathie apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van G. van der Kemenade en van J. van Hewen.
630 Frederich van Eerde belooft Herman van Mydachten schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 120 overlandsche Rijnsche gouden guldens te betalen op zondag te midvasten eerstkomende, waarvoor Herman met Johan van Besten geheten dye Pape en met Johan ter Hove borg is gebleven en welke Frederik schuldig is aan Herman des Bessemgreven. Ingeval van aanmaning zal de leisting binnen Groenlo geschieden, 1445 maart 16 (feria tertia proxima post Dominicam Judica). 1 charter
N.B. Op perkament, met afhangend zegel in groen was van Frederich van Eerde.
631 Bernd Voit, canonik van de kerk te Munster, belooft Diderick van Hameren en Herman van Mervelde Hermanszoon schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 62½ Rijnsche gulden, welke hij schuldig is aan Herman van Kukelssum. In geval van aanmaning zal de leisting binnen Coesfeld of binnen Dulmen geschieden, 1445 juli 31 (in vigilia vincula Petri apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk gebroken zegel in bruin was van Bernd Voit.
632 Willem van Bronchorst Engelbertszoon bekent, dat hij voor een som gelds, welke hij ontvangen heeft, verkocht heeft aan Hendrick van Diepenbroeke het gehele erf en goed toe Haedelinck gelegen in de heerschap van Borculo, kerspel van Grol, buurschap to Lyevele.
Ten overstaan van Johan die Boeze, richter in der heerschap van Borculo van wegen jonker Otto heer to Bronchorst en to Borculo, Ghiesbert Vockinck en Wolter van Dunen als keurnoten en gerichtslieden, 1447 september 29 (op sunte Michiels dach beati archangeli). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van den richter, de gerichtslieden en Willem van Bronchorst, is nog alleen aanwezig het zegel in groen was van G. Vockinck.
633 Erfscheiding tussen Gerlich en Ude van Wullen, gebroederen, enerzijds, en hunne moeder Greten van Wullen anderzijds.
Ten overstaan van Gosen van Heeck, prior to Stenvorde, Diderick van Heeck, Roleff van Zenden, Frederick van Keppel en Godert van Heeck, 1448 augustus 16 (in die Arnulphi confessoris). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels in groen was van Gerlich van Wullen en van Frederick van Keppel, die voor zijn zwager Ude van Wullen zegelt, is het eerstgenoemde grotendeels en het tweede geheel afgevallen.
634 Bisschop van Munster, geeft met goedvinden van domdeken en capittel van de Munstersche kerk het slot ten Herssevorde met de grote en kleine Slipse, met toebehoren en diensten, en met een aandeel in de Elberger mark enz. voor 10 jaren uit aan Ludike van Druuten, die aan den bisschop daarop 200 RIjnsche guldens leende en ene pacht van 15 gulden 's jaars, met beding van voortdurend bezit na deze 10 jaren zonder pachtsom tot teruggaaf der 200 Rijnsche guldens toe; tevens ontvangt de bisschop Ludike voor zijn knecht, 1448 september 29 (ipso die Michaelis archangeli). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels is dat van den bisschop in rood was half afgevallen en dat van het capittel in groen was beschadigd nog aanwezig.
635 Kerstien Neyschman en Johan de Steyner, raadslieden der kerspelkerk te Stenvorde bekennen, dat zij met consent van den prior dezer kerk, aan Dyderick van Heeck, knape, de genade verleend hebben om te mogen loskopen ieder jaar op den dag van visitationis beate Marie virginis ene jaarrente van 1 Rijnsche gouden gulden, gaande uit de erven Hesseking en Raeberting in het kerspel van Heeck, 1449 september 20 (profesto beati Mathei apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, bezegeld door Kerstien Neyschman en broeder Godert, prior te Stenvorde, welke laatste op verzoek mede zegelt met het prioraatszegel van de orde van St. Johannes baptisten; beide zegels zijn echter afgevallen.
636 Herman van Marhulze en Johan van Marhulze, zijn zoon, beloven Henrick van Diepenbrock schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 900 rijnsche guldens, welke zij schuldig zijn aan Godert van Heyden. Ingeval van schade zal deze verhaald worden uit al hun goederen, 1452 november 27 (feria secunda post beate Katherine virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met afhangende zegels in bruin was van H. en J. van Marhulze.
637 Greyete van Wollen weduwe van Gheerlygh van Wollen en Elseke van Wollen Greyeten dochter met Johan Rybberte geheten Holleken als haar momber, geven over en dragen op aan Udo van Wollen zoon van Greyete en broeder van Elseke voornoemd, alle schuld, geld, rente, rechten en aanspraak als hun schuldig waren en zij tot op den dag van dezen brief hadden gehad aan en op joncher Wyllem van der Leck, here ten Berghe, ten Bylant en ten Hedel, heer Johan, heer toe Ghemen, heer Gheerd van Keppele en Dyrick van Heeck.
Ten overstaan van Wyllem Rybbert, gezworen richter van den genadigen heer van Utrecht te Enschede, Evert Pynnynck en Hynrick Wolters, schepenen der stad Enschede, als keurnoten, 1455 juli 9 (des guedensdaghes vor sancte Margaryeten der hyllyghen joncferen). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van den richter.
638 Otto, heer to Bronchorst en to Borclo bekent dat hij aan Johan van der Hoeve, "onse dienre" wegens door dezen "yn onsen dienste geleden verluyss van harnessch ende anders" heeft overgegeven Locke Henrick Schedynges dochter, Bernt Degelyngks vrouw, wonende binnen Hervelle, met alle volschuldige eigenhorige rechten, waarmede zij tot dusverre aan heer Otto verbonden is geweest, 1457 september 13 (op des hilligen cruess avent Exaltationis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van den heer van Bronchorst en Borculo.
639 Johan van der Hoven staat Locke Hinrix Schedingesdochter, huisvrouw van Bernt Degelinx, wonende binnen Hervelle, die hij vroeger van den joncker van Bronchorst gekregen had, af aan Herman van Middachten, welke daarvoor aan Johan van der Hoven geeft Ermgert, Johan's voornoemd bastaard dochter, 1458 februari 24 (op sunte Mathiisdach). 1 charter
N.B. Op perkament, met afhangend zegel in groen was van J. v.d. Hoven.
640 Herman van Myddachten geeft een vrijbrief voor Johan Altinck Berendessoon van zijne eigenhorigheid en zulks voor een ontvangen som gelds, 1459 september 12 (des wondesdag na onse leve Vrouwe Nativitatas). 1 stuk
N.B. Op papier, geen zegel.
Onderaan is met een andere hand bijgeschreven: "desse Johan vors. heft 1 suster bynnen Deventer wonen de miin volschuldich eygen is de up datum deses breves van IX off van X jaren waz.".
641 Henrich heer tot Wysch belooft Herman van Middachten schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 3700 overlandsche Rijnsche guldens, welke hij schuldig is aan Gijsbert van Bronchorst, heer tot Bathenborch en Anolt, zijn zwager, en welke voldaan moeten worden op den eerstkomenden Kerstmis na den datum van dezen brief. Alle schade te verhalen op al zijne, Henrich's, goederen, 1460 januari 1 (op den hulgen Nyenjarsdach). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel, gedeeltelijk beschadigd, in groen was van Henrich van Wysch.
642 Arnt van Middachten, ridder, belooft Harman van Middachten, zijnen broeder, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 1200 goudgulden, te betalen binnen één maand na de eerste aanmaning, welke hij schuldig is aan joncfrouwe Kathrine van Voirst, van Gemen, etc. Ingeval van schade mag deze verhaald worden uit alle Arnt's erfenissen, renten, have en goederen, waar die gelegen zijn, 1460 maart 21 (op sunte Benedictus dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met afhangend zegel in bruin was van Arnt van Middachten.
643 Henrick heer tot Ghemen en tot Wevelkoven, etc. en Johan Bolle beloven heer Arnt van Myddachten, ridder, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 1100 overlandsche Rijnsche gulden, te voldoen op St. Petersdach ad Cathedram eerstkomende aan Johan en Helmich van Schevick, gebroederen. Ingeval van aanmaning tot leisting in te komen binnen Arnhem of Grave, 1462 maart 22 (des manedaigs na den sonnedach in der vasten als men singt in der heiliger kerchen, Oculi mei). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van Henrick heer tot Ghemen en Johan Bolle, is het eerste in groen was, nog aanwezig.
644 Herman van Bilrebecke belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de belofte en verzegeling, welke hij voor hem aan Sweder van Bevern gedaan heeft. Hij stelt als waarborg al zijn erven, lieden en goederen, 1462 maart 31 (up den nesten gudenstach nadem sundaghe Letare). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van H. van Bilrebecke is afgevallen.
645 Dyderyck van Asbecke geheten van den gaet en Blydeken zijne huisvrouw beloven Roloff van Asbecke en Ude van Wullen schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 1 Rijnsche gulden jaarrente voor een hoofdsom van 20 dergelijke guldens jaarlijks te voldoen op Paaschen aan den deken en het capittel van den Olden Dom te Munster, uit de erven en goederen Nyehus in het kerspel Schoppingen, buurschap Ghemene, een hooimaat gelegen voor den Nyenborch en uit een gaarde voor den Nyenborch gelegen tussen de gaarden van de vicarie aldaar en een kamp van Hinrycke van Asbecke.
Zij stellen tot waarschap hun erven De Hove in het kerspel Heeck, De Dues in het kerspel Ochtorp, en De Kule in het kerspel Schoppingen, 1462 mei 21 (up den nesten vrygdach na dem sundaghe Cantate). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van D. van Asbecke.
646 Herman van Wullen zaligen Berndes zoon belooft Udo van Wullen en Zweder van Bevern schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 200 overlandsche Rijnsche guldens aan Adam van Lintloe. Ingeval van maning zal de leisting geschieden in de stad Dulmen waarin "ick Herman van Wullen vurs. offt miin erven inryden myt twe reysigen perden ind enen knechte in eyne ersame gemene herberghe etc.", 1463 januari 29 (up den nesten saterdach na sunt Pauwels dach Conversionis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van H. van Wullen is afgevallen.
647 Roloff van Asbecke belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 22 Rijnsche guldens en 2 Arnemsche guldens te voldoen op St. Michaelsdag a.s. aan Clawes Smolt. Ingeval van aanmaning zal de leisting binnen Coesfelt geschieden, 1463 april 20 (up den nesten gudenstach na dem sundage Quasi modo geniti). 1 stuk
N.B. Op papier, met uithangend zegel in groen was van R. v. Asbecke.
648 Heydenrijck de Sasse belooft Udo van Wullen en Sweder van Beveren schadeloos te houden voor hun borgstelling tegenover heer Gerd Morryen, ridder, erfmaarschalk van het Sticht van Munster. Ingeval van aanmaning zal de leisting binnen Munster geschieden, 1463 mei 1 (up dach sunt Philippus et Jacobus dach der hillige apostellen). 1 stuk
N.B. Op papier, met uithangend zegel in bruin was van H. de Sasse.
649 Udo van Wullen met zijn "vorsprake" Bruen van Elsen, verkoopt het op de erfgenamen van den Valke en Frederyck van Burse wijlen Henrix zoon verwonnen goed in de kerspelen Metelen, Schoppingen, Heeck en Legden aan Frederyck van Apen en ontvangt daarop een vonnis, dat deze verkoop van kracht zal zijn, indien de geëvinceerden niet binnen een jaar en dag lossing hebben gedaan.
Geschied te Legden ten overstaan van Godert van Heeck, gogreve des vestes ten Santwelle, Dideryck Kettelhaken en Clawes Valken, keurnoten, en Dideryck van Bylrebecke, Sweder van Beveren en Dideryck van Elen als getuigen, 1463 juli 7 (up den donnerstach na Uns leyven Vrouwendach visitationis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van den gograaf.
650 Udo van Wullen en Jutte, zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Rolef van Senden een korenrente van 15 schepel rogge, Schoppingermaat, voor een ontvangen hoofdsom van 40 Rijnsche guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Michaelsdag uit het erf het Schuirhus in het kerspel Schoppingen, buurschap Ramesberge. Dirck van Eylen blijft waarborg. Met recht van aflossing., 1463 augustus 30 (crastino decollatio Johannis bapt.). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van U. van Wullen en D. van Eylen zijn afgevallen.
Getransfigeerd aan de acte van 13 november 1503.
Aan de keerzijde van den principaal brief staat bijgeschreven:
Roloff van Wullen uith den Schuerhues to Schoppingh I molt III schepel rogge rent up Michaelis.
Dessn brief hefft zellige Margareta van Wullen na lude orers testamentz gegeven dem Capittell to Borchorst.
Constat. me Joh. Holtman Not.
650 Gerlach van Wullen, zoon van wijlen Udo van Wullen, en Margareta, Gerlach's huisvrouw, bekennen dat zij aan Margarete van Wullen, domjuffer te Borchorst, hunne zuster, de macht verleend hebben om bovenstaanden rentebrief aan te kopen. De brief was bij leven van Udo van Wullen met diens toestemming door Rolef van Senden verkocht aan de heren, deken en capittel der kerk te Horstmar, 1503 november 13 (des maendags na Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van G. van Wullen.
Getransfigeerd aan de acte van 30 augustus 1463.
651 Kort van Gimete belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de belofte, welke Evert van Hekeren aan Johan Mensinck, betreffende Nese diens dochter en huisvrouw van Kort voornoemd, gedaan heeft, 1463 october 14 (up den nesten Frydach na Gereonis et Victoris dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel van K. van Gimete in groen was.
652 Herman van Keppele, heer Hermans sone, rytters, belooft Heyderick Sasse en Ude van Wullen schadeloos te houden voor hunne borgstelling, welke zij voor hem gedaan hebben tegenover Adam van Lyntloe. Indien Herman gemaand mocht worden "will ick bynnen drey daghen na der maninghe to Munster inryden in de stat myt miins selves lyve ind twey reysigen perden ind twey knechte in eyne ersame gemene herberge, dair ick dan ingewiist worde ind leysten dair so lange na alder gewonte", 1463 november 16 (op den nesten Gudenstach na sunt Mertynsdach episcopi in den wynter). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel in groen was van Herman van Keppel is aan de voorzijde gedeeltelijk afgespleten.
653 Johan van Senden, ambtman ten Bevergern, belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 71 Rijnsche gulden. In geval van maning zal de leisting geschieden ter Nyenborch "myt mynes selves lyve und eynen knechte und twen resighen perde.", 1464 maart 26 (feria secunda post festum Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Johan van Senden.
654 Adam van Lyntloe belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 40 Rijnsche guldens aan Diderycke Staele, domheer te Munster. In geval van aanmaning in te rijden met twee "reysigen" paarden en een knecht in een eerzame herberg binnen Munster tot leisting, 1464 april 25 (up den Gudenstach na dem zundaghe Jubilate). 1 stuk
N.B. Op papier, het uithangend zegel van A. van Lintelo is afgevallen.
655 Goddert van Heick belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een schuld aan Herman en Wolter Heirden, gebroeders, 1464 mei 19 (des saterdages up den hilligen Pinxtavent). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van G. van Heick.
656 Gert van Keppel, ridder, belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor de betaling van 150 Rijnsche gulden hoofdsom en 9 dezer guldens jaarlijkse rente, waarvoor Udo borg is gebleven ten behoeve van Gert voornoemd en Herman, diens zoon, en welke deze schuldig zijn aan Alheyde, huisvrouw van Rotgher van Besten, 1464 october 5 (feria sexta post Mychaelis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van G. van Keppel.
657 Rolof van Asbecke, Ludeke en Johan zijne zonen, beloven Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van:
a. een rente van 3 overlandsche Rijnsche guldens jaarlijks aan Dideryck Drosten, domproost van de kerk te Munster,
b. een rente van 4 Rijnsche guldens jaarlijks aan Hinryck Warendorp, burgemeester te Munster, en Johan Steveninck.
Ten overstaan van Symon van Gesteren, richter voor Godert van Heeck, gogreve van Santwelle, Herman van Wullen Berndeszoon en Gerlag van Wullen Gerlagszoon, als keurnoten, 1464 october 6 (up den saterdach na Remigii dache). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van S. van Gesteren en R. van Asbecke.
658 Gerlaich van Wullen Gerlages zoon bekent, dat hij gescheiden is van Udo zijn broeder van hun vaderlijken en moederlijken erfenis en goed, welke hij "in hant und gewalt leyt" van Udo voornoemd en diens erven, vermogens een brief daarop sprekende, welken Udo aan Gerlach zijn broeder voor het gericht te Nyenborch overgeeft.
Ten overstaan van Godert van Heeck, gogreve des vestes ten Santwelle van wegen den vorst-bisschop Johan van Munster, Roloff van Asbecke en Sijmon van Geysteren, keurnoten, heer Johan Gruter, kercher to Heeck, Herman van Wullen Berndeszoon, Diderick van Eylen, Herman de Bever genant Hinseken, Bernt Schutte en meer goede luiden als "tugesluden", 1464 october 6 (up den nesten saterdach na Remigii). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was van den gogreve en van Gerlach van Wullen.
659 Rutger van Besten belooft heer Gert van Keppelle, rytter, en Udo van Wullen schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van een som gelds aan Johan van Marlhus, 1465 januari 25 (op sanct Pauwels dach Conversionis). 1 stuk
N.B. Op papier, met uithangend zegel in bruin was van Rutger van Besten.
660 Roloff Hondeborch belooft Heydenreich de Zasse en Udo van Wullen schadeloos te houden voor hun borgstelling voor de betaling van 140 gouden Rijnsche gulden en 16 witte stuivers aan Sweder van Depenbroeck, landcommandeur der Balien van Westphalen der Duitsche Orde. In geval van maning zal de leisting binnen Munster geschieden, 1465 juni 24 (up suncte Johan Baptisten dach yn den myddenzomer). 1 charter
N.B. Op perkament, met utihangend zegel in groen was van R. Hondeborch.
661 Herman van Wullen, zoon van wijlen Gerlich van Wullen, en Roleff van Asbeke bekennen schuldig te zijn aan Udo van Wullen, 23 overlandsche gouden Rijnsche guldens, te betalen op den eersten Lieve Vrouwen dag Assumptionis na datum van dezen brief. Bij niet-betaling de schade te verhalen op al hunne goederen en horige lieden, 1466 maart 17 (up sunte Gertrud dach der hilgen junferen). 1 stuk
N.B. Op papier, bezegeld door Frederik van Burze, wijl Herman van Wullen geen eigen zegel heeft en door R. van Asbeke, zijnde het eerste afgevallen en het tweede in groen was aanwezig.
662 Diderich van Heick Goderdes zone belooft Ude van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 72 overlandsche gouden Rijnsche gulden, welke hij schuldig is aan Albert Schelen, te betalen op St. Johans dag ton myddensomer eerstkomende, 1466 december 12 (in prfesto Lucie). 1 stuk
N.B. Op papier, met uithangend zegel in groen was van Diderich van Heick.
663 Engelbert van Zenden belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 100 overlandsche Rijnsche gulden op sunte Michaele des hylgen ertzengels eerstkomende na datum van dezen brief, welke hij schuldig is aan Herman van Keppele, bastarde, heren Gerdes zone van Keppele, rytters. Ingeval Udo ten gevolge van zijne borgstelling last of schade mocht ondervinden, zal hij tot leisting rijden binnen Coisfelde, 1467 maart 7 (des saterdagh na dem sundage Oculi). 1 stuk
N.B. Op papier, met uithangend zegel in groen was van Engelbert van Zenden.
664 Gert van Barntvelde de jonge belooft Uuden van Wulllen en Zweder van Beeveren schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 28 overlandsche Rijnsche guldens te betalen op den eersten zondag Misericordia na den datum van dezen brief aan Goderd Heysen. Ingeval van aanmaning zal de leisting binnen Coesfelt geschieden, 1467 april 15 (feria quarta post Dominicam Misericordia Domini). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van G. van Barntvelde.
665 Thijs van Bilrebecke en Hermen van Bilrebecke, gebroeders, wonende te Nyenborch, beloven Roloff von Assbecke, Udo van Wullen en Hermen van Wullen Berndes soen van Wullen, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 150 rijnsche gulden op den hilligen hoechtijt Paessche over een jaar na datum van den brief, welke Thys voornoemd aan Adam van Lyntelle schuldig is, en waarvoor zij al hunne gereede en ongereede goederen tot onderpand stellen; zij beloven,
"wanneer Roloff, Udo en Herman vorg. off oer erven ons dan manen deden an onse personen offte wonynge daer wy nu ter tyt wonen ende ons nicht vorder to soken se en willent doen montlick off schryfftlick, so laven wij dat wij alzdan bynnen drey dagen nae der manynge sonder jenige indracht nymant nae den anderen to wachten ende sich daer mede to unschuldighen, daer voer inrijden sullen ende willen to Coesfelde offte to Stenvorde malck myt twen reysigen perden ende enen knechte in ene ghemene herberge daer wy alzdan myt der manynge in ghewyset werden ende leisten aldaer nae plechsede guder manen ende uet der herberge noch leistynge nicht to scheyden wy en hebben irsten Roloff, Uden ende Hermen vorg. ende oer erven onthavent van der vorg. loffte etc.", 1467 november 11 (op sunte Mertyns dach). 1 stuk
N.B. Op papier, van de uithangende zegels van Thijs en Hermen van Bilrebecke, is dat van laatstgenoemde in groen was nog aanwezig.
666 Gerd Morrien, ridder, erfmaarschalk van het stift van Munster, heer Dyrck Morrien, domheer te Munster, en Bernd Morrien broeders, heren Gerdes zonen, beloven Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 600 Rijnsche guldens aan Matheus van Munster, 1467 november 12 (am donresdage na sancte Mertyns dage des hylgen bisschops). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van G. Morrien, D. Morrien en B. Morrien.
667 Roloff van Asbecke met Johan en Ludeke, zijne zonen, beloven Udo van Wullen schadeloos te houden voor de betaling van:
1. een jaarlijkse rente van 1 gouden Rijnsche gulden op Paaschen jaarlijks te voldoen aan Johan Graven en Styneken, diens vrouw;
2. een roggerente van 1 molt winterrogge, Coesfelder maat, jaarlijks te voldoen op Maria Assumptionis dage aan Werner Stennen, priester te Munster.
Ten overstaan van Symon van Ghesteren, borchman tor Nyenborch, als richter, 1468 maart 31 (des nesten donrestages nae den sondage Letare). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van den richter en Roloff van Asbecke is het eerste afgevallen en het tweede in bruin was aanwezig.
668 Lubbert van Langhen en Johan zijne huisvrouw, beloven Ude van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 6 gouden overlandsche guldens rente voor een hoofdsom van 108 dergelijke guldens, jaarlijks te voldoen op Pinksteren uit de erven Syckynck en Bovynck gelegen in het kerspel Schoppyngen, aan Johannes Lyderman en Elzen diens huisvrouw, en waarvoor Ude voornoemd met Sander Drosten borg is gebleven, 1469 juni 10 (des nesten saterdages nae Bonifacii episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van L. van Langen.
669 Hermen van Bilrebecke belooft Udo van Wullen en Johan van Rechte schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van ene jaarrente van 2 overlandsche Rijnsche guldens aan Grete Tyelbecken, burgeresse te Munster, weduwe van Hermen Tylbecken en Johan hun zoon, 1469 december 6 (up sunte Nycolaus dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met brokstuk van het uithangend zegel van H. van Bilrebecke in groen was.
670 Evert van Hekeren en joncfrouwe Eylarde, zijne huisvrouw, beloven Wolter van Keppell van Verwailde en Henrick van Diepenbrueck Evertssoin schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 1300 overlandsche Rijnsche guldens, welke zij schuldig zijn aan Goessen van Raessvelt. Bij aanmaning zal de leisting binnen Zutphen geschieden, 1470 februari 4 (des naesten guesdag nae onss lieven Vrouwen daige Purificationis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in bruin was van Evert van Hekeren en van joncfrouwe Eylarde.
671 Gijsbert heer to Bronchorst en tho Borclo belooft Hinrich van Diepenbrock schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 128 gulden 28 penningen, welke hij schuldig is aan Evert den Roden van Heker, 1470 maart 31 (op ten saterdach post Annunciatio beate Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, zeer verbleekt, met uithangend gedeeltelijk afgebroken zegel in groen was van Gijsbert heer to Bronchorst en tho Borclo.
672 Roleff van Senden en Aleke, zijne huisvrouw, jaarlijks schuldig zijnde den deken en het capittel te Horstmar een rente van anderhalve Rijnsche gulden, geven hun daarvoor over een tijnsbrief van 15 schepel rogge jaarlijks, welke Udo van Wullen hun schuldig is uit het erf dat Schuerhues, gelegen in het kerspel Schoppinge, buurschap Ramesberge, en welke op St. Michaelsdag ieder jaar voldaan moet worden. Udo van Wullen stemt in dezen overdracht toe., 1470 augustus 2 (des mandage na sente Peters dage in vinculis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, van de uithangende zegels van R. van Senden en van U. van Wullen, is het eerste afgevallen en van het tweede een brokstuk over.
Aan de buitenzijde is bijgeschreven dat deze brief gelost is door Margarete van Wullen.
673 Her Gerd van Keppell, ritter, belooft Udo van Wullen volkomen waarschap te doen van het erf en goed geheten de Walephoeff anders geheten de Roddenberch met alle erven, renten, tienden, goederen en gelden daartoe behorende, zoals Gerd deze bezat, toen hij ze Udo overgaf, tot een bedrag van 500 overlandsche Rijnsche gulden, waarvoor hij hem goederen heeft overgegeven te Saltesberch (Salzbergen).
Voorts verklaart hij, dat hij ene schuldbrief (hypotheek) op den Roddenberch in handen zal stellen van de borchmannen, voor de helft ten behoeve van Udo en dat deze alle eventuele schade in den allerruimsten zin zal mogen verhalen op zijne (Gerds) goederen>
Ten overstaan van Hermen Koder, gograve te Santwelle, Roloff van Asbeke en Hermen van Wullen, keurnoten, en Frederick van Keppell, Hermen van Byllerbeke, Johan van Dinclaghe en meer goede lieden, als getuigen, 1470 november 26 (des mandages na sunte Katerynen dach der hilligen juncrouwen). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van den gograve, de twee keurnoten en Gerd van Keppell, zijn nog over die in groen was van den gograve (beschadigd) en van Roloff van Asbeke.
674 Evert van Heecke(re)n, drost en richter te Borculo, belooft Henrick van Diepenbroeke den Oilden schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 50 rijnsche gulden, welke hij schuldig is aan Johan den Bessemgreve en Stouwe, diens huisvrouw, 1471 juli 25 (op sente Jacobs dach apostoli). 1 stuk
N.B. Op papier, van het uithangend zegel van E. van Heeckeren is een klein brokstuk aanwezig.
675 Wilhem van Burse, Johan en Lutgert van Buerse, zijne kinderen, bekennen verkocht en opgedragen te hebben, voor een soms gelds die hun betaald is, aan Sweder van Diepenbroek en Lijzen, zijne huisvrouw, het erf en goed geheten Heynenweer met al zijn toebehoren, gelegen in de heerschap van Borclo, in het kerspel van Grol, in den Sywend.
Ten overstaan van Evert van Hekeren, drost en richter van Borculo van wegen joncker Gijsbert heer to Bronchorst en to Borclo, en Johan de Bose, Helmich van Culenborch en meer goede lieden, als keurnoten en gerichtslieden, 1472 juli 19 (opt mandach na Divisionis sanctorum apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van Evert van Hekeren, Johan de Bose, Helmich van Culenborch, Wilhem en Johan van Burse.
676 Hynrick van Asbecke, Lyze zijne huisvrouw, en Johan en Wylhem hunne kinderen, beloven Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 375 gouden Rijnsche gulden wegens den verkoop van 4 erven genaamd den hof te Sackmarynck, Moerbecke, Wethake en het Stochues in het kerspel van Legden aan den deken en het capittel van de kerk te Horstmar, 1472 juli 25 (up sunte Jacobus dach apost.). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels van Hynrich en Johan van Asbecke.
677 Johan van Wullen, knape, belooft Ude van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 30 Rijnsche guldens op Drie Koningendag aanstaanden aan Bernd van Bursze wegens den koop van een paard, 1473 juli 22 (up santa Maria Magdalene dach). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Johan van Wullen is afgevallen.
678 Ude van Wullen, knape, borchman tor Nienborch, Jutte, zijne huisvrouw, en Gerlach hun beider zoon, bekennen verkocht te hebben aan de weduwe Hadewige van den Schenen, eertijds huisvrouw van Alof van den Schene, een rente van 1 molt gerst, Stenvorder maat, uit het erf en goed geheten dat Schuerhus, gelegen in het kerspel Schoppinge, buurschap Ramesberge, voor een ontvangen som gelds; de rente jaarlijks te voldoen op St. Martensdag binnen Stenvorde. Met recht van aflossing. Waarborgen blijven Coert van Gymete en Everwin Raves, knapen, 1473 november 16 (feria sexta post Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van Udo van Wullen en Everwin Raves. Dat van Coert van Gymete is afgevallen.
Getransfigeerd aan de acte van 13 november 1504.
Aan de achterzijde van de hoofdbrief is bijgeschreven:
1 molt gersten dat Schuerhues up Martini is van Margareten van Wullen mit den 3 molt 3 sch. rogge gegeven dem Capittel, edoch mit solcken bescheide dat Roleff van Wullen den rogge und gersten rent lozen mach mit 53 golden g. unde dey rent darby, so hefft he 19 Davidtz gl. to .... und qwiit.
678 Gerlach van Wullen en Margarete, zijne huisvrouw, bekennen dat zij bovenstaande korenrente hebben overgegeven aan Margarete van Wullen, junffer tho Borchorst, hunne zuster. Met recht van wederkoop voor 19 gouden Davids gulden, 1504 november 13 (sunte Brixii dach). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van G. van Wullen.
Getransfigeerd aan de acte van 16 november 1473.
679 Grete van Wullen, eertijds echte huisvrouw van wijlen Gerlich van Wullen, met Frderick van Keppell als haar momber, bekent dat "in vorledenen tijden", toen het huwelijk tussen Gerlich en haar gesloten werd, in den huwelijksbrief is bepaald, dat Gerlich haar tot een lijftucht zou vermaken 40 molt koorn, terwijl zij ook "verstaen hebbe dat eyne wedewe kummerloes brucken unde beholden sall den darden deell des gudes dar or man ynne verstervet",
dat Udo van Wullen, zoon van Gerlich voornoemd en haar, haar van zijn vaderlijk deel altijd voldaan heeft, waarvoor zij hem in dank quiteert, dat Gerlich, haar zoon, van zijn vaderlijk deel en erfenis haar al 20 jaar lang niets gegeven of betaald heeft,
dat, wijl Udo haar veel weldaden en deugden gedaan heeft, zij aan hem al het koren schenkt, dat Gerlich haar wegens haar lijftucht ten achteren is, en hetgeen zij verder ieder jaar van hem zou moeten ontvangen, met recht een en ander in te vorderen.
Ten overstaan van Herman Koder, gograaf te Santwelle; Dyrick van Elen en Schotte de Bever als keurnoten; de erbar meister Herman van Keppell, her Kertien Blome, kerkher te Metelen, her Johan Kluppel en meer anderen als ommestanders van het gericht, 1474 februari 9 (up sunte Apolonien dach der hilligen juncffrouwen). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den gograaf, F. van Keppell, en de 2 keurnoten.
680 Roleff van Senden en Alike, zijne huisvrouw, bekennen dat Udo van Wullen een schuld van 200 rijnsche gulden van zaligen Dyricks goed van Heeck, aan hen heeft afbetaald met geld en met een rentebrief van 7 rijnsche gulden, slaande op zaligen Herman Strickes erven, waarvan de hoofdsom 120 rijnsche guldens bedraagt en bedanken zij hem voor de goede betaling, 1474 mei 9 (feria secunda post Cantate). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Roleff van Senden.
681 Gerd van Berntfelde de Jonge Gerdeszoon en Godert van Zedeferde beloven Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 100 gouden Rijnsche guldens, welke Gerd voornoemd schuldig is aan Ceries van Schedelike Johanszoon en Pelgrym, diens vrouw, 1474 september 14 (ipso die Exaltationis sancte Crucis). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van G. van Berntfelde en G. van Zedeferde.
682 Herman Valke belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 23 gouden Rijnsche gulden jaarrente, 1475. 1 stuk
N.B. Op papier, met uithangend zegel in groen was van H. Valke.
683 Gerlich van Wullen, zoon van wijlen Gerlich van Wullen, bekent dat in "vorledenen tyden" Udo van Wullen, zijn broeder, hem heeft afgekocht zijn deel van de vaderlijke erfenis voor Rijnsche guldens, dat Udo hem daarvan voldaan had 600 Rijnsche guldens, blijkens een bezegelden brief, welken hij hiertoe overlegt,
dat beiderzijds vrienden gededingd en besloten hebben, dat Udo het stuk land Kesterinck in het kerspel Epe, gelegen tegen den Dinckelborch, waard zijnde 250 Rijnsche guldens en Rauwerders en de Kulen in het kerspel Heeck, buurschap Aderlo met de horigen daartoe behorende ook 250 Rijnsche guldens waard zijnde blijkens de koopbrieven, zal afstaan, zodat Gerlich voldaan zal zijn voor 500 Rijnsche guldens, waarvoor hij thans quitantie geeft.
Ten overstaan van Symon van Geisteren, richter; Johan van Rechede en Hermen van Wullen wijlen Gerligszoon als keurnoten; Hinrick van Langen, Wenemar van Wygenhorst, Hinrick de Bever en Johannes Hoborch als ommestanders van het gericht, 1475 januari 16 (op sunte Antonies avend des hilligen abbates). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van S. van Geisteren, J. van Rechede, H. van Wullen en G. van Wullen.
Zie ook 6 october 1464, inv.nr. 658.
684 Wijl Udo van Wullen de nagelaten goederen van Dirck van Heeck van wege zijn moeder geërfd heeft, en hij (Udo) aan Frederik van Keppel, van wege diens huisvrouw, de keus gegeven heeft van enige erven, zo verklaart Frederik voornoemd, dat hij gekozen heeft: den hof en de tienden te Stede in het kerspel Saltesberghe, den hof te Berghem in het kerspel van Epe, het Sudendorp in het kerspel van Legden en Wesselinck gelegen voor den Nyenborg in het kerspel van Heeck, alle deze erven, goederen en tienden met de daarop wonende lieden.
Onder de volgende voorwaarden:
1. dat Udo van Wullen den joncker van Stenvorde 100 gouden Rijnsche guldens zal schenken, om hem te belenen met den Winkelhuse in het kerspel van Wullen;
2. dat Frederik van Keppel den graaf van Benthem een zelfde som zal schenken, om hem te belenen met den hof te Stede, zijnde beide voornoemde erven manlenen;
3. dat ingeval Godert van Heeck hierop aanspraak zou willen maken, Udo en Frederik gezamenlijk hiervan de kosten en eventueel verlies zullen dragen;
4. dat deze scheiding geen afbreuk zal doen aan Udo's vordering op Frederik's huisvrouw, die meer bruidschat ontvangen zou hebben dan Udo's moeder;
5. idem aan een vordering van Frederik's huisvrouw op een gifte en overdracht door Nese van Heeck, junfer te Borchhorst, van haar aandeel op bovengenoemde goederen, aan haar en hare kinderen gedaan; en
6. dat de schulden door Dirck van Heeck nagelaten, gelijkelijk door beide partijen betaald zullen worden, waarna de door Frederik te betalen schulden gespecificeerd worden.
