Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Huis Dorth 1

0384 Huis Dorth 1

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0384   Huis Dorth 1
Inleiding
Openbaarheid en citeren
laatste wijziging 13-01-2023
631 beschreven archiefstukken
630 gedigitaliseerd
totaal 2.442 bestanden
Inventaris
Inventarisnummers 1-200
Inventarisnummers 201-400
0384 Huis Dorth 1
Inventaris
Inventarisnummers 201-400
laatste wijziging 02-06-2021
200 gedigitaliseerd
totaal 869 bestanden
201 Brief van Eggerich Ripperda drost van Salland, aan Adriaan Hulsinck schout van Bathmen, waarbij toegezonden wordt copie van ene te Zwolle op 15 januari 1577 genomen ordonnantie der ridderschap, met bevel zich naar den inhoud te gedragen, 1577 januari 23. i
202 Oproepingsbrief van Eggerich Ripperda drost van Salland, aan Seyno van Dorth, om te Raalte te compareren als lid der ridderschap, 1577 februari 13. i
203 Brief van Eggerich Ripperda drost van Salland, aan Seyno van Dorth, waarbij ter inzage wordt gezonden ene missive van den raad van Zwolle, 1577 februari 15. i
204 Brief van Eggerich Ripperda drost van Salland, aan Seyno van Dorth, houdende verzoek om toezending van copie van het te Lutzenberg gesloten tractaat, 1577 februari 21. i
205 Kwitantie wegens door Seyno van Dorth te Doetinchem betaald bruggeld, 1578 maart 18. i
206 Rechtskundig advies van den licentiaat Bernh. van Wynsen omtrent zekere kwestieuze punten , z.j. (ca. 1580). i
207 Leenbrief van het huis Dorth c.a., 10 oktober 1581. i
208 Verzoek van Overheid en Landraad van de oostzijde der Maas, aan Seyno van Dorth, om de toegezegde en op het huis Dorth aanwezige zes wagens toe te zenden, 1582 september 16. i
209 Bevestiging door Wilhelm van Flodroff en Johanna van der Fels heer en vrouwe van Leuth, Well enz. ter ene, en Carl Utenhoven en Ursula van Flodroff heer en vrouwe van Nieland, ter andere zijde, voor den officiaal van den aartsbisschop van Keulen, betreffende opnamen van het op 2 december 1585 tussen hen aangegane verdrag, z.j. (ca. 1590). i
210 Brief van Seyno van Dorth aan Gerrit van Wermelo drost van Salland, houdende verzoek om zijne onderhorigen ongemoeid te laten, 1593 januari 2. i
211 Hypothecaire schuldbekentenis op het goed Avervelde, ten laste van Willem Moerbeeck en verstrekt door Seyno van Dorth, 1594 september 5. i
212 Extract uit het landdagreces, betreffende grensgeschil in zake het jacht- en visgebied van het huis Dorth, 1595 december 2. i
213 Brief van Seyno van Dorth aan burgemeester en secretaris der stad Deventer om te bevorderen dat zij door den magistraat worden gecommitteerd, om daarna gezamenlijk in ene herberg te Wilp bijeen te komen, ten einde ene gemeenschappelijke zaak te bespreken, 1596 oktober. i
214 Lijst van geërfden in Dorth en Zuidloo, 1598 juni 10. i
215 Kladnotulen der markevergadering van Dorth, Oxe en Zuidloo, 1598 juni 10. i
216 Brief van den magistraat van Deventer aan Seyno van Dorth, houdende antwoord op diens verzoek om een gedeputeerde aan te wijzen voor het gezamenlijk bezichtigen der Schipbeek, 1598 juni 23. i
217 Brief van Seyno van Dorth aan den magistraat van Deventer, dat hij den aan te wijzen gedeputeerde voor die stad gaarne zal verwachten, 1598 juni 24. i
218 Extract uit een ligger, betreffende tot het huis Dorth behorende landerijen, 1600. i
219 Extract uit het landdagreces, betreffende klachten van Seyno van Dorth over Adriaan Hulsinck schultes van Bathmen en enige geërfden uit dat kerspel, 1600 december 1. i
220 Verklaring van den secretaris van Deventer, inhoudende bij wien enige gronden in den Kring van Dorth zijn verbleven bij verpachting der generale middelen, 1600 december 9. i
221 Overzicht omtrent de herkomst, ligging, grenzen enz. van de Buynincksmaat en de Haar, z.j. (ca. 1601). i