Een stuk land te Heeck en een "war in der marke" zullen ongescheiden en hun beider eigendom blijven, evenals de horige lieden die niet op de genoemde erven wonen, 1475 october 3 (up den nesten dinxedach na sunte Michahels daghe). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Frederik van Keppel.
685 Wolter van Keppel van Vorwoelde en Dirck van Keppel Wolters echte zoon beloven Henrick van Diepenbroick schadeloos te houden voor de gelofte, welke hij met hen voor de schepenen van Arcklens (Erckelens), blijkens den brief daarover opgemaakt, gedaan heeft. Ingeval van aanmaning zal de leisting binnen Zutphen geschieden, 1476 april 28 (des sondages nae sancte Marcus dage des hilligen evangelisten). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van Wolter en Dirck van Keppel zijn afgevallen.
686 Derick van der Horst, ridder, en Odele, zijne vrouw, verklaren aan het convent van Klein Burlo, voor een hoofdsom van 300 overlandsche Rijnsche gulden tegen ene jaarlijkse rente van 18 dergelijke gulden uit de Heemersche goederen - krachtens gift van wijlen Johan van Wederden en welke rente Johan voornoemd gekocht had van wijlen Derick van Hameren - , over te dragen hun erf en goed Nyehoff en Schurhues in het kerspel Schoppinghen, buurschap Hewen, behoudens het recht dat goed met 300 gulden weder te mogen lossen.
Ten overstaan van Godert van Heeck, gogreve in de veste van Santwelle, Johan van Senden en Hermen Strick, als keurnoten, en Roleff van Senden, Godeke Strick en meer andere goede lieden, als getuigen, 1477 februari 16 (des nesten maendages na den sundage Invocavit). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van den gogreve en Derick van der Horst, is het eerste afgevallen en dat van den tweede in groen was aanwezig.
687 Evert van Heeker belooft Henrick van Diepenbroick den Oelden schadeloos te houden voor zijne borgstelling en gelofte als Henrick voornoemd op Evert's verzoek bezegeld heeft aan Otto van Heeken, 1477 juni 14 (op sancte Vitus avont). 1 charter
N.B. Op perkament, met afhangend zegel in groen was van Evert van Heeckeren.
688 Voor gogreve ten Santwelle en diens keurnoten vraagt Udo van Wullen een wete (richterlijke verklaring), dat hij heeft laten bezetten Hermen van Wullen te Epe, Schotten de Bever en Hermen van Wullen te Ravenshorst om te getuigen wat hun bekend is van de zaak tussen hem en Frederick van Kep(p)el en diens kinderen, betreffende schenking of verkoop van land, afkomstig van Dirck van Heeck, door wijlen Nese van Heeck, junffer to Borchorst, waarop genoemde personen verklaren, wat hun daarvan bekend is.
Ten overstaan van Hermen Koder, gogreve, Franck tor Goess en Lambert Lepper, keurnoten, en Harmen Stryck, Roleff van Senden, Frederick van Burse en Warneke Slachecke als ommestanders van het gericht, 1477 juli 17 (up den dondersdach na Divisio Apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van den gograaf.
689 Johannes en Ludeke van Asbeke, gebroeders, en Roloff van Asbeke, hun vader, beloven Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een roggerente van 2 molt winterrogge, Nyenborger maat, uit Edynckrade in het kerspel van Ochtorp, en uit de twee Oldenhaven in het kerspel van Epe, jaarlijks te voldoen op St. Martensdag aan Johan Konynges, piester.
Geschied ten overstaan van Herman Koder, gogreve des vestes van Santwell van wegen heer Hynrick van Swartburgh, bisschop van Munster, etc., en Lubbert Royen en Johan Royen als keurnoten, Johan Hadertynck, kerkheer ter Nyenborch, Dyso Leffer, vicarius te Heeck, Johannes Koder, Egbertus Becker en meer goede lieden als ommestanders van het gericht, 1477 october 2 (des nesten donredages nae sunte Remigii dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den gograaf en van J., L. en R. van Asbeck.
690 Hinrick Valcke, Ghertrud zijne huisvrouw, Herman, Stheven, Lyse, Johan, Alheyd en Ffie, hunne kinderen, beloven Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling bij den verkoop van den hof te Hupelswyck, de Gremelinckmolen, Rolevyck en Wychardinck, aan Hinrick Bokemanne, burger van Coistvelde, 1478 februari 5 (des donredagh na Unsser leven Vrouwe dage Purificationis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van H. Valke is afgespleten.
691 Hinrick van Asbeke belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een som van 1000 gouden postulates gulden, welke hij schuldig is aan Rotger van Graess wegens den bruidschat van zijne (Hinrick's) dochter Wylleme, zoals in hunne huwelijksvoorwaarden te lezen staat, 1478 februari 11 (des gudensdages na dem sundage Invocavit). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van H. van Asbeck.
692 Johan Vockynck bekent dat, wijl zijn vader Gysbert Vockynck het halve Vockynckslach voor 50 gouden overlandsche Rijnsche guldens verpand had aan Derick Zloesen, hij het Slach op den datum van dezen brief weder gelost heeft om besten wil en ten behoeve van zijn vader, zijn broeder en zijne zusters en omdat hij niet gaarne gezien zou hebben, dat het in handen van den vijand gekomen en gebleven ware, 1478 februari 22 (up sinth Peters dach ad cathedram). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van Johan Vockynck.
693 Johan van Rechede en Rotger zijne huisvrouw, verlenen Adam van Lyntell en Lysen diens huisvrouw, de genade om te mogen wederkopen de Spegelinckmaet met toebehoren, gelegen voor der Nyenborch, op Lieve Vrouwen Lichtmisse met 55 munstersche marck, 1487 october 23 (op sunte Severyni dach episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met utihangend zegel in groen was van Johan van Rechede.
694 Henrick van Keppell van Asem en jonffer Johanna van Rutenberge, zijne huisvrouw, bekennen dat zij aan Henrick van Diepenbroicke verkocht hebben het gehele erve en goed geheten dat Lutke Holt met toebehoren, gelegen in de heerschap van Borculo, in het kerspel Eybergen.
Mocht op dit goed te eniger tijd door Derick van Keppell, hun vader, of door Claus van Keppell, hun broeder, of door iemand anders, aanspraak gemaakt worden, zo beloven Henrick en Johanna voornoemd alle daaruit voortvloeiende schade op zich te zullen nemen, 1480 december 31 (op sancte Silvesters dach). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van Henrick van Keppel van Ansen en van Henricx van Keppel Dericx, welke laatste op verzoek van Johanna van Rutenberge voor haar zegelt, zijn afgevallen.
695 Hinrick, bisschop van Munster en administrator der hiligen kercken to Bremen, belooft Udo van Wullen schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling voor de betaling op Drie Koningen aanstaande van 2000 gouden Rijnsche guldens aan Goessen van Raesfelde, ridder. Ingeval van aanmaning kan de schade verhaald worden op des bisschops lieden en goederen, waar die ook gelegen zijn, 1481 januari 14 (up zunte Felicis in pincis dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was van den bisschop.
696 Matthias van Groesdorpp genaamd van Schonevelde erkent schuldig te zijn aan Hynrick van Depenbroick den jonge, Johan Mensynck en Herberth Fockynck een zekere som gelds, welke zij voor hem aan Johan van Besten betaalden.
Ten overstaan van Gheryt van Vorden, richter van Borculo, Evert van Heecker(en), drost en Frederich vand en Groetenhuis als keurnoten, 1481 juli 23 (up en naesten manendach nae sunte Marien Magdalenen dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den richter, van de 2 keurnoten en van M. van Groesdorp.
697 Hinrick Valke belooft Udo van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 100 gouden Rijnsche guldens te voldoen op St. Michaelsdag aan Seryese van Schedelicke en Pelegerynne diens huisvrouw, 1482 februari 13 (des neisten gudensdach na sunt Scholastiken dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van H. Valke.
698 Bernt van Mervelde en Aleke, zijn huisvrouw, ruilen een lijfeigenen knecht met heer Gosen van Raesfelde, ridder, en Berthe, diens huisvrouw, 1482 februari 15 (up frigdach neist Valentini martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van B. van Mervelde is afgevallen.
699 Goesen van Raisfelde, ridder, Lubbert Morrien, Jasper van Schedelicke en Ceries van Schedelicke bekennen, dat zij gezamenlijk en afzonderlijk Hermen van Middachten en zijn erfgenamen schadeloos zullen houden van alle schulden herkomende van zaligen heer Dirick van Hameren, heer Dirick van der Horst, ridders en Odelen, zijn huisvrouw, in het bijzonder van de schuld aan heer Wyllem van Wachtendunck, ridder, Kluythe Ruenoert en Hinrich Pykenbroeck Hagedorn. Indien Hermen voornoemd ter zake gemaand mocht worden, zullen zij ter leisting inkomen in de stad Vreden of te Boeckholt met twee paarden en een knecht, dan wel mag ieder hunner een schildboortigen man met een knecht en twee paaden in de leisting zenden, 1482 augustus 21 (up dem neysten Gheydensdage nae Unser lyever Frouwen daghe Assumpcionis). 1 charter
N.B. Op perkament, van de 4 uithangende zegels zijn nog aanwezig een brokstuk van het zegel in groen was van Goesen van Raisfelde, en de geschonden zegels in geel was van Lubbert Morrien en Ceris van Schedelicke, terwijl dat van Jasper van Schedelicke is afgevallen.
700 Ick Herman van Keppell Fredericks sonne do kunde und betuge in dessen apenen breve, so als onwiille, twist und schillinghe gewest is tussen Uden van Wullen und my, omme sodane guet Nese van Heeck selig gedacht, Junfer do se levede, tho Boichorst plach tho hebben, und by namen aver de erven Horst, Halle und Cotlant, in den kerspel van Heeck, und Telchuis, in den kerspel van Schoppinghe gelegen, welker guet ick Herman vorg. vor nam und munde de vorg. Nese by ore levendige lyve des gudes gerichtlike uthgegaen hadde, tho behoeff miinre, miinre moder, broder und suster, de my dit vort vorkoft hadden, und Udo vorg. vor nam und monde an syne moder seligher gedacht half na dode Nesen vorg., orer suster, na erfvolging van rechte gevallen solde sin;
So bekenne ick Herman vorg., dat na rade unser beyder frunde, wy darumme fruntlike gescheden und vordraghen sint, also dat ick Herman vorg. sal hebben de Halle und de Horst myt den Horsterbroke und den luden darto hoert und al oren olden und nyggen tobehorigen, wo de belegen sint, und Udo vorg. sal hebben der vorg. erve twe, als dat Cotland und dat Telchues, myt den luden darto horen und ore olde und nyggen tobehorigen myt ener sum geld, de ick Herman, Uden vorg. wal betalt heb, und ick Herman vorg. love vor my und myne erven, dessen vorg. schedinghe vast und unvorbroken to holden, und vortye vormytz desse breve alles rechtz und ansprake, ick an den vorg. erven und guden Cotland und Telchuis, luden und oren tobehorigen hebbe offte gehat mochte hebben to yenige tyden, und ick und myne erven sollen em und syne erven dar in restlike und vredelike sitten laten, sunder besperenge, bisprake und behinder, und love em und synen erven desser schedinghe und delinghe vorg. rechte gut warschap tho don vor alle de des to rechte kommen willen, allen schaden darvan kommen to richten. Sunder argelist. In orkunde der warheit, so hebbe ick Herman vors. miin segel vor my und myne erven wytliken an dessen breff gehangen, 1482 december 12 (Gegeven in dem jaere uns Heren dusent vierhundert twe unde tachtentich up sunte Lucien avent). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Herman van Keppell. Volledig afschrift.
701 Udo van Wullen en Jutte, zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Sweder van Beveren een jaarrente van 1½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen som geld van dezelfde munte; de rente jaarlijks te betalen op Paaschen uit de erven Vogelsanck en Nyelandt, 1483 october 1 (up sunte Rimigius dach des hilligen bisschops). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van Udo van Wullen is afgevallen.
702 Goirt van Rede, amptman 's lants van Twenthe van wegen den heer van Utrecht, bekent dat voor hem en zijn keurnoten verschenen is Johan van Scopendael, welke aan zijn broeder Aelbert van Scopendael alzulke erfenis en versterf, reede en onreede, in de stad en de vrijheid van Zwolle overdraagt, als hem aangekomen is door het overlijden van Fenne, dochter van Met, zijn vrouw, welke Fenne gehuwd was met wijlen Clais Nasen, met recht dat goed te ontvangen, te verkopen of over te doen. Ten overstaan van den amptman voornoemd, en Hermen ten Toinre en Hinrick Senckinck als keurnoten, 1483 november 24 (des manendag nae sinte Elizabeth). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van G. van Reede.
703 Luyken ten Velthues bekent dat Henrick van Diepenbroick hem en Ghertrude zijn vrouw, in leen gegeven had een stuk land, hetwelk zij verkocht hebben aan Johan ter Horst, priester en pastoor te Geesteren. Het stuk land, gelegen in de heerschap van Borculo, in het kerspel van Geesteren, was belast met een rente, welke zij beloven binnen 6 jaar te zullen lossen, 1484 februari 6 (des frydag nae sancte Agaten dach der hillige joncfrouwen). 1 charter
N.B. Op perkament, met afhangend zegel in groen was van Reyner ter Linden, die ten verzoek van Luyken ten Veldhues den brief bezegelt.
704 Wolter van Keppell de jonge en Willem van Keppell, gebroederen, beloven Zweder van Diepenbroick schadeloos te houden van alle zodanige geloften als hij voor hen gedaan heeft aan Henrix van Keppel en Johanna, diens huisvrouw, door voor deze borg te zijn voor de betaling aan Alyde van Kunre, van 8 molder winterrogge rente uit hun goed en erf Elderinck. In geval van aanmaning zal de leisting binnen Grol of binnen Borculo plaatsvinden, 1484 februari 24 (op sancte Mathiis avent des hilligen apostels). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was van Wolter en van Willem van Keppell.
705 Udo van Wullen en Jutte, zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Johan Lydermanne den Jonge, burger te Munster, en Kunneken diens huisvrouw, een jaarrente van 4 gouden Rijnsche guldens voor een ontvangen hoofdsom van 80 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te betalen op St. Petersdag ad vincula uit het goed Hesskinck in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe.
Waarborgen blijven Herman van Wullen, Frederich van Burse en Coert van Gymmette.
Met recht van aflossing.
Als getuigen stonden Evert van Barden, priester, en Johan Bolant, 1484 augustus 2 (crastino die Vincula Petri). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels van den verkoper en de 3 waarborgen, het eerste en het vierde in linnen zakjes gesloten.
706 Hinrick Valke belooft Ude van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 165 gouden guldens aan Bernd van Velen. Eventuele schade te verhalen op al zijn lieden en goederen, 1484 december 10 (opten vriigdach nest na Onsser leve Vrouwe dage Conceptionis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van H. Valke.
707 Sweder van Beveren en Crissele, zijne huisvrouw, ruilen met Goesen van Raesfelde, ridder, de volschuldige horige maagd Grete Gosselincks Hinricksdochter tegen Wobbeke Wyssinck Johansdochter, respectievelijk wonende in de kerspelen Heeck, buurschap Heeck, en Schoppinge, buurschap Gemen, 1485 september 20 (in vigilia Mathei apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van S. van Beveren.
708 Herman van Middachten bekent, dat hij heeft overgegeven aan joncker Gijsbert heer tho Bronchoerst en tho Boirckloe "mynen lyeven joncheren" zijn horigen knecht Bernt Warnsynck of van Saelynghen en Greete then Nyenhuess, echte huisvrouw van Deryck ter Maet met haar kinderen, waarvoor hij in rechte wederwissel ontvangt Johan Poppynck en Mechtelt Oedynck met haar kinderen, uitgezonderd de dochter die zij gewonnen heeft bij Geerlych Kreylls, timmerman, 1488 juni 7 (upten nesten Saeterdach nae des hillyghen Sacraments daeghe). 1 charter
N.B. Op perkament, met gedeeltelijk afgebroken uithangend zegel in groen was van Herman van Middachten.
709 Gijsbert heer tho Bronchorst en tho Boirckloe erkent de voorgaande ruiling of wissel van de genoemde horige lieden, 1488 juni 7 (opten nesten saeterdach nae dess hilligen Sacraments daege). 1 charter
N.B. Op perkament, met gedeeltelijk afgebroken uithangend zegel in groen was van Gijsbert voornoemd.
710 Ick Goessen van Raesfelde, ritter, doe kundt overmytsz dussen breve, so alss selighe Ude van Wullen syck yn eyn deyll dess Hamersche ghuydes hadde lathen ynrichten, daer he gherichteschyne uppe hadde, herkomende van ghebrecke de selve Ude van Wullen thot selighen heren Diricke van der Horst, ritter, mende tho heben, ghelix de gherichtschyne dat vorder vormochten, und alss dan de vors. Ude van Wullen umb der vors. ghebrecke wyllen vythe eynen Hamersche erve, gheheyten Schottelkotte, gheboert hadde drey molt rogghen und eyn schultswiin, daer ick Goesen vors. myt den vors. Uden tot unwyllen umb ghekomen wass myt rechtvorderynghe und anders etc. Alss dan de erbere her Herman Schenckynck, domher thot Monster, und Hermen van Wullen my umb der vors. ghebrecke wyllen ghuytliken ghescheyden und vorliket hebben myt Jutten van Wullen, weduwe naghelathen huysfrouwe selighen Uden vurs., voer oer und vor ore kyndere, und voert we der sake tho done mochte hebben, daer ick Goesen vors. or affghegheve hebe, dess wy beyde tho vroeden siint;
So bekenne ick Goesen vors. vor my und voer myne erven nunmer, meer noch thot ghyne thyden enyghe sprake umb dusser vors. sake wyllen an der vors. Jutten van Wullen noch an oiren kynderen tho hebben noch beholden wylle, und schelde daervan qwiit, ledich und loess. Sunder eynych argelist. Yn eyn orkunde, so hebbe ick Goesen van Raisfelt, Ritter vors. myne siegell vor my und voer myne erven an dussen bref ghehanghen.
Datum anno domini dusent veyrhondert und achte und tachtentich up der Elven dusent meghede avent, 1488 october 20. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van G. van Raisfelt is afgevallen.
711 Gerlaych van Vullen en Jutte, zijne moeder, bekennen dat zij verkocht hadden aan Sophye Vrydagh, vrouwe van het klooster te Asbecke, en Lysabeth van Depenbroke, kostersche van dat klooster, ene rente van 1½ gouden Rijnsche gulden, voor een ontvangen som gelds; de rente jaarlijks te voldoen op Paaschdag uit het erf Nyelande voor den Nyenborch gelegen.
Gerlach en zijne moeder doen daarbij afstand van deze rente voor zich zelf en zijn broeders ten behoeve van Sophia, vrouwe van het klooster voornoemd, "also dat Gerlaych ende siin moder, Roleff en Albert, Gerlages broeder noch erven noch anerven an den vorg. 1½ gulden" enig recht of aanspraak zullen hebben.
Ten overstaan van Johan Kock, gogreve des vestes ten Zantwell, en Wencke Stortebecker en Dyrick Vrydagh, burger te Nyenborch als keurnoten, 1489 april 27 (feria secunda post Dominicam Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van den gogreve en van G. van Wullen, die voor zijn moeder en zijn broeders mede zegelt, zijn afgevallen.
712 Gerlaych van Vullen en Jutte, zijne moeder, bekennen dat zij verkocht hadden aan Sophye Vrydagh, vrouwe van het klooster te Asbecke, en Lysabeth van Depenbroke, kostersche van dat klooster, ene rente van 2 molt gerst, Nyenborcher maat, uit de Eppynckhove gelegen in het kerspel van Wessem, buurschap Graes.
Ten overstaan van Johan Kock, gogreve des vestes ten Zantwell, en Wencke Stortebecker en Dyrick Vrydagh, burger te Nyenborch als keurnoten, 1489 april 28 (des dynstage na den hiillygen sundagfhe Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, van de uithangende zegels van den richter en G. van Wullen is het tweede in groen was nog aanwezig.
713 Ick Tonies van Middachtn do kunt, bekenne in und overmiddest dussen jegenwordigen breve vor my unde myne rechten erven, dat ick hebbe gelovet und love in crafft dusses breves Lamberte van Oer und synen rechten erven off hodleren dusses breves myt synen willen,
So als my Lambert vors. geleent hefft twe syner erve, geheiten Poppinck unde dat Lutke Dalhues, belegen in dem kerspel van Ludinckhusen in der burschap ton Berenbrocke, dar he ut vorkofft hefft viiff gulden geldes jarliker renthe an Gherhardus Kockenhermen unde synen erven, geliick de hovetbreff darup spreckt und vorder bewyset, velker viiff gulden geldes ick van Lambert vors. ontfangen hebbe und Lambert vors. gelofflike love und gelovet hebbe de viiff guldene up sunte Michaelis dach wal to betalene, also dat Lambert vors. (und) syne erven des alinck und all buten schaden bliven solt. Wert sake, dat ick off myne erve vors. to jeniger tiit der vors. viiff guldene so nicht en betalde und dar vorsümlick inne worde, wan my dan Lambert vors. off syne erven daromme lit manen an mine jegenwordige off thokumstige wonninge, dat ick dan sall und wil van stünt an de hovetsumme myt den viiff gulden unde vorsett wal to betalene myt den bodelen und allen schaden, darup gegangen ys.
Und wert sake, dat ick des nicht en dede so vors. steyt, so mach Lambert vors. darup my und myne erven eyn perdt off twe perde setten und wynnen und setten eyn perdt off twe perde off mer perde so dicke und vake em noet und behoff ys unde to wat stede em belevet.
Und wo my unde mynen erven de perde van den werde vorbodet werdet, sall ick se betalen sunder ede, bewiis off bybrengen, unde wan Lambert vors. den schaden der renthe und perdeschaden und allen schaden und siin gudt nicht lenck beswert lyden en wil, so mach Lambert voirs., syne erven off holder dusses breffs my affmanen off manen laten myt gerichten, geystlick off wertlick to synen koer, off ander gerichte myt eynen dagelix vronen off geliick vorschenen herenpechte, 1490 november 29 (in den jar unses Heren dusent veyr hundert negentich des maendages na sunte Cecilien der hiliger junfern). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van Tonies van Middachtn is afgevallen.
714 Magescheid tussen Gerlach van Wullen en Roloff van Wullen, gebroeders, zonen van wijlen Udo van Wullen over de vaderlijke en moederlijke nalatenschap.
Roloff staat aan zijn broeder Gerlach al de aanbestorven goederen af, met dien verstande dat de goederen, van welke hunne moeder nu de lijftocht heeft, namelijk de Welinckhoff met de tienden te Heeck, Nyelandt, Vogelsanck en de Tünermaet voor den Nyenborch en het goed en de roggerente in Salland, na haar dood gelijkelijk tussen beide broeders gedeeld zullen worden. Eveneens zullen later gelijkelijk gedeeld worden de twee tienden, welke junffer Elseke van Wullen te Metelen heeft en hetgeen na overlijden van hun zuster Johan van Wullen, huisvrouw van Evert van Depenbroke, als deze geen kinderen nalaat, ingevolge hare huwelijksvoorwaarden aan Gerlach en Roloff terugvalt, zomede het ½ erf, dat hunne zuster Greten te Borchorst bezit, namelijk Ovestkotte.
Daarentegen zal Gerlach zijn broeder Roloff 500 gouden Rijnsche guldens uitbetalen in twee termijnen.
Ingeval Gerlach van Wullen wijlen Gerlachszoon, wonende in het Sticht van Osnabrück, enige aanspraak mocht maken op de erfenis van wijlen Dirck van Heeck, dan zullen beide broeders te samen de daaruit voortvloeiende kosten dragen.
Geschied ten overstaan van Heyderick van Lenep, gezworen richter te Epe van Everwijn graaf van Benthem en heer van Stenforde, Hinrick van Hervelde en Dyrick Schomaker, als keurnoten, en Evert van Depenbrock met Gert Lubbertinck, priester, als omstanders van het gericht, 1492 juli 5 (upn donredach na Unser leven Frouwen dage geheiten Visitationis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was van H. van Lennep, G. van Wullen en E. van Diepenbroeck, welke laatste voor R. van Wullen zegelt; het eerste en tweede zegel gedeeltelijk afgebroken.
715 Roloff van Wullen seligen Uden sonne van Wullen bekent dat hij aan Gerlage van Wullen, zijnen broeder heeft overgegeven en opgedragen al zijn vaderlijk en moederlijk erve en goed, geërfd of nog te erven, behalve zijn aandeel in:
1. de moederlijke lijftocht, welke hem na doode zijner moeder vrij valt, namelijk de Welinckhoeff met tiende en toebehoren in het kerspel van Heeck, het Nyelant, Vogellsanck en Tüner Maet, zomede het goed en de rente in Sallant;
2. na doode zijner tante Elseken van Wullen de twee tienden;
3. hetgeen bij kinderloos overlijden van zijne zuster Johan van Wullen, huisvrouw van Evert van Depenbrock volgens huwelijksvoorwaarden terugkeert;
4. de helft van het goed Ovestkotte, na doode van zijne zuster Grete te Borchorst.
Ten overstaan van Heidenrick van Lenep, gezworen richter te Epe, Hinrick van Hervelde en Dyrick Schomaker, als keurnoten en Evert van Depenbrock en heer Gert Lubbertinck, vicarius tot Gronauwe als ommestaanders, 1492 juli 7 (opn saterdach na Uns leve Frouwe dach Visitationis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den richter in groen was is bijna geheel afgevallen.
716 Grete van Wullen, dochter van zaligen Udo van Wullen, junffer van het wereldlijke stift te Borchorst, met Evert van Depenbrock als haar momber, bekent dat Gerlach van Wullen, haar broeder, haar het vruchtgebruik verzekerd heeft van één zijner tienden te Ochtorpe, en dat zij daarom op zich neemt te betalen 4 gouden Rijnsche gulden jaarrente en 1 mark jaarrente, waarvan 3 gulden en 1 mark aan het capittel van het stift te Borchorst en 1 gouden gulden aan de kerkmeesters te Stenvorde. Indien de renten jaarlijks niet betaald worden, heeft Gerlach het recht de voornoemde tiende weder tot zich te nemen.
Ten overstaan van Heydenrick van Lenep, richter te Epe van wege Everwijn graaf van Benthem, heer te Stenvorde, Hinrick van Hervelde en Dyrick Schomaker als keurnoten, en Roloff van Wullen, en Gert Lubbertinck, priester, als ommestanders van het gericht, 1492 juli 7 (upn saterdach na Uns leve Frouwe dach Visitationis). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van H. van Lenep en E. van Depenbrock.
717 Junffer Grete van Wullen, junffer van het wereldlijke stift te Borchorst, met Evert van Depenbrock als haar momber, bekent dat zij heeft overgedragen en overgegeven aan Gerlage van Wullen, haar broeder, haar vaderlijk en moederlijk versterf, waar ook gelegen, reeds door haar ontvangen of nog te ontvangen.
Ten overstaan van Heydenrick van Lenep, richter te Epe van wegen Everwijn graaf van Benthem, heer to Stenvorde, Hinrick van Hervelde en Dyrick Schomaker als keurnoten, Roloff van Wullen en Gert Lubbertinck, priester, en meer goede lieden, als omstanders des gerichts, 1492 juli & (upn saterdach na Unser leven Frouwen dach Visitationis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den richter is afgevallen.
718 Uitspraak door Heydenrick van Lenep, richter te Epe van wege Everwijn, graaf van Benthem, heer to Stenvorde, en diens keurnoten, in een geschil over 2 of 3 schepel rogge tiendmaat jaarlijks uit den Nyehoff in het kerspel Epe, buurschap Elen, tussen Gerlach van Wullen met diens moeder Jutte van Wullen enerzijds en Frderick van Keppel anderzijds.
Keurnoten waren Udo Bernt en Dyrick Schomaker; ommestanders van het gericht waren Bernt van Wullen de oude, Johan van Wullen, Ludeloff van Benthem bastert, Johan Schelebernd, Hinrick Schottelkotte en meer goede lieden, 1492 september 18 (upn dinxedach na des hilligen Crusis dage Exaltationis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den richter is afgevallen.
719 Roloff van Wullen zalige Udo's zoon bekent dat zijn broeder Gerlach van Wullen hem betaald heeft 400 gouden Rijnsche gulden, welke deze hem nog schuldig was uit den vaderlijken en moederlijken boedel krachtens het daarover door hen gemaakte magescheid en bedankt hem voor de goede betaling.
Ten overstaan van Heydenrick van Lenep, knape, als een gezworen richter te Epe voor Everwijn graaf van Benthem, heer te Stenvorde, en Hinrick en Johan Niterdes, gebroeders, als keurnoten, Ludeloff van Benthem, bastaard; Herman van Keppell, Johan VIncke en meer goede lieden, als getuigen, 1493 october 24 (upn donredach na der Elven dusent megeden dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van den richter.
720 Symon van Gesteren en Nese, zijne huisvrouw, beloven Gerlach van Wullen wijlen Udo's zoon schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een rente van één molt rogge jaarlijks, welke zij schuldig zijn aan heer Johann Konnynck, 1493 december 29 (up dach Thome Cantuariensis episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van S. van Gesteren.
721 De borchmannen ter Nyenborch verlenen Gherd den Sassen en Katheryne, diens huisvrouw, het recht van wederkoop en aflossing van ene rente van 6 gouden Rijnsche guldens, jaarlijks op 11000 Maagdendag te voldoen, waarvan de hoofdsom 100 dezer guldens bedraagt, 1494 october 27 (des nesten maendages nae sunte Severini dach episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangend borchmannenzegel in groen was.
722 Johannes Hadertynck, kerkheer tot Nyenborch, ruilt, ingevolge last des stationarii van sunte Anthony van Collen, en ten behoeve van het huis en klooster van St. Anthony te Keulen, met heer Gosen van Raesfelde, ritter op dat hues to Hameren, een lijfeigene meid tegen een andere, 1496 juli 27 (des nesten gudestages nae sunte Jacobi dage apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. Hadertynck als procurator van St. Antonius.
723 Schott de Bever belooft Gerlych van Wullen Udenzoon schadeloos te houden voor zijn borgstelling voor de betaling van 25 gulden jaarlijkse rente aan Wolther Herden, 1497 maart 29 (upn goedensdach na Passchen). 1 stuk
N.B. Op papier, met uithangend zegel in groen was van S. de Bever.
724 Merten en Godert van Heeck, gebroeders, beloven Gerlich van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 2 molt winterrogge Coesfelder maat, jaarlijks op sunte Johannes to myddensomer, welke zij verkocht hebben aan Elselien Vreden te Cosfelde uit hun goederen Wernsynck, kerspel van Schopingen, en Heynynck, kerspel van Horstmer, 1497 juni 28 (op avende sunte Petri et Pauli apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in geel was van Merten en Godert van Heeck, beide gedeeltelijk afgebroken.
725 Broeder Claes van den Ryne, prior van het huis te Stenvorde van de Orde van St. Johan Baptiste en kerkheer, Johan ther Loge en Johan Stricker, kerkmeesters te Borchstenvorde, verlenen den erberen Gerlych van Wullen, knape, de genade om te mogen wederlossen ene jaarrente van 1 gouden Rijnsche gulden, welke de kerk te Stenvorde heeft uit zijne goederen en erven Hessekynck en Rabbenhues te Heeck, 1498 februari 14 (up dach Valentini martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Claes van den Ryne, die voor zichzelf en voor de 2 kerkmeesters zegelt.
726 Rolof van Wullen bekent verkocht te hebben aan Hynryck Groetloen, kerkheer te Epe, een jaarrente van 1 molt winterrogge, Nyenborger maat, voor een ontvangen som gelds; de rente te voldoen binnen den Nyenborch of in het dorp Epe op den datum van dezen brief uit de erven Nyelandt en Vogelsanck. Waarborgen blijven Symon van Ghesteren en Berndt van Wullen te Epe, 1498 augustus 23 (up avende sunte Bartholomei apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van verkoper en borgen zijn afgevallen.
727 Roloff van Wullen bekent dat hij verkocht heeft aan heer Johan ten Waterham, kerkheer te Ochtorpe, ene jaarlijkse rente van 15 schepel goede winterrogge, Nyenborger maat, voor 30 zware gouden Rijnsche guldens; de rente te betalen ieder jaar op Sundach Letare geheyten mydvasten, uit de erven en goederen de Welinchoff, kerspel Heeck, buurschap Aderloe, en de Vogelsange en Nyelande voor den Nyenborch gelegen.
Waarborgen blijven Gerlich van Wullen, Rolof's broeder, en Meerten van Heeck, die Rolof belooft schadeloos te zullen houden, 1499 maart 9 (des nesten saterdages nae dem sundage Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels zijn afgevallen.
728 Symon van Gesteren belooft Gerlich van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 2 gouden Rijnsche guldens aan Johan van Alen, Johan Kock, Johan Fresenhuse, Johan Meyerman, vicarissen en rectoren in den Dom te Munster, 1499 mei 2 (up des hilligen festes avent geheyten Inventionis (Crucis)). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in witte was van S. van Gesteren.
729 Herman van Wullen en Ermgart, zijne huisvrouw, beloven Gerlich van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van ene rente van 15 schepel rogge, welke zij schuldig zijn aan Katerynen Mollers, weduwe van Johan Mollers Claeszoon, jaarlijks op St. Marten te voldoen, 1499 juni 7 (des nesten Vrydages nae sunte Bonifacii dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van H. van Wullen.
730 Roloff van Wullen en Jutte van Wullen, zijne moeder, bekennen verkocht te hebben aan Mathyes Heyne, raetmanne der armen in den Hilligen Geyste voor den Nyenborch, een rente van ½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 10 goudgulden; jaarlijks te voldoen op Lichtmis uit de erven Vogelsanck en Nyelant. Ten overstaan van Symon van Ghesteren en Roserius Coster als getuigen, 1500 februari 3 (up dach sunte Blasii). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van R. van Wullen is afgevallen.
731 Gerlich van Wullen en Margareta zijne huisvrouw bekennen verkocht te hebben aan Bernd Braspotte en Johan Becker, raadslieden van Onze Lieve Vrouwe kerk te Metelen een rente van 1 gouden Rijnsche gulden wegens een ontvangen hoofdsom van 20 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Gregorius dag uit de erven Hessekinck en Kotland, gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Aderlo, 1500 maart 7 (die Perpetue et Felicitatis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van G. van Wullen.
732 Roloff van Wullen en Jutte van Wullen, zijne moeder bekennen verkocht te hebben aan heer Hynrick van Elen, vicarius van het Onze Lieve Vrouwe altaar ter Nyenborch een jaarlijkse rente van 2 molt gerst, Nyenborgermaat, voor een ontvangen hoofdsom van 40 gouden Rijnsche gulden; de rente jaarlijks binnen den Nyenborch te voldoen op St. Marten in den winter uit hunne erven de Welinchoff en Voegelsanck in het kerspel van Heeck, en uit den Nyelande voor den Nyenborch gelegen.
Waarborgen blijven Evert van Hekeren de jonge en Berndt van Wullen te Epe.
Met recht van aflossing, 1500 juli 13 (up dach sunte Margareten der hilligen junfferen). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van R. van Wullen, E. van Heeckeren en B. van Wullen.
733 Godeke Schenkinck, knape, belooft Gerlach van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 100 goudgulden, tegen een rente van 5 goudgulden, jaarlijks te voldoen op St. Michaelsdag aan de junffern en het capittel van Borchorst uit zijn erf en goed Hahnes, gelegen in het kerspel Telget (Telgte), buurschap Vechtorppe, 1500 october 11 (crastino Gereonis et Victoris). 1 charter
N.B. Op perkament, met gedeeltelijk afgebroken zegel in groen was van G. Schenckinck.
734 Johannes van Asbecke bekent verkocht te hebben aan Jutte van Wullen, weduwe van Udo van Wullen, en Roleff van Wullen haar zoon, de tijnshoenders behorende tot zijn goed Herwynck, kerspel van Epe, welke Roloff van Asbecke zaliger, zijn vader, en Ludeke van Asbecke zaliger, zijn broeder, plachte te heffen uit de Tuenre maet, welke toebehoort aan Jutte en Roleff voornoemd en welke gelegen is voor den Nyenborch, 1500 november 19 (up dach sunte Elyzabeth). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. van Asbecke.
735 Roloff van Wullen zalige Udenszoon bekent verkocht te hebben "den gemeynen presteren und junfferen der kerken und gestichtes to Metelen", bij namen heer Goswyn Mollers, kerkheer, heer Hynrick Kobbynck en den anderen priesters, junffer Locke Nagels, priorinne, junffer Lyse van Munster, kostersche, en den gemeene junfferen, een rente van 5 gouden Rijnsche guldens uit de erven Wellinckhoff, Vogelsange en Nyelande.
Waarborgen blijven Hermen van Wullen ter Ravenshorst, Marten van Heeck en Symon van Ghesteren.
Met recht van aflossing, 1501 maart 26 (up dach sunt Ludgeri episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van den verkoper en de 3 borgen zijn afgevallen.
736 Roleff van Wullen en Jaspar, zijne huisvrouw, bekennen dat zij aan Florentius Bameke, priester in de kerk te Metelen, verkocht hebben een jaarrente van 1¼ overlandsche gouden Rijnsche gulden, wegens van voornoemde Florentius op verschillende tijdstippen ontvangen sommen; de rente te betalen op St. Vitusdag uit de goederen Welinckhoff, Rauwerdinck en Kulemanshus gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Arle.
Symon van Geisteren blijft waarborg voor de goede betaling, 1501 juni 5 (up sunte Bonifacii des hilligen episcops dach). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van R. v. Wullen en S. van Geisteren.
737 Johan van Ghemen, amptman tot Gronouwe van wegen juncker Arnd graaf van Benthem en Stenfforth, nog onmondig, ruilt namens dezen laatste met Gossen van Rasfelde, ridder, Gesen Roleninck tegen Swene Lobbertinck, 1501 september 29 (up sunte Michaels dach des hilligen ersengeli). 1 stuk
N.B. Op papier, van het uithangend zegel in groen was van den amptman is een zeer klein stukje over.
738 Everwijn graaf tho Benthem en van Stenforde, als momber van juncker Arnd graaf tho Stenforde, zijn neef, belooft Gherlach van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 10 gouden Rijnsche guldens aan Hermen Wolters, burger te Munster, 1503 februari 16 (uppn donredach naest Valentini martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van graaf Everwijn.
740 Burgemeester en raad van de stad Coesfeld voor den Grooten Heiligen Geest in de Suryngesstraat aldaar, bekennen dat zij aan Reyner en Arnd van Raisfelde, gebroeders, hebben overgegeven Greyten ton Broke, dochter van Godeken ton Broke en van Greyten, diens huisvrouw, waarvoor zij in ruil ontvangen Werneken to den Nigenhusen, zoon van wijlen Hinrich to den Nigenhusen en van Elseken diens huisvrouw, 1504. 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangend stads secreetzegel in groen was, gedeeltelijk afgebroken.
741 Frederick heer toe Bronckhorst en toe Borckelloe bekent dat hij heeft vrijgegeven Everd, natuurlijken of bastaardzoon van Evert van Diepenbroick, verwekt bij Berte Schroders, Wessel Schroders' dochter, wonende te Alten, en zulks onder voorwaarde dat hij geestelijke zal worden en zijn gehele leven geestelijke zal blijven; doet hij zulks niet, dan zal hij weer als horige van den heer en van de heerlijkheid van Borculo beschouwd worden, 1504 februari 5 (opten manendach post Purificationis beate Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk afgebroken zegel in groen was van F. van Bronckhorst en Borculo.
742 Ick Arndt van Raesfelde erkenne avermits doszen apenen breve so alsze Hinrick de olde Scuttelkate en huysf. getimmert hefft appe der marcke benevens mynen erve geheyten Scuttelkate-erve oppe der ander siith van der becke. So bekenne ick Arndt vorg. avermits dossen selven breve dat ick den vorg. Hinricke unde Gesen syner huysfrouwe umme bede wyllen gegunt hebbe, dat se so na by mynen erve wonen moghen unde siin des nyt to onne vreden.
Oirkonde der warheyt hebbe ick Arndt van Raesfelde vorg. mynen segel wytlick an dessen breyff gehangen. Datum anno Domini dusent viiffhundert unde veyr des Goensdag na sunte Peter ad vincula, 1504 april 4. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Arndt van Raesfelde. Volledig afschrift.
743 Everwijn greve tho Benthem und Stenforde belooft voor junckher Arnd greve to Stenforde, dat hij Gerlach van Wullen schadeloos zal houden voor zijne borgstelling voor de betaling van:
a. 300 gouden Rijnsche guldens aan den deken en het capittel in den Oldome (Ouden Dom te Munster);
b. 200 dergelijke guldens aan den werkmeester, en
c. 100 dezer guldens aan meester Borchart Heerden,
waarvan de rente 30 gulden jaarlijks bedraagt, 1504 mei 31 (des vriigdages na dem hilligen Pynxteren daghe). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk afgebroken zegel in groen was van graaf Everwijn.
744 Marten en Godert van Heeck, gebroederen, ruilen met Reyner en Arnd van Raesfelde, gebroederen, den horigen knecht Herman Dunen uit het kerspel Wessem, tegen Berndt Visscher, uit het kerspel Bilrebecke, 1504 october 21 (up der Elven dusent megede dach). 1 charter
N.B. Op perkament, van het uithangend zegel in groen was van Marten van Heeck, die voor zichzelf en voor zijn broeder Godert zegelt, is een onherkenbaar brokstuk over.
745 Gerlach van Wullen en Margarete zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Johan ten Waterhamme, kerkheer te Ochtorpe, ene rente van 3 hertog Philippus gulden, voor een ontvangen hoofdsom van 60 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Martensdag uit de goederen Rauwerdinck, Koitlandt, Heskinck en Rabbenhus, gelegen in het kerspel Heeck.
Waarborgen blijven Hermen van Wullen to Ravenhorst en Roleff van Wullen.
Ten overstaan van Johan Bastert, richter in deze zaak van wegen Johan Kock, gograve te Santwelle en rentmeester te Horstmar, en Hermen Arndes en Tonnis Kock als keurnoten, 1504 november 5 (des dingedages nae Alle Godes hilligen). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van den richter, den verkoper en de borgen zijn afgevallen.
746 Gerlich van Wullen en Margareta zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen, hun broeder en zwager, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een rente van 3 hertog Philippus gulden, welke zij schuldig zijn aan Johan thon Waterhamme, kerkheer te Ochtorpe. Zij stellen tot waarborg de erven Rauwerdinck, Kotland, Heskinck en Rabbenhus in het kerspel Heeck, buurschap Aderlo, 1504 november 5 (des dinxdages na Alle Godes hilligen). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van G. van Wullen.
747 Symon van Geisteren en Mathias, zijn huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstlling voor de betaling van 2 molt rogge en 2½ gouden gulden jaarrenten, welke zij schuldig zijn aan de geestelijke heren van het convent van de St. Jansorde te Munster op den berg, 1504 november 10 (in prfesto Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met gedeeltelijk gebroken uithangend zegel in groen was van S. van Geisteren.
749 Evert van Hekeren en Fye, zijne huisvrouw, beloven Roloff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 2 molt gersten jaarlijkse rente op St. Marten te voldoen aan Hynrick van Elen, vicarius in de kerk ter Nyenborch, 1504 november 16 (des nesten saterdages nae sunte Brictii confessoris dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van E. van Hekeren.
750 Wijl Frederick van Bürse met den inmiddels overleden heer Gossen van Raesfelde, ritter, een wissel van horigen had voorgenomen, welke niet uitgevoerd was geworden, geeft hij aan Reyner en Aernd van Raesfelde, gebroederen, den knecht Engelbert Loemans, echten zoon van Hinrick Loemans en Alike diens huisvrouw, geboren in het kerspel Heeck, waarvoor hij ontvangt Johan Gervelde, echten zoon van Johan en van Berthe diens huisvrouw, geboren in het kerspel Bilrebecke, 1504 december 6 (up sunte Nycolairs dach episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met utihangend zegel in groen was van F. van Buerse.
751 Godert van Heeck belooft Roloff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 5 gouden guldens, welke hij schuldig is aan Johannes Lyderman, burger te Munster, 1505 januari 25 (op dach sunt Pauli Conversionis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Godert van Heeck.
752 Frederik, markgraaf van Baden, bisschop van Utrecht, getuigt dat Adriaan de Apelteren, bisschop van Sebaste, den Utrechtschen priester Jacob van Arnhem Dirkszoon heeft bevorderd tot den rang van acoliet, 1505 februari 14 (mensis februarii die decima quarta). 1 charter
N.B. Op perkament, afhangend zegel afgevallen.
753 Symon van Geisteren en Thijs, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen Udenzoon schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 1 gulden aan Gotfrid, Anne en Stephen, kinderen van Herman Rodden en van wijlen Elsen diens huisvrouw, uit den hof te Ramesberghe in het kerspel van Schoppinge, en uit Edinck in het kerspel van Ledden, 1505 maart 13 (feria quinta (post) Judica). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van S. van Geisteren.
754 Gerlach van Wullen en Margrete zijne huisvrouw bekennen verkocht te hebben aan Margrete van Wullen, junffere des wertlyke gestichtes to Borchorst ene jaarlijkse rente van 2 molt winterrogge, Nyenborger maat, voor een som gelds, welke de verkopers erkennen ontvangen te hebben, te betalen jaarlijks op den hoogtijd van sint Martinus des hiilligen bysschops, uit het erf en goed genaamd dat Cotland in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe; waarvoor Roleff van Wullen borg blijft.
Ten overstaan van Johan Scheleberndes, richter te Epe van juncker Arndes greve to Stenfforde, Lefert Lambertynck, Albert de Voess, Gert Lubbertynck, priester, Johannes Yssynck, Scroder Hynrick en meer goede luiden als keurnoten, 1505 juni 26 (up donredach na dach Nativitatis Johannis baptiste). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, van de uithangende zegels van Johan van Gemen, ambtman te Gronouwe, die op verzoek van Johan Scheleberndes wijl deze geen zegel bezit, medezegelt, en van Gerlach en Roleff van Wullen, zijn slechts brokstukken over.
Aan de buitenzijde der oorkonde is bijgeschreven:
dat Koulandt to Heick de van Wullen IJ molt rogge up Martini. Desse breff is gegeven dorch zallighe Margareten van Wullen, pravestynne, na uthwisinge oers testamentz dem Capittel to Borchorst a°. 1535 up Assump. Marie (15 aug.) Constat mihi Joh. Holtman, notario.
755 Frederick heer tot Bronchorst en tot Borkelloe, en Metta van den Berghe, zijne huisvrouw, beloven Roloff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 12½ overlandsche gouden Rijnsche gulden voor een hoofdsom van 250 dergelijke guldens, welke zij schuldig zijn aan Hinrick Bisscoppinck wijlen Johans zoon, wonende te Munster, en waarvoor Roloff met Johan van Bilderbecke, Evert van Heeckeren en Gerlich van Wullen borg is gebleven.
Ingeval van aanmaning zal de leisting binnen Horstmar of Stenforde geschieden; tot waarborg worden gesteld de erven en goederen Schreynck, Wolderdynck, Bulsynck en Bedenloe, gelegen in de buurschap Lintello, 1505 october 2 (opt donrestach na sunte Michaels dagh dess hillighen ertzengels). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van F. heer van Bronckhorst en Borculo.
756 Fredrick, heer tot Brunchorst en tot Borkello, en Mette van den Berghe, zijne huisvrouw, beloven Gerlich van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 12½ overlandsche gouden Rijnsche gulden voor een hoofdsom van 250 dergelijke guldens, welke zij schuldig zijn aan Hinrick Bisscoppinck wijlen Johans zoon, wonende te Munster, en waarvoor Roloff met Johan van Bilderbecke, Evert van Heeckeren en Gerlich van Wullen borg is gebleven, 1505 october 2 (opten donrestach na sunte Michaels daigh dess hilligen Ertzengels). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van F. heer van Bronckhorst en Borculo.
757 Evert van Heekeren en Fye, zijne huisvrouw, beloven Rolef van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 2 molt gerst, Nienborger maat, alle jaar op St. Marten in den winter te voldoen uit de erven en goederen Esschehues in het kerspel Ochtorpe en de Oeppynckampe gelegen voor den Nyenborch, aan Hynrich van Elen, vicarius aldaar, waarvoor zij van deze ontvangen hadden een hoofdsom van 40 overlandsche gouden Rijnsche guldens. Zij stellen beide voornoemde erven tot waarschap, 1505 november 13 (up sunte Brictii dage). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van E. van Heeckeren is afgevallen.
758 Johan Kerckerinck op de Bispinckhove en Gertrudt, zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Hinrick Bisping en Wilhelm Holtappell, provisoren en verwarers der armen te Kynderhues voor Munster, ene rente van 2 gouden Rijnsche guldens, welke rente eertijds door Roleff van Wullen en Jasper diens huisvrouw aan hen verkocht is geworden. Met recht van aflossing, 1506 maart 12 (feria quinta post Dominicam Reminiscere). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van Johan Kerckerinck.
759 Frederick heer toe Bronckhorst en toe Borckloe ruilt met Antonnys van Myddachten een volschuldigen eigenhorigen man genaamd Derck Bot, waarvoor hij van Antonnys voornoemd ontvangt diens horigen man Thonnys Metynck, 1506 juni 4 (opten donnerstach na den hillighen Pinxsterdach). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den heer van Bronckhorst is afgevallen.
760 Schadeloosbrief van Heydenrick Valke wijlen Hermanszoon ten behoeve van Gerlich van Wullen wijlen Udenszoon voor zijn borgstelling in vereniging met Rolve van Burse voor de betaling van een schuld aan Johan van Beverforde, 1507 maart 7 (up den sundach Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van H. Valke.
761 Roleff van Wullen en Jasper zijne huisvrouw bekennen verkocht te hebben aan Styneken weduwe van Johan Tyelbecken een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden, voor een ontvangen hoofdsom van 50 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te betalen op Letare Jerusalem uit het erf en goed geheten den Welinckhoff, in het kerspel Heeck, buurschap Arle. Met recht van aflossing. Waarborg blijft Symon van Geysteren, 1507 maart 13 (sabbato post Dominicam Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels van R. van Wullen en S. van Geysteren.
762 Styneke nagelaten huisvrouw van zaligen Johannes Tyelbecken verkoopt aan Annen Asscheweiden een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden, zoals Roleff van Wullen en Jasper diens huisvrouw haar deze verkocht hebben, jaarlijks op den zondag Letare te voldoen uit het erf en goed geheten den Welinckhoff in het kerspel Heick, buurschap Arle.
Ten overstaan van Engelbert Peyck, broeder van Styneke voornoemd, die tevens op haar verzoek zegelt, en als getuigen Gert Dreyer, officiant in Onze Lieve Vrouwe Capelle en Bernt Toyteman, 1507 april 28 (feria quarta post Dominicam Jubilate). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, van het uithangend zegel in bruin was van E. Peyck is een brokstuk over.
763 Herman van Westerholt en Marien, zijne huisvrouw, bekennen voor 200 overlandsche gouden Rijnsche gulden verkocht te hebben aan Johan, zoon van wijlen Berthold Hardenacken, burger tot Coesfelt, 8 molt goede winterrogge, Coesfelder maat, jaarlijks te betalen te Coesfelt op Ons lieven Heren Hemelfart dach, uit hun goed en erve Suttenrat anders Dinckelborch en uit Doitkotten, Gesenhues, Volmerdynck en Alferdinck, alle gelegen in het kerspel en gericht van Epe, en waarvoor als waarborg optreedt Gert de Sasse.
Ten overstaan van Johan Scheleberndes, richter tot Epe, van wegen juncker van Stenforde, Schroder Hinrich, Johan Albertinck, Umbstant Udenbernt, Johannes Ysynck en meer goede lieden als keurnoten en getuigen, 1507 mei 12 (in vigilia Ascensionis Domini). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van Johan van Gemen, drost tot Gronau, die bij gebrek aan een eigen zegel voor Johan Scheleberndes zegelt, van Herman van Westerholt en Gert de Sasse zijn afgevallen.
764 Herman van Westerholt en Merie zijn huisvrouw, beloven Gert de Sasse schadeloos te houden voor de borgstelling (zie inv.nr. 763). Alle schade welke Gert voornoemd wegens zijne borgstelling ondervindt, te verhalen uit het goed en erve Suttenrat anders Dinckelborch en uit Doitkotten, Gesenhues, Volmerdynck en Alferdinck, alle gelegen in het kerspel en gericht van Epe, en voorts uit al hun andere erven en goederen, waar ook gelegen. Ingeval van aanmaning zal de leisting binnen Coesfelt geschieden, 1507 mei 12 (sabbato post festum Ascensionis Domini). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van Herman van Westerholt is afgevallen.
765 De deken en het capittel van de kerk te Horstmar verlenen Roloff van Wullen en Jasper diens huisvrouw, de genade om ene rente van 1½ gouden Rijnsche gulden, als zij hun voor Johan Cock, gogreve te Santwelle, verkocht hebben, te mogen aflossen met 30 dergelijke guldens, 1509 juni 15 (up dach sunte Viti et Modesti martirum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend capittelzegel in groen was.
766 Symon van Ghesteren en Mathyas, zijne huisvrouw, beloven Rolof van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van zesdehalve overlandsche gouden Rijnsche gulden jaartijns, te betalen op den naasten zondag in de vasten uit hunne erven en goederen Pegulshueff en Levoldinck, welke zij schuldig zijn aan heer Gijsbert Schepeler, vicarius van de kerk te Munster, 1510 februari 21 (des nesten donnersdages nae dem sundage Invocavit). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Symon van Ghesteren.
767 Rentebrief van 6 gouden Rijnsche guldens jaarlijks, afgegeven door Gerlach van Wullen en Margareta, zijne huisvrouw, aan het capittel en het klooster te Borchorst.
Waarborgen zijn Johan van Billerbecke en Roleff van Wullen, borchmannen ter Nyenborch.
Ten overstaan van Johan Kock, gograaf te Santwelle, en diens keurnoten, 1510 februari 22 (up dach Petri ad Cathedram). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den gograaf, den verkoper en de 2 borgen.
768 Gerlach van Wullen bekent verkocht te hebben aan Nesen van Bakell, weduwe van Everd van Bakell een rente van 5 gouden Philippus gulden voor 100 dergelijke guldens hoofdsom, jaarlijks te betalen op den zondag Letare uit de erven Hesskink en Kotlandt.
Met recht van aflossing. Waarborg blijft Roleff van Wullen, 1510 maart 9 (des naesten saterdages nae dem sundage Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van G. en R. van Wullen.
769 Johan van Twickele en Jutte (Jutte Sticke) zijne huisvrouw, beloven Roloff van Wullen en Herman van Keppele schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 400 goudguldens aan Hynrick Schenkynck, domkoster te Munster, van 400 goudguldens aan Johan Lystigen, vicarius in de St. Lamberti kerk, van 100 goudguldens aan Gysbert Schepeler, vicarius en verwarer der aalmissen, en 200 goudguldens aan Herman Rodden, burger te Munster, te zamen 1100 goudguldens tegen een rente van 55 dezer guldens jaarlijks op den zondag Letare te voldoen. Zij stellen tot waarborg hun hof te Bokeloe in het kerspel en gericht van Enschede en hun goed ter Noertmolle in het kerspel en gericht van Delden, 1510 maart 15 (des nesten Vrydages na dem sundage Letare). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van Johan van Twickelo.
770 Herman Bonekerl en Locke, zijne huisvrouw, beloven Roloff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een niet genoemd aantal gouden Rijnsche guldens, jaarlijks te voldoen op Meidag uit hunne beide huizen en garden binnen en vóór den Nyenborgh gelegen, welke rente zij schuldig zijn aan Dethmar Costers, vicarius te Heeck.
Zij stellen daartoe beide bovenbedoelde huizen tot onderpand. Geschied voor Simon van Gheste(r)en, richter van het slot ter Nyenborch, Berndt Borcherdinck en Gert Mollers, als koernoten; en Roserus Coster, Berndt Bysterwech en meer goede lieden als getuigen, 1510 april 30 (up avende sunte Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van den richter.
771 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Hillegundis Bisschopinges, abdisse van het convent van St. Egidius binnen Munster, een jaarrente van 2 gouden Rijnsche guldens voor een ontvangen hoofdsom van 45 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op Assumptionis beate Marie uit het erf en goed Bewert, kerspel Heeck, buurschap Arle.
Met recht van aflossing, een half jaar van te voren op te zeggen. Waarborg blijft Johan van Bidlerbecke, 1510 augustus 11 (crastino Laurencii martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met het uithangend zegel in groen was van den waarborg, dat van R. van Wullen is afgevallen.
772 Wijl Heyelke van Senden, provestinne, en Heyelke van Langen, kosteresse van de gezamentlijke junffern en hern van het wereldlijke gesticht van het capittel te Borchorst, aan Gerlach van Wullen en Margaretha diens huisvrouw, een jaarlijkse rente van 6 gouden Rijnsche gulden verkocht hadden, krachtens een gezegelden brief van St. Petersdag ad cathedram voor Johan Kock, gogreve van Zantwelle opgemaakt, geven zij thans aan Gerlag voornoemd "de gracie en ewige genade" om vorenbedoelde jaarrente van 6 gouden gulden weder te mogen afkopen en kwijten alle jaar op St. Petersdach ad cathedram met 60 gouden overlandsche Rijnsche gulden, behalve de interest; naar verkiezing ook in twee gelijke termijnen en een half jaar van te voren op te zeggen, 1510 september 21 (up dach Mathei apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, van het uithangend capittel-zegel in groen was is een brokstuk aanwezig.
773 Roleff van Wullen zaligen Udo's zoon en Jaspar, zijne huisvrouw, bekennen dat zij verkocht hebben aan Mechtelt van Deypenbroke, junfer te Asbecke, een jaarrente van 1 overlandsche gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 20 dergelijke guldens, jaarlijks te voldoen op St. Martensdag in den winter uit hun erf Wellinckhoff in het kerspel Heeck, buurschap Arle gelegen, 1510 november 12 (crastino Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in bruin was van R. van Wullen.
774 Hinrick Groetlaven en Agneske zijn huisvrouw, woonachtig in het dorp Epe, verkopen een brief sprekende op een malder rogge ten name van Roleff van Wullen, Symon van Geisteren en Berndt van Wullen. Geschied voor Johan Bastert, eyn gesath richter voor Johan Kock, gogreve en rentmeester te Santwelle, en zijn keurnoten, 1511 januari 13 (des maendagh na der hillige Drey Konynghe). 1 charter
N.B. Op perkament, geschonden, gecancelleerd, het uithangend zegel van Johan Cock, die voor Johan Bastert zegelt, is afgevallen.
775 Roleff van Wullen belooft Johann van Bilrebecke schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 2 Rijnsche gulden jaarrente, jaarlijks te voldoen op den datum van dezen brief uit zijn erf Rawert in het kerspel van Heeck, buurschap Arlo, welke rente hij schuldig is aan Hillegundis Bisschopinck, abdis van het klooster van St. Egidius binnen Munster. Hij stelt tot waarborg al zijn gereede en ongereede goederen, 1511 augustus 21 (am donredaghe na Unser leve Frouwen Assumptionis daghe). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van R. van Wullen is afgevallen.
776 Johan van Bilrebeke en Gosteke, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 5 gulden aan Hillegund Bisscopinck, abdisse van het junfferen convent van St. Egidius binnen Munster, en van een jaarrente van 5 gulden aan Engelbert Peyck en diens huisvrouw, 1511 september 1 (up dach sunte Egidii abbatis). 1 charter
N.B. Op perkament, met gedeeltelijk afgebroken uithangend zegel in groen was van J. van Bilrebeke.
777 Maria Schenckinne van Erpach, vrouwe van het wereldlijke stift te Vreden, ruilt met Anthonis van Middachten de volschuldige eigenhorige Fenne Roterdynck, waarvoor zij ontvangt Gese Stomps, 1511 october 10 (ipso die Victoris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Maria, vrouwe van het stift te Vreden.
778 Gerlich van Wullen en Margaretha diens huisvrouw bekennen verkocht te hebben aan heer Albert Welynck een rente van 1 molt rogge, Eper maat, voor een ontvangen hoofdsom van 25 gouden Rijnsche guldens, de rente jaarlijks te Epe te voldoen op den datum van dezen brief uit de erven Heskynck en Rabbenhuess gelegen in het kerspel Heeck.
Ten overstaan van Johannes Ysynck, Hinrick Crampe en Evert Ysynck als getuigen, 1511 november 11 (up dach Martini). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van G. van Wullen is afgevallen.
779 Roloff van Wullen, bekent verkocht te hebben aan Johan van Rechede en Hynrick Clawes, overlieden der almissen te Nyenborch, ten behoeve der armen, een rente van 3 oert van 1 hornsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 16 hornsche guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Luciedag uit het erf het Nyeland voor den Nyenborch gelegen, 1511 december 15 (des nesten maendages nae sunte Lucyen der hilligen junffern). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in bruin was van R. van Wullen.
780 Wenomar van Boelswinghe, drost to Lunen, Anna zijne huisvrouw, en Gijsbert van Boelswinghe, hun zoon, en met hen Johan van Lembecke en Hinrick Stecke to Herten, beloven Reyner van Raisfelde en Ulandt, diens huisvrouw, en Arndt van Raisfelde en Nelle, diens huisvrouw, gebroeders, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 2000 Rijnsche gouden guldens tegen een rente van 100 dergelijke guldens, jaarlijks in 8 termijnen te betalen, uit het huis to Ickeren gelegen in het land van der Marcke, welke zij blijkens verschillende brieven en zegelen schuldig zijn aan den eerbaren en eerzamen mester Heerden, canonik der kerk ten Olden Dom binnen Munster, en aan Borchard Heerden, diens broeder. Zij verbinden daarvoor al hunne roerende en onroerende goederen, nu hebbende of nog krijgende, waar die ook gelegen mogen zijn, 1512 april 7 (op den neysten Gudensdach na dem hilligen Palmedaghe); in tweevoud. 2 charters
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was van Wenomar en Gijsbert van Boelswinghe en van Johan van Lembecke en in bruin was van Hinrick Stecke, zijnde twee exemplaren van dezen brief opgemaakt, waarvan beide aanwezig zijn, doch het tweede exemplaar alleen bezegeld door W. en G. van Boelswinghe.
781 Rolof van Wullen bekent verkocht te hebben aan Herman ton Walle en Gertrudt zijn huisvrouw, voor een ontvangen som van 56 overlandsche gouden Rijnsche guldens, 2 molt winterrogge, Schoppinger maat, te heffen uit hun erf geheten Wellynchoff, in het kerspel van Heeck, buurschap to Aerloe, jaarlijks op den heiligen Zondag genaamd Belocken Passchen of Quasi modo geniti; met recht van wederkoop.
Geschied ten overstaan van Johann Kock, gogreve tom Santwelle van wegen Eerick vorst-bisschop van Munster, hertog to Sassen, Engern en Westphalen, en Berndt van Loide en Dirick Smedeskoinct als gerichtslieden, en meer goede lieden als getuigen, 1512 april 19 (upten maendach na Belocken Passchen). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den gogreve en van Rolof van Wullen.
782 Symon van Geysteren en Mathia, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een rente van 1 gulden 's jaars aan de junfferen te Hoffrugginck binnen Munster, 1512 juni 8 (des dinxstdages na sunte Bonifacius dage). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van S. van Geysteren is grotendeels afgespleten.
783 Roleff van Wullen, Udo en Margareta, diens echte kinderen, bekennen dat zij voor een ontvangen som gelds hebben verkocht en opgedragen aan Johan Smyt en Grete diens huisvrouw, een tiende groot en klein uit het erf en goed te Bussche gelegen in het kerspel van Vreden, buurschap ten Luttiken Merste, en voorts een smalle tiende uit het zelfde goed, een en ander te heffen en te beuren op St. Lambertus avond. Met recht van wederkoop, 1513 augustus 6 (op dach Sixti pape martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van R. v. Wullen is afgevallen.
784 Bernt ten Nelssynckhave en Mette Weynsynck, echtelieden, vergunnen aan Rolof van Wullen om jaarlijks op St. Martensdag in den winter of ongeveer 8 dagen daarna, te mogen vrijen en inlossen met 40 gulden het groenland genaamd dat Goeraicker, in het kerspel van Eybergen, welk land Rolof voornoemd hun eertijds voor een zekere som gelds verpand had, 1513 november 24 (op avont Katherine virginis et martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van Derick van Gheijnt, die op verzoek voor bovengenoemde echtelieden zegelt, is afgevallen.
785 Berndt van Wullen wijlen Aleffszoon, woonachtig op het huis Dulmen, en Barbara zijn huisvrouw, beloven Roleff van Wullen Udenszoon tor Nyenborch schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een rente van 1½ gouden Rijnsche gulden en 1 oort jaarlijks te voldoen op den dag van Benedictus abbatis aan Johan Schenckinck wijlen Themmenzoon, uit het erf geheten Hovemans-erve in het kerspel Dulmen, buurschap Wederden, 1515 maart 20 (up sunte Benedicti avent). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van B. van Wullen.
786 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Vastert Stule als Verwaerer van den Heiligen Geest ter Nyenborch tot behoef van deszelfs armen een jaarlijkse rente van 1 gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 20 dergelijke guldens. De rente binnen den Nyenborg jaarlijks op St. Michaelisdag te voldoen uit het erf en goed Voegelsanck gelegen voor den Nyenborg, 1515 september 17 (up sunte Lamberti episcopi dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
787 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan de heren domdekens en het capittel van de kerken te Munster een rente van 7½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 150 dergelijke guldens, de rente jaarlijks te voldoen op zondag Letare uit de erven Welinckhoff, Vogelsanghe en Nyelande.
Met recht van aflossing. Waarborgen blijven Johan van Bilrebecke, Symon van Geysteren en Herman van Keppell, 1517 maart 14 (sabato post Dominicam Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van verkoper en borgen zijn afgevallen.
788 Symon van Geisteren en Mathias, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 1 gouden gulden aan Hinrick Meyerman, vicarius van St. Servaes binnen Munster, 1517 september 2 (feria quarta post Decollationis Johannis baptiste). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van S. van Geisteren.
789 Symon van Geysteren en Mathias, zijne huisvrouw, beloven Gerlach van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 2 gouden Rijnsche gulden aan Gerd van Hewen, 1517 october 1 (upn donderdach sancti Remigii episcopi dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend beschadigd zegel in groen was van S. van Geysteren.
790 Roleff van Wullen, Udo, Anna, Jutte en Jasper, zijne echte kinderen, bekennen verkocht te hebben aan den domdeken en het capittel van de kerk te Munster een jaarrente van 10 gouden Rijnsche guldens voor een hoofdsom van 200 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Martensdag uit de erven Welinchoff en Nyelandt. Zij stellen met Jurgen van Wullen waarschap en behouden het recht van aflossing, 1517 november 10 (am avendt Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels van Roleff en Jurgen van Wullen, zijnde dat van laatstgenoemde nog gedeeltelijk in groen was aanwezig.
791 Johan van Bylrebecke en Goestike, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 5 gouden Rijnsche guldens rente, jaarlijks te voldoen op St. Paulus- en Petrusdag uit hun erf den Hof te Wemmerinck in het kerspel Heeck, welke jaarrente zij schuldig zijn wegens een ontvangen hoofdsom van 100 dergelijke guldens aan Heylken van Senden, provestinne en Heylken van Langen, kosteresse, en aan de gezamenlijke jufferen van het wereldlijke stift en capittel te Borchorst, 1517 november 11 (up sunte Martini episcopi dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Johan van Bylrebecke.
792 Gerlach van Wullen en Margareta, zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Elsen, weduwe van Hermen van Alen, boekslijter, burgeresse te Munster, een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden, voor een ontvangen hoofdsom van 50 dezer guldens; de rente jaarlijks binnen Munster te voldoen op St. Antonies dag uit de erven Heskemans, Rauwerdinck en Kulmans-erve in het kerspel Heeck gelegen.
Waarborgen blijven Symon van Geysteren en Roleff van Wullen. Met recht van wederlossing, 1518 januari 16 (up avent sunte Antonies abbatis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den verkoper en de borgen.
793 Gerlach van Wullen en Margaretha, zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Franciscus Mindmen, clerck en vicarius van de St. Ludgerikerk binnen Munster, een rente van 5 gouden Rijnsche guldens voor een ontvangen hoofdsom van 100 dezer guldens; de rente jaarlijks te betalen op St. Anthonies dag uit de erven Heeszkemans-erve, Rauwerdinck en Külemans-erve in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe.
Waarborgen blijven Symon van Geysteren en Roleff van Wullen. Met recht van aflossing, 1518 januari 16 (in profesto sancti Anthonii abbatis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende gedeeltelijk gebroken zegels in groen was van den verkoper en de borgen.
794 Gerlach van Wullen en Margareta zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Anthonius Tinneken, bezitter van de vicarie van het Heilige Kruisaltaar in de St. Ludgerikerk te Munster, een jaarlijkse rente van 5 gouden Rijnsche guldens voor een ontvangen hoofdsom van 100 dergelijke guldens, jaarlijks te voldoen op St. Anthonis dag in den winter uit de erven Heskemans-erve, Rauwerdynck-erve en Kulmans-erve, gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Aderlo. Met recht van aflossing.
Waarborgen blijven Symon van Geysteren en Roleff van Wullen, 1518 januari 16 (up avent sunte Anthonies abbatis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van G. van Wullen en S. van Geysteren; dat van R. van Wullen is afgevallen.
795 Roleff van Wullen tor Nyenborch bekent verkocht te hebben aan den domdeken en het capittel der kerk te Munster een jaarrente van 10 gouden Rijnsche guldens, voor een ontvangen hoofdsom van 200 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen op Paaschdag uit Welynckhof, Vogelsanck en Nyelant.
Waarborgen blijven Gerlach van Wullen Roleff's broeder en Symon van Geysteren. Met recht van aflossing, 1518 maart 27 (in vigilia Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels van den verkoper en de 2 borgen.
796 Roleff van Wullen tor Nyenborch bekent verkocht te hebben aan den eerbaren heer Johan Fresenhusen, werkmeester in den dom te Munster, ten behoeve van het werk en "fabriken" in voorschreven dom, een erfelijke jaarlijkse rente van 10 overlandsche gouden Rijnsche guldens, voor 200 dergelijke guldens hoofdsom, welke hij bekent ontvangen te hebben. De rente jaarlijks binnen Munster te betalen op den hilligen hochtijt to Paesschen uit de vrije erven en goederen Welynchoff, gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe, en Vogelsanck en Nyelant, beide gelegen voor den Nyenborch in het kerspel Heeck.
Waarborgen zijn Herman van Keppel en Gerdt van Hewen. Ten overstaan van den eerbaren heer Herman Merschman en Johan Kock, vicarissen in den dom te Munster, 1518 maart 29 (feria secunda post Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, van de uithangende zegels van Roleff van Wullen en de beide waarborgen, is alleen dat van den eerste in groen was nog aanwezig.