222 Verklaring van den magistraat van Deventer, dat de meijers van Dorth steeds betaald hebben hun aandeel in 's lands belastingen en tegen den weigerachtigen Tonnis Sluyseman nog ter zake geprocedeerd wordt, 1601 april 15. i
223 Akte van verkoop van een stuk land door de geërfden van Dorth en Zuidloo aan Harmen van Detten, 1601 november 18. i
224 Brief van J. Merthenss aan den heer van Dorth, betreffende den dag der kerkespraak, z.j. (1602). i
225 Proces met bijlagen, tussen Seyno van Dorth en Derk van Keppel, wegens door laatstgenoemde in de kerstweek van 1601 gepleegde gewelddadigheden in de heerlijkheid Dorth, 1602. i
226 Aanbesteding van enig graafwerk door Seyno van Dorth aan Henrick Janssen en Johan Koerssen, z.j. (ca. 1603). i
227 Brief van Gerhard van Wermelo aan Seyno van Dorth, dat de klachte omtrent de geërfden van Bathmen onderzocht en het resultaat daarvan later medegedeeld zal worden, 1603 juni 17. i
228 Brief van Seyno van Dorth aan zijn zoon Johan van Dorth, houdende verzoek hem ten spoedigste twee stukken na te zenden, 1603 augustus 18/28. i
229 Brief van Seyno van Dorth aan Otto Roeck, burgemeester van Deventer, waarbij twee stukken worden toegezonden, 1603 september 10/20. i
230 Brief van Seyno van Dorth aan zijn zoon Johan, houdende in hoofdzaak:
1. mededeling, dat hij ene vergeefse reis naar 's-Gravenhage gemaakt heeft, wegens een nalatigheid van het Hof van Gelderland;
2. mededeling over de vriendelijke ontmoeting met de Deventer burgemeesters Scharff en Roeck, die hunne diensten hebben aangeboden;
3. welk accoord gesloten is met Gerardus Kottinck;
4. mededelingen omtrent den toestand van zijn zoon Derk te Ostende, mede in verband met de aldaar heersende pest;
5. voldoening uitgesproken wordt over het vernemen dat het slot van Ostende "tenemael ruiniert ende dissipiert" is;
6. verzoek om van Johan Arentsen in te vorderen ene schuld van 360 gulden, tot bestrijding der aan bovengenoemden Kottinck te betalen vordering;
7. mededeling, dat de magistraat van Zutphen kwalijk heeft genomen, dat noch de schrijver van den brief noch een zijner zoons een particulier schrijven aan den magistraat hebben gezonden, doch dat de zoon Derk te Ostende deswege wel een brief had kunnen richten tot den predikant Wilhelmus;
8. door tussenkomst zijner dochter Anna te Rotterdam, 80 gulden te hebben ontvangen in aflossing op bovenvermelde schuld ad 360 gulden, doch gaarne ook de rest spoedig tegemoet ziet;
9. mededeling, dat zijn zoon Derk tegen 29 september 1603 moet komen kamperen in 't leger voor Den Bosch, hetgeen hem verheugt. Daarentegen heeft hij tot zijne droefenis vernomen, dat deze zoon een groot gezwel aan den hals heeft en dientengevolge een fontenel onder aan een der benen heeft moeten laten zetten;
10. aanbieding, dat voor 150 rijksdaalders zijne twee vospaarden te koop zijn, 1603 september 18. i
231 Brief van den pastoor van de Bergkerk te Deventer aan Seyno van Dorth over het schouwen en schoonmaken der beek, 1603 september 21. i
232 Proces met bijlagen in zake de jurisdictie van het huis Dorth, 1604. i
233 Brief van Seyno van Dorth aan zijn zoon Derk, waarbij hij:
1. zijne droefenis te kennen geeft dat laatstgenoemde door een vijandelijken musketkogel aan een been is verwond;
2. verzoekt, om ten spoedigste hierover nader ingelicht te worden;
3. zijne diensten aanbiedt;
4. er op wijst, dat men den verwonde zo roemt wegens diens tegen den vijand betoonde dapperheid;
5. zijn verlangen te kennen geeft om meer bijzonderheden te vernemen omtrent de heldendaad, aangezien ruim 300 gesneuveld en nog meer gekwetst zijn;
6. mededeelt, dat op zijn verzoek aan de Generaliteit om een levenslange recompense voor bewezen diensten, gunstig is beschikt door toekenning van 1000 carolus gulden per jaar, waarvan later zijne echtgenote als weduwe de helft zal genieten;
7. ten slotte bericht, dat zijn zoon Jan met ene commissie naar Grave is vertrokken en vrouw met kind te Ravestein heeft gelaten, 1604 augustus 13. i
234 Brief van Anna van Lintelo abdisse en Margaretha van Heeckeren priorin van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth in zake reparatie der sluis bij dat klooster, 1605 januari 4. i
235 Getuigenis van Lubbert Oynck, Johan Hendrixen en Warner tho Naberhuys, voor het scholtengericht te Deventer, in zake het optrekken der molenschutten en leggen van viskorven in de Dortherbeek, 1605 januari 26. i
236 Publicatie ener te houden markevergadering van Dorth, Oxe en Zuidloo, 1605 april. i
237 Relaas der markevergadering van Dorth, Oxe en Zuidloo, welke niet is kunnen doorgaan wegens slechte weersgesteldheid, 1605 april 9. i
238 Brief van Maria van Lintelo abdisse en Margaretha van Heeckeren priorin van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth in zake de rechten van dit klooster op de sluis bij hetzelve, 1605 april 12. i
239 Getuigenverhoor in zake de rechten van het huis Dorth op de Dortherbeek, 1605 mei 20. i
240 Rapport van Johan Hamaker en Hendrick Voerthuys, over hunne bevinding omtrent een schut in de beek, 1606. i
241 Getuigenverhoor in zake de rechten van het huis Dorth op de Dortherbeek, 1606 mei 13. i
242 Opdracht van enige bezittingen uit de nalatenschap van Seyno van Dorth aan Elisabeth van Dorth, 1606 juni 28. i
243 Leenbrief van het huis Dorth c.a., 1606 september 12. i
244 Brief van Anna van Lintelo abdisse en Margaretha van Heeckeren, priorin van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth, over het vernielen der schuttingen van den watermolen bij dat klooster, 1606 november 27. i
245 Brief van Anna van Lintelo abdisse en Margaretha van Heeckeren, priorin van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth, over het vernielen der schuttingen van den watermolen bij dat klooster, 1606 december 16. i
246 Getuigenverhoor in zake de rechten van het huis Dorth op de Dortherbeek, 1607 maart 28. i
247 Getuigenverhoor in zake de rechten van het huis Dorth op de Dortherbeek, 1607 april 1. i
248 Getuigenverhoor in zake de rechten van het huis Dorth op de Dortherbeek, 1607 april 2. i
249 Brief van de geërfden van Zuidloo aan Diderich van Dorth, waarbij bezwaar gemaakt wordt tegen de te graven beek, (1609) september 6. i
250 Overeenkomst tussen Diderich van Dorth en de geërfden van Zuidloo, in zake het graven van de Dorthermolenbeek, het leggen van een sluis en van viskorven, (1610). i
251 Brief van Willem van Doetinchem aan Diderich van Dorth, dat geen andere richting voor de te graven beek wordt toegestaan dan die welke men overeengekomen is, 1611 juni 28. i
252 Brief van den rentmeester van het convent Diepenveen aan Diderich van Dorth in zake het voornemen van laatstgenoemde om een beek te graven gedeeltelijk door het veld der marke Zuidloo, 1611 juni 29. i
253 Brief van Willem van Doetinchem aan Diderich van Dorth in zake geschil over de richting der te graven beek, 1611 juli 5. i
254 Brief van den magistraat van Deventer aan Adriaan Hulsinck scholtus van Bathmen, om den door den hogen waterstand vernielden weg in den Weteringenk te herstellen, 1611 augustus 20. i
255 Vergunning van de geërfden der marke van Zuidloo aan Diderich van Dorth tot het graven van een beek en het leggen van een sluis, 1611 september 16. i
256 Brief van Johanna van Keppel abdis van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth over het vernielen der schuttingen van den watermolen bij dat klooster, 1611 november 4. i