797 Roleff van Wullen tor Nyenborch bekent verkocht te hebben aan Gertrude Veyrdehalff, abdisse, Mechtild van Buerse, prioresse, Katherine Bisschopinck, kelnersche en den gezamenlijken juffern van het klooster te Rengherinck, ene jaarrente van 10 gouden Rijnsche guldens, voor een ontvangen hoofdsom van 200 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op Paaschen uit de erven Welynchoff en Nyelant.
Waarborgen blijven Johan van Bilrebeeck en Gerlich de Bever. Met recht van aflossing, een half jaar van te voren op te zeggen. Ten overstaan van Herman Mersschman, vicarius in den dom te Munster, en Wynterus Scheffer, den schrijver, 1518 maart 30 (feria tertia post Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den verkoper en de waarborgen.
798 Roleff van Wullen tor Nyenborch bekent verkocht te hebben aan Gertrude Veyrdehalff, abdisse, Mechtild van Buerse, prioresse, Katherine Bisschopinck, kelnersche en den gezamenlijken juffern van het klooster te Rengherinck, ene jaarrente van 10 gouden Rijnsche guldens, voor een ontvangen hoofdsom van 200 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op Paaschen uit de erven Welynchoff en Nyelant.
Waarborgen blijven Gerlich van Beveren tor Devesborch en Bernd Kerckerinck to Munster wonende op den olden Steynwege. Met recht van aflossing. Ten overstaan van Herman Mersschman, vicarius in den dom te Munster, en Winterus Scheffer den schrijver, 1518 maart 31 (feria quarta post Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van verkoper en borgen.
799 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Arnoldus Lubbeken, vicarius van den dom te Munster, een jaarrente van 8 gouden Rijnsche guldens, voor een ontvangen hoofdsom van 160 dezer guldens; de rente jaarlijks op St. Georgius martelaarsdag binnen Munster te voldoen uit de erven Wellynchove en Nyelande.
Gerlach van Wullen en Frederick van Beveren blijven waarborgen. Met recht van aflossing, 1518 april 22 (in profesto Georgii martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels van den verkoper en de 2 borgen in groen was.
800 Gerlach van Wullen en Margareta, zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Heyleken van Senden, provestinne, Heyleken van Langen, kostersche, en aan de gezamenlijke jufferen en heren van het capittel te Borchorst een rente van 1½ gouden Rijnsche gulden uit de erven Hessekinck en Rauwerdinck in het kerspel van Heeck.
Waarborgen blijven Symon van Geisteren en Roleff van Wullen. Ten overstaan van Johan Kock, gogreve te Santwelle, Conradus Kock en Gosschalk van Werden als keurnoten, 1518 november 19 (des friigsdages na sancti Brictii episcopi dage). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den gograaf, den verkoper en de 2 borgen.
801 Gerlich van Wullen en Margareta, zijne huisvrouw, bekennen voor 50 gouden overlandsche Rijnsche gulden verkocht te hebben aan Berte Holtmans, zaligen Hermans en Elselien dochter, 2 molt winterrogge, NYenborgher maat, jaarlijks te betalen op sunte Nicolaus daghe des hilligen bisschops of acht dagen daarna, uit het goed en erf Hessekinck en Kotlandt in het kerspel van Heick, buurschap Aderloe.
Ten overstaan van Rolof van Wullen, heer Coert, vicarius tho Epe en Johannes Isinck, koster, als "rechten tuchluden", 1518 december 6 (op sunte Nicolaus daghe des hilligen bisschops). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van Gerlich van Wullen is afgevallen.
802 Bernt van Munster, heer to Runen, en Anna van Raesfelt, zijne huisvrouw, bekennen dat Reyner van Raesfelt, heer then Luttikenhave, hun respectievelijke schoonvader en vader, hun heeft uitgereikt en overgeleverd al zulke zegels, brieven en pachtcedullen betreffende 25 Hollandsche morgen land gelegen in de Neder Betuwe, beneden Tiel, benevens 500 gouden Rijnsche guldens, als hij krachtens hunne huwelijksvoorwaarden beloofd had om één jaar na voltrekking van het huwelijk te voldoen, 1519 october 11 (des dinxdages nae sancte Gereon und Victoers mertelers dage). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Berent van Munster en Anna van Raesvelt, heer en vrouwe to Runen, en met uithangend zegel in groen was van den eersten ondertekenaar.
803 Heielke van Senden, provestinne, Heielke van Langen, kosteresse en de gezamenlijke junffern en heren van het wereldlijk stift en capittel to Borchorst verlenen Gerlach van Wullen en Margrete, zijne huisvrouw, de genade om een jaarlijkse rente van 1½ overlandsche gouden Rijnsche gulden, welke zij hem verkocht hebben uit de erven Hessekynck en Rauwerdinck, in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe, te mogen wederkopen met 30 dergelijke guldens, een half jaar van te voren op te zeggen, 1519 november 18 (des frigdages na Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van het capittel to Borchorst.
804 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Reyner Sodevelt, burger te Munster, en Ursula zijne huisvrouw, een jaarrente van 1 gouden Rijnsche gulden, wegens een ontvangen hoofdsom van 20 dezer guldens; de rente jaarlijks op Paaschdag te betalen uit het erf Wellinchoff in het kerspel Heeck. Met recht van aflossing, 1520 april 16 (feria secunda post Dominicam Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met het uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
805 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan den deken en het capittel van de kerk ten Olden Dom binnen Munster een jaarrente van 1 gouden Rijnsche gulden, wegens een ontvangen hoofdsom van 20 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen op: "unss Heren lichames dach genant in Latine corporis Christi" uit de erven het Nyelandt en Welinckhoff.
Borg blijft Symon van Geysteren. Met recht van aflossing, 1520 juni 6 (in profesto Corpis Christi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels van den verkoper en den borg, waarvan het laatste in groen was nog aanwezig is.
806 Gerlich van Wullen en Margareta, zijne huisvrouw, bekennen, dat zij verkocht hebben aan Dederick van Elen, canonick te Horstmar, een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 50 dergelijke guldens; de rente te voldoen op St. Vitusdag uit de erven en goederen Hesskinck en Rabbenhues gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe, en voorts uit hofsteden gelegen in het kerspel van Epe, buurschap Upmarke.
Met recht van aflossing een half jaar van te voren op te zeggen. Geschied ten overstaan van Johan Kock, gogreve te Santwelle, rentmeester te Ahuis en Horstmar van wegen Erick bisschop van Munster, hertog van Saksen en Westfalen, Johan Bastardt en Hinrick van Werden als keurnoten, Udo Isinck, Johan Albertinck en meer goede lieden als omstanders van het gericht, 1520 juni 16 (des saterdag post Viti). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den gogreve en van G. van Wullen.
807 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Stineken Messemans, moeder, en voorts aan de gezamenlijke junffern van het convent Rosendaill binnen Munster, een jaarrente van 1 gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 20 dezer gulden; de rente jaarlijks te voldoen op den dag van de geboorte van Johannes den Dooper uit het erf Welinckhoff.
Met recht van aflossing, 1520 juni 23 (in vigilia Nativitatis Johannis baptiste). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
808 Symon van Giestern en Matthias, zijn huisvrouw, beloven Johan van Bilderbecke en Roleff van Wullen schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 15 goudgulden jaarrente voor een hoofdsom van 300 goudgulden, welke zij schuldig zijn aan Herman van Keppell en Elyzabeth diens huisvrouw.
Zij stellen tot waarborg de erven, hoven en goederen Ramesberg bij Schopinge, Pegelshuyss en Lewelinck voor den Nyerborg, Albertinck, Nyeglave en Nyehuys in het kerspel Epe, 1520 september 10 (up manendach na Unser lieven Frouwen daige nativitatis Marie). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van S. van Geysteren.
809 Schadeloosbrief afgegeven door Symon van Geysteren en Mathias diens huisvrouw ten behoeve van Roleff van Wullen, 1520 october 5 (sexta feria post Remigii). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van S. van Geysteren.
810 Derick van Elen, vicarius der vicarie van den Heiligen Geest voor den Nyenborch, bekent dat hij aan Roleff van Wullen en Udo zijnen zoon, de genade gegeven heeft om ieder jaar op St. Johannes to middensommer te mogen aflossen en wederkopen met 40 gouden Rijnsche guldens de 2 gulden jaarlijkse rente gaande uit den Welinckhof.
Ten overstaan van Johan Kock, gogreve te Santwelle en rentmeester te Ahues en Horstmar, en Coerd Kock en Johan Bastart als keurnoten, Johan van Lintheloe en Berndt van Kernebecke als ommestanders van het gericht, 1520 november 6 (up dach Leonardi confessoris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. Kock.
811 Johan van Bilderbecke en Goisteken, zijne huisvrouw, ter Nyerborch, beloven Symon van Geisteren en Roleff van Wullen schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 200 goudgulden hoofdsom en 10 goudgulden rente, jaarlijks te voldoen op den dag van Purificationis Marie aan Joist Hardenacke.
Zij stellen tot waarborg hunne goederen Wanmarinck, Wemynck en Horst in het kerspel Heeck, 1521 februari 3 (in crastino Purificationis Marie). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk afgebroken zegel in groen was van Johan van Bilrebecke.
812 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Elzeken van Wullen, vrouwe, en aan de gezamenlijke junferen van het klooster te Asbecke een rente van 1½ gouden gulden, voor een ontvangen hoofdsom van 30 gouden guldens; de rente jaarlijks binnen Asbecke te betalen op Paaschdag uit het erf Welynchoff, 1521 maart 10 (up dem sundach Letare Jherusalem). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
813 Gerlach van Wullen en Margareta zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Johannes Holtman, pastoor, Arndt Wesselinck, Henrich Rengher en Henrich Krampe, raadslieden van de kerk ten behoeve van de Onze Lieve Vrouwe misse te Epe een rente van 6 schepel rogge voor een ontvangen som van 13 gouden Rijnsche guldens; de rente jaarlijks te voldoen op Petri ad Cathedram uit de goederen Hoffstede en Rawenhuisz.
Met recht van wederlossing. Ten overstaan van Everwijn Drolshaigen, canonik te Oldenzaal, Joan Edinck te Losser en Joannes Isinck, koster te Epe, als getuigen, 1521 april 9 (up dinxtedach na octavam Pasche). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van G. van Wullen.
814 Bauwe weduwe van Roleff van Munster bekent, dat zij aan Roleff van Wullen, van wien zij het vorige jaar gekocht heeft het huis to Hersevoirde met toebehoren, binnen het jaar zal overgeven de 180 gouden guldens in den koopbrief genoemd, benevens alle brieven en zegelen daarbij behorende. Zij verzoekt Sander Droste en Johan Droste to Visscherinck dit namens haar te beloven, terwijl beide laatstgenoemden tevens voor haar borg blijven, 1521 april 12 (up den freydach na Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van S. en J. Droste zijn afgevallen.
815 Symon van Gheisteren en Mathias, zijn huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 3 gouden Rijnsche guldens rente, jaarlijks te voldoen op St. Symons en Jude apostelsdag uit hun erf geheten den Hof te Ramesberg in het kerspel Schoppinge, buurschap Ramesberge en uit meer andere erven, welke jaarrente zij schuldig zijn wegens een ontvangen hoofdsom van 60 gouden Rijnsche guldens aan Johan Kock, canunnik te Horstmar, 1521 october 19 (am saterdage nae sunte Galli confessoris dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Symon van Gheisteren.
816 Johan Molner en Haseke, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden wegens een door hem van Mechtelt van Deypenbroick, kostersche te Asbecke, opgenomen en aan genoemde echtelieden uitgereikte som van 20 gouden guldens, benodigd voor het timmeren van hun afgebrand huis.
Ten overstaan van Herman van Keppell, een gekoren en gezworen richter in deze zaak, en Hinrick Mensynck en Herman Bonekeerll, burgers te Nienborch als keurnoten, 1522. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Herman van Keppel.
817 Herman Bonekerll en Locke, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarlijkse rente van 15 schillingen, welke zij schuldig zijn aan Styne Odelinck en hare kinderen, en welke rente jaarlijks op Paaschen binnen Munster betaald moet worden uit hunne 2 huizen te Nyenborch.
Geschied ten overstaan van Herman van Keppell, richter van het slot ter Nyenborch, Symon van Gheysteren en Johan Bylrebecke, keurnoten, en heer Johan Roseri, Bernt Brunynck, Claes van Schaete en meer andere lieden als ommestanders van het gericht, 1522 februari 27 (up den donredage nae sunte Mathie apostoli dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van den richter.
818 Symon van Gheysteren en Mathias zijne huisvrouw, beloven Gerlach van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 1 gouden Rijnsche gulden rente op Paaschen jaarlijks te voldoen aan Bernd Teutman, stafdrager in den dom te Munster, uit de erven den hof te Raemesberge in het kerspel Schoppingen, buurschap Ramesberge en uit Levelynck en Pegell in het kerspel Heeck, buurschap Wexte, 1522 april 12 (in vigilia Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van S. van Gheysteren.
819 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Gijsbert Scheppeler, vicarius in den dom te Munster ene rente van 2½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 50 dezer guldens; de rente jaarlijks te Munster op Hemelvaartdag te voldoen uit de erven Vogelsanck en Nyelant.
Met recht van aflossing. Waarborgen blijven Johan van Bilrebecke en Symon van Geysteren. Getuigen waren Hinricus Sterneman, vicarius in den dom te Munster, en Johannes Droste, canunik te Dulmen, 1522 mei 30 (crastino die Ascensionis Domini). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den verkoper en de borgen.
820 Borchart van Westerholte en Roleff zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen en Herman van Keppell schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van een jaarlijkse rente van 15 gouden Rijnsche guldens voor een hoofdsom van 300 dergelijke guldens, jaarlijks op den datum van dezen brief te voldoen aan Reyner Jodevels en Ursule zijne huisvrouw, burgers te Munster.
Zij stellen tot waarborg hun erven, hoven en goederen geheten Dinckelborch, Gesenhuess, Alferth en Volmerinck in het kerspel Epe, 1522 augustus 14 (in vigilia Assumptionis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van B. van Westerholt.
821 Symon van Gheisteren en Mathias zijne huisvrouw, beloven Rolef van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een rente van 5 gouden Rijnsche guldens aan Margarete Staels, domjuffer te Borchorst, 1522 september 28 (up sunte Michaelis avende). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van S. v. Geisteren.
822 Heielke van Senden, provestinne, Heielke van Langen, kosteresse en de gezamenlijke junfferen en heren van het wereldlijke stift en capittel to Borchorst bekennen, dat zij aan Gerlach van Wullen en Margreten, zijne huisvrouw, de genade gegeven hebben om ene rente van 5 gouden Rijnsche gulden jaarlijks, uit de goederen en erven Heskynck, Kotlandt en Rauwerdynck, in het kerspel Heeck, buurschap Aerle gelegen, weder te mogen kopen met 100 dergelijke guldens, ook in twee gedeelten af te lossen en een half jaar van te voren op te zeggen, 1523 mei 25 (uppen guden maendach na Pinxteren). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend beschadigd zegel in groen was van het capittel te Borchorst.
823 Gerlach van Wullen en Margareta zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Heyelken van Senden, provestinne, en Heyelken van Langen, kostersche en voorts aan de gezamenlijke junfferen en heren van het capittel te Borchorst, een jaarrente van 5 gouden Rijnsche guldens uit de erven Heskynck, Kothlant en Rauwersdynck in het kerspel Heeck, buurschap Aerle, voor een ontvangen hoofdsom van 100 dergelijke guldens. De rente jaarlijks te voldoen op Pinksteren; met recht van aflossing.
Waarborgen blijven Johan van Byllerbecke en Roleff van Wullen, borchmans van den Nyenborch, welken zij beloven schadeloos te zullen houden. Geschied ten overstaan van Johan Kock, gogreve te Santwelle, Conrades Kock en Gotschalcus van Werden als keurnoten en getuigen, 1523 mei 27 (uppen gudensdach na sunte Urbans dage des hylligen paweses). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van J. Kock, G. Wullen, J. van Byllerbecke en R. van Wullen.
824 Everwyn graaf te Benthem en van Stenforden belooft Gerloch van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 50 gouden guldens jaarlijkse rente aan Geerdt Overhagens en Anna diens huisvrouw, burgers te Munster, 1523 october 19 (des nesten daeges nae Luce evangeliste). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van den graaf.
825 Wijl Scholuke te Epe door ongelukken in gevangenschap te Oldenzaal is geraakt, van waar hij zonder onkosten niet vandaan is kunnen komen, doordat hij zich van den vijand heeft moeten loskopen, en wijl Gerlych van Wullen daarvoor 15 gulden en de raadslieden der kerk te Nienborch 3 oort gulden jaarlijks beloofd hebben, voor welke schuld Gerlych waarborg is gebleven, zo beloven Scholuke voornoemd met Alke zijne huisvrouw, Gese en Alke zijne voordochters, voor henzelf en voor hunne kinderen en hunne andere broeder en zusters, Gerlych voornoemd schadeloos te houden voor de hoofdsom en de rente, stellende zij tot waarborg hun huis en hun kamp of gaarde bij "der value" gelegen.
Ten overstaan van Berndt van Wullen, richter, en Johan Scheleberndes en Leffert Lambert te Epe, als keurnoten, 1524 januari 12 (dinxedach na Pauli primi eremite). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel van den richter in groen was.
826 Simon van Gheisteren en Mathias, zijne huisvrouw, beloven Godert van Heeck en Anna, diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 100 gouden overlandsche Rijnsche gulden hoofdsom en 5 dergelijke guldens rente jaarlijks te betalen op den datum van dezen brief aan Johan Schenckynck zaligen Themmenzoon te Munster, uit hunne erven en goederen den Hof to Ramesberge in het kerspel Schoppinge, buurschap Ramesberge, en Pegeyll en Levelinck beide in het kerspel Heeck, buurschap Wexte, 1524 maart 12 (up sunte Gregorii des hylligen pawes dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend beschadigd zegel in groen was van Simon van Gheisteren.
827 Brief van schadelooshouding afgegeven door Everwijn graaf van Benthem en Stenforden ten behoeve van Roloff van Wullen wegens diens borgstelling voor een rente van 20 gulden jaarlijks aan Johan Boelands, burgemeester te Munster, 1524 april 25 (des manendagh nae dem sondage Cantate). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van den graaf van Bentheim-Steinfurt.
828 Gerlach van Wullen bekent, dat hij verkocht heeft aan Cord Roseri, tot behoef der vicarie van St. Katherine altaar te Epe, een jaarlijkse rente van 10 schepel rogge, Eper maat, voor 25 gouden Rijnsche gulden ontvangen hoofdsom; de rente jaarlijks te voldoen op den dag van dezen brief uit de erven Hoffstede in het kerspel van Epe, Heskynck en Rabbenhus in het kerspel van Heeck; met recht van aflossing. Ten overstaan van Joannes Isinck, Hynrick Krampe en meer goede lieden als getuigen, 1525 februari 22 (up dach Cathedra Petri apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van G. van Wullen.
829 Gerlach van Wullen bekent verkocht te hebben aan den eerzamen heer Albert Welynck 6 schepel winterrogge, Nijenborger maat, voor 15 Philippus guldens, welke hij verklaart te hebben ontvangen. De roggerente jaarlijks te betalen op St. Martensdag of binnen 14 dagen daarna, uit zijn gezamenlijke goederen, welke hij nu heeft of nog krijgen zal, in het bijzonder uit het erf Heskinck in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe; met recht van aflossing. Ten overstaan van Leffert Lamberts en Johannes Isinck en meer goede lieden, als getuigen, 1525 november 10 (in vigilia Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in bruin was van Gerlach van Wullen.
830 Johan van Bylrebecke en Goesteken, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen, hun neef en zwager, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 5 gouden Rijnsche guldens, jaarlijks te voldoen op St. Jacobsdag uit de erven en goederen den Hof to Brunynck en den Hof to Koeldynck, beide gelegen in het kerspel Schoppinge, buurschap Stockem, welke rente zij - wegens een ontvangen hoofdsom van 100 gouden guldens - schuldig zijn aan Johan Dyckman, amptman van het stift van St. Marie te Overwater binnen Munster, 1526 juli 26 (uppen donredach na Jacobi apostoli dage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. van Bylrebecke.
831 Roleff van Wullen tor Nyenborch bekent verkocht te hebben aan Berthold Bisschopinge, canonik en senior van de St. Mauritiuskerk buiten voor Munster, een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 50 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Lucie dag uit de erven Vogelsanck en Nilan, beide in het kerspel Heeck, buurschap Wexte.
Waarborgen blijven Gerlach van Wullen en Johan van Bilderbecke. Met recht van aflossing, een half jaar van te voren op te zeggen, 1526 december 13 (feria quinta ipso die Lucie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den verkoper en de 2 borgen.
832 Roloff van Wullen tor Nyenborch bekent verkocht te hebben aan Berthold Bisschopinge, canonik en senior van de St. Mauritiuskerk buiten voor Munster, een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 50 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Thomasdag uit de erven Vogelsanck en Nilan, beide in het kerspel Heeck, buurschap Wexte.
Waarborgen blijven Gerlach van Wullen en Johan van Bilderbecke. Ten overstaan van Arndt Belholdt, richter in de stad Munster, en Bertholdt Travelman, 1526 december 20 (feria quinta in vigilia Thome apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van R. van Wullen en J. van Bilderbecke, dat van G. van Wullen is afgevallen.
833 Roleff van Wullen belooft Gerlich van Wullen, zijn broeder, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van twee jaarrenten, te samen bedragende 5 gouden Rijnsche guldens. Het betreft een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 50 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Lucie dag (zie inv.nr. 831), en een jaarrente van 2½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 50 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Thomasdag (zie inv.nr. 832). Beide uit de erven Vogelsanck en Nilan, in het kerspel Heeck, buurschap Wexte, 1526 december 20 (up avendt sunte Thome apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van R. van Wullen is afgevallen.
834 Gerlach van Wullen ten Rodenberche bekent verkocht te hebben aan Gesen Schomakers te Gronowe, en Luken haar zoon, een rente van 1 molt winterrogge, Eper maat, voor een ontvangen som gelds, de rente jaarlijks binnen Gronau te betalen op 11000 Maagdendag uit de erven Heskinck, Rabbenhuys en Kulemanshuys gelegen te Aderlo in het kerspel Heeck.
Met recht van wederlossing. Ten overstaan van Johannes Holtman, pastoor te Epe, Leffert Lambertz en Gert Gerdynck als tugesluden, 1527 october 22 (up dinxtedach na den Elven dusent juffern dach). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel van G. van Wullen in groen was.
835 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Johan Roseri, vicarius van het vroegmisse-altaar ter Nyenborch, en Margarete diens zuster, een rente van 1 molt winterrogge, Nygenborgher maat, voor een hoofdsom van 25 gouden Rijnsche guldens; de rente jaarlijks op St. Simon en Judas dag binnen den Nyenborch te voldoen uit de erven den Welinckhoff, Nygelandt en Voegelzange. Met recht van aflossing. Tot waarschap worden de drie voornoemde erven gesteld, 1527 october 27 (up den avendt Simonis et Jude apost.). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
836 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Gerhard Hollender, woonachtig binnen Munster, ene rente van 1 molt winterrogge, Nyenborger maat, voor een ontvangen hoofdsom van 26 gouden Rijnsche guldens; de rente jaarlijks te voldoen binnen den Nyenborg op St. Simon en Judas dag uit de erven Welinckhoff en Nyelandt. Met recht van aflossing, 1527 october 27 (up den avendt Simonis et Jude apost.). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
837 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Johan ten Waterham den Olde, pastoor te Ochtorpe, een jaarrente van 1½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 30 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op den zondag Letare Jerusalem uit de erven Vogelsanck en Nyelandt. Met recht van aflossing, 1529 maart 3 (up den goedensdag nae den sundage Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met het uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
838 Johan Valke tom Rokell en Anna zijne huisvrouw, met Berndt Valke tor Vechte en Anna diens huisvrouw, beloven Roloff van Wullen, keukenmeester, schadeloos te houden voor zijn borgstelling voor de betaling van 50 gouden Rijnsche guldens jaarlijks aan Johan van Langen tom Venehuss en Johanna, diens huisvrouw, wegens den overdracht door deze beide laatsten, uit hoofde van schulden, gedaan aan de gebroeders Valke van de vaderlijke en moederlijke erfenis, 1529 juni 12 (crastino Barnabe apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van J. en H. Valke.
839 Gerlich van Wullen bekent verkocht te hebben aan Stheven van Mechelen, vrouwe van het klooster Asbecke ene rente van 1½ gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 30 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen op den dag van Visitationis Marie uit het erf en goed Meynerdynck in het kerspel Legden. Met recht van aflossing, 1529 juli 4 (up dem hylgen sundach na Visitationis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend doch afgespleten zegel in groen was van G. van Wullen.
840 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Herman ter Haer en Merrien, diens huisvrouw, een korenrente van 1molt winterrogge, Nyenborgermaat, voor 29 gouden guldens hoofdsom; de rente jaarlijks binnen den Nyenborg te voldoen op Letare Jherusalem uit het erf Welynckhoff. Met recht van aflossing, 1530 maart 28 (upn maendach nae dem sundage Letare Jherusalem). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
841 Johan Robbe en Styne, zijne huisvrouw, eigenhorige lieden van Gerlach van Wullen ten Ruddenberge, bekennen dat zij met consent van Gerlach voornoemd verkocht hebben aan Hinric Krechtinck en Elze diens vrouw, burger te Schoppinge, een rente van 6 schepel winterrogge, voor een ontvangen hoofdsom van 14 gouden Rijnsche guldens, jaarlijks te voldoen op St. Jacobsdag uit het door hen bewoonde erf en goed Rabbenhuis. Met recht van wederinlossing.
Ten overstaan van Arnt Belholt, richter en gogreve te Santwelle, Evert Konynck en Johan Benolken, burgemeesteren te Schoppingen als keurnoten, Tylmanus Albertinck, Hermannus Boddinck, Hinrich van Werden als ommestanders van het gericht en Gerlach van Wullen als heerschap zijner lieden van het erf Rabbenhuis voornoemd, 1530 juni 30 (am donredage nae sunte Johannes baptiste nativitatis daghe). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangende zegels in groen was van A. Belholt en G. van Wullen.
842 Gerlych van Wullen ton Roedenberge bekent verkocht te hebben aan Detmar Kosters, vicarius te Heeck, ene rente van 1 molt winterrogge, Nyenborgermaat, voor een ontvangen hoofdsom van 33 gouden Rijnsche guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Martensdag uit de erven Heskynck, Kotlandt en Rabbenhuis in het kerspel Heeck, buurschap Aerloe. Met recht van aflossing, 1530 september 28 (up avendt Michaelis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, ondertekend door G. van Wullen, met diens uithangend zegel in groen was.
843 Roleff van Wullen, borchman ter Nyenborch, en Udo zijn zoon, bekennen verkocht te hebben aan Margarete van Wullen, provestinne, en aan Heyleken van Langen, kostersche, en aan de gezamenlijke junffern van het wereldlijke stift en capittel te Borchorst, ene rente van 6 gouden Rijnsche guldens voor een ontvangen hoofdsom van 120 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen op St. Martensdag uit de erven Welinckhoff en Nyelandt.
Waarborgen blijven Johan van Bylrebecke en Herman van Keppele, borchmannen van den Nyenborch. Met recht van aflossing. Geschied ten overstaan van Arndt Belholt, gogreve te Santwelle, Johan Krechtynck en Everdt Konynck, keurnoten, Engelbert van Raisfelde en Johan van Lyntell, ommestanders van het gericht, 1530 november 13 (up dach Brictii episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den gogreve, van R. van Wullen en van de 2 borgen.
844 Johan Billerbecke en Gosteke, zijne huisvrouw, beloven den erentfesten en erbaren Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 3 gouden guldens aan Gerd Bodden, vicarius, en aan Gerhardus Lodige en Tonies Hoetmaker, provisoren van het Nyenhospitaels te Rene (Rheine), 1530 december 20 (am dinxdage avont Thome apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. Billerbecke.
845 Johan van Bylrebecke en Goesteke, zijn vrouw, beloven Roleff van Wullen, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 1½ gouden Rijnsche gulden aan Gertruidt van Oldenhues, vrouwe en aan de gezamenlijke junfferen van het stift te Honholte, en van 5 gouden Rijnsche gulden aan Johan Molber, vicarius te Honholte, jaarlijks te voldoen op Onser liever Vrouwendag Purificationis uit hunne erven den hof te Brunynck en den hof te Koildynck, beide in de buurschap Stockum, en uit den hof te Ghemen in de buurschap Ghemen, en alle drie in het kerspel van Schoppinge, 1531 februari 3 (up dach sancti Blasii episcopi martiri). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Johan van Bylrebecke.
846 Berndt van Westerholt, Coirdt van Daelle en Borchardt van Westerholt beloven Roleff van Wullen, hun maag en zwager, schadeloos te houden voor zijne borgstelling, welke hij met Johan van Geisteren, voor Johan van Munster, drost te Stenforde, gedaan heeft, voor de betaling van 250 gouden guldens hoofdsom en 12½ dezer guldens rente aan Hinrick Haecken, domdeken van de kerk te Munster. Zij stellen ieder enige hunner goederen en erven tot waarschap, 1531 februari 22 (up suncte Petersdach ad cathedram). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van Berndt van Westerholt, Coirdt van Daelle en Borchardt van Westerholt.
847 Gerlich vann Wullen tho denn Rodenberge zaligen Udenn's zoon, verkoopt aan Nicolaas Stulen, pastoor te Asbecke, het recht van wederkoop en aflossing dat hij heeft aan 2 molt rogge - Nienborger maat - jaarlijkse rente, welke rente hij verkocht had aan wijlen Berte Clawes en hare erfgenamen uit zijn erf Meynerdynck, in het kerspel Ledden, buurschap Weer. Genoemde pastoor krijgt daardoor het recht om deze roggerente jaarlijks op St. Marten dag te lossen met 50 gouden guldens, waarvoor hij aan Gerlich voornoemd 10 goudgulden boven deze 50 goudguldens heeft betaald.
Met recht van wederinlossing, mits niet binnen de eerstkomende 12 jaren. Ten overstaan van Udo Ysynck en Werner Smedes als dedingsvrienden., 1531 maart 30 (am donredag na den sundach Judica). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van G. van Wullen is afgevallen.
848 Gerlach vann Wullen tho denn Rodenberge zaligen Udenzoon bekent verkocht te hebben aan Nicolaas Stulenn, pastoor der kerk te Asbecke, een rente van 5 oirth goldes, welke hij van wijlen Goswijn Molners, pastoor der kerk te Metelen, voor 1 molt rogge afgelost had, voor een hoofdsom van 25 gouden Rijnsche guldens, welke wijlen Johan van Asbecke en Elyzabeth diens huisvrouw aan den pastoor van de kerk te Asbecke indertijd gegeven hadden om daarvoor op St. Gertrudisdag jaarlijks ene memorie te houden. De rente moet jaarlijks voldaan worden op St. Martensdag uit de erven Rauwerdynck in het kerspel Heeck, buurschap Arloe, en Meynerdynck in het kerspel Legden, buurschap Weer. Met recht van aflossing, 1531 november 11 (ipso die Martini episcopi hiemalis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van G. van Wullen is afgevallen.
849 Rolof van Wullen en Udo van Wullen, vader en zoon, bekennen verkocht te hebben aan Hynrick van Elen, vicarius en rector van het Onze Lieve Vrouwen en St. Antony altaar in de kerk te Nyenborch, ene rente van 4 gouden Rijnsche gulden, voor een hoofdsom van 80 dezer guldens; de rente jaarlijks op Maria Lichtmis te voldoen uit de erven Welinckhoff en Voegelsanck. Met recht van aflossing. Waarborg blijft Johan van Gheisteren, 1532 februari 1 (up avendt Purificationis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van de verkopers en den borg zijn afgevallen.
850 Johan van Gheisteren en Gertruedt, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 4 gouden Rijnsche guldens, alle jaar te voldoen op den dag van Purificationis Marie virginis uit de erven Lefferdynck, Levelynck en Pegellynck, alle gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Wexte, welke rente zij schuldig zijn aan heer Johan Morryen, domheer van de kerk te Munster, wegens een ontvangen hoofdsom van 80 gouden guldens. Zij stellen tot waarborg de bovengenoemde erven en voorts al hun andere goederen, 1532 februari 1 (up avendt Purificationis Marie). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. van Gheisteren.
851 Gerlych van Wullen ton Roedenberghe bekent verkocht te hebben aan Vastert Stuele, Hynryck Mensynck en Symon Beckers, raadslieden der kerk ter Nyenborch en ten behoeve dier kerk, een rente van 1 gouden Rijnsche gulden, voor een ontvangen hoofdsom van 20 dezer guldens; de rente jaarlijks te voldoen op den zondag Letare uit de erven Kodtlandt en Heskynck. Met recht van aflossong, 1532 maart 8 (upn frydach nae den sundage Oculi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van G. van Wullen is afgevallen.
852 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Hynricus Uppenkampe, koster ter Nyenborch, en Lysen diens huisvrouw, ene jaarrente van 4 gouden Rijnsche guldens voor een ontvangen hoofdsom van 80 dergelijke guldens; de rente jaarlijks te voldoen op den dag van Annunc. Marie uit de erven Voeghelsanck en Nygelandt. Met recht van aflossing. Waarborg blijft Johan van Gheisteren, 1532 maart 24 (up avendt Annunciationis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van R. van Wullen en J. van Gheisteren.
853 Herman ter Haer en Merrye, zijne huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 4 gouden Rijnsche guldens aan Hynricus Uppen Kampe, koster ter Nyenborch, en Lyzen zijne vrouw.
Geschied ten overstaan van Herman van Keppell, richter van het slot ter Nyenborch, en diens keurnoten, 1532 maart 24 (up avendt Annunciationis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend, doch deels afgespleten zegel in groen was van H. van Keppell.
854 Roleff van Wullen belooft Johan van Gheysteren schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 4 gouden Rijnsche guldens voor een ontvangen hoofdsom van 80 dergelijke guldens (zie inv.nr. 852), 1532 maart 24 (up avendt Annunciationis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van R. van Wullen is afgevallen.
855 Ermegardt van Depenbrock, weduwe van Herman van Wullen to Ravenshorst, Gerlach, Herman en Eylert van Wullen, haar zonen, beloven Roleff van Wullen, hun zwager en "vedder", schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een rente van 10 gouden Rijnsche guldens, jaarlijks te voldoen op den datum van dezen brief aan Moirbecken van Oldenhus en Anna diens huisvrouw, 1532 maart 25 (up dach Marie Annunciationis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was, voorzien van tegenzegel, van Gerlach van Wullen, hebbende zijne moeder en zijn broeders Herman en Eylert zelf geen zegel.
856 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan den eerbaren heer Johan van Wullen, zijn "vedder", thans woonachtig in het dorp Aelten in het ambt van Brederfordt, een jaarrente van 1 gouden Rijnsche gulden en 1 oort voor een hoofdsom van 25 dezer guldens, welke som Udo van Wullen, "miin zoen zelliger den Godt genedych", van Johan ontvangen heeft. De rente jaarlijks te voldoen op den datum van dezen brief uit de erven Kulmanshus en Rauwerdynck, kerspel Heeck, buurschap Arloe. Met recht van aflossing, 1532 april 7 (upn sundach Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
857 Godert van Heeck en Anna, zijn huisvrouw, beloven Roleff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 3 overlandsche gouden Rijnsche gulden jaarrente, jaarlijks te voldoen op Philippus en Jacobus dag aan Johan van Ghaelen, vicarius van het St. Catharina-altaar te Epe, uit het erf Helmertynck, gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Arler, en waarvan de hoofdsom 60 dergelijke guldens bedraagt. Zij stellen tot waarborg al hunne gereede en ongereede goederen, 1532 april 30 (up avendt Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van G. van Heeck.
858 Herman van Keppell ruilt met Roleff van Wullen, zijn "vedder", een eigenhorige persoon tegen ene andere, 1532 december 4 (upten dage Barbara virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van H. van Keppell is afgevallen.
859 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Hynryck van Elen, vicarius van de Ons Lieve Vrouwe en St. Anthonys altaren ter Nyenborch, een jaarrente van 2 gouden Rijnsche guldens, voor een ontvangen hoofdsom van 40 dergelijke guldens, de rente jaarlijks te voldoen op den datum van dezen brief uit de erven Raeuwerynck en Kulman in het kerspel Heeck, buurschap Arloe. Met recht van aflossing. Tot waarschap worden beide voornoemde erven gesteld, 1533 maart 17 (up dach Gertrudis virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van R. van Wullen is afgevallen.
860 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Johan Bilrebecke en Gebben zijne huisvrouw, burger te Ahues, ene jaarrente van 1½ gouden gulden voor een som gelds, welke Roleff's overleden zoon Udo van Wullen, blijkens een door hem nagelaten handschrift, ontvangen heeft; de rente jaarlijks te voldoen op Purificationis Marie uit de erven Welynckhoff te Heick en Wynckelhuess te Wullen. Met recht van aflossing, 1534 februari 3 (up dach Blasii episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
861 Roleff van Wullen doet afstand ten behoeve van Benedictus van Wullen, zijn natuurlijken bastaard zoon, en katherine diens huisvrouw, van vier stukken land, te samen getaxeerd op 6 à 7 schepel zaads, gelegen op de Grote Assche en van een gaarde gelegen voor den Nyenborch; met recht van inlossing ieder jaar op St. Michaelis dag met 60 gouden Rijnsche guldens, 1534 februari 26 (upten donredach nae sancte Mathie apostoli dage). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van R. van Wullen is afgevallen.
862 Rentebrief van 2 molt winterrogge, Nyenborger maat, afgegeven door Roleff van Wullen aan Benedictus van Wullen, zijn bastaard zoon, en Katherine diens huisvrouw. Met recht van aflossing, 1534 september 29 (up dach Michaelis archangeli). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met het uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
863 Roleff van Wullen geeft aan Johan Stenfort en Locke diens huisvrouw, een nieuwen rentebrief, wijl de oude brief door een onvoorzienen brand te Gronau met hun huis verloren is gegaan.
De oude brief hield in, dat Gerlach van Wullen, Roleff's broeder, met Margarete zijne huisvrouw, aan voornoemde echtelieden verkocht hadden een korenrente van2 molt winterrogge uit het goed ter Hoefstede. Met recht van aflossing. Ten overstaan van Johannes Holtman, pastoor, en Johannes Isinck, koster te Epe, 1534 november 10 (an vigilia Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in bruin was van R. van Wullen.
864 Wijl Gerlach van Wullen bepaald had, dat na zijn dood het erf en goed Hoffstede met toebehoren, in het kerspel van Epe gelegen, aan zijn natuurlijken zoon Udo zou komen en diens moeder Elseken Blomen de lijftocht van dit goed zou genieten, zo bepaalt Roleff van Wullen, Gerlach's broeder, om reden dat genoemd goed niet van de Wullensche stamgoederen gescheiden mag worden, dat Udo en zijn moeder voornoemd instede daarvan, door overlijden van Gerlach van Wullen, zullen ontvangen 140 gouden guldens, welke voor hen op interest uitgezet zullen worden.
Ten overstaan van Johannes Holtman, pastoor te Epe, en Benedictus, bastaardzoon van Roleff van Wullen, 1534 november 25 (up dach Katharyne virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van R. van Wullen ontbreekt.
865 Goessen van Raisfelt zalligen Reynertz van Raisfeltz naegelaten echte soenne bekent, dat hij aan Nicolaus van Raisfelt, zijnen bastaard broeder, om den trouwen dienst, welken hij vroeger wijlen zijn vader gedaan heeft, gegeven heeft een jaarlijkse rente van 2 gouden overlandsche Rijnsche gulden uit zijn erven en goederen geheten Hemsynck en Albertynck gelegen in het gericht van Coesfeld, alle jaar te betalen op Martini Episcopi dag in den winter, met recht van aflossing met 40 dergelijke guldens. Daarentegen belooft Nicolaus voornoemd dat hij of zijn erfgenamen Goessen voornoemd niet manen zullen wegens tot dusver onbetaald gebleven schuld of verdiend loon, hetwelk hij, Nicolaus, van wijlen zijn vader nog ten achteren is, 1535 maart 31. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Goessen van Raisfelt is afgevallen.
866 Roleff van Wullen bekent verkocht te hebben aan Johan Stenfford en Locken diens huisvrouw, ene rente van 14 schepel winterrogge Nyenborgermaat, jaarlijks te betalen op St. Philippus en Jacobusdag uit het erf en goed genaamd de Hoffstede in het kerspel van Epe, voor een hoofdsom van 35 gouden Rijnsche gulden, welke hij verklaart ontvangen te hebben. Met recht van aflossing, 1535 april 30 (an vigilia Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van Roleff van Wullen.
867 Goissen van Raisfelde en Jaspar van Wullen, zijne huisvrouw, beloven, krachtens de tussen hen beide opgerichte huwelijkesvoorwaarden, dat zij op aanstaanden Johannes to Middensommer dag of binnen veertien dagen daarna, aan Diderych van den Berghe en Anna van Wullen, diens huisvrouw, zullen uitbetalen 1500 gouden Rijnsche guldens, en bovendien nog 1500 dergelijke guldens binnen een jaar na overlijden van Roleff van Wullen, hun vader; waarop Diderych van den Berghe en Anna van Wullen, voor zich en hunne erfgenamen, afstand doen van haar vaders- en moeders goed.
Voorts doet juffer Jutte van Wullen to Asbeck, met Diderych van den Berghe als haar gekoren momber, afstand van haar aanspraak op de vaderlijke en moederlijke goederen, waarvoor zij krachtens den daarover opgemaakten "vertychtsbreve" heeft ontvangen:
a. twee stukken erf, geheten Meynert en Popper, beide in het kerspel Ledden, kommervrij en onbezwaard;
b. de tienden te Ochtorpe, na doode van juffer Margarete van Wullen, provestinne te Borchorst;
c. de tienden over Borstynck van 22 schepel weit, Schoppingermaat;
d. de tienden over Berntzfelt voor den Nyenborgh van 14 schepel rogge, Nyenborgher maat;
e. een garf tiende te Vreden, gelijk staande met 6 schepel rogge, 6 schepel boekweit en 6 schepel haver, na doode van haar vader.
Ten overstaan van Roleff van Wullen, als vader van de partijen, Herman van Keppell, Aleff en Reijner van Raisfelde.
In twee exemplaren opgemaakt - welke beide aanwezig zijn - respectievelijk bestemd voor Diderych van den Berghe en Jutte van Wullen, 1535 augustus 2 (up manendagh na Petri ad vincula); in tweevoud. 1 charter
N.B. Op perkament, van beide exemplaren is het uithangend zegel van Goissen van Raisfelde afgevallen.
868 Goessenn van Raiszvelt zaligen Reynerts zoon en Jasper, zijne huisvrouw, beloven Arnndt van Raiszvelt, hun neef, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 5 gouden Rijnsche guldens, jaarlijks op Cathedra Petri te voldoen aan Rotger Reders, Johann Berthlinck en Johan Aillers to Bockinchusenn, raadslieden van de St. Janskerk te Bilderbecke.
Zij stellen daarvoor tot waarborg hunne erven en goederen genaamd Deythmarszerve te Honpollingenn, en Goverdinck en Ailmerinck in de buurschap Oldendorpe, en Nyehuys in de buurschap Hameren, alle in het kerspel Bilderbecke gelegen.
Geschied voor Coirdt Cloeck, gogreve to Hastehusenn en richter to Bilderbecke, van wegen den heer en vorst Frantz confirmerter des stichts van Munster en Osenbruge, en Gerdt Kosters en Gerdt Vronynck, schepenen te Bilderbecke, als keurnoten, en heer Berndt Hoepinck en heer Gothschalck Hoppenbrouwer, vicarissen in de St. Janskerk te Bilderbecke en Lutgerus Oisterman, notaris, als getuigen, 1536 april 12 (up den neigstenn gudenstage na dem sundage palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van den gogreve en van Goessenn van Raiszvelt zijn afgevallen.
869 Goessen van Raisvelt seligen Reynertz zoon bekent verkocht te hebben aan heer Bernd Hoepinck, vicarius en bezitter van het Lieve Vrouwe Altaar in de St. Johanskerk te Bilderbecke, ene jaarlijkse rente van 10 gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 200 gouden gulden, te betalen jaarlijks op Cathedra Petri, uit de erven Deythmarsch-erve to Honpollingen, Goiverdinck en Ailmerinck in de buurschap Oldendorp, kerspel van Bilderbecke, voor welke schuld Arndt van Raisvelt borg blijft. Ten overstaan van Coirdt Cloeck, gogreve to Hastehusenn en richter to Bilderbecke, van wegen den heer en vorst Frantz confirmerter des stichts van Munster en Osenbruge, en Gerdt Kosters en Gerdt Vronynck, schepenen te Bilderbecke, als keurnoten, en heer Berndt Hoepinck en heer Gothschalck Hoppenbrouwer, vicarissen in de St. Janskerk te Bilderbecke en Lutgerus Oisterman, notaris, als getuigen, 1536 april 12 (up dem neigstenn güdenstage na dem sundage Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van den gogreve en van Goessen en Arndt van Raisvelt zijn afgevallen.
870 Goessenn van Raissvelt zaligen Reynertz zoon en Jaspar diens huisvrouw, beloven Arnndt van Raissvelt, zijn vedder, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van de jaarlijkse rente van 10 gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 200 gouden gulden, te betalen jaarlijks op Cathedra Petri, uit de erven Deythmarsch-erve to Honpollingen, Goiverdinck en Ailmerinck in de buurschap Oldendorp, kerspel van Bilderbecke, voor welke schuld Arndt van Raisvelt borg blijft. Zij stellen tot waarborg al hunne goederen, nu hebbende of nog krijgende.
Geschied ten overstaan van Coirdt Cloeck, gogreve to Hastehusenn en richter to Bilderbecke, van wegen den heer en vorst Frantz confirmerter des stichts van Munster en Osenbruge, en Gerdt Kosters en Gerdt Vronynck, schepenen te Bilderbecke, als keurnoten, en heer Berndt Hoepinck en heer Gothschalck Hoppenbrouwer, vicarissen in de St. Janskerk te Bilderbecke en Lutgerus Oisterman, notaris, als getuigen, 1536 april 12 (up den neigstenn güdenstage na dem sondage Palmarum). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van den gogreve en van Goessenn van Raissvelt zijn afgevallen.
871 Wijl Roleff van Wullen op verzoek van Eylart van Wullen, borg was gebleven tegenover Frans, bisschop van Munster en Ossenbrugge en administrator te Minden, wegens Eylart's broeder Gerlach van Wullen, zo belooft Eylart voornoemd Roleff schadeloos te zullen houden voor zijne belofte, waarvoor hij tot onderpand stelt al zijne erven en goederen, waar die ook gelegen zijn. Tot meerdere vestenis dezer belofte bezegelt Adriaan van Twyckelloe, zwager van Eylart van Wullen, deze brief.
Bovengenoemde Gerlach van Wullen was - zoals de oorkonder verder vermeldt - bij de verovering van Munster (15 juni 1535) gevangen genomen en een tijdlang te Horstmar gevangen gehouden, doch op voorspraak van Philips graaf to Waldegge (Waldeck) en van meer goede vrienden losgelaten, onder belofte zich niet meer met de secte der Wederdopers te zullen inlaten, 1536 mei 8 (des maendages naest mey). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van Eylart van Wullen en Adriaen van Twyckelloe is het laatste afgevallen en het eerste in groen was aanwezig.
872 De gezamenlijke buren van de mark en buurschap Arler (ten getale van 42 met namen vermeld) bekennen verkocht te hebben aan Roleff van Wullen een stuk land, waarvan de begrenzingen worden aangegeven, en zulks voor een som gelds welke zij ontvangen hebben en zulks tot behoef van de aanzienlijke schatting en wederstand der Wederdopers, welke zij allen hadden moeten betalen.
Geschied ten overstaan van Johan van Gheysteren, gogreve te Santwelle van wege Frans, vorst-bisschop van Munster en Osenbrugge en administrator van Minden, Gerlych de Bever en Herman van Keppell als keurnoten van het gericht, 1536 october 13 (uppen frydach nae dage Gereonis et Victoris martirum). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den gogreve en de keurnoten.
873 De gezamenlijke naburen der Wychener Marcke, gelegen in het kerspel van Heeck, verkopen aan Ghosen van Raesfelt en Jasper, diens huisvrouw, alle "sodane pennynck van gelde" als zij en hunne voorvaderen jaarlijks beurden uit een stuk land, geheten "dye luttyke Veltkamp", aan de Heyginck gelegen, voor een som gelds, welke zij van de kopers bekennen ontvangen te hebben.
Ten overstaan van Johan van Gheysteren, gogreve tom Santwelle namens de vorst-bisschop van Munster en Osenbrugge, administrator to Mynden, Johan van Bylderbecke en Herman van Keppell als keurnoten, en her Herman Schoinwech, pastoer, her Johan Roseri, vicarius ter Nyenborch, Herman ter Haer, Jaspar Kloith, Claes van Schaten en Berndt Brunynck als getuigen, 1536 october 13 (upten frydach nae dage Dionisii et sociorum eius). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den gogreve en de keurnoten.
874 Franciscus, confirmerter te Munster en Osenbrugge, administrator te Minden, voorts domdeken en capittel der kerken, ridderschap en landschap van het stift van Munster, beloven Roloff van Wullen schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 16000 goudguldens aan Clara von Haetzfelt, weduwe van juncker Johann to Bueren en hare kinderen.
Bezegeld door 1. Franciscus, bisschop voornoemd; 2. domdeken en capittel; 3. en 4. Arndt van Raisfelt en Berndt van Westerholte voor de ridderschap, en 5. en 6. Johann van Graesz en Wilbrant Ploniesz van wege de steden en het landschap, 1537 april 1 (am hilligen Paesschedage). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels van 1, 2, 3, 5 en 6; het eerste in rood was, de overigen in groen was; dat van nr. 4 is afgevallen.
875 Hinrick Maegh, pastoor, en de provisoren en voogden der kerk te Stenebelde, met consent van Fien weduwe van Steven van Brae, dragen over aan Eden Nigehus een tijnsbrief van 5 Philips gulden 's jaars, welke Nese, weduwe van Everd van Bakell van Gerlich en Roloff gebroeders van Wullen voor 100 dezer guldens had gekocht (zie inv.nr. 768). Met recht van aflossing.
Ten overstaan van Wermelt van Heden, knape, richter te Duthe en diens keurnoten en gerichtsommestanders, 1537 september 14 (up dach Exaltationis crucis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van den richter.
876 Roleff van Munster en Merye zijne huisvrouw, bekennen schuldig te zijn aan Roleff van Wullen een capitaal van 50 gouden Rijnsche guldens wegens een achterstand in betaling van een door Roleff van Wullen voornoemd aan hun moeder verkocht goed den Herssefoirdt, waarvoor zij beloven te betalen jaarlijks derdehalve gulden rente en waarvoor zij tot waarschap stellen het erf en goed den Hof to Ullinck en Hermelincx beide in het kerspel van Osenbrugge, 1537 october 17 (opten gudenstach na Galli confessoris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Roleff van Munster.
877 De werdigen en ersamen hern Hinrick Brunsterinck, Kummelduer to Sunte Jurgen, Arnoldus en Wilhelmus Lubbeke, gebroeders, vicarissen van de domkerk te Munster, als "handgetruwen" van wijlen Arnd Lubbeken, in zijn leven vicarius van dezelfde domkerk, bekennen, dat zij in genoemde hoedanigheid verkocht hebben aan Wilhelmus Scholl, "Elemosmarius end vorwarer der gemeynen almyssen" van voornoemde kerk, zulke 8 gulden jaarrente als eertijds Roleff van Wullen op St. George dag 1518 (zie inv.nr. 799) aan Arnd Lubbeken had verkocht, uit zijn erven en goederen Wellinchove in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe en uit den Nyenlande voor den Nyenborch in het zelfde kerspel gelegen.
Geschied ten overstaan van den officiaal, geestelijk richter van het hof te Munster, en Crystoffer Bobbenkamp en Bernard Rupe, dienaren van dat hof, als getuigen, 1538 januari 17 (up avendt Anthonii abbatis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van het hof van Munster.
878 Roleff van Wullen bekent dat hij "hyrbevorens" aan Vastert Stuel en Ghesen diens huisvrouw had verkocht een hem toebehorend stuk land, geacht op 4 schepel roggezaad, geheten het Schenenstuck, gelegen bij den Voghelsange, voor 20 gouden Rijnsche guldens, en dat hij thans aan Benedictus, zijn natuurlijken bastaardzoon, en Katherina diens huisvrouw, de macht en genade geeft om bedoeld stuk land van Vastert Stuel te mogen inlossen en ten eigen profijt te mogen gebruiken of te laten gebruiken, totdat hij of zijn erfgenamen de kooppenningen betaald zullen hebben, 1538 juli 13 (up dach Margarete virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend zegel in groen was van R. van Wullen.
879 Aleff van Raesfeldt thon Oistendorpe en Ermegardt zijne huisvrouw, beloven Goissen van Raesfeldt zelighen Reynerdtz sonne thon Roddenberghe, hun vetter, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van ene jaarrente van achtehalve gulden uit hunne goederen en erven Lewynck, Farwynck en Stockhove, alle gelegen in het kerspel tho Halteren, buurschap tho Laetzem en uit den hof tho Grevynck en den hof tho Peyck, beide gelegen in het kerspel van Rampstorpe, welke rente zij schuldig zijn aan heer Wilhelm Scholl, verwarer der gemeynen almyssen der domkerk te Munster, en waarvoor Goyssen voornoemd met Johan Schenckinck ton Rogenhaghen borg is gebleven. Zij stellen daarvoor tot onderpand de 5 bovengenoemde erven, 1539 februari 3 (am daghe Blasii episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met gedeeltelijke afgebroken uithangend zegel in groen was van Aleff van Raesfeldt.
880 Aleff van Raysfelt ton Oistendorpe en Ermegardt zijn huisvrouw, beloven Goyssen van Raysfelt zaligen Reynerdts zoon thon Roddenberghe, hun neef, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 5 gulden jaarrente uit de erven en goederen Lewynck, Farwynck en Stockhove, gelegen in het kerspel Halteren, buurschap tho Laetzem en uit den hof tho Grevynck en den hof tho Peyck, in het kerspel Rampstorpe, welke zij schuldig zijn aan Hillegund Bisschopynck, abdissin en den gezamenlijken conventsjunffern en zusters van het klooster van Sint-Egidius binnen Munster, en waarvoor Goyssen voornoemd met Johan Schenckinck ton Rogenhaghen borg is gebleven. Zij stellen daarvoor tot waarborg de 5 bovengenoemde erven, 1539 februari 3 (am daghe Blasii episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Aleff van Raysfelt ton Oistendorpe.
881 Goeszen van Raesfelt tom Rodenberch ruilt met Johan van Beveren een horigen knecht. Goeszen geeft aan Johan voornoemd Johan Reverdynck wijlen Evertszoon, geboortig van het erf Reverdynck in het kerspel Gheysscher, buurschap Beveren, welken Roloff van Wullen, Goeszen's schoonvader vroeger van Johan van Beveren had ontvangen. Johan van Beveren ontvangt Gerdt Lentynck, zoon van Berndt Lentynck en van Engelen, geboortig van het erf Lentynck in het kerspel Ahus, 1539 october 1 (up dach Remigii). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van G. van Raesfelt is afgevallen.
882 Gosen van Raesfelt en Jasper zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Engelbert Monnyck, vicarius van het St. Anthonis altaar ter Nyenborch ene rente van 2 gouden Rijnsche gulden voor een ontvangen hoofdsom van 40 dezer guldens; de rente jaarlijks op St. Martensdag te voldoen uit de erven Welynckhoff, Vogelsanck en Nyelandt. Met recht van aflossing, 1541 november 12 (altera Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van G. van Raesfelt is afgevallen.
883 Jacob geboren gravin to Teckenneborch, provestinne tot Vreden, bekent dat zij aan Ghosen van Raesfelt tom Rodenberch heeft overgegeven Kune tom Vaerwerck, echte dochter van Johan tom Vaerwerck en van Grete diens huisvrouw, geboren op den hof tom Vaerwerck, in het kerspel Alstedde, waarvoor zij van Ghosen voornoemd "to eynre rechter wedderwessel" ontvangen heeft Aliken Rauwerdyck, echte dochter van zaligen Berndt Rauwerdyck en van Aliken zijn nagelaten huisvrouw, geboortig van het erf Rauwerdynck, in het kerspel to Heeck, buurschap tho Arloe, 1542 januari 25 (up daghe Conversionis Pauli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van de provestinne voor het gemeene capittel tot Vreden.
884 Gossen van Raesfelt en Jasper zijne huisvrouw bekennen verkocht en opgedragen te hebben aan Albert van Wullen en Anne diens huisvrouw, een rente van 1 molt gerst, Statloonsche maat, wegens een som gelds, welke zij verklaren ontvangen te hebben; de rente jaarlijks te voldoen binnen Statloon op St. Michaelsdag uit het erf en goed Wynckelhuse gelegen in het kerspel van Wullen, buurschap Sapestertte. Met recht van aflossing met 28 gouden Rijnsche guldens, 1542 october 2 (an dem mandaghe na sunte Michaels dach). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, het uithangend zegel van G. van Raesfelt is afgevallen.
885 Aleff van Raitzfelde, heer toe den Ostendorp, en Ermegaerdt, zijne huisvrouw, beloven Goeszenn van Raitzfelde tho denn Roedenberge, zijn "leyve Ffedder", schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 10 gouden gulden uit hunne erven en goederen Varwynck, Lewinck en Stoickhove in het kerspel van Halteren, ambt van Dulmen, welke zij schuldig zijn aan Paulus Swartarndth, clerck der stad Munster, 1544 januari 17 (up avent sancti Antonii confessoris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Aleff van Raitzfelde.
886 Provestinne, kostersche, kelnarsche, edeljuncfferen en gemeynen des capittels tot Vreden bekennen, dat zij hebben opgedragen aan Joyste van Mechelen tot Santfoerdt en zijn dochter Steven van Mechelen een goed geheten Petenhove of Jobbelenhove in het kerspel van Halteren, voor een jaarlijksen pacht van 2 Munsterschen marken, te betalen op St. Martensdag in den winter; met bepaling dat het goed voornoemd na hun beider dood aan de kerk te Vreden zal vervallen, 1545 januari 31 (saterdage na Conversionis Pauwli). 1 charter
N.B. Op perkament, bezegeld met het capittel-zegel van Vreden in groen was.
887 De officiaal van het hof te Munster gelast allen bestuurders en anderen te Bilrebeck ten verzoeke van .... (deze naam is uitgeradeerd, denkelijk heeft er gestaan Goschwein van Raesfelt thom Romberg) iedereen te verbieden dezen in het gebruik van het goed Hemsinck in het kerspel Bilrebeck enigen overlast aan te doen, 1545 october 14 (die decima quarta mensis octobris). 1 charter
N.B. Op perkament, het afhangend zegel is afgevallen.
888 Johan van Raesfeldt Aerndtz zoon tho Hameren belooft Goessen van Raesfeldt thon Rodenberge, zijn neef, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 600 goudguldens, welke hij schuldig is aan Johan Herdinck Hinrickszoon, burger te Munster en waarvoor Goessen met Wilbrant van Raesfeldt tho Empte borg is gebleven.
Hij stelt tot onderpand de goederen Mersmans-erve, Aernincks-erve en Krachtz-erve, alle in het kerspel Bilrebecke, buurschap Hameren gelegen, 1545 october 18 (am dage Luce evangeliste). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. van Raesfeldt.
Hierbij is gevouwen een schrijven van Johan van Raesfelt tho Hameren van 29 october 1545 waarbij bovenstaande schadeloosbrief wordt toegezonden aan "dem erentfesten und erberen Gossen van Raesfeldt thon Roenberch mynen frontlycken leven Vedder".
889 De eerzame mester Ede Nyehuyss en Gerdruyth zijne huisvrouw verkopen aan den domdeken en het capittel van de domkerk te Munster een rentebrief 5 gouden hertog Philipsgulden, welke rente eertijds gekocht was door Nese van Bakel, weduwe van Gerlach van Wullen, blijkens den originelen brief daarover van saterdach na Oculi 1510, en welke rente Nese bij haar testament vermaakt had, tot kleding der armen, aan den pastoor en de provisoren van Stenebelde, van welke hij op mester Ede voornoemd gekomen is (zie inv.nrs. 768 en 875).
Ten overstaan van Nicolaus Menele en Nicolaus Hoppenbrouwer, burgemeesters, en van de gezamenlijke raden te Borchstenforde, 1546 mei 26 (up Mythwecke nae dem sundage Cantate). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met uithangend secreetzegel in geel was van de stad Burgsteinfurt.
Aan de achterzijde staat ondermeer bijgeschreven: Ego Bernardus van Wullen, modo Goswinus van Raesfelt to Roddenberge. Solutio Letare.
890 Jouffer Heyll van Lyenden, weduwe van Ghisbert van Wyhe, en Cornelis van Wyhe en jouffer Elizabeth van Wyhe, hare kinderen, verpachten aan broeder Ghisbert van Eck, rector des beslotenen jouffern cloester van Renkem, een camp lands groot 7½ morgen in de Overbetuwe in het kerspel van Heteren, voor 42 joachimdalers à 28 stuiver brabants elke daler, jaarlijks in 2 termijnen te betalen op St. Marten in den winter en op St. Petrus ad Cathedram. Op verzoek zegelen mede Johan van Mekeren en Goesen van Wyhe, onze zwager en oom, 1548 november 25 (up sinte Catharinen dach virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van Heyll, Cornelis, Elizabeth, en van Johan van Mekeren en Goesen van Wyhe zijn afgevallen.
891 Arndth grave tho Benthem und tho Steinforden, her tho Wevelickhoven, en Walborch, zijne gemalin, beloven Johann vann Raesfelth, her to Raesfelt, Schotto de Bever, drost tho Benthem, en Goeszen van Raesfelth tom Rodenberch, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 5000 zilveren Jochems dalers tegen 105 dalers jaarlijkse rente te voldoen op St. Marten in den winter, welke zij schuldig zijn aan Diderich vann Wylack, erfhovemeester van het vorstendom Cleve, en Raben, diens huisvrouw.
Zij stellen als onderpand de Solmsche goederen Kappelhoff, Hesselinck, Lunter en Holterbusch en alle andere Solmsche goederen welke tot hun huize tho Benthem behoren, 1549 november 10 (op avendt Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was met tegenzegel van den graaf van Bentheim-Steinfurt.
892 Evert van Heven en Elisabeth zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Elisabeth Valken, provestinne, Anna Korves, costeresse, en den gezamenlijken junfferen en herren van het stift en capittel der wereldlijke kerk te Borchorst, 5 Rijnsche guldens jaarrente, voor een hoofdsom van 100 dezer guldens, te betalen op Martini episcopi uit het erf en goed de Weyper in het kerspel van Leyr in der Alst buurschap; waarvoor borg blijven Goszen van Raisfelde tom Roenberch en Jaspar zijne huisvrouw, en Christiaen van den Oldenhuesz en Agnes zijne huisvrouw, die door de verkopers bij "ehre und trüwe von enen erlichen schiltbordige" schadeloos gehouden worden. Ten overstaan van Ludeke Snoekels genant Bispinch en Johan Kremer, borgers binnen Stenvorde, 1549 november 11 (up dach Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Evert van Heven.
893 Arndt grave tho Benthem en tho Stenforden, heer tho Wevelckhoven, en Walborch zijne gemalin, beloven Goesszen van Raesfelt ton Roddenberge en diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 125 gouden Rijnsche gulden, voor 2500 dergelijke guldens hoofdsom, welke zij schuldig zijn aan Sophie vann Huchtebrock, weduwe van Goddert van Schedelich en hare kinderen, te voldoen op Sint Marten in den winter.
Zijstellen als waarborg hunne erven en goederen Spechtholt, Maeckinckfart en Tycke, alle drie in het kerspel van Epe, en het erf en goed Bellner in het kerspel Gildehuis, 1550 november 13 (am donnerdage nha Martini episcopi den XIII der maenth Novembris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel en tegenzegel van den graaf van Bentheim-Steinfurt in groen was.
894 Ghosen van Raesfeldt tom Roemberg en Jaspar zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Benedictus van Wullen, burger binnen den Nyenborch, hun zwager en broeder en thans verwarder der armen in den Heyligen Geest ter Nyenbroch, ten behoeve van die armen, een jaarlijkse rente van een enkele daler voor 20 dergelijke dalers, welke zij bekennen ontvangen te hebben ten behoeve en ten profijte van Werner ter Ghlanen en Fenne zijn huisvrouw, hunne eigenhorige lieden. De rente jaarlijks te voldoen op Philippus- en Jacobusdag uit hun erf en goed ter Ghlanen in het kerspel Epe, buurschap Eiler, 1551 april 30 (up avent Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Ghosen van Raesfeldt is afgevallen.
895 Beëindiging door de scheidslieden Herman Holtmann, rentmeester te Gronau en Johan Bruninck, voogd te Epe, Heeck en Ochtorpe, van een geschil tussen den buurrichter en de buren van de Eiler Mark, enerzijds, en Goissen van Raisfelde thom Roodenborge, anderzijds, over een stuk land de Bronkamp geheten.
Ten overstaan van Johann Rocholl, richter en commissaris in deze zaak, en Gerlich van Wullen, borchman ter Nienborch, 1551 september 19 (am zaterdage naest Lamberti). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels respectievelijk in groen en in bruin was van J. Rocholl en G. van Wullen.
896 Diderich Lueninck en Lantzperch, zijne huisvrouw, beloven Gooszen vann Raitzfelth schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 310 gouden Rijnsche gulden, welke zij schuldig zijn aan Johan Korff thon Haerkottenn, en waarvoor Gooszen voornoemd met Johan van Schonebecke tho Nienberge waarborg is gebleven.
Zij stellen daartoe als onderpand zodanige 4000 goudgulden, als zij Arnd graaf tho Benthem en Stenforde en heer tho Wevelinckhove geleend hebben, 1552 mei 23 (ahm maendage nha sundage Vocem Jucunditatis). 1 charter
N.B. Op perkament, aan de bovenzijde zijn twee gedeelten afgescheurd, met uithangend zegel in groen was van Diderich Lueninck.
897 Gerlych van Wullen, borchman tor Nyenborch, en Anna zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Johan Roge, burger binnen den Nyenborch, en Ghesen, diens huisvrouw, een rente van 10 schepel winterrogge, voor een ontvangen hoofdsom van 30 gouden Rijnsche guldens; de rente jaarlijks binnen den Nyenborch te voldoen op den datum van dezen brief uit de erven het Hogenhues in het kerspel Wessen en uit het Nygelandt gelegen voor den Nyenborch. Met recht van aflossing, 1553 maart 12 (up dach Gregorii pape). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van G. van Wullen is afgevallen.
898 Goessen van Raisfelde thon Ruenberge en Jasper zijne huisvrouw, verkopen aan Johan Hebinck alias Koerman en Aliken, diens huisvrouw, ene rente van 9 schepel rogge jaarlijks, Horstmarsche of Coesfelder maat, voor 26 zilveren Jochimsdalers uit het erf Heyginck in het kerspel Heick, buurschap Wichen, jaarlijks te voldoen op St. Lambertus dag. Met recht van aflossing, 1554 september 24 (maendage nha Lamberti episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Goessen van Raisfelde is afgevallen.
899 Ghosen van Raisfeldt tom Roenberge en Jaspar zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Lambert Leefferts burger binnen den Nyenborg, en Anne diens huisvrouw, ene rente van 11 schepel winterrogge, Nyenborger maat, voor een ontvangen hoofdsom van 30 dalers; de rente jaarlijks binnen den Nyenborg te leveren op St. Philippus en Jacobus dag uit het erf Heskynck in het kerspel Heeck, buurschap Arloe. Met recht van aflossong, 1555 april 30 (up avent Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van G. van Raesfeldt is afgevallen.
900 Goessen van Raesfelth, drost 's lantz van Twenthe, bekent ontvangen te hebben van Henrich Warendorpff thon Lueckinckhave en Anna diens huisvrouw, 1000 gouden Rijnsche guldens, tegen een jaarlijkse rente van 50 dergelijke guldens, van Herman Joenas, raetman der stad Munster, en Geertruidt diens huisvrouw, 350 gouden Rijnsche guldens, tegen een jaarlijkse rente van 17½ dergelijke guldens, en nog 100 zilveren dalers, tegen een rente van 5 dalers van dezelfden; van Johan Herdinck, raetman van de stad Munster 100 gouden Rijnsche guldens en 200 zilveren dalers, tegen ene rente van 5 gouden guldens en 10 dalers; van Adam Groethuis en Anne diens huisvrouw, 400 gouden Rijnsche guldens op St. Jacobsdag te voldoen met 20 gouden guldens; van de erfgenamen van wijlen Johan Herdinck, burger te Munster, 300 keurvorstelijke dalers, tegen ene rente van 15 dalers; en van Johan Olthuis te Noordwolde 100 dalers, tegen een rente van 5 dalers, alle renten - op een na - jaarlijks te voldoen op St. Laurentiusdag.
Waarborg blijven Goessen van Raesfelt then Roedenberch, Jaspar, diens huisvrouw, Adolph van Raesfelth then Oestendorpff en Johan van Beveren thoe Havickesbeecke, welke de drost belooft schadeloos te zullen houden, stellende tot onderpand 20 zijner beste erven en goederen in het kerspel Delden gelegen (zie inv.nr. 901). Ten overstaan van Arnndth Reyger, richter te Delden, Henrick Morrinck en Jacob Smydt als keurnoten, 1555 juli 25 (up sanct Jacobs dach). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangende zegels in groen was van den richter van Delden en den drost van Twenthe voornoemd.
901 Goessen van Raesfelth, drost 's lantz van Twenthe, bekent ontvangen te hebben van de heren dekenen van het capittel then Olden-dom binnen Munster 200 gouden Rijnsche guldens, tegen ene rente van 10 dergelijke guldens; van Wennemaer Semmell en Catharina, diens huisvrouw, burgers binnen Munster, 300 zilveren dalers, tegen ene rente van 15 dergelijke dalers, van de erfgenamen van zaligen Johan Herdinck 200 churfurstelicke zilveren dalers, tegen ene rente van 10 dergelijke dalers, van Marie Pails, weduwe van Johan Pails 350 zilveren dalers, tegen ene rente van 18 dezer dalers, van Gerard Welvelt, der rechten licentiaat, 600 zilveren dalers, tegen ene rente van 30 dergelijke dalers, van Johan Rodden, canunnik in de St. Martenskerk binnen Munster 160 zilveren dalers en 40 gouden Rijnsche guldens, tegen een rente van 10 dezer dalers, van Diderich Keteler, domkoster der domkerk te Munster 600 zilveren dalers, tegen een rente van 30 dezer dalers, en van heer Johan Krijth 400 zilveren dalers, tegen ene rente van 20 dezer dalers; alle deze renten jaarlijks op St. Michael te betalen; te zamen belopende de som van 2730 zilveren dalers en 240 gouden Rijnsche guldens, waarvoor waarborgen gebleven zijn Goessen van Raesfelth then Roedenberch, Jaspar, diens huisvrouw, Adolph van Raesfelth then Oestendurpf en Johan van Beveren toe Havickesbeecke, welke de drost voornoemd belooft schadeloos te zullen houden en waartoe hij tot onderpand stelt zijn goederen en erven in het kerspel van Delden, waaronder Ramynck, de drie Berchuiseren, Wanynck, Ewertinck, Wichgerinck, Wolterinck, Dietwe Altena, Boener, Dietwe Sepenwolde, Herbardinck, Tankinck, Rueler en meer andere.