257 Brief van Diderich van Dorth aan Johanna van Keppel abdis van het klooster ter Hunnepe, waarin hij zijne rechten uiteenzet in zake het vernielen der schuttingen van den watermolen bij dat klooster, 1611 november 5. i
258 Brief van Johanna van Keppel abdis van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth, waarin zij zich beklaagt over het wegbreken der schuttingen bij den watermolen van dat klooster, 1611 november 9. i
259 Brief van Diderich van Dorth aan Johanna van Keppel abdis van het klooster ter Hunnepe, dat hij niet bereid is de weggebroken schuttingen bij den watermolen van dat klooster te herstellen, 1611 november 12. i
260 Specificatie van goederen, behorende tot het huis Dorth en gelegen in Overijssel, z.j. (1612). i
261 Brief van Diderich van Voorst aan Diderich van Dorth, in zake heerlijke rechten van het huis Dorth, 1612 februari 8. i
262 Beschikking van de Staten van Overijssel waarbij Diderich van Dorth vrijdom van belasting verleend wordt voor de landerijen in het kerspel Bathmen, 1612 februari 8. i
263 Brief van Ed. Sticker aan Diderich van Dorth, in zake vrijinge van diens erf te Bathmen, 1612 februari 17. i
264 Vergunning van de marke van Epse tot het leggen van een hoofd in de IJssel bij het erve Dommerholt, aan Diderich en Anna van Dorth, Johanna van Keppel abdis, Johan Lubbertinck rentmeester en de gezamenlijke stiftsjuffers van het klooster ter Hunnepe, 1612 februari 18. i
265 Onderlinge overeenkomst tussen Diderich en Anna van Dorth, Johanna van Keppel abdis, Johan Lubbertinck rentmeester van het klooster ter Hunnepe, in zake het te leggen hoofd in den IJssel bij het erve Dommerholt, 1612 februari 26. i
266 Brief van Seyno van Dorth aan de Staten van Overijssel, houdende bezwaren tegen het oprichten van een molen te Raalte, omdat deze zal strekken tot nadeel van zijn molen te Bathmen en Holten, 1612 mei 3. i
267 Extract uit het markeboek van Holten, inhoudende dat den heer van Dorth bevolen wordt zijne rechten in het Holterbroek te bewijzen, 1612 juni 4. i
268 Publicatie houdende verbod van plaggen te steken, z.j. (1614). i
269 Lijst van geschutte koeien en schutgelden, 1614 juni 9. i
270 Getuigenis van Roelof van Ommen voor het scholtengericht te Deventer, in zake vrijdom van door meijers van Dorth te bewijzen heerendiensten voor den drost van Salland en het huis Arckensteyn, 1614 augustus 31. i
271 Lijst van tot het huis Dorth behorende wei- en hooilanden, z.j. (ca. 1615). i
272 Brief van Diderich van Dorth aan mr. Jan ter Klocke te Deventer, houdende:
1. dankzegging voor de bezorgde zeevis;
2. verzoek niet hem, maar den rechtmatigen schuldenaar aan te spreken voor het restant der op het huis Blanckena verteerde penningen, 1615 maart 9. i
273 Brief van Anthonie van Doorninck, Johan van Hemert en Willem van Laar aan Diderich van Dorth, om te Deventer te verschijnen op de vergadering, welke zal gehouden worden in zake het geschil over het restant der op het huis Blanckena verteerde penningen, 1615 maart 18. i
274 Brief van Diderich van Dorth aan mr. Jan ter Klocke te Deventer, waarin hij uiteenzet het in te nemen standpunt in zake het geschil over het restant der op het huis Blanckena verteerde penningen, 1615 maart 21. i
275 Brief van Alardt Hellendoorn rentmeester van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth, houdende klachte dat hij zo weinig medewerking ondervindt in zake het in den IJssel te leggen hoofd bij het erve Dommerholt, 1615 oktober 1. i
276 Overeenkomst tussen de geërfden der marke van Zuidloo en Diderich van Dorth, waarbij:
1. de transactie van 16 september 1611 opnieuw bekrachtigd wordt;
2. de geërfden van Diderich van Dorth terugontvangen een stuk land, waartegen deze van genen krijgt een stuk veen in de marke van Zuidloo, z.j. (ca. 1616). i
277 Kerkespraak der te houden markevergadering van Dorth, Oxe en Zuidloo, 1616 juni 1. i
278 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende dat de geërfden persisteren bij de resolutie van 4 juni 1612, en dat de heer van Dorth bewijs zal moeten leveren omtrent zijne rechten in het Holterbroek, 1616 juli 16. i
279 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende dat de heer van Dorth bewijzen heeft ingeleverd omtrent zijne rechten in het Holterbroek, 1617 juli 29. i
280 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende:
1. dat door de geërfden is besloten het door den heer van Dorth in het Holterbroek aangebrachte hek zal worden verwijderd en vervangen door een nieuw hek op kosten van de marke;
2. dat den heer van Dorth van dit hek een sleutel zal worden verstrekt;
3. dat hem bij provisie vergund wordt 36 koeien te weiden in het Holterbroek, doch dat meerdere koeien geschut zullen worden;
4. protest van den heer van Dorth, 1618 juni 9. i
281 Klachtbrief van Diderich van Dorth aan den drost van Salland in zake geschil met de geërfden der marke van Holten, 1618 juni 18. i
282 Brief van Gerlach van der Capellen kanselier van Gelre en Zutphen, aan Diderich van Dorth, betreffende grensregeling tussen Gelderland en Overijssel nabij het huis Dorth (met bijlage), 1619 februari 20. i
283 Brief van Diderich van Dorth aan Gerlach van der Capellen kanselier van Gelre en Zutphen, houdende antwoord op de brief van Gerlach van der Capellen, betreffende grensregeling tussen Gelderland en Overijssel nabij het huis Dorth, 1619 maart 1. i
284 Brief van Diderich van Dorth aan den drost van Salland, houdende verzoek te examineren enige hem toegezonden stukken in zake geschil met de geërfden der marke van Holten, 1619 mei 20. i
285 Getuigenis van Everdt Michielsen, Johan tho Marckfoirdt, Derck Leuvenkamp, Derck op die Broecke en Hendrick tho Nyenhuis, in zake de rechten van het huis Dorth in de marke van Holten, 1619 juni 17. i
286 Klachtbrief van Diderich van Dorth aan den drost van Salland, in zake geschil met de geërfden der marke van Holten. Met appointement van den drost dat de geërfden binnen 14 dagen moeten dienen van tegenbericht, 1619 juni. i
287 Brief van den drost van Salland aan Diderich van Dorth, dat de geërfden der marke van Holten persisteren bij hun besluit in zake het geschil tussen de marke en den heer van Dorth, 1619 juni 19. i
288 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende:
1. dat door de geërfden gepersisteerd wordt bij de resolutie van 9 juni 1618 in zake het geschil met den heer van Dorth;
2. dat met tegenbewijzen de door den heer van Dorth gepretendeerde rechten in het Holterbroek zullen weerlegd worden;
3. protest van den heer van Dorth, 1619 juni 21. i
289 Extract uit het gerichtsboek van het schoutambt Zutphen, houdende getuigenverhoor in zake ene waterleiding langs de Hoogemate, 1621 september 27/28. i
290 Getuigenis van Wicher Hanninck, Jan Geltinck, Henrick Gerrits, Evert Meyers, Dries Gerrits en Peter Berents, voor het scholtengericht te Zutphen, in zake een afwateringssloot, 1621 september 28. i
291 Ongeadresseerde en ongetekende brief over het schutten van koeien, z.j. (ca. 1622). i
292 Tegenbericht op de klachte van Jelis Nielandt namens de gezamenlijke goedsheren van Dorth en Zuidloo, aan den drost van Salland, in zake de markerechten van het huis Dorth, z.j. (1622). i
293 Brief van den magistraat van Deventer aan Diderich van Dorth, betreffende onderling geschil tussen Deventer en Dorther burgers en het doorsteken van een dijk onder Bathmen, 1622 februari 5. i
294 Brief van den magistraat van Deventer aan Diderich van Dorth, betreffende het betwiste markerichterschap van laatstgenoemde der marke van Oxe, 1622 maart 29. i