Ten overstaan van Arndt Reijger, richter te Delden, en Bernardus Coster tot Delden en Johan Roessinck, als keurnoten, 1555 september 29 (up dach Michaelis archangeli). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was van den richter van Delden en van de drost van Twenthe voornoemd.
902 Goessen van Raesfelth, drost slantz van Twenthe, belooft Goessen van Raesfelth thon Roedenberch, Jaspar diens huisvrouw, Luidtger van Raesfelth zu Hameren en Alardth drost zom Ulenbroeck, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 150 joechimsdalers ontvangen van Eilzen Richters weduwe van Johan Richters, boekverkoper, 200 zilveren dalers ontvangen van heer Johan Morrien den olden, domheer der kerk te Munster, 200 joachimsdalers ontvangen van Anna Bisschopinck weduwe van Everth Bisschopinck, 150 zilveren dalers ontvangen van Berndt Rupen, en 300 joachimsdalers ontvangen van Hillen Grails weduwe van Frantz Grails en van Henrick Graill haar zoon, te samen 1000 dalers tegen een rente van 5 ten honderd, waarvoor hij tot waarborg stelt de 20 voornoemde erven en goederen in het kerspel van Delden (zie inv.nr. 901).
Ten overstaan van Arnndt Reijger, gezworen richter te Delden, Jacob Smyth en Engelbert van Wisschell als keurnoten, 1555 october 31 (up Alle Godes hilligen aventh). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld met uithangende zegels in geel en in bruin was van Arnt Reijger en Goossen van Raesfelt, drost van Twenthe.
903 Voor Arnndt Reijger, gezworen richter tot Delden, bekent Goessen van Raesfelth, drost slantz van Twente, dat hij Goessen van Raesfelt thon Roedenborch, Jaspar diens huisvrouw, Luidtger van Raesfelth toe Hameren en Alardth Drosth, schadeloos zal houden voor hunne borgstelling voor de betaling van een som van 1000 gouden Rijnsche guldens, tegen een rente jaarlijks op St. Marten in den winter te voldoen met 50 dalers, welke de drost voornoemd ontvangen had van Johan van den Olthuise en Agnesen diens huisvrouw, zomede wegens een som van 1000 dalers - binnen de naastvolgende 3 weken terug te betalen - welke hij van Diderick Turck, Munstersch pennynckmeister, te leen ontvangen had.
Goessen van Raesfelt, drost van Twenthe voornoemd, stelt daartoe als waarborg de 20 der beste erven en goederen, welke hij in het kerspel van Delden liggende heeft, en vermeld onder inv.nr. 901. Ten overstaan van den richter voornoemde en Bernt Coster en Jacob Smyth als keurnoten, 1555 november 5 (den dinxdach nae Huberti episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld met uithangende zegels in geel was van Arnt Reijger en Goossen van Raesfelt, drost van Twenthe.
904 Ghosen van Raisfeldt tom Roenberge en Jaspar zijne huisvrouw, bekennen aan Lambert Lefferts, burger binnen den Nyenborch, verkocht te hebben voor een ontvangen som van 12 zilveren dalers, ene jaarlijkse rente van 4 schepel winterrogge, Nyenborger maat, te voldoen binnen den Nyenborch op den datum van den brief, uit hun erf en goed Rauwerdynck, gelegen in het kerspel Heeck, buurschap Arloe. Met recht van aflossing, 1556 februari 22 (up dach Cathedra Petri). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Ghosen van Raisfeldt is afgevallen.
905 Ghosen van Raesfeldt tom Romberg en Jaspar zijne huisvrouw, bekennen, dat zij voor 5 zilveren rijksdalers en 2 rijder guldens verkocht hebben aan Lambert Lefferts, borger binnen den Nyenborch, en Anna diens huisvrouw, 3 schepel goede winterrogge, Nyenborcher maat, jaarlijks te leveren binnen den Nyenborch op Assumptionis Marie, uit hun goed geheten Rabbenhuissen in het kerspel Heeck, buurschap Arloe; zij stellen al hunne roerende en onroerende goederen, waar die gelegen mogen zijn, tot waarschap, 1556 augustus 14 (up avendt Assumptionis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Ghosen van Raesfeldt is afgevallen.
906 De gezamenlijke naburen der Eilermarck, kerspel van Epe, verkopen aan Gossen van Raisfelde thon Roenberge en Jasper zijne huisvrouw, een stuk groenland in de Eilermarck binnen de Slinger Landtweer, voor een som gelds, welke zij bekennen ontvangen te hebben.
Geschied binnen Epe, ten overstaan van Werner Cloith, gogreve tot Sandtwelle en Hastehuisen, Herman van Hovele en Gerhard Cottinck als keurnoten, en Ludtwich Smyt, Johan Weilinck, Lubbert Albertinck en Clawes van Heidenrich Drost, drost tot Horstmar en Ahuis, als een ambtman van het huis te Horstmar, 1558 februari 28 (am maindach den lesten februarii). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van den gogreve en in groen was van H. Drost.
907 Goissen van Raisfelth, drosth slanntz van Twenthe, en Ermgarth van Bommelsburgh genant van Honsteyn, echtelieden, beloven dat zij Adolph van Raisfelth heer thom Oestendurp en Goissen van Raisfelth thom Roddenberch met hun beider huisvrouwen, hun respectievelijke broeder, neef, zwagers en zwagerinnen, schadeloos zullen houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 300 goud gulden, welke Ermgart op den sondagh nae Catharine virginis 1556 aan de voogden van haar onmundigen zoon verkocht had, en waarvoor zij tot waarschap stellen al hunne gerede en ongerede goederen in Overijssel en elders gelegen, 1558 mei 8 (den achten dag van Meye). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van Goissen van Raisfelth, drost van Twenthe en ondertekend door dezen en zijne huisvrouw.
908 Hinrich van Munster, heer to Ruenenn, en Elzebe zijne huisvrouw, beloven Gosenn van Raisfeldt thom Roddennberge en Engelbert vann Munster tor Alsth, hun "oom en zwager", schadeloos te houden voor de verplichtingen, welke zij te zamen met hem bij brief van 14 juni 1558 onder verlening van onderpand hebben aangegaan jegens Bernhardt, elect van Munster, Diderich Ketteler, domkoster te Munster als gevolmachtigde van wijlen Bernhardt van Munster, domproost te Munster, hunne "neven en zwagers" en Cathrine en Agnes van Munster, gezusteren, ter zake van de toewijzing aan Hinrich en Elzebe voornoemd van het huis Meynhovell en andere erven en goederen, welke hun ex testamento krachtens erfopvolging zijn toegewezen.
Zij stellen daarvoor tot onderpand hun huis en goederen te Meynhovell in het kerspel Nortkercken en al hunne verdere goederen, 1558 juni 16 (am donnerstage denn seszteindenn Junii). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel met tegenzegel in groen was van Hinrich van Munster.
909 Goissen van Raisfelth, drosth 'slantz van Twenthe, en Ermgarth van Bommelsburgh, zijne huisvrouw, beloven Adolph van Raisfelth, heer thom Oestendurpff en Ermgarth, diens huisvrouw, Goissen van Raisfelth thom Roedenberch en Ludtger van Raisfelth thoe Hameren schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 400 zilveren dalers hoofdsom tegen een rente van 20 dalers jaarlijks op Vincula Petri te voldoen aan den deken en het capittel van de kerk te Munster, en van 500 dalers hoofdsom tegen ene rente van 25 dalers, jaarlijks op St. Jacobsdag te voldoen aan Johan Morrien den Olden, domheer van de kerk te Munster, zomede van 240 gouden Rijnsche guldens tegen een rente van 12 gouden guldens op St. Jacobsdag te voldoen aan de provisoren van de huisarmen ther Wyck gelegen op de Hoenekampe binnen Munster.
Zij stellen daarvoor tot onderpand het erf Brunynckborch met toebehoren gelegen in de veste en het kerspel van Reeckelinckhuisen, en de goederen Ewertinck en Dottenschoth, beide in het kerspel Delden, buurschappen Esth en Bentloe, en voorts al hun andere goederen.
Ten overstaan van Derck Engelken, richter te Delden van wegen de coninklicher majesteit tot Hispanien, Engelanth, etc., als hertog van Overijssel, etc., en Rolof Claphouer en Johan Roessinck, als keurnoten, 1558 juli 30 (den dertichsten dach der monat Julii). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels in bruin was van den richter en den drost zijn brokstukken over.
910 Goissen van Raisfelth, drost 's lands van Twente, en Ermgarth van Bemmelsburch, zijn huisvrouw, en Goissen voornoemd als voogd van zijne onmondige kinderen verwekt bij Agnes van Twicklo, zijn eerste huisvrouw, beloven Adolph van Raisfelth, heer zom Oestendurpf met Ermgart, diens huisvrouw, en Goissen van Raisfelth thom Roedenberch met Jasper, diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van twee jaarlijkse renten respectievelijk van 50 gouden Rijnsche gulden en 152 zilveren dalers, te voldoen te Xanten op Paaschen en te lossen met 1000 gouden guldens en derdehalfduizend zilveren dalers, welke zij schuldig zijn aan junffrouwen Elzabeth van Brunckhorst en Batenburgh dochter tot Honnepell.
Zij stellen tot waarschap een twintigtal erven en goederen in het kerspel en gericht van Delden, 1559 maart 25. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van G. van Raisfelth, drost voornoemd en ondertekend door dezen en zijne echtgenote.
911 Eilardt van Wullen to der Ravenshorst en Freke zijne huisvrouw, beloven Goissen van Raisfeldt thom Roenberge en Jasper diens huisvrouw, Ludtger van Raisfelt to Hameren en Johan van Beveren to Havekesbecke schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van een jaarrente van 50 zilveren dalers jaarlijks te voldoen op den zondag Letare aan Dieterich Kerckerinck te Amelinckbüren, uit de erven Glaenemann en Wesselinck in het kerspel Epe, Eyler buurschap, voor een ontvangen hoofdsom van 1000 zilveren dalers.
Zij stellen tot waarschap 4 erven in het kerspel Gildehuise, buurschap Westenborch. Ten overstaan van Johan Vesen, richter te Schuttorpe van wegen Everwijn graaf to Benthem Tecklenborch en Steinvorde, enz. en Johan Edinck en Jochim Veltscherer als keurnoten, 1559 april 3 (am maendage negst na dem sundage Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met het uithangend zegel in bruin was van den richter, het zegel van E. van Wullen is afgevallen en ondertekend door laatstgenoemde en zijn vrouw.
912 Overeenkomst tussen Johan Tilbecken, erbman der stad Munster, en Christiann Lennepp, gogreve te Baekenvelde en Telget (Telgte), als executeuren van het testament van Gyselen, weduwe van Arndt Belholtz, enerzijds, en Goessen von Raisfeldt zum Roenbergh, rittermatige van het stift Munster, anderzijds, over een door genoemde weduwe aan G. von Raisfeldt en aan Jasper van Wullen, diens huisvrouw, vermaakt legaat van 200 gouden guldens en de aanspraken van van Raisfeldt op het goed Wennemarinck in het kerspel Laer gelegen, 1559 december 14 (Munster). 1 charter
N.B. Op perkament, gewaarmerkt door Arnoldt Isfordinck van Steinfordt als notaris.
913 De officiaal van het Munstersche hof draagt aan de geestelijken in Schoppingen en anderen op, om Goswijn van Raesfeltt tom Roddenberge te stellen in het bezit van de goederen Ovelgunne en Udink in het kerspel van Schoppingen, door van Raesfeltt verwonnen tot verhaal van als borg van Everwijn graaf van Benthem en diens vrouw Carda geleden schade wegens ene renteschuld aan het klooster Nizinck te Munster, 1561 september 5 (die quidem Veneris, nona septembris). 1 charter
N.B. Op perkament, afhangend zegel onder papier geplet, onherkenbaar. Notitie der publicaties in margine.
914 Goessen van Raisfelt ton Roenberge en Jaspar, zijne huisvrouw, bekennen dat zij aan Hinrick van Oldenzel en Ludeken Becker als voogden van Johan Holthus den Jongen, verkocht hebben ene rente van 5 daler, voor 100 zilveren dalers hoofdsom, jaarlijks binnen Coesfeld te betalen op meydag, acht dagen voor of na, uit hunne erven en goederen Hemsinck in het kerspel Sanct Lambertz te Coisfelt, buurschap to Harve, en uit Deithmar Alemer en Loverdt, in het kerspel Bilrebecke gelegen, met recht van aflossing, 1563 april 30 (am avende sanctorum Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Goessen van Raisfelt ton Roenberge is afgevallen.
915 Reyner van Raisfelt thom Romberge en Steveken van Mechelen, zijne huisvrouw, beloven Frantz von Bolswingh tor Sandfurdt, hun zwager en broeder, schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 3500 dalers hoofdsom, waarvan de jaarlijkse rente op St. Philippus en Jacobus dag betaald moet worden en welke zij schuldig zijn aan Hinrich van Munster en Anna, diens huisvrouw, ingezetenen van het dorp Appenhulsen, en waarvoor zij tot waarborg stellen hun erven en goederen Schottelkotten en Wesselings-erve, beide in het kerspel Epe, buurschap Eiler, 1563 april 30 (am avende Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, van het uithangend zegel van Reyner van Raisfelt thom Romberge in groen was, is een brokstuk aanwezig.
916 Henrich van Munster zu Meinhovell, heer tot Rhunen, beleent Goessen van Raisfelt ten Roemberrich, zijn oom, met de tienden uit de Voestinchove, gelegen in het kerspel van Horstmar, buurschap Schagern, namelijk 22 schepel weits jaarlijks, leenroerig aan het huis Meinhovell, zoals Gerlach van Wuln die gehad heeft.
Ten overstaan van Goert de Bever en Roeloff van Munster ton Harssevoirt als getuigen en leenmannen van het stift Munster, 1563 mei 10 (am maendage na dem soendage Cantate). 1 charter
N.B. Op perkament, met gedeeltelijk afgebroken uithangend zegel in groen was van den leenheer voornoemd.
917 Ruil van enige stukken zaailand, onder het Schuerhuis, kerspel Schoppingen, tussen Rottger Torck zu Voirhelm en Goesen van Raesfeldt zum Rodenberghe, 1563 october 8. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van R. Torck.
918 Reynart van Raesfelt en Steveken, zijne huisvrouw, thom Roddenberge, beloven Goeszen van Raesfelt en Jasper diens huisvrouw, hun vader en moeder, schadeloos te zullen houden voor hunne borgstelling voor de betaling van twee jaarrenten respectievelijk van derdehalve daler op Maria Lichtmisse te betalen aan heer Henrich van Raesfelt, vicarius en eigenaar der vicarie van het Drie Koningen Altaar in de kerk te Dulmen, en van achtiendenhalve daler op Drie Koningen te betalen aan heer Johan Krydt, Munsterschen Suffraganeo. Zij stellen daarvoor al hun goederen, nu hebbende of nog krijgende, tot waarschap, 1564 januari 6 (am dage Trium regum, genant to Duyssche der hilligenn Drey Konninghe). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van R. van Raesfelt.
919 Herman von Westerholt tor Koppelen, in het kerspel Schoppinge, en Maria, zijne huisvrouw, beloven Reiner von Raesfelt thom Romberge, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 1400 zilveren dalers hoofdsom, en ene rente van 20 dalers, jaarlijks te voldoen op die hillige hochtith Paeschen, uit hun erven en goederen genaamd die Hoff to Herderinck en des Hussen-erve, beide in het kerspel Metelen, in de Kerck-buurschap gelegen, welke zij schuldig zijn aan Johanna von Burse, weduwe van Everdt Bucks to Sinterinck. Zij stellen daartoe beide bovengenoemde erven tot onderpand, 1564 april 30 (ahm avende Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Herman von Westerholt is afgevallen.
920 Wisselbrief van een lijfeigen knecht tussen Diderich Morrien thom Ottenstein en Mechtelt, diens huisvrouw, met Gossen van Raesfeldth, borchman thor Nigenborch, 1564 augustus 31 (am donderdage nha Bartholemeï). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van D. Morrien.
921 Reinert von Raesfeldt thom Rhomberge en Steven zijne huisvrouw, beloven Frantz von Boellswingh thor Sandtfordt, hun zwager, schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 150 daler hoofdsom, waarvan de rente jaarlijks voldaan moet worden op den eersten zondag in de vasten, Invocavit genaamd, en welke zij schuldig zijn aan Johan Wilcken, vicarius van de domkerk te Munster. Zij stellen tot waarschap hunne goederen en erven Lubbertinck en Wesselinck, beide in het kerspel Epe, buurschap Eill, 1565 maart 17 (ahm sampstage nha dem sundage Invocavit). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Reinert von Raesfeldt.
922 Reyner van Raesfelt en Mechtelt, diens huisvrouw, beloven dat zij Goesen van Raesfelt, borchman ter Nyenborch, en Johan Ludier, richter en voogd tot Rampstorpe, schadeloos zullen houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 150 daler hoofdsom, tegen een rente van 9 dalers, uit hunne goederen binnen en buiten den Ahuis gelegen, welke zij schuldig zijn aan Mechtelt van Monnickhusen, stiftsjuffer tho Asbecke. Geschied voor Johan Ludier, richter voornoemd van wegen den heer van Munster, 1565 april 19 (am donderdaghe ehe dat hochtiidt Paesschen). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den richter is afgevallen.
923 Ludgher van Raesfeldth tho Hameren, drosthe thor Wolbecke, en Cristina zijne vrouw, beloven Reyner van Raesfeldth thon Roddenberghe, "unseren lyven vedderen und swager", schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 200 dalers hoofdsom, waarvan de jaarlijkse rente te betalen is op St. Philippus en Jacobus apostolorum, genaamd meydach, welke zij schuldig zijn aan Anna weduwe van Matheus Ampensen, burgeresse te Munster, en voor de betaling van een hoofdsom van 110 zilveren dalers, tegen een jaarlijkse rente van zesdehalve zilveren dalers, te betalen op dach Nativitatis Johannis, welke zij schuldig zijn aan de erbare heren gemeyne vicarien collegiall kercken Sanct Ludgher binnen Munster. Zij stellen daarvoor tot onderpand hunne erven en goederen genaamd Grovers en Gebbekers, beide in het kerspel van Bilderbeck, buurschap tho Bockynckhuesen, 1565 juni 24 (am daghe Nativitatis Johanniss). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Ludger van Raesfelt.
924 Ludger van Raesfeldth tho Hameren en Christina, zijne huisvrouw, beloven Reyner van Raisfelth thom Roimberghe schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van:
a. 100 dalers hoofdsom aan Johan Herdinck en Christina diens huisvrouw, burgers te Munster, en
b. 100 dalers hoofdsom aan Margaretha weduwe van Berndt Groll, burgeres te Munster, waarvan de renten betaald moeten worden op St. Michaelis.
Zij stellen tot waarborg hunne goederen en erven Grovers en Gebbekers-erve, beide in het kerspel Bilderbecke, buurschap Bokinckhuesen, 1565 october 1 (am dage Remigii episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Lutger van Raesfelth.
925 Jasper Vogelsanck, met den eerzamen Lambert Lefertz als zijn voorspraak, verklaart dat hij, Jasper, voor zich zelf en van wegen zijne huisvrouw Anna Kremers, dochter van Johan Kremers en Catharina, zich "wolbedachts modes und vullenkommen rypen rades" zijn "fryheit entsatz und benomen und sick in eigendombsrecht, macht, gewehr und gewalt, schutz und scherm" van Goissen van Rasfelt en Jasper, diens huisvrouw, en hunne erven, begeven en onderworpen heeft; doch niet verder of anders, dan hier binnen het stift van Munster naar landrecht gewoonlijk en gebruikelijk is.
Onder voorwaarde, dat Jasper en Anna voornoemd den Koiten tho Heeck in het kerspel Nyenborch mogen beplanten, genieten en gebruiken, en dat hun zoon Jasper vrij zal zijn en blijven, totdat hij den Koiten zal bezitten, als wanneer hij desverkiezende hetzelfde kan doen, en dat de kinderen, die zij samen nog mogen verwekken, eigen zullen zijn.
Geschied te Santhwelle voor Diederick Strick, gogreve aldaar van wegen Bernhart, vorst-bisschop van Munster, Daem Rick, rentmeester te Horstmar, en Wessel Albachten, gerichtsschrijver, als keurnoten, 1566 januari 10 (am donnersdage Pauli primi eremiti, den teinden Januarii). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den gogreve is afgevallen.
926 Gerhardt Morrien, erfmaarschalk, en Johanna, zijne huisvrouw, bekennen overgedragen te hebben aan Goddert van Raesfeldt, domscholaster en provest te St. Mauritz buiten Munster, Caspar Wreden, domheer, Johan Doerhoff, kornschriver, Herman Morrien, vicarius der domkerk, Albrecht Bochorst, der rechten licentiaat, en Johan Langerman, wijnheer der stad Munster, als executeuren-testamentair van Berndt Morrien, in zijn leven ook domheer, een rentebrief van 10 Joachimsdalers jaarlijks, welke rente Adolph von der Marcke then Ottenstein in 1546 verkocht had aan wijlen Gerdt Morrien, erfmaarschalk van het stift Munster, en Marie diens huisvrouw, ouders van den verkoper. De rente jaarlijks te voldoen op St. Petersdag ad Cathedram uit de erven Wesselinck en Lodinck, beide in het kerspel Wessen, buurschap Graes, en uit den hof te Grevinck in het kerspel Wullen gelegen, 1566 april 13 (am hilligen Paschavendt). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Gerhardt Morrien is afgevallen.
927 Johan von Raisfeldt tho Hackforde, im lande von Gelderen, in der graveschop van Sutphen, en Odelia, zijne huisvrouw, beloven Goessenn von Raisfeldt thor Nyenborch schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 100 goudgulden hoofdsom en 5 gulden jaarlijkse rente aan Godtschalck Peick, vicarius van het Onze Lieve Vrouwe altaar in de Ludgeriikerk te Munster, en voor meer andere renten, waarvoor Goessenn voornoemd, met Herman van Westerholt tor Koppelen en Marie diens huisvrouw, en met Henrich von Munster thon Meinhovell, heer tho Rhunen, borg was gebleven, 1566 april 22 (am maendage nha Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Johan von Raisfeldt tho Hackforde.
928 Eilhardt von Wullen, landdrost van de graafschap Bentheim, en Fredeke Klencke, zijne huisvrouw, beloven Goschwein von Raisfeldt, borchman zur Neuwenburgh, hun zwager, en diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 500 oude thalers hoofdsom, waarvan de jaarlijkse rente op St. Thomasdag verschijnt, en welke zij schuldig zijn aan David Knopp en Catharina, diens huisvrouw. Zij stellen tot waarschap hunne erven Hoithman, Grote Puren en Holleke in het kerspel Gil(de)haus, 1569 december 20 (ahm abende Thomae apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van E. von Wullen.
929 Johan von Bevervoirde zu Overwerries en Agnes zijne huisvrouw, beloven Reinhardt van Raisfelt tom Roenberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van:
a. 300 goudgulden aan Johan Weddenchoven, raadsverwant der stad Munster, en Catharina diens huisvrouw,
b. 150 dalers aan Reinhardt Nunninck, en
c. 150 dalers aan M. Diederich Staill en Kune, diens huisvrouw, alles tegen een rente van 36 dalers, respectievelijk te betalen op den dag van Vitus martiris en van Corporis Christi, uit hun erven en goederen genaamd Dentrup, Loef en Aschhoff, gelegen in het kerspel Herberen, buurschap Dentrup. Zij stellen bovengenoemde 3 erven tot waarschap, 1570 mei 24 (in vigilia Corporis Christi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk beschadigd zegel van Johan von Bevervoirde.
930 Christoffer van Averhagen zum Venhuys belooft Reinhardt van Raisfelt thom Roemberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 200 zilveren dalers hoofdsom, en ene rente van 18 dergelijke dalers, jaarlijks te voldoen op St. Martens dag uit de erven en goederen genaamd Weylinck en Broielman, beide in het kerspel Senden, in de Belckendorper buurschap, welke rente hij schuldig is aan Johan Wilcken, vicarius van den dom te Munster, en waarvoor Reinhardt voornoemd met Herman van Westerholt thor Copellen borg was gebleven. Tot onderpand stelt hij beide bovengenoemde erven, 1570 november 10 (am avende Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Christoffer van Averhagen.
931 Sander Droste en Agnes, diens huisvrouw, beloven Reinart van Raesfelt zum Roenberge, "onser geliebter gevetter", schadeloos te houden voor zijne borgstelling, welke hij met Jacopp van Keppell gedaan heeft, voor de betaling van ene jaarlijkse rente van 5 molt winterrogge, op St. Marten te voldoen, en voor 250 rijksdalers, welke zij ontvangen hebben van Elsen Merssmans, te Munster, en waarvoor zij tot waarborg stellen hun goederen Johannickmans-erve in het kerspel Ochtorpe en Wilckmans-erve in het kerspel Heeck, 1570 november 14 (am dinxtage na Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met grotendeels afgebroken uithangend zegel in groen was van Sander Droste.
932 Christoffer van Averhagen zum Venhuss belooft Reinhardt van Rasfelt tho Roemberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 300 zilveren dalers hoofdsom, en een rente van 18 dergelijke dalers, jaarlijks te voldoen op Maria Lichtmis uit de erven en goederen genaamd Weylinck en Broielman, in het kerspel Senden, in de Belckendorper buurschap, aan Johan Swevinck, vicarius van den dom te Munster, waarvoor Reinhardt voornoemd met Herman van Westerholt thor Coppell borg was gebleven. Hij stelt daartoe beide bovengenoemde erven tot waarschap, 1571 februari 1 (in vigilia Purificationis beatae Mariae virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Christoffer van Averhagen.
933 Reinhardt van Raesfelt thom Roenberge en Steven, zijne huisvrouw, beloven Sander Drosten zu Sendenn schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 100 zilveren dalers, tegen ene rente van 6 dalers jaarlijks te betalen op Maria Lichtmis uit hunne goederen de Glane en Lubbertinck, beide in het kerspel Epe, buurschap Eilenn gelegen, welke zij schuldig zijn aan juffer Miekenn van Heyte, stiftsjuffer tho Asbecke, en waarvoor zij beide bovengenoemde goederen tot waarschap stellen, 1571 februari 1 (ahm avende Purificationis Marie gnandt Lichtmisse). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van Reinhardt van Raesfeldt zum Roenberge.
934 Hinrich Bitters, van de buurschap Hewen, kerspel Schoppinge, echte en vrij ongeboren zoon van Hinrich Bitters en diens vrijgekochte moeder Gezen Rotgerings, bekent dat hij uit vrijen wil en welbedachten raad zich van zijn aangeboren en bestaande vrijheid ontzet heeft en zich in eigendom, macht, geweld en bescherming heeft gegeven van Goeszwein van Raisfelt tor Nienborch en Casparn diens huisvrouw, alzo dat hij voor een volschuldigen eigenhorigen man gehouden zal worden, alsof hij oorspronkelijk van ouder tot ouder hun eigenhorige geweest is. Hiervoor hebben Goeszwein voornoemd en zijn huisvrouw toegestaan, dat Hinrich Bitters de Jonge en diens vrouw Aelcken Deithmarinck de kotte Vogelsanck in het kerspel Heeck, buurschap Wexte, voor een overeengekomen jaarlijkse pachtsom, zullen mogen bewonen, beplanten en bebouwen.
Geschied te Nienborch ten huize van Van Raisfelt voornoemd, ten overstaan van Diederick Strick, gogreve ton Santwelle van wegen vorst Johan bisschop van Munster, administrator van de stiften Osnabrugh en Paderborn, Conradt Symers, commissaris, Lambert Leefertz en Hinrich Buninck als getuigen, 1571 mei 29 (am dinxtage na Exaudi). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk beschadigd zegel in groen was van den gogreve.
935 Reinhardt vonn Raesfeltt tom Roemberge en Stevekenn von Mechelen, zijne huisvrouw, beloven Frantz von Bodelschwing tor Sandtforth schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 200 overlandsche gouden Rijnsche guldens hoofdsom en 12 dergelijke guldens rente, jaarlijks te voldoen op St. Jacobsavond, uit de erven en goederen Glaneman en Wesselinck, beide in het kerspel Epe, buurschap Eyll, welke zij schuldig zijn aan Christian Wedemhove, wantsnider, en Gerdruit, diens huisvrouw, burgers van de stad Munster, en waarvoor Frantz voornoemd met Lambertt von Oehr toe Kackesbecke borg is gebleven. Zij stellen beide bovengenoemde erven tot onderpand, 1571 juli 24 (am avende Jacobi des hilligen apostels). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van R. von Raesfelt.
936 Fridagh van Lair zu Genegge en Margreta van dem Berghe, zijne huisvrouw, beloven Reinhardt van Raesfeldt zum Roenberge en Johan von Neheim zu Berringen schadeloos te houden voor hunne op sancti Petri ad Cathedram 1572 gedane borgstelling voor de betaling van 1500 overlandsche gouden Rijnsche guldens hoofdsom en 90 dergelijke guldens rente, jaarlijks te betalen op Cathedra Petri uit hunne erven en goederen Weilinckhoff en Horsthoff, beide in het stift van Munster, kerspel Hovel, buurschap Genegge gelegen, welke zij schuldig zijn aan Arnold von Viermunden zu Nordenbecke en Anna diens huisvrouw. Zij stellen daarvoor tot onderpand hunne erven en goederen Gronewinckell en Beckmanshoff, beide eveneens in het kerspel Hovel, 1572 februari 23 (am avende sancti Mathie apostoli); in tweevoud. 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Fridach van Laer en Margaretha van dem Berge genant van Laer; het uithangend zegel van F. van Laer is afgevallen.
937 Frantz von Bodelswinge tor Sandtfurt en Joest van Mechelen, zijne huisvrouw, bekennen dat zij ontvangen hebben:
a. van heer Henric Slutenman, pater, en Henric Aventrup, procurator, voor de gezamenlijke fraterheren van het Godshuis te Sprindsborne binnen Munster, de som van 300 zilveren dalers, tegen ene rente van 18 dergelijke dalers, jaarlijks te betalen op Pinksteren;
b. van Elizabeth van Langen, stiftsjuffer te Overwater binnen Munster, 150 zilveren dalers, tegen ene rente van 9 dergelijke dalers, jaarlijks te betalen op Paaschen; en
c. van Henrick Smalen genant Vendt, stafdrager van de domkerk te Munster, 200 goudgulden, tegen ene rente van 12 dergelijke guldens, jaarlijks te betalen op St. Philippus en Jacobusdag.
Zij stellen daarvoor tot onderpand hunne goederen Kickebusch, Schoelbroeck, de Euler en Boecholt, alle in het kerspel van Olffen, buurschap Sulsen, terwijl voor hen borg blijven Reinhardt van Raesfelt tom Roemberge, Henrich Wulff to Zuchtelen en Sander Droste to Senden, die zij beloven schadeloos te zullen houden voor hunne borgstelling, 1573 mei 12 (ahm dinxtsdage in den hilligen Pinxteren). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Frantz von Bodelswinge tor Sandtfurth is afgevallen.
938 Zondach van Munster tho Krechtinck en Naelraede, als gevolmachtigde van zijne echtgenote junfer Margarete Wuelffs, bekent verkocht te hebben aan Carll van Middachten een jaarrente van 42 zilveren dalers, jaarlijks op St. Peter en Paulusdag te voldoen uit het erf en goed genaamd "die groite Vrede" in het ambt van Boicholt, kerspel Rhede, buurschap Vemdinckholt.
met recht van aflossing een half jaar van te voren op te zeggen. Geschied voor het Boeckholtzsche landgericht ten overstaan van Jasper Mumme, richter binnen en buiten Boicholt, Gerhart Hoiffsleger, richter te Lembecke, en Johan van Raisfelt, gerichtsschepen, 1573 juni 28 (am avent Petri et Pauli apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Margreta Wulffs genannt van Munster; met het uithangend landgerichtszegel van Boeckholt en het gedeeltelijk afgebroken zegel van Z. van Munster, beide in groen was.
939 Reinhardt van Raesfeltt tom Roemberge en Steveken van Mechtelen, echtelieden, bekennen dat zij aan frauw Ermigardt geboren gravinne zum Rethberch, abdisse van de beide wereldlijke stiften Vreden en Metelen, verkocht hebben voor 150 zilveren rijks- en oude dalers en 150 zilveren Philips- of koningsdalers hoofdsom, een jaarlijkse rente van 9 zilveren rijks en oude dalers en evenveel zilveren Philips- of koningsdalers, te betalen op dach Nativitatis beate Marie virginis, uit de goederen Glaneman en Wesselinck, beide in het kerspel van Epe, buurschap Eyll gelegen; waarvoor waarborg blijven Frantz van Bodelschwynge tor Sandtfurtt en Sander Droste to Senden.
Beide echtelieden beloven voorts Frantz van Bodelschwynge tor Sandtfurt, hun zwager, schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling, waarvoor zij beide genoemde goederen tot onderpand stellen, 1573 september 7 (am avende Nativitatis Marie virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Reinhardt van Raesfelt.
940 Reinhardt van Raesfeltt tom Roemberge en Steveken van Mechtelen, echtelieden, bekennen dat zij aan frauw Ermigardt geboren gravinne zum Rethberch, abdisse van de beide wereldlijke stiften Vreden en Metelen, verkocht hebben voor 150 zilveren rijks- en oude dalers en 150 zilveren Philips- of koningsdalers hoofdsom, een jaarlijkse rente van 9 zilveren rijks en oude dalers en evenveel zilveren Philips- of koningsdalers, te betalen op dach Nativitatis beate Marie virginis, uit de goederen Glaneman en Wesselinck, beide in het kerspel van Epe, buurschap Eyll gelegen; waarvoor waarborg blijven Frantz van Bodelschwynge tor Sandtfurtt en Sander Droste to Senden.
Beide echtelieden beloven voorts Frantz van Bodelschwynge tor Sandtfurt, hun zwager, schadeloos te zullen houden voor zijne borgstelling, waarvoor zij beide genoemde goederen tot onderpand stellen, 1573 september 7 (am avende Nativitatis beatae Mariae virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van Reinhart van Raesfelt en de 2 waarborgen is dat van F. van Bodelschwinge afgevallen en zijn de beide andere, omwikkeld door geplozen touwwerk nog aanwezig.
Getransfigeerd aan de acte van 1596 februari 3.
940 Wessell Kottingh en Herman Berckenvelt, burgers der stad Vreden, als executeuren-testamentair van wijlen Ermgardt gravinne zum Rethbergh, in leven abdisse der wereldlijke stiften Vreden en Metelen, bekennen dat zij dezen rentebrief hebben overgegeven aan Otto von Retbergh, bloedverwant van bovengenoemde abdis, 1596 februari 3. 1 charter
N.B. Op perkament, van de beide uithangende zegels der beide executeuren zijn slechts brokstukken over.
Getransfigeerd aan de acte van 1573 september 7.