295 Brief van Diderich van Dorth aan den magistraat van Deventer, betreffende geschil over het markerichterschap der marke van Oxe, 1622 mei 5. i
296 Akte van verkoop van een stuk bouwland door de geërfden van Dorth, Zuidloo en Bathmen aan Lucas Blyver, 1623 oktober 31. i
297 Omschrijving der weidelanden van het huis Dorth, gelegen in de graafschap Zutphen, z.j. (1624). i
298 Omschrijving van verkochten markegrond, z.j. (1624). i
299 Brief van Maria van Voorst abdis van het klooster ter Hunnepe, aan Diderich van Dorth, in zake visweren in de Dorther molenbeek, 1624 maart 18/28. i
300 Brief van Diderich van Dorth aan Maria van Voorst abdis van het klooster ter Hunnepe, in zake visweren en viskorven in de Dortherbeek, 1624 mei 17/27. i
301 Brief van Lucas Blyeffer, Johan Doys en D. Scharff te Deventer, namens de marken van Dorth en Zuidloo, aan Diderich van Dorth, houdende:
1. bericht van ontvangst der toegezonden gelden;
2. verzoek om bij de markegenoten op een nader te bepalen dag te verschijnen, ter vereffening van nog resterende schuld en ter behandeling van markezaken, 1624 juni 7. i
302 Brief van de marke van Zuidloo in zake betaling van verkochten markegrond, 1624 juni 7. i
303 Brief van Lucas Blyeffer aan M. van Weel, om bij Diderich van Dorth te bevorderen dat hij gehandhaafd blijft in het bezit der van de marke van Dorth en Zuidloo aangekochte gronden, 1624 juni 12. i
304 Request van Diderich van Dorth aan prins Maurits, om tussenkomst te verlenen in zake het betwiste recht van hoge heerlijkheid van Dorth (met copie), z.j. (1624). i
305 Brief van prins Maurits uit het leger te Raamsdonk aan het Hof van Gelderland, om Dorth te erkennen als hoge heerlijkheid en Diderich van Dorth met een proces deswege niet verder lastig te vallen (met copie), 1624 september 25. i
306 Brief van kanselaar en raden des vorstendoms Gelre en graafschap Zutphen aan Diderich van Dorth, waarbij deze herinnerd wordt aan zijne verplichtingen omtrent de erven Markvoort en de Stege, 1624 oktober 20. i
307 Verklaring van Adriaan graaf zu Flodroff, wegens ten behoeve der marke van Zuidloo ontvangen gelden, z.j. (1625). i
308 Register van bewijsstukken, waarmede aangetoond kan worden dat de heren van Dorth altijd in de ridderschap van Overijssel verschreven werden, z.j. (1625). i
309 Brief van Diderich van Dorth aan het Hof van Gelderland, houdende klachte in zake visweren in de Dortherbeek, 1625 februari. i
310 Brief van kanselier en raden van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, aan Burchart van Westerholt tot Hackfort scholtus te Zutphen, houdende verzoek den richter een onderzoek te gelasten in zake ingekomen klachte van Diderich van Dorth, dat de rentmeester van het klooster ter Hunnepe visweren heeft gelegd in de Dorther molenbeek (met copie), 1625 maart 23. i
311 Verklaring van H. ten Broeck richter van Almen en Gorssel, dat hij heeft laten wegnemen de visweer in de beek bij het klooster ter Hunnepe, 1625 april 12. i
312 Verzoek van den scholtus Burchart van Westerholt tot Hackfort aan Diderich van Dorth, om één of twee schuiten enz. beschikbaar te stellen ten behoeve van een onderzoek in zake visweren in de Dortherbeek, 1625 april 14. i
313 Brief van Diderich van Dorth aan den scholtus Burchart van Westerholt tot Hackfort, waarbij ter kennisneming wordt toegezonden een schrijven van het Hof en den richter Henrick ten Broeck, 1625 april 14. i
314 Brief van Diderich van Dorth aan den scholtus Burchart van Westerholt tot Hackfort in zake het recht van visweren in de Dortherbeek, 1625 april 16. i
315 Schuldbekentenis van Derck Oynck groot 67 gulden 10 stuiver, wegens van de geërfden van Zuidloo en Bathmen gekochten grond, z.j. (1626). i
316 Leenbrief van het huis Dorth c.a., 1626 maart 20. i
317 Publicatie over het houden ener markevergadering van Dorth, Oxe en Zuidloo, 1626 september 3. i
318 Akte van verkoop van een stuk land door de geërfden van Dorth, Zuidloo en Bathmen aan Derk Oynck, 1626 september 27. i
319 Brief van markerichter en gedeputeerden van Dorth, Oxe en Zuidloo, waarbij geprotesteerd wordt tegen het schutten van paarden door de geërfden der marken Verwolde, Oolde en Laren (met copie), 1628 juni 24. i
320 Brief van Dirk van Haeften heer van Verwolde, aan Adriaan graaf zu Flodroff heer van Dorth, dat hij zal voldoen aan het verzoek om met de erfgenamen der marken Verwolde, Oolde en Laren te communiceren in zake het schutten van een paard, 1628 juni 25. i
321 Lijst van geschutte koeien en schutgelden, 1629. i
322 Lijst van geschutte paarden en koeien, 1629-1634. i
323 Getuigenis van Geert in de Schoolt, Markvoort, Thijs op de Riet en Wolter in de Schoolt, voor - en partijenverhoor door den rentmeester van Dorth, in zake mishandeling van - en moord op Jacob Courtsen, door Berend Suiver.
Aan het slot ene overeenkomst met de vrouwe van Dorth, omtrent de deswege te betalen boete, 1631 juni 3. i
324 Request van Adriaan graaf zu Flodroff aan de gedeputeerden der graafschap Zutphen, om de contributien, pondschattingen en imposten te mogen betalen bij den ontvanger-generaal der graafschap en niet bij den richter te Almen. Met gunstige beschikking, 1631 augustus 8. i
325 Publicatie van ridderschap en steden, representerende de Staten van Overijssel, houdende lastgeving tot algemene wapening der ingezetenen. Aan de achterzijde verklaring, dat de publicatie voor het huis Dorth is voorgelezen aan al de horigen van Dorth, wonende aan de Stichtse zijde, 1633 augustus 2. i
326 Kladnotulen der markevergadering van Dorth en Zuidloo, 1633 augustus 8. i
327 Advies van Zwolse rechtsgeleerden in zake geschil tussen de markegenoten van Zuidloo over verkoop van enige percelen grond, z.j. (ca. 1634). i
328 Aandeel in de contributie en aanslag in de pondschatting voor den Kring van Dorth, 1634 januari 9. i
329 Lijst van geschutte koeien en schutgelden, 1634 juni 9. i
330 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff aan den markerichter van Verwolde, Oolde en Laren, betreffende geschil over het schutten van koeien en paarden, 1634 juni 10. i
331 Brief van Joachim van Keppel heer van de Wolbeek, aan Adriaan graaf zu Flodroff, over het schutten van koeien en paarden (met copie), 1634 juni. i
332 Brief van Joachim van Keppel heer van de Wolbeek, aan Adriaan graaf zu Flodroff, over het schutten van koeien en paarden (met copie), 1634 juni 11. i
333 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff aan Joachim van Keppel heer van de Wolbeek, houdende antwoord op de brieven van Joachim van Keppel heer van de Wolbeek, over het schutten van koeien en paarden, 1634 juni 11. i
334 Brief van Johan Bruins aan Adriaan graaf zu Flodroff, dat hij met den rentmeester Johan ten Hove en jonker Berend van Twickel als gecommitteerden in zake het geschil tussen de marke Verwolde enerzijds en die van Dorth, Oxe en Zuidloo anderzijds, de deswege belegde vergadering niet hebben kunnen bijwonen, vermits de tweede absent was en de laatste een been heeft gebroken, 1634 juni 12. i
335 Brief van markerichter en gedeputeerden van Dorth, Oxe en Zuidloo, aan den markerichter van Verwolde, Oolde en Laren, over het schutten van koeien en paarden, 1634 juni 13. i
336 Publicatie van verkoop van geschutte koeien en van in beslag genomen turf, 1634 juni 15/25. i
337 Getuigenis van Henrick Reyninck voor het gericht van Holten, hoeveel waren tot zijn erve behoren, 1635 april 13. i
338 Voorwaarden en uitslag van verkoping der nalatenschap van den meijer op Hietkamp, 1636 oktober 25. i