941 Anna von Munster, Philips Spiegell, Johan von Melschede, Jaspar von Oher en Steffen von Nienhoefe, respectievelijk weduwe en schoonzonen van Lippert von Kansteins, beloven Goeswein von Raesfelt thom Roemberghe schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 300 thaler hoofdsom en 18 thaler jaarlijkse rente, welke blijkens een brief van ahm avende Martini episcopi 1573 Steven van Nienhove en Margareta diens huisvrouw bekenden schuldig te zijn aan Goddert Budden, burger te Horstmar, en waarvoor Goeswein voornoemd met Borchart von Westerholt zur Alst borg is gebleven.
Zij stellen daarvoor tot waarborg de goederen en erven Schult Eppingkhoef, en Busch, in het kerspel Horstmar, Nedderbuurschap gelegen, 1573 november 11 (ahm tage Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in geel was van Spiegell, Melschede, Oher en Niehoef en ondertekend door "Anna van Monster wetwe van Cantstey(n)".
942 Frantz von Bodelswinghe zur Sandtfurst en Joest von Mechelen, zijn huisvrouw, beloven Reiner von Raisfeldt zum Romberge en Sander Drost to Senden, hun broeder en zwager, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 500 overlandsche Rijnsche guldens hoofdsom en 25 dergelijke guldens rente, jaarlijks te betalen op Drie Koningendag uit hunne erven en goederen Niehoff en Gremmen-erve, beide niet leenroerig en gelegen in het kerspel Olphen, in de Rechederbuurschap, welke rente zij schuldig zijn aan Johan Willeken, almoezenier in de kerk te Munster.
Zij stellen daartoe tot waarborg de beide bovengenoemde erven met hunne toebehoren en voorts al hunne roerende en onroerende goederen, welke zij nu hebben of nog mogen krijgen, 1574 januari 5 (am avende der hilligen Drie Koningen). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Frantz von Bodelswinghe.
943 Freidach von Laer zu Genege en Maragreta, zijne huisvrouw, beloven Goszwin van Raeszfelt thor Nienborch schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 400 goudgulden hoofdsom en 24 goudgulden rente, jaarlijks te voldoen op den dag van Conversionis Pauli uit de goederen den Schultenhoff tho Krechtinck in het kerspel en buurschap Bekum, en den Gronewinckelshoff in het kerspel en buurschap Hovell, welke rente zij schuldig zijn aan Herman Kerckerinck thor Borch, Anna diens huisvrouw, en Catharina weduwe van Johann Steveninck thor Wylinghege, als erfgenamen van Herman Bucks, en waarvoor Goszwin voornoemd met Johan van Beverforde tho Overwerries borg was gebleven. Zij stellen tot onderpand beide bovengenoemde erven en hun voornaamste woning, 1574 januari 24 (pridie Conversionis Pauli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk afgebroken zegel in groen was van Fr. van Laer.
944 Ottho graf zur Hoya und Brouchausen, etc. en Agnes geboren graffinne zu Benthem und Steinfurdt, zijne gemalin, beloven Goiszwin von Raisfeldt zur Neuwenburgk schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 1000 overlandsche RIjnsche guldens hoofdsom en 50 dergelijke guldens rente, jaarlijks te voldoen op Lichtmis uit de erven en goederen Bonenhorst, Wermbs, Kutenhausen en Petershagen Merss in het stift Minden voor de stad Minden gelegen, welke zij schuldig zijn aan Henrich van Grael, Johan Wesselinck, Henrich Korler en Henrich Herdinck, als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Johan Herdinck, burgemeester der stad Munster.
Zij stellen daarvoor tot onderpand de bovengenoemde erven en voorts hun gehele graafschap Hoya en Brouchausen, 1574 februari 1 (in vigilia Purificationis beate Mariae virginis genandt Lichtmisse). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld door de graaf en de gravin met hunne uithangende zegels in groen was voor de helft omsloten door een capsule van gips.
945 Adolph von der Marcke en Anna von Hövell zum Ottensteen, echtelieden, herhalen ten behoeve van Ottho graf zur Hoya en Agnes diens gemalin voornoemd, de in inv.nr. 944 voorkomende belofte van schadelooshouding voor Goiszwin von Raisfeldt, 1574 februari 1 (in vigilia Purificationis beatae Mariae virginis genandt Lichtmisse). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van A. von der Marcke.
946 Herman von Hövell zum Ottensteen herhaalt ten behoeve van Ottho graf zur Hoya en Agnes diens gemalin de belofte van schadelooshouding, genoemd in de inv.nrs. 944 en 945, 1574 februari 1 (in vigilia Purificationis beatae Mariae virginis genandt Lichtmisse). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van H. von Hövell.
947 Ottho graf zur Hoya und Brouchausen, etc. en Agnes gravin zu Benthem und Stenfurdt, zijne gemalin, bekennen dat zij voor een ontvangen bedrag van 100 gouden Rijnsche guldens en 500 zilveren dalers, schuldig zijn aan Elisabeth Buschaeues, weduwe van Wolter Plonies, burgeresse binnen Munster, ene jaarlijkse rente van 6 gouden guldens en 30 zilveren dalers, te betalen op den zondag Invocavit uit hunne erven en goederen Bonenhorst, Wermbs, Kutenhausen en Petershagen Merss, gelegen in het stift van Minden voor de stad Minden.
Waarborgen blijven Goesen von Raesfelt zur Nienburgh en Reinhardt von Raisfelt zum Roenberge, 1574 februari 27 (am samstage nach dem sundage Esto mihi etc.). 1 charter
N.B. Op perkament, gecancelleerd, met de uithangende zegels in groen was van den graaf en de gravin en van de beide waarborgen; beide eerste zegels gedeeltelijk ingesloten in een capsule van gips.
948 Ottho graf zur Hoya und Brouchausen, etc., en Agnes gravin zu Benthem und Stenfurdt, zijne gemalin, beloven Goesen von Raesfelt zur Nienburgh en Reinhardt von Raesfelt zum Roenberge schadeloos te houden voor hunne in inv.nr. 947 bedoelde borgstelling, waarvoor zij al hunne goederen en bezittingen tot waarschap stellen, 1574 februari 28 (am irsten suntage in der fasten genandt Invocavit); in tweevoud. 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld door den graaf en de gravin, wier beide zegels van groen was gedeeltelijk ingesloten zijn in een capsule van gips.
949 Adolph von der Marcke en Anna von Hovell, zijne huisvrouw, herhalen ten behoeve van Ottho graf zur Hoya und Brouchausen, etc., en Agnes gravin zu Benthem und Stenfurdt, zijne gemalin, de belofte van schadelooshouding aan Goeszen van Raesfelt zur Nienburch en Rheinhardt von Raisfelt zum Roenberge voor hun borgstelling voor de betaling van dezelfde hoofdsom en rente als in inv.nrs. 947 en 948 bedoeld.
Zij stellen daarvoor ten onderpand hun huis en hof en alle toebehoren gelegen binnen den Ottenstein en al hun goederen binnen en buiten het stift van Munster gelegen, 1574 februari 28 (am irsten sundach in der fasten genandt Invocavit). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Adolph von der Marcke.
950 Herman von Hovell zum Ottensteen herhaalt ten behoeve van Ottho graf zur Hoya und Brouchausen, etc., en Agnes gravin zu Benthem und Stenfurdt, zijne gemalin, de in inv.nrs. 948 en 949 bedoelde belofte van schadelooshouding voor Goesen von Raesfelt zur Nienburgh en Reinhardt von Raisfelt zum Roenberge, 1574 februari 28 (am irsten sundagh in der fasten genant Invocavit); in tweevoud. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Herman von Hovell.
951 Gerhardt van Eschede, probst zu Varle, bekent, dat hij met Goeszen vann Raesfeldt zum Roddenberge, doch te Nyenborch woonachtig, ene wisseling gedaan van horigen; hij geeft namelijk aan Goeszen voornoemd Hinriche thom Broickhave, "ietzigen schulten thom Broickhave broeder", Berndes den Olden Schulten thom Broickhave en Gesen, echtelieden, echten zoon, in het kerspel Ledden woonachtig, waarvoor de probst ontvangt Lammerd Lievekinck op Rudden-erve tho Wullen, 1574 april 24. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den probst is afgevallen.
952 Reinhardt von Raesfeldt zum Roemberge en Steveken von Mechelen, zijne huisvrouw, beloven Frantz von Bodelswinge zur Sandtfurdt, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 200 zilveren oude rijksdaalders hoofdsom, en ene rente van 12 dergelijke daalders, jaarlijks te voldoen op Pinksteren uit de erven en goederen Glaneman en Wesselinck, in het kerspel Epe, buurschap Eyl gelegen, welke zij schuldig zijn aan Johan Swefinck, vicarius van de domkerk te Munster, en waarvoor Frantz voornoemd met Sander Droste to Senden borg was gebleven. Zij stellen daartoe beide bovengenoemde erven tot onderpand, 1574 juni 2 (am gudenstage na der hilligen hoichtidt to Pinxtern). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Reinhardt von Raesfeldt.
953 Wycchert, Gertghen en Henricxken, broeder en zusters, kinderen van wijlen Jenneken Sweers, zich ook sterk makende voor Arndt Winalts, hun vader, idem Wysken en Gerritken, kinderen van wijlen Evertien Luchtmans, zich ook sterk makende voor Jans Rans, hun vader, Gerritken voornoemd nog onmondig zijnde, bekennen dat zij verkocht hebben voor een ontvangen som gelds, aan hun oom Willem Sweers de Decker, hun aandeel en recht op een jaarlijkse roggerente van 5 molder rogge, Zutphensche maat, hun aangekomen door het overlijden van hunne grootmoeder van moeders zijde Jenneken Cloevicx, welke rente door Thoenis de Gomsteler zaliger, uit het erf de Bockhorst in de buurschap Loevenem (Leuvenheim), kerspel Brummen, verschreven was, zijnde dat deel het 2/5 gedeelte der 5 molder, terwijl hun oom voornoemd het overige 3/5 gedeelte van zijn moeder reeds had geërfd.
De principaalbrief van de volle 5 molder rogge is te vinden bij Derck Cloevicx Driessenzoon, wonende tegenwoordig te Velp, 1574 juni 26. 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van 2 geërfden in het ambt van Veluwezoom, die op verzoek der verkopers zegelen, doch wier namen in de acte zijn opengelaten, zijn afgevallen.
954 Roeloff Bitter, rentmeester van Twenthe van wegen hoichberoempter Coninclicher Majesteit van Hispaniën, holtrichter te Buerse in het kerspel van Haxberge, bekent met consent van de goedheren, de geërfden en de gemeene buren van de Buersermark, aan Goesen van Raesfelth, borchman tor Nyenborch, en Jasper, diens huisvrouw, verkocht te hebben een stuk land genaamd het Buerser Ridderslach, groot 6 schepel gezaai.
De verkoop geschiedt "angesien endt derwyle datt landt van Twenthe durch ruytere und knechte, insunders durch die contribution der Hispanysche ruyter zoe binnen Oldenzaell als Zutphen", aanmerkelijke schade geleden heeft en men de schamele buren en meierlieden geldelijk wil steunen.
Ten overstaan van Engelbert Nyekarcke, richter van het ampt van Haxbergen, 1574 juli 23. 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door den rentmeester en den richter voornoemd en met beider uithangende zegels in groen was, het eerste voorzien van een tegenzegel.
955 Lubbert van Geisteren, borchman ter Nienborch, bekent verkocht te hebben aan Reinhardt von Raisfeldt tom Roddenberge en Steffen von Mechelen, zijne huisvrouw, een hooigrond geheten de Winkell in het kerspel Epe, Eiler buurschap aan de Eiler-essche. De verkoper belooft voorts waarschap te doen.
Geschied op het slot te Nienborch ten overstaan van Diederick Strick, gogreve van Santwelle, Conradt Symers als commissaris en gevolmachtigde, benevens Hinrick Gresz, pastoor en Johan to Dale, als getuigen, 1575 juli 5 (am dinxtage na Visitationis Marie virginis den vifften dach julii). 1 charter
N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was van den gograaf en den verkoper.
956 Juffer Berta von Raisfelt, eheliche dochter van Goeswin von Raisfelt, borchman zur Neuwerburgh, en van Jaspar von Wullen, zijne huisvrouw, met Conradus Ketteler zur Middelborch en Boickhovell, als haar echtgenoot, bekent dat zij bij haar huwelijk als bruidschat en medegrave, boven het gewone uitzet, ontvangen heeft een bedrag van 4500 thalers, weshalve zij met haar echtgenoot, renuncieert van al haar verdere ouderlijke erfenis. "Erb und Guetteren, Recht und Gerechticheitten, Behausungen, Erbschafften, Lehen, Pandtschafften, Feigh, eigen. liggendt und fharendt, Zinsen, Renten und anderen Uffkumpsten, wu, wahr und in wass hern Landen, hoich und Herligkeitten, Gerichten und Gebiedten die gelegen" mogen zijn en zulks ten behoeve van hun broeder en zwager Reinhart von Raisfelt zum Roedenberge en Steven von Mechelen, diens huisvrouw, opdat deze broeder, "helm und schilt, stam und namen desto besser fhuren und seinem Landtfursten gedient sein kondte."
Geschied in den Neuwerburgh ten overstaan van den officiaal, ordentlicher richter van het hof te Munster, Joannes Borchorst, Meine Macke en Mauriz Cloith, burgers binnen den Neuwerburgh, als getuigen, 1575 december 7 (am gudenstage den siebenden decembris). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Conradt Ketteler en Berta von Raisfelt, met uithangende zegels in groen was van den officiaal van het hof van Munster en van Conradt voornoemd, en gewaarmerkt door den notaris en den gerichtschrijver.
957 Renunciatie gelijk aan die in inv.nr. 956 door juffer Jaspar von Raisfelt, dochter van Goeswin von Raisfelt, borchman zur Neuwerburgh, met Ruthger von Dungelen zu Dalhausen, als haar echtgenoot, ten behoeve van hun broeder en zwager Reinhart von Raisfelt zum Roedenberge en Steven von Mechelen, diens huisvrouw. Jaspar von Raisfelt had als bruidschat en medegave 4000 golden gulden ontvangen.
Geschied in den Neuwerburgh ten overstaan van den officiaal, ordentlicher richter van het hof te Munster, Joannes Borchorst, Meine Macke en Mauriz Cloith, burgers binnen den Neuwerburgh, als getuigen, 1575 december 7 (am gudenstage den siebenden decembris). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Rother von Dungelen zu Dailhussen en Jasper von Rasfelt, met de uithangende zegels in groen was aan den officiaal van het hof van Munster en van Rutgher voornoemd en gewaarmerkt door den notaris en den gerichtschrijver.
958 Johan van Raeszfeldt zu Twickell en Lucia von Heiden, zijne huisvrouw, beloven Reyner van Raesfelt zum Roemberge en Steveken van Mechelen, diens huisvrouw, "onse Vetter und Schwager", schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 1400 zilveren dalers tegen 84 dergelijke dalers rente, jaarlijks te voldoen op den avond van Matthaei apostoli uit hunne goederen en erven Glanemans-erve en Wesslings-erve, beide in het kerspel Epe, buurschap Eiler gelegen, welke zij schuldig zijn aan heer Adolff van Raesfeldt, domheer van de kerk te Munster. Zij stellen daarvoor tot onderpand de erven Olthoff en Hollshoff in het kerspel Delden, buurschap Wolde, 1576 september 20 (am avende Matthaei apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Johan van Raeszfeldt zu Twickell.
959 Johan van Raesfeldt zu Twickel en Lucia von Heiden, zijne huisvrouw, beloven Reyner van Raesfeldt zum Roembergh, hun neef en zwager, en Steveken van Mechelen, diens huisvrouw, schadeloos te zullen houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 1400 zilveren dalers tegen 84 dergelijke dalers rente (zie inv.nr. 958), 1576 september 20 (am avende Matthaei apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Johan van Raesfeldt zu Twickel.
960 Everhardt von der Marck, richter to Steinen Cruitze binnen Ahues en Ottensteine, en Erich zijne huisvrouw, bekennen verkocht te hebben aan Everhart Grothues tho Ibenburen en Anna diens huisvrouw, de helft van het hun toebehorende vierde deel van Grevinckhaves in het kerspel Wullen, met al deszelfs toebehoren, eigene lieden en lasten, waarvoor zij al hun andere goederen tot waarschap stellen.
Geschied voor Michell Wyandt, burgemeester binnen Ahues, als waarnemend richter, en voor Johan von der Marck, Johan Vesteringh en Coerdt Leers, burgemeester en schepenen van Ahues als gerichtslieden, 1576 november 16 (am frigdage den sesteinden monatz novembris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van den stad Ahues, bij gebrek aan een eigen zegel van den waarnemend richter; het uithangend zegel van Everhardt von der Marck is afgevallen.
961 Voor den richter en de schepenen binnen Ahues voornoemd heeft Everhardt Grothues, woonachtig te Ibenhuren in de heerschap Tekelenborgh, voor zich en voor Anna zijn huisvrouw, en met bewilliging van den landvorstelijken leenheer, verkocht en overgedragen aan Reinhart von Raesfeldt tho Roddenberge en Steffen diens huisvrouw, hun quote en aandeel (zijnde het derdehalf gedeelte, hebbende Rutger von der Marck het anderen anderhalf gedeelte) van het Grevinckhave met deszelfs eigene lieden, toebehoren en gerechtigheid, gelegen in het kerspel Wullen.
Aangezien des verkopers huisvrouw zwanger is en niet voor het gerecht kan komen, belooft hij dat zij op eerstkomenden Petri ad Cathedram met Gods hulp hier te Ahuis voor den richter en schepenen de overdracht zal bevestigen (zie ook inv.nrs. 965, 966 en 973). Waarborgen blijven Roloff van Munster to Herssefordt en diens huisvrouw, 1576 november 16 (am frigdage dem sesteinden monatz novembris). 1 charter
N.B. Notarieel copie op papier, gewaarmerkt door Joannes Vulbi(er), Not. et Judic. Ahusensis.
962 Johan von Raisfeldt tho Twickello en Lucia von Heyden, zijne huisvrouw, beloven Reyner von Raisfeldt thom Roemberghe en Steveken van Mechelen, diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 200 rijksdaler hoofdsom en 12 rijksdaler rente, jaarlijks te voldoen op den dag van dezen brief aan heer Meynhart Deithart, der rechten licentiaat en syndicus der stad Munster.
Zij stellen daarvoor tot waarborg hunne erven en goederen Hulshoff en Oildthoiff in het kerspel Delden, buurschap Woelden, 1576 december 21 (op dach Thomae apostoli, wesende die eyn ende twintigeste dach der mandt decembris). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van J. von Raisfeldt is afgevallen.
963 Wissel of "buite" van eigenhorige lieden tussen heer Arndt van Bueren, domheer der cathedraalkerk binnen Munster, met Goesswein van Raesfeldt, borchman zur Neuwenburgh en Jasper, diens huisvrouw, 1577 januari 24 (am avende Conversionis Pauli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van den domheer.
964 Goessen von Raesfeldt, borchman tor Nienborch, en Jasper von Wullen, zijne huisvrouw, bekennen dat zij hebben verkocht aan Alhardt Drosten zum Ulenbrocke en Anna Kerckeringk, diens huisvrouw, een jaarrente van 24 zilveren rijksdalers, voor een ontvangen hoofdsom van 400 dergelijke dalers, jaarlijks te voldoen op den datum van dezen brief uit hunne erven en goederen genaamd Kesterinck in het dorp Schoppingen en Schulten Niehoff in de buurschap Heven, beide in het kerspel Schoppingen gelegen.
Waarborgen blijven Goessen von Raesfeldt, heer zu Raesfeldt en Morkyrchenland, en Hinrich von Munster zum Meynhovell, heer zu Rhunen. Met recht van aflossing, een half jaar van te voren op te zeggen, 1577 februari 1 (am avende Purificationis Marie virginis gnant Lechtmissen). 1 charter
N.B. Op perkament, de uithangende zegels van Goessen von Raesfeldt, borchman tor Nienborch, Goesen van Raesfeldt, heer zu Raesfeldt en Morkyrchenland en Hinrich von Munster zum Meynhovell, zijn afgevallen.
965 Anna van den Cloester met Johan van den Cloester, haar vader, als haar momber, geeft volmacht aan Everhardt Groethuis, haar echtgenoot, om aan Reint van Raesfelt tot Roeyenberge en Steffana van Mechelen, diens huisvrouw, of hun erfgenamen of gevolmachtigden, over te dragen het derde half gedeelte van Grevinckhaus in het gericht van Ahuis, kerspel Wullen, buurschap Sapstert. Zij doet tevens afstand van al haar recht dat zij tot dusverre op Grevinckhaus gehad heeft. Behalve haar vader verzoekt zij, wegens hare zwakheid, haren neef Roleff van den Cloester toe Fledderinge deze volmacht te willen bezegelen en ondertekenen.
Ten overstaan van Gerdt van Benthem, Con. Maj. schulte tho Cucange, Pesse, Echten, Arssen en Wyck, en Henrich van Gesseler en CHristoffer Harmans als keurnoten, 1577 februari 28. 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Gert van Benthem, Johan van den Cloester, Roeleff van den Cloester, Anna van den Cloester, ghenant Grothus, Henryck van Gesseler en Stoffer Hermens, en bezegeld in groen was door de drie eerste ondertekenaars.
966 Goeswin van Raisfeldt, borchman ter Nienborch, en Jaspar van Wullen, zijn huisvrouw, bekennen, dat hun zoon Reinhardt van Raisfelt ton Roddenberge bij zijn huwelijk voor "etlichen verleddenen jaren" met Steven van Mechelen, enige duizend goudguldens ontvangen heeft,
dat na dien hun dochter Jasper van Raisfelt uitgehuwelijkt is aan Rotger van Dungelen zu Dalhusen, en daarbij als uitzet 4000 goudgulden ontvangen heeft,
dat zij toenmaals zoveel gereede penningen niet bezittende, hun zoon Goeswin voornoemd van zijn vrouws bruidschat hun heeft voorgeschoten 3000 gouden Rijnsche guldens,
dat zij daarvoor hun zoon en schoondochter tot dusver ene jaarlijkse rente van 4 gulden op iedere 100 hebben betaald,
dat hun zoon en diens huisvrouw nu onlangs het derde halve deel van Grevinckhaves in het kerspel Wullen gelegen, gekocht hebben, waarvoor zij op hun verzoek 700 goudgulden, in mindering der vorenbedoelde 3000 guldens, verstrekt hebben,
dat zij thans wegens een schuld van 2300 goudgulden, aan hun genoemden zoon en schoondochter jaarlijks schuldig zijn een rente van 138 goudgulden of 6 ten 100, ieder jaar te voldoen op Cathedra St. Peter aan het huis ton Roddenberge.
Zij stellen daarvoor als waarborg het erf en goed to Welinckhove in het kerspel Heeck, buurschap Arle.
Met recht van aflossing, een half jaar van te voren op te zeggen, 1577 september 28 (am avende sancti Michaelis archangeli). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Goessen van Raesfelt en Jaspar van Wullen, en met uithangend zegel in bruin was van eerstgenoemde.
967 Gerdt ten Nyenhuiss verkoopt aan Gosen van Raesfeldt, borchman tor Nyenborch, ene rente van 5½ enkele dikke Hyspanische koningsdalers, jaarlijks te voldoen op Kerstmis uit het goed en erf Nyenhuiss in het kerspel van Epe, buurschap Eylermarcke, voor ene ontvangen hoofdsom van 70 dalers als voornoemd, waarvoor waarborgen blijven Henrick Wesselinck en Grete zijn huisvrouw, Herman ten Nyenhuiss en Grite zijn huisvrouw, en Johann ten Nyenhuiss en Berthe zijn huisvrouw, in het kerspel van Epe woonachtig.
Ten overstaan van Lubberth van Geisteren, borchman ter Nyenborch, 1577 december 21 (up sunt Thomas dach, is de 21 decembris 1577). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door L. van Geisteren en de 3 waarborgen, en met uithangend zegel in groen was van L. van Geisteren voornoemd.
968 Diederich von Plettenbergh, drost der beide graafschappen Bentheim en Steinfort, van wege heer Arnold graaf zu Bentheim, Tecklenburgh en Steinfurt, heer zu Rheda van Wevelingkhoven, bekent wijl een in 1574 voorgenomen ruil tussen den inmiddels overleden Alve von der Marck zu Ottenstein en de toenmalige ambtslieden van het huis Gronau niet geheel tot uitvoering gekomen is, dat hij thans ambtshalve die niet uitvoerde ruiling met Rheinhardt von Raesfelt, den tegenwoordigen eigenaar van den Grevinckhoff, ten behoeve van het huis Gronau tot uitvoering brengt, door in plaats van de in 1574 reeds afgestane Steine Kerckings en hare kinderen, van den Grevinckhoff in ruil te ontvangen van genoemden Rheinhardt, Stine then Brinckhus Henrichsdochter, 1578 april 13 (auff tagh Misericordia Domini). 1 charter
N.B. Op perkament, van het uithangend zegel in groen was van den drost voornoemd is een brokstuk over.
969 Fridach von Laer zu Genege en Margareta von den Berge, zijne huisvrouw, bekennen dat zij aan David Knop en Catarina diens huisvrouw, verkocht hebben ene jaarlijkse rente van 60 zilveren dalers, voor 1000 dergelijke dalers hoofdsom, welke zij bekennen ontvangen te hebben; de rente jaarlijks te voldoen op den dag van dezen brief uit hun goederen en erven Weilinck en Horsthoves Erf, beide in het kerspel van Hovel, buurschap Genege gelegen. Hiervoor blijven borg Reinert von Raesfeldt zum Roemberge en Dieterich von Langen zu Kobbinck. Met recht van aflossing, een half jaar te voren op te zeggen, 1578 april 30 (uf abendt Philippi et Jacobi). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door de verkopers en de borgen, en bezegeld met uithangende zegels in groen was van Fridach von Laer en Dieterich von Langen, en in bruin was van Reinert von Raesfelt.
970 Freitag von Laer zu Genegk en Margaretha zijne huisvrouw, beloven Reinert von Raesfeldt zum Roemberg en Dieterich von Langen zu Kobbingk schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van ene jaarlijkse rente van 60 zilveren dalers, voor 1000 dergelijke dalers hoofdsom (zie inv.nr. 969), 1578 april 30 (uff abendt Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Fridach von Laer en Margarete van dem Berge "frow van Laer" en met uithangend zegel in groen was van Fridach von Laer.
971 Sander Drost zu Senden en Agnes van Bour, zijne huisvrouw, beloven Reinhardt van Raesfeldt zum Roenberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 500 zilveren rijksdalers hoofdsom en ene rente van 30 dergelijke dalers, jaarlijks te betalen op den datum van dezen brief uit den Hof tho Westrupp in de Westruper buurschap en Ellentrup in de Birchterbecker buurschap, beide in het kerspel Ludinckhusen gelegen, welke zij schuldig zijn aan Tideman Schwarte en Catharina diens huisvrouw, en waarvoor Reinhardt voornoemd met Henrich van Asschebergh zu Gottendorff borg was gebleven. Zij stellen beide bovengenoemde erven tot waarborg, 1578 augustus 9 (ahm avende Laurentii martiris). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Sander Drost.
972 Ruiling (wessel und buite) tussen Goedeke Schenckinck zu Beveren en Goessen von Raesfeldt zur Nyenburgh, zijn zwager, van eigenhorige lieden, 1579 januari 6 (uff trium regum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van G. Schenckinck.
973 De officiaal van het Munstersche Hof beveelt, op verzoek van Reiner van Raisfeldt zum Roenberge, als medeëigenaar van het goed Grevinck, kerspel Wullen, buurschap Quantwick, aan de geestelijkheid in Wullen en Ahuss om aan Rotger von der Marcke c.s. als andere medeëigenaar, bekend te maken, dat het goed voornoemd onder zijn dagelijkse rechtsmacht is gesteld, 1579 januari 8 (die Jovis, 8 mensis januarii). 1 charter
N.B. Op perkament, gewaarmerkt door notaris Arnoldus Isfordingk; het afhangend zegel is afgevallen. Met aantekening der publicaties in margine.
974 Eilhardt von Wullen zu Ravenshorst en Fredeke, zijn huisvrouw, beloven Goeswin von Raesfeldt zur Nyenborch en Jaspar diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 500 oude of Reichsthalers hoofdsom tegen ene rente van 23 dergelijke thalers, jaarlijks te betalen op Drie Koningen uit hun goed en erf Rauwert, in het kerspel Heick, buurschap Arle, welke zij krachtens een brief van 5 februari 1579 schuldig zijn aan de executeuren van wijlen heer Johan Kryten, suffraganien en canonik van den Ouden Dom te Munster.
Zij stellen daarvoor tot waarborg hunne erven en goederen genaamd Hoelken en Pureincks-erf, beide in het kerspel Gildehaus, buurschap Westenborg in het graafschap Bentheim gelegen, 1579 februari 6 (ahm freythage den sechsten februarii). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Eylerth van Wullen en Fredeke van Wullen en met uithangend zegel in groen was van den eersten ondertekenaar.
975 Christian von Altenhaus zu Welbergen belooft Goeswin van Raesfelt zur Neuwenburgh en Jasper, diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 500 oude of Reichsthalers hoofdsom tegen een rente van 25 dergelijke thalers (zie inv.nr. 974).
Hij stelt als waarborg zijn goed Bredeboems-erve in het kerspel Wetteringe, buurschap Billiker Marck, 1579 februari 6 (am freytage den sesten februarii). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld in groen was door Ch. von Altenhaus to Welbergen.
976 Cristopher van Hewen en Anna, zijne huisvrouw, alten vrij Johan ten Loehuisz, echten zoon van Berendt ten Loehuisz en Greten, diens huisvrouw, wonende op Loehuis in het kerspel Schoppinge, buurschap tho Havenenbecke, welke lieden hunne tot dusver toebehorende volschuldige lijfeigenen waren, en zulks voor een som gelds, welke zij bekennen ontvangen te hebben, 1579 mei 1 (am dage Philippi et Jacobi apostolorum). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van C. van Hewen is afgevallen.
977 De gemeene gezamenlijke borchmannen tho Nyenborch bekennen verkocht te hebben aan Gosen van Raesfeldt en Jasper, zijne huisvrouw, een jaarlijkse rente van 3 Hollandsche dalers voor 50 Hollandsche dalers hoofdsom, te betalen op Palmdag uit de inkomsten als de tolbussen en de accijnzen van de gerechtigheid van het slot Nyenborch; met recht van aflossing, een vierendeel jaars te voren op te zeggen, 1580 maart 26 (up Palmavent). 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van de gemeene borchmannen van Nyenborch, van Gosen van Raesfeldt, en van Lubberth van Geysteren en Gerlach van Wullen, borchmans to Nyenborch, welke twee laatsten ter meerder vestenis der waarheid mede zegelen, is het gemeenschappelijke zegel der gemeene borchmannen afgevallen, en zijn de zegels der 3 anderen, respectievelijk in groen, geel en geel was, nog aanwezig.
978 Arnold van Bentheim-Steinfurt en zijn echtgenote Magdalena van Nieuwenaar schenken Anna van Tecklenburg, moeder van Arnold, een jaarrente in ruil voor de overdracht van haar bezittingen, 1580 september 15. 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Arnolth grave zu Benthem en Magdalena, en met uithangend zegel in geel was van den eersten ondertekenaar.
979 Herman van Kukelsheim zu Rodorp ruilt met Goessen van Raesfeldt, borchman thor Nienborch, zijn eigenhorigen knecht Hinrich Messinck, zoon van Ties en Elsken Messinghes, van het erf Messing in het kerspel St. Lambert binnen Coesfelt, buurschap to Harle, waarvoor hij van Goessen voornoemd weder ontvangt Henrich Hardinck, zoon van Johan en Greten, geboortig van het erf Hardinck in het kerspel Oesterwick, buurschap Bockholt, 1580 september 21 (am dage Mathei des apostels). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Herman van Kukelsheim.
980 Johan von Raisfelt zu Twickelde en Lucia vonn Heidenn zijne huisvrouw, beloven Reinhardt vonn Raisfelt en Steffen vonn Mechelen diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van 1000 zilveren thalers, tegen ene rente van 60 zilveren thalers, jaarlijks te betalen op Catharina virginis dag te Munster uit hunne goederen en erven Glaneman en Wesselmans-erven, beide in het kerspel Eppe, buurschap Eyler, welke zij schuldig zijn aan heer Macharis Schenckinck als eigenaar en possesseur van de vicarie ad altare sanctorum Laurentii et Vincentii martirum in de Domkerk te Munster, en waarvoor hun zwager en broeder Mentzo von Heiden zu Astrup mede borg was gebleven. Zij stellen daarvoor tot waarschap hunne goederen Wicherinck en Berchausz in het kerspel Delden gelegen, buurschap bey den Esz, 1580 november 24 (ut abent Catharina virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Johan van Raesfelt en Lucya van Heyden genant van Rasfelt, en met uithangend zegel in groen was van Johan van Raesfelt voornoemd.
981 Bernhardt von Westerholt, her zu Lembeck, belooft Reinerdt von Raisfeldt zum Roenbergh schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 200 zilveren dalers hoofdsom en 12 dalers rente, jaarlijks te voldoen op Paaschen uit de niet-leenroerige erven Schulte Spexel en Schulte Bockholt, beide in het kerspel Wulffen, buurschap Lembeck gelegen, welke hij schuldig is aan Sibilla von Ham te Munster, en waarvoor Reinerdt voornoemd met Herman van Westerholt zur Coppelen borg is gebleven, 1581 maart 25 (am hilligen Pasche abendt). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld door B. von Westerholt.
982 Herman von Westerholt zur Koppell, drost zu Hackesberg (Haaksbergen), en Elsebe von Beveren, zijne huisvrouw, beloven Reinhardt von Raesfeldt zum Roemberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling, welke hij met Borchardt von Westerholt zur Alst gedaan heeft, voor de betaling van 200 zilveren dalers hoofdsom en 12 dergelijke dalers rente, jaarlijks te voldoen op das fest Pfinxter uit de erven en goederen Olthoff en Wissingk, beide in het kerspel Heeck, buurschap Arle, welke zij schuldig zijn aan Henrich Korler te Munster, 1581 juni 23 (am abende Joannis des Tauffers). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Herman von Westerholt is afgevallen.
983 Jacob von Keppell zur Horst en Elsebe, zijne huisvrouw, beloven Reinhardt von Raisfeldt zum Rumberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 300 Reichsthaler hoofdsom en 18 Reichsthaler jaarlijkse rente, die zij met hun neef en zwager Herman von Westerholt zur Koppell schuldig zijn aan Geret Budden en Metten diens huisvrouw, burgers te Horstmar, en waarvoor zij tot waarschap stellen den hof tho Bruninck in het kerspel van Heick, buurschap Arle, den hof tho Elperinck in het kerspel van Legden, buurschap Weer, en den hof tho Frerekinck in St. Lamberts Mark binnen Coesfelt, buurschap Gopell, alle drie gelegen in het ambt van Horstmar, 1581 november 10 (am abend Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld door Jacob van Keppell en Elsebe van Munster genant Keppell, wier uithangende zegels niet meer aanwezig zijn.
984 Jacob vonn Keppell zur Horst en Elsebe von Munster, echtelieden, beloven Reinhardt von Raesfeldt zum Roedenberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 1000 thaler hoofdsom en 60 thaler jaarlijkse rente, welke zij schuldig zijn aan Dittrich von Raesfelt, diens neef.
Zij stellen daarvoor tot waarborg hunne goederen en erven den Schultenhoff te Brunninck, buurschap Arle, kerspel Heeck, den Wisflinckhoff, in hetzelfde buurschap, en den hof te Elperinck, buurschap Werer, kerspel Ledden, 1581 november 25 (up dagh Catharinae virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Jacob vonn Keppell is afgevallen.
985 Jacob von Keppell zur Horst en Elsebe von Munster beloven Reinhardt von Raisfeldt zum Ruenberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 400 overlandsche gouden Rijnsche guldens, welke zij schuldig zijn aan Herman Byderwanth, elomosinaris der domkerk te Munster en waarvoor mede borg is geweest Luitze von Foigden.
Zij stellen daarvoor tot waarborg den Schuldenhoff in het kerspel Ochterpe, buurschap Telget, den anderen Schultenhoff tho Elperinck in het kerspel Ledden, buurschap Weer, en den hof tho Bruininck in het kerspel Heick, buurschap Arle, 1582 januari 5 (ahm abend Epiphanie Domini). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Jacop van Keppell en Elsebe van Munster gnannt Keppel, en met uithangend zegel in groen was van Jacob van Keppell.
986 De officiaal van het Munstersche Hof draagt aan de geestelijke heren in Epe en Everichwinkel en aan anderen tot de executie van den brief geroepen op, om David Knoep en diens huisvrouw in het bezit te stellen van de goederen Brinckman en Gledde in Hoetmar, Glaneman en Wesselingh in Epe, welke goederen hun gerechtelijk zijn toegewezen krachtens hypothecaire borgstelling door de eigenaars Dirck van Langen en Reiner van Raesfeldt zum Roenberge ten behoeve van Knoep's schuldenaar Fridag van Laer zu Genege, ridder, en diens vrouw Margaretha, 1582 mei 4 (quarta maii). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den officiaal is afgevallen. De linkerrand van het perkament met de notities der afkondigingen is afgescheurd.
987 Vrijbrief afgegeven door Jasper van Wullen, weduwe van Goessen van Raesfeldt, borchman ter Nienborch, ten behoeve van Evert ten Linthuisse Willemszoon uit het buurschap Ramesberch, kerspel Schoppingen, 1582 juni 14 (up dach Sacramenti). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door de weduwe van Raesfeldt, wier opgedrukt zegel is afgevallen.
988 Jacob van Keppell thor Nienborch en Elsebe van Munster, zijne huisvrouw, beloven Reiner van Raesfelt tom Roemberge schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 200 Rickesdaler hoofdsom en 12 dezer daler jaarlijkse rente, te voldoen op thag und fest Jacobi apostoli, welke rente zij schuldig zijn aan Joachim van Delffte, uit hunne goederen Schulte Elperinck in het kerspel van Legden, buurschap tho Weer, en Frerekinck voor Coisfelt, kerspel St. Lambert, buurschap to Gopele, 1582 juli 24 (op avent Jacobi apostoli). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Jacob van Keppell.
989 Henrick Bock zu Soest en Henrich Bysschopinck zu Nunninck ruilen met de weduwe van Goessen vohn Raesfeldt, borchman zur Nienborch, lijfeigenen. Eerstgenoemden ontvangen van de weduwe voornoemd Greten tho Nienhuise, dochter van Johan tho Nienhuise en van Elsen diens huisvrouw, geboortig van het erf Niehuis in het kerspel Bilrebecke, buurschap Hameren, voor wie de weduwe Raesfeldt ontvangt Elsen Essinck, dochter van Johan Essinck en van Greten diens huisvrouw, geboortig van het erf Essinck in het kerspel Havickesbecke, buurschap Natorpe, 1582 october 1. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van Bertholdt Bischopinck zu Telgett, die op verzoek van H. Bock en H. Bysschopinck, welke geen zegel bezitten, zegelt.
990 Bitter van Raesfeldt, domheer van de kerke te Munster belooft Reiner van Raesfeldt thon Roenberg, zijn neef, en Steven van Mechelen diens huisvrouw, schadeloos te houden voor hunne borgstelling voor de betaling van:
a. 1400 rijksdalers hoofdsom en 84 rijksdalers rente, jaarlijks te betalen op Martini episcopi aan Elysabeth Buschoffs, weduwe van Wolter Plonisz te Munster, en
b. 600 rijksdalers hoofdsom en 36 rijksdalers rente, jaarlijks te voldoen op denzelfden dag aan Bernhardt Schmisingk en Wilhelm van Elvervelt, domheren, en aan de executeuren van wijlen Caspar Schencking, ook domheer te Munster,
uit de erven en goederen Wesselingk, Glaneman, Schottelkotte en Lubberdingk, alle in het kerspel Epe, buurschap Eiller gelegen.
Hij stelt tot onderpand de erven Bussche tho Hardingkhusen, in het kerspel Ulsen, en Meyerinckhart bij het dorp Ulsen gelegen, en voor welke schulden Reiner voornoemd borg gebleven was in vereniging met Adolff van Raesfelt, bezitter van het goed tho Henge, broeder van Bitter voornoemd, 1582 november 10 (am avende Martini episcopi). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Bitter van Raesfelt, wiens uithangend zegel is afgevallen.
991 Goddert von Raeszfeldt, Thumbdechandt der kerk te Munster en probst te St. Mauritz buiten Munster, ruilt met Jaspara von Wullen, weduwe van Goeszwin von Raeszfeldt zur Nienborch, borchman, de eigenhorige volschuldige Elsen, dochter van Dieterich Hemsing en van Wichmoet diens huisvrouw, uit het kerspel te Sanct Lambert te Coesfelt, buurschap Harte, voor welke hij aan genoemde weduwe overgeeft Aleken, dochter van Berndt Meiering en van Greiten diens huisvrouw, geboortig van het erf Meierinck in het kerspel Sanct Lambert, buurschap Kalvesbecke, 1582 november 14 (am vierzehenden tagh der monatt novembris). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van G. von Raesfeldt is afgevallen.
992 Sophia van Hovell, juffer van het vrije wereldlijke stift te Metelen, van wegen het capittel, bekent dat zij naar gewoonte van het stift Munster, ene "buithe" of wissel gedaan heeft met Reinarth van Rasfelt tzum Roemberch, van Herman Hoeiers zaligen Henderick en Derekenn, echtelieden, wettigen zoon, geboren in de vrijheid van Metelen; waarvoor zij namens het stift verklaart in rechte wederwissel ontvangen te hebben Johann Lubbertinck, Herman en Fennen Lubbertinges, echtelieden, wettigen zoon, geboortig van het kerspel Epe, buurschap Eler, 1583 maart 24 (tzo Methelenn). 1 charter
N.B. Op perkament, met het uithangend "hillighen Cruitz" zegel in bruin was van het stift te Metelen.
993 Frantz von Bodelswing zur Sandtfurtt, drost zu Borckelo, en Joest von Mechelen, zijne huisvrouw, beloven Reiner von Rasfeldt zum Rombergh, hun schoonbroeder en zwager, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 300 oude Reichsthalers hoofdsom en 18 dergelijke thalers rente, jaarlijks te betalen op St. Martens dag uit erven en goederen in het kerspel Borck, buurschap Alden Borck en in het kerspel Sepperade, buurschap Pettekum gelegen, welke rente zij schuldig zijn aan Henrich Scholbrogge, burger te Munster, 1583 october 3. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Frantz von Bodelswing.
994 Ludiger von Raesfeldt zu Hameren, drost zur Wolbeck en Saffenbergh, en Christina de Bever, zijne huisvrouw, beloven Reiner von Raesfeldt zum Rhonbergh, drost te Borckeloe, hun neef en zwager, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van:
1. ene rente van 42 zilveren Reichs thaler aan Henrich Vendt, der rechten doctor, en Clare diens huisvrouw, voor een ontvangen hoofdsom van 700 Reichs thaler;
2. ene rente van 30 Reichs thaler voor een ontvangen hoofdsom van 500 Reichs thaler;
3. ene rente van 18 Reichs thaler aan Christina von der Rhuer, matersche en aan de junfferen van het klooster Mariendall te Nisinck binnen Munster, waarvan de hoofdsom 300 Reichs thaler bedraagt;
4. ene rente van 12 Reichs thaler aan Christoffer Khemmerer, vicarius van St. Lamberti te Munster, waarvan de hoofdsom 200 Reichs thaler bedraagt;
5. ene rente van 60 Reichs thaler aan Peter Stüte, rentmeester zur Geist, waarvan de hoofdsom 1000 Reichs thaler bedraagt; en
6. ene rente van 6 Reichs thaler aan Hille Roderinck, huisvrouw van Schweder Steffans, waarvan de hoofdsom 100 Reichs thaler bedraagt,
alle welke renten jaarlijks op Maria Lichtmis betaald moeten worden uit de goederen en erven Holtman, Grövers en Gebbeker in het kerspel Billerbeck gelegen en waarvan de brieven gedateerd waren op den 1 februari 1584, 1584 februari 4. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Ludiger von Raesfeldt.
995 Reinhardt van Raisfeldt thom Roenberge en Steven van Mechelen, zijne huisvrouw, beloven Diederich van Bilderbeck tor Nienborch schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 300 daler hoofdsom, waarvan de jaarlijkse rente betaald moet worden op Purificationis Marie, welke zij schuldig zijn aan heer Johan Trippelseit, vicarius der domkerk te Munster, en waarvoor zij als waarborg stellen hun erven en goederen genaamd Deitherdt en Niehuis, beide in het kerspel van Bilderbeck, buurschap Hameren, 1584 februari 7 (den fridach na Purificationis Marie gnant Lichtmisse). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Reynier van Raesfelth zum Roeymberch en Steven van Mechelen genant Raesfelth, en met uithangend zegel in groen was van den eersten ondertekenaar.
996 Rodolff von Schonebecke zum Nienberge belooft Reinhardt vonn Rasfeldt zum Romberge, borchman ter Nienborch, zijn neef, schadeloos te houden voor zijne borgstelling voor de betaling van 200 Rijksdalers hoofdsom en 12 dalers rente, jaarlijks te voldoen op St. Margaretha dag uit de twee niet-leenroerige erven genaamd Brinckman in het kerspel Nienberge in de Dorpbuurschap, en Meineman in het kerspel Ledden in de Dorpbuurschap, welke rente hij schuldig is aan Margarete Schmisinck, wonende te Borchorst, en waarvoor Reinhardt voornoemd met Herman vonn Westerholt zur Coppelenn borg is gebleven. Tot onderpand stelt hij beide bovengenoemde erven, 1584 juli 18 (am sonabendt nach Margaretae virginis). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gedeeltelijk afgebroken zegel in groen was van R. von Schonebecke.
996* Mandaat van den officiaal van het Munstersche Hof aan de pastoors in Nienborgh en Epe om ten verzoeke van David Knoep, meestergoudsmid, te dagvaarden Caspara van Wullen, weduwe van Goschwin van Raesfelt zur Neuwenbergh en hun zoon Reiner van Raesfelt zum Roembergh, 1585 juli 4 (die 4 mensis julii). 1 charter
N.B. Op perkament, het afhangend zegel is afgevallen.
997 Ludwech von Langen zur Surenborgh en Heilwech von Raesfeldt, zijne huisvrouw, beloven Reinhardt von Raesfeldt zum Roenberge, drost te Borculo, hun zwager en broeder, en Rudolff von Schonebeck zum Nienberge, hun neef, schadeloos te houden voor hunne borgstellingen voor de betaling van:
a. 100 rijksdaalders hoofdsom en 6 rijksdaalders rente, jaarlijks op St. Bartholomeusdag te voldoen aan de executeuren van wijlen heer Johan Kriten, gewezen Munsterschen suffragaan, en
b. 100 rijksdaalders hoofdsom, en 6 rijksdaalders rente, jaarlijks op St. Michaelsdag te voldoen aan Jurien Knoepp, vicarius in den dom te Munster.
Zij stellen daarvoor tot waarborg hun erven en goederen genaamd Postes te Eschendorf en richters te Elte, beide in het kerspel Reine gelegen, 1585 september 28 (auf abendt Michaelis archangeli). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Ludwig von Langen en Heylwech van Raesfelt genant van Langen en bezegeld door den eersten ondertekenaar, wiens zegel is afgevallen.
998 De officiaal van het Hof te Munster beveelt aan de geestelijken in Oesterwick om vrouwe Caspara van Wullen, weduwe van heer Goswin van Raesfelt, in het bezit te stellen van ene jaarrente van 60 daalders door proost en convent van Varler, ten behoeve van heer Herman van ovel gevestigd, 1587 juni 11 (die 11 mensis junii). 1 charter
N.B. Op perkament, het afhangend zegel is afgevallen. Met notities der publicaties in margine.
Getransfigeerd aan de acte van 19 september 1592.
998 De officiaal van het Hof te Munster gelast aan de geestelijken in Oesterwick om vrouwe Caspara van Wullen, weduwe van heer Goswin van Raesfeltt "borchmannus zur Nienborgh", tegenover het verzet van den gograaf Valendin te Hasthausen te stellen en te handhaven in het bezit van de hoofdsom van 1000 gouden guldens en de jaarlijkse rente van 60 gouden guldens in den doorstoken brief bedoeld, 1592 september 19 (die 19 septembris). 1 charter
N.B. Op perkament, uithangend zegel onder papier geplet, onherkenbaar. Met notites der publicaties in margine.
Getransfigeerd aan de acte van 11 juni 1587.
999 Arnoldt von der Becke, richter zum Steinen Creutz binnen Ahaus en Ottenstein, van wegen den heer stadhouder des stifts van Munster, geeft aan Berndt Morckmans en Henrich Benigegs, als gemachtigden van J. Jaspara van Wullen, weduwe van Goschwein von Rasfeldt, burchman zur Neuwenburgh, en van haar zoon Reiner von Rasfeldt, drost zu Borcklhoo, krachtens recht van verwin ten gevolge van misbetaling en schadelooshouding, het erf en goed Schweinck en deszelfs bouwlieden, en zulks krachtens vonnis van het Geestelijk Hofgericht te Munster in hun zaak contra Adolph von der Marcke zum Ottenstein; en geeft voorts bevelen om de weduwe en haar zoon in dit bezit te stellen en te handhaven, 1587 juli 13. 1 stuk
N.B. Op papier, het in groen was opgedrukte gerichtszegel is bijna geheel afgevallen. Ondertekend door Joan Volbir, notaris en gerichtsschrijver.
1000 Caspar Valcke zum Rockoll ruilt met Reinert von Raesfeldt zum Roedenbergh, drost der heerlijkheid Borculo, den eigenhorigen volschuldigen Jasper, zoon van Johan Udinck en van Elsen diens huisvrouw, geboren in het kerspel Darvelt, Geittendorperbuurschap, waarvoor hij ontvangt Berndt, zoon van Johan thom Nienhuis en van Elsen, diens huisvrouw, geboren in het kerspel Billerbecke, buurschap Hameren, 1588 september 20. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van Caspar Valcke is afgevallen.
1001 Remegia van Hoite, vrouwe van het stift Asbecke, ruilt met voorweten en wil van de gezamenlijke capittel-junfferen, met Caspara van Wullen, weduwe van Goswin van Rasfelt tor Nienborgh ene horige maagd tegen ene andere, 1588 october 31 (am avende Omnium sanctorum). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend capittelzegel in groen was.
1002 Johan von Lohn to Hisfelt ruilt een horigen knecht met Jasper von Wullen, weduwe van Goesen van Rausfelt, borgman tor Nienborg, tegen een anderen, 1589 januari 29. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van J. von Lohn.
1003 De officiaal van Munster, als dagelijks richter ter plaatse, gelast de geestelijke overheid van Nyenborch, om de weduwe en erven van heer Goschwein van Raesfelt wegens wanbetaling van een jaarrente van 18 goudgulden en 5 rijksdaalders aan Henric Jonass, burger van Munster, in te dagen, met opvordering van de richters, gograven enz. en hunne dienaars en plaatsvervangers, als ook van de pastoors en kosters, binnen wier parochies hof- of zadelgoederen van de schuldenaars gelegen zijn om, na uitroepingen van deze brief, op die goederen de schuld en de kosten te verhalen of de debiteurs te gijzelen, tenzij zij behoorlijk proces bij hem aanbrengen, 1589 october 7. 1 charter
N.B. Gedrukt met Latijnschen tekst op perkament, met ondertekening; aanhangend zegel afgescheurd; marginale aantekening der uitroepingen en der uitpanding.
1003 De officiaal van Munster, als dagelijks richter ter plaatse, gelast de geestelijke overheid van Nyenborch, om de weduwe en erven van heer (naam uitgewist) wegens wanbetaling van een jaarrente van 17½ goudgulden en 5 rijksdaalders aan Henric Jonass, burger van Munster, in te dagen, met opvordering van de richters, gograven enz. en hunne dienaars en plaatsvervangers, als ook van de pastoors en kosters, binnen wier parochies hof- of zadelgoederen van de schuldenaars gelegen zijn om, na uitroepingen van deze brief, op die goederen de schuld en de kosten te verhalen of de debiteurs te gijzelen, tenzij zij behoorlijk proces bij hem aanbrengen, 1590 september 28. 1 charter
N.B. Gedrukt met Latijnschen tekst op perkament, met ondertekening; aanhangend zegel afgevallen; marginale aantekening der uitroepingen.
1003 De officiaal van Munster, als dagelijks richter ter plaatse, gelast de geestelijke overheid van Nyenborch, om de weduwe van heer Goschwein van Raesfelt te Nyenborch wegens wanbetaling van een jaarrente van 25 rijksdaalders aan Joan van Olthuys te Welbergen, in te dagen, met opvordering van de richters, gograven enz. en hunne dienaars en plaatsvervangers, als ook van de pastoors en kosters, binnen wier parochies hof- of zadelgoederen van de schuldenaars gelegen zijn om, na uitroepingen van deze brief, op die goederen de schuld en de kosten te verhalen of de debiteurs te gijzelen, tenzij zij behoorlijk proces bij hem aanbrengen, 1595 juni 1. 1 charter
N.B. Gedrukt met Latijnschen tekst op perkament, met ondertekening; aanhangend zegel gespleten en ter weerszijden beplakt; marginale aantekening der uitroepingen en der uitpanding.
1004 Wijl de erven en goederen van Gerlach van Wullen, borgman zur Nienborge "mit Renthen und Schulden mercklich vortrift, die Zinsen unbezalt plieben, die Fideiussoren und Warburgen keins Bezalung angelant" etc., gelast de officiaal van het Geestelijk Hof te Munster beslaglegging op het hem toebehorend goed het Nielandt op verzoek en ten behoeve van de fideiussoren en credioren, 1595 februari 18 (ahm achtzehenden februarii). 1 charter
N.B. Op perkament, notarieel gewaarmerkt door Casparus Raxinck, notaris publicus, en met uithangend zegel in groen was - voorzien van tegenzegel - van het Munstersche geestelijke Hof.
1006 Wijl de erven en goederen van Gerlach van Wullen, borgman zur Nienborge, en zijne huisvrouw, "mit Renthen und Schulden mercklich vortrift, die Zinsen unbezalt plieben, die Fideiussoren und Warburgen keins Bezalung angelant" etc., gelast de officiaal van het Geestelijk Hof te Munster beslaglegging op het hem toebehorend goed het Nielandt op verzoek en ten behoeve van de fideiussoren en credioren, 1596 september 27 (am freitagh den sieben und zwantzigsten dero monath septembers). 1 charter
N.B. Op perkament, notarieel gewaarmerkt door Casparus Raxinck, notaris publicus, en met uithangend zegel in groen was - voorzien van tegenzegel - van het Munstersche geestelijke Hof.
1007 Vrijbrief afgegeven door Adolff vann Merfelt, herr zu Merfelt, en Maria Peick (lees: Pieck (van Isendoorn)), zijne huisvrouw, ten behoeve van Gretgen Strotmans Johansdochter, geboren in het kerspel Dulmen en heerlijkheid Merfelt, van al hun volschuldige eigendomsrechten op haar, 1597 november 1. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel van den heer van Merfelt is afgevallen.
1008 Reinart vonn Raesfelt zum Rodemberge, drost te Borculo, bekent dat hij verkocht heeft aan Dietherich vonn Schelner, der rechten doctor en Munstersch kantzler, ene rente van 9 zilveren rijksdaalders en zulks voor een ontvangen som van 150 rijksdaalders; de rente ieder jaar op St. Marten te voldoen binnen de stad Munster, uit al zijn vrije en leenroerige erven, hoven en goederen, 1598 april 30 (auf Meyabendt). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door den drost en met uithangend zegel geheel ingenaaid in een linnen omhulsel.
1009 Rutger von der Marck zu Ahuss en Margarethen von den Cloister, zijne huisvrouw, ruilen met Reinhart von Raisfelt, drost der heerlijkheid Borculo, de eigenhorige persoon Metten, dochter van Berndt zum Linthaus en van Locken diens huisvrouw, geboren in het kerspel Schoppinge, buurschap Ramesberge, waarvoor zij ontvangen Annen Elfferinck, dochter van Johan en Stine diens huisvrouw, geboren in het kerspel Wessum, buurschap Graess, 1600 mei 13 (am driezehendten tage monatz May). 1 charter
N.B. Op perkament, van het uithangend zegel van R. von der Marck is slechts een gespleten brokstuk over.
1010 Elisabeth, abdisse van het stift Freekenhorst, geboren gravin en freulein zu dem Berge, geeft een vrijbrief aan de eigenhorige Greteke, dochter van Gerdt Sutholtt en van Elsa diens vrouw, wonende in het kerspel Ahlen, 1606 december 8. 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door de abdis en met haar uithangend zegel in rood was.
1011 Goswin von Rasfelt zum Roenbergh und Herveldt, drost te Borckeloe, en Ursula von Middachten, echtelieden, bekennen, dat Johann Drosten, der rechten doctor, hun verkocht heeft een jaarlijkse rente van 36 Reichsthaler voor 600 Reichsthaler hoofdsom, uit de goederen Bergedynck en Aruph in het kerspel Alen.
Ten overstaan van den officiaal van het Hof te Munster als richter, Gerhardt Coch, verwalter te Sandtfurt, en Zeven Meylingh, burgemeester te Borkulo, als getuigen, en gewaarmerkt door Bernardus Dirckingh als notaris, 1609 maart 16. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was van den officiaal van het Hof te Munster.
1012 Margareta ten Schottelkotte, huisvrouw van Johan van Dulmen, belooft dat zij Goswin von Rasfeldt zum Roemberg, heer zu Herveldt, drost der heerlijkheid Borculo, die haar van lijfeigenschap heeft vrijgelaten, daarvoor zal afstaan de erfenis, welke haar van haar oom Gerdt, gewezen scholt op den Roemberg, kan aanbesterven. Levert zij diens gehele nalatenschap niet over, dan zal zij weer in horigheid vervallen.
Geschied voor Johan van Marsing, gesubstitueerd richter van Borculo, en Vith Schomacher en Peter van Wullen, schepenen en gerichtslieden, 1609 november 20. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend gerichtszegel in groen was.
1013 Vrijbrief afgegeven door Wilhelm Henrich grave zu Bentheim, Teckelnburg, Steinfurdt en Limburg, herr zu Rheda, Wevelinghoven, Alpen en Helffenstein, freiherr zu Lennep, erbvogt zu Collen, ten behoeve van Grete ther Fucht, dochter van Johan en Jutte ther Fucht, uit het kerspel Epe, die zich voor een som geld heeft losgekocht van hare horigheid, 1611 april 3 (slot Steinfurdt). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend met "Wilhelm Henrich" en met uithangend zegel in rood was, de achterzijde in een capsule van geel was, van den graaf van Bentheim.
1014 Johan Hake zu Schevantorff en Sibilla von Rasfeldt, zijne huisvrouw, bekennen hoe hun zalige zwagerinne en nicht, wijlen Jobst geboren van Mechelen, weduwe van Frantz von Bodelschwingh zur Santfurth en Rechede, ene testamentaire beschikking gemaakt had, waarbij zij aan Sibilla von Rasfeldt voornoemd 2000 Reichsthaler, uit te betalen 8 jaar na haar dood, gelegateerd had. Wijl nu deze 8 jaar op 3 mei verlopen zijn en de wel edele en ehrenveste Joachim Freitagh zum Loringkhoffe, Sandtfurdt en Rechede, hun zwager en neef, krachtens ene op 22 april 1610 gemaakte transactie tussen Freitagh voornoemd en Gosswein von Rasfeldt, drost, dit legaat ter uitvoering van het testament, dat hij cum beneficio inventarii et salva Falcidia aangenomen had, uitgereikt heeft, geven eerstgenoemde echtelieden aan hun zwager en neef voornoemd deswegen kwitantie.
Ten overstaan van den officiaal ordentlicher richter van den Hof te Munster, en Fredericus Nierman, dienaar der zegelkamer, en Bernhardt Oisterman, als getuigen, 1612 april 20 (am montagh nach dem sontage Quasi modo geniti). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door Johann Hake en Sybylla von Raesfeldt, "frow Hakesche"; en bezegeld met uithangend zegel in geel was van den officiaal van het Hof van Munster.
1015 Vidimus voor den officiaal van het Hof te Munster van een overeenkomst gemaakt op huize Sandfurt op 22 april 1610 tussen Goswin von Resfeldt, drost te Borculo, en Joachim Fritag zum Loringkhofe, nopens de Sandfurtsche en Rechedische goederen, hun als testamentaire erfgenamen nagelaten door Jobst van Mechelen, vrouwe tot Sandfurt.
De overeenkomst vermeldt, dat bij de testamentaire beschikking van wijlen Jobst van Mechelen voornoemd, bepaald is, dat gedurende 8 jaar na haar overlijden, hare Sandfurtsche en Rechedische goederen onverdeeld zullen blijven en de inkomsten daarvan zullen dienen tot betaling van verschuldigde renten en andere schulden, dat na deze 8 jaar de Sandfurtsche goederen gedeeld kunnen worden tussen hare beide bovenvermelde erfgenamen Raesfelt en Fridagh, doch dat de Rechedische goederen nog zolang onverdeeld zullen blijven totdat het met die von Heiden zu Astrup voor het keizerlijke Kammergericht gevoerd wordende proces beëindigd zal zijn, waarna met die goederen gedaan mag worden, datgene waarmede zij het beste gediend zijn.
De testamentaire executeurs Adolph von Merfeldt, heer tot Merfelt, en Johan Asbecken Torck zu Vorhelm, met Henrich Witfelt der rechten licentiaat en syndicus der stad Munster, en Johan Drosten, der rechten doctor, met verwanten en vrienden van beide zijden, namelijk voor Joachim Fridagh: Johann von dem Berge zu Ripshorst en Herman von Oer, en voor Goswin von Raesfeldt: Jobst Wilhelm von Bodelswingk zu Jekeren en Viet Christoffer von Münster zur Leimküler, hebben toebedeeld aan Joachim Fridagh al de Sandtfurtsche en Rechedische goederen met al hunne daarop rustende lasten, en aan Goswin von Raesfelt de goederen Vettebrock, in het kerspel Ahlen, het erf Langen in het kerspel Sendenhorst, Krechtman in het kerspel Vorhelm, en meer andere, alle onbezwaard, 1612 augustus 2. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in bruin was, voorzien van tegenzegel, van den officiaal van het hof van Munster.
Wijl in het testament aan Sybilla von Rasfeldt (zie inv.nr. 1014), de huisvrouw van Johan Hake zu Schevendorf, 2000 Reichstaler, en aan Reinardt von Rasfeldt 500 Reichstaler, vermaakt zijn, wordt mede ter zake ene bepaling gemaakt. Mocht evenwel het voor het keizerlijk Kammergericht gevoerd wordende proces tegen die von Heiden zu Astrup in het nadeel der beide erfgenamen uitvallen, dan zal Goswin von Rasfeldt de helft van die schenking op zich nemen en zal Fridagh voor eventueel verlies van Rechedische goederen uit Raesfeldtsche goederen worden schadeloos gesteld, waaromtrent ene nadere bepaling na het ondertekenen der overeenkomst is bijgevoegd.
1016 Goswin von Raesfeltt, drost te Borculo, en Reiner von Raesfeltt, zijn broeder, doen bekrachtigen ene scheiding over de van hun zaligen vader aangekomen navolgende leengoederen, namelijk het huis Neuwenburgh met de tienden te Graess, Gosslinck, Vernsinck, Heynck, Schurhuiss te Eggenrodde, de tienden te Arle, den Hof te Coesfelt en Schmalenbroick in het kerspel Enschede, Neuhauss en Deitmer in het kerspel Billerbecke, Hemsinck in het kerspel Coesfelt, de Tunnermaete en alle andere leengoederen. Het ene halve deel ontvangt de drost, het andere halve deel, namelijk den Hof te Coesfelt, Schmalenbroick, Neuhauss, Deitmer, Hemsinck, de tienden te Graess, de Tunnermaete en de halve havesaet tot den huize Nienborgh behorende, valt Reiner voornoemd ten deel.
Geschied te Munster, ten overstaan van den officiaal, richter van het Hof te Munster, en Gualter Hanen en Friderich Nierman, dienaren van de Zegelkamer als getuigen. Gewaarmerkt door Bernardus Dircking, als notaris, 1613 maart 23 (Nieuwe Stijl). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in geel was van het Hof van Munster.
1017 Theodora geboren von Bronckhorst en Batenborch, weduwe, vrouwe zur Assen en Laghe (weduwe van Dirck von Ketteler, heer van der Asse, en pandheer van Lage), bekent, dat zij voor een ontvangen som geld heeft vrijgelaten Johan, zoon van Berndt Wehvelinck en van Elsken Stillinck, welke haar en haren kinderen tot dusver in eigendom toebehoorde, 1613 juni 30. 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in rood was van Theodora voornoemd.
1018 De officiaal van het Hof te Munster deelt aan de bestuurders der geestelijke zaken te Epe mede, dat hij den edelen Goswinus Raesfeltt, drossaard te Borckeloe, in eigendom heeft toegewezen het goed Stillinck in het kerspel Epe, buurschap Eiler, welk goed aan genoemde Raesfeltt, ten overstaan van den gograaf Bernhard Hugen was veronderpand voor een som van 525 rijksdaalders, welke de weduwe N. Kettelers zur Lage en hare zoons Wilhelmus en Goswinus van genoemden Raesfeltt op 18 maart 1613 hadden opgenomen onder beding, dat Raesfeltt als tegenprestatie de inkomsten van het goed Welpeloe in Twenthe zou genieten, welke inkomsten Raesfelt over het jaar 1613 echter had moeten derven wegens uitwinning. Hij gelast hun om Raesfeltt binnen 15 dagen in het bezit van het goed Stillinck te stellen. Expeditie door den notaris Heidenricus Beveren, 1614 september 13 (die 13 septembris anno 1614). 1 charter
N.B. Op perkament, het afhangend zegel van den officiaal is nagenoeg geheel afgevallen.
1019 De officiaal van het Munstersche Hof beveelt aan de geestelijjken in Epe en Horstmar, en aan anderen tot de executie dezes geroepen, om Gerhard Pill, gouverneur van Deventer, als man van Otto van Redtberg's dochter, te stellen en te handhaven in het bezit van het goed Groot-Schottelkotte, kerspel van Epe, buurschap Eiler, welk goed bij een vonnis van het jaar 1608 wegens een achterstallige schuld van Van Raetsveldt zum Romburg aan wijlen Otto van Redtberg uit de goederen van wijlen heer Raetsfeldt, stadhouder van Borckeloe aan de executeurs van Irmgard van Redtberg was toegewezen, doch waarvan Herman Middachten - uit welken hoofde is onbekend - zich de vruchten bleef toeëigenen, 1621 april 3 (die sabati tertia aprilis). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend zegel is afgevallen.
1020 De vorstelijk Munstersche cantzler en raden, van wegen Ferdinand, aartsbisschop te Keulen, keurvorst en hertog in Beieren, voorts de domdekens en het capittel van de cathedral kerk te Munster, Dieterich von Vehlen tot Vehlen, van wegen de ridderschap, en de burgemeesters en raden der stad Munster, mede van wegen de andere steden en gemeenen van het stift van Munster, stenden en ingezetenen, beloven Reyner van Raesfelt, heer tot Middachten, Harvelde, Weerth en Roembergen, schadeloos te houden voor zijn borgstelling voor ene vordering van 26668 rijksdaalders 30 stuiver met de interest daarvan, voor het Hof van Gelderland door den jagermeester Henrick van Eck tot Medler gedaan, ingevolge de sententie van dat Hof, gepronuncieerd te Arnhem op 7 februari 1644, 1644 october 18 (Nieuwe Stijl). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend door den secretaris Jo. Hobelingh, met uithangende zegels respectievelijk in rood, groen en geel was van den cantzler en raden, van D. van Vehlen wegens de ridderschap en van den burgemeester en raad van Munster, alle omsloten in houten capsules. Het zegel van de domdekens en het capittel is afgevallen.
1021 Anna von Westerholt, weduwe Fritagh zur Santfurth en vrouwe zur Koppell, geeft een vrijbrief voor hare eigenhorige persoon Bernharda Alfers, dochter van wijlen Berndt Alfers en Grethe, diens huisvrouw, op Alfers-erve in het kerspel Epe, buurschap Langesidt geboren, 1650 juni 10. 1 charter
N.B. Op perkament, van het uithangend zegel van de weduwe Fridagh is een onherkenbare klomp over.
1022 Adriaan Roukens als gemachtigde van de erfgenamen en de boedelhouderesse van Gerrit Derricxen, als het recht hebbende van Rijck Jongbloet van Wesel en Hendersken Janssen, echtelieden, wordt uit kracht van recht van verwin, eigenaar van de helft van een stuk land, groot ongeveer 1½ morgen, geheten het Hemken in het kerspel van Hervelt, ambt van Over-Betuwe, toebehorende aan Toenis Mom.
Geschied voor Cornelis van Bronckhorst tot den Poll, gecommitteerde ter Generaliteit en verwalter van het ambt van Over-Betuwe, en Wilhelm Kuiper en Jan Janssen, als gerichtslieden, 1652 augustus 6. 1 charter
N.B. Op perkament, van de uithangende zegels van den ambtman en de gerichtslieden, zijn van die in rood was van C. van Bronckhorst en in geel was van W. Kuiper, nog brokstukken aanwezig.
1023 Vrijbrief afgegeven door Anna Sieberg, abdisse van het stift Asbeck, ten behoeve van de eigenhorige maagd Stine Kolthoff, dochter van Henrich zum Kolthoff en Stine zum Hagen van Kolthofs-erve, 1556 januari 29. 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangend capittelzegel is afgevallen.
1024 Vrijbrief afgegeven door Joan Herman von Pallandt, Thumbkellner der kerk te Munster, ten behoeve van Henrich Veltman, zoon van Henrich en van diens huisvrouw (wier naam niet is ingevuld) op Veltmans-erve in het kerspel Sendenhorst gelegen, van al zijn eigendomsrecht, dienst en aanspraak op hem, 1662 october 7 (Munster). 1 charter
N.B. Op perkament, ondertekend en bezegeld in geel was door J.H. von Pallandt.
2.2. Diverse bundels en registers
3. 1489-1947
N.B. Plaatsingslijst van J. Hofman en M. van Driel, 1981.
laatste wijziging 10-05-2025
1,528 beschreven archiefstukken
306 gedigitaliseerd
totaal 59,802 bestanden

Kenmerken

Datering:
1127-1949
Auteur:
P.N. van Doorninck; W. Wijnaendts van Resandt; J. Hofman; M. van Driel
Jaar van publicatie:
1896, 1914, 1981, 2024
Categorie:
laatste wijziging 10-05-2025
1,528 beschreven archiefstukken
306 gedigitaliseerd
totaal 59,802 bestanden

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links