339 Schuldbekentenis groot 12000 gulden ten laste van Adriaan graaf zu Flodroff en ten name van Willem van Linteloo heer van de Ehze, 1636 december 6. i
340 Brief van verkoop van een halve waar van het erve Broeckinch in de Holter marke, door Hindrick Tönissen Overmarsch aan Adriaan graaf zu Flodroff, 1636 april 3. i
341 Beschikking van gedeputeerden der graafschap Zutphen, dat Adriaan graaf zu Flodroff de contributie en pondschatting over de afgelopen jaren 1627, 1628 en 1629 mag betalen naar de oude lijst, 1637 april 17. i
342 Extract uit het gerichtsprotocol van Holten, betreffende transport van een halve waar van het erve Broekinck in de Holter marke, aan Adriaan graaf zu Flodroff, 1637 mei 4. i
343 Opdracht van een halve waar van het erve Broeckinck in de Holter marke, aan Adriaan graaf zu Flodroff, 1637 mei 4. i
344 Bericht der gezamenlijke grond- en goedheren in de marke van Dorth en Zuidloo aan Adriaan graaf zu Flodroff, in zake bij dezen ingediende klachte van spolie, 1638. i
345 Verklaring van den rentmeester Joost Broeckschmit, dat Adriaan graaf zu Flodroff in 1637 heeft aangekocht een halve waar in het kerspel Holten, 1638 mei 19. i
346 Publicatie van Adriaan graaf zu Flodroff, waarbij algemene wapening bevolen wordt van de ingezetenen der heerlijkheid Dorth. Met nominatieve lijst van dienstplichtigen, 1638 juni 24. i
347 Getuigenis van Johan Huegen voor het scholtengericht te Lochem over een stukje markegrond, 1639 januari 14. i
348 Extract uit de notulen der markevergadering van Holten, behelzende klachten tegen Jan van Gescher wegens ongeoorloofde handelingen, 1640. i
349 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende dat markerichter en gedeputeerden in ogenschouw zullen nemen de katersteden Dystelenplaets en Louwert, 1640 mei 19. i
350 Leenbrief van het huis Dorth c.a., 1640 juli 6. i
351 Publicatie betreffende verbod van het steken van plaggen en schadden en het verkopen van turf, 1642 juni. i
352 Testamentaire beschikking van Marie Coerts weduwe van Jan Coertsen, 1642 september 15. i
353 Publicatie betreffende verbod van aangraven of verkopen van markegronden, 1642 november 26. i
354 Dossier in zake verkoping en aangraving van markegronden van Dorth, Oxe en Zuidloo, welke handelingen door den markerichter zijn verboden, 1642/1643. i
355 Getuigenis van Gerrit Janssen, Tryne Janssen en Rutger Janssen voor het scholtengericht van Holten en Bathmen, in zake twist tussen Luicken, knecht op het erve de Wyer en de huisvrouw van den smid met hare twee zoons, 1643 januari 6. i
356 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff in zake het hem betwiste markerichterschap van Oxe, 1644 februari 20. i
357 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff, dat hij verhinderd is de markevergadering te Holten bij te wonen, 1644 juli. i
358 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende de notulen der markevergadering van 4 juli 1644, 1644 juli 4. i
359 Volmacht van jonker Johan Gyginck tot Zinderen, op mr. Allard Hellendoorn om voor en namens hem te verkopen aan Adriaan graaf zu Flodroff het erve Reylinck, 1644 oktober 29. i
360 Transport van het erve Reylinck met 2½ waar in de Holter marke, door jonker Johan Gyginck tot Zinderen op Adriaan graaf zu Flodroff, 1644 november 27. i
361 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende de notulen der markevergadering van 8 mei 1645, 1645 mei 8. i
362 Publicatie betreffende:
1. verbod om koeien te lossen welke door de marke van Bathmen zijn geschut;
2. verbod om vreemde koeien toe te laten in de marken van Dorth, Oxe en Zuidloo, 1645 mei 26. i
363 Verklaring van den landmeter C. van Lindt omtrent de lengte en oppervlakte der door hem opgemeten dijken en beken, behorende tot het huis Dorth (met copie), 1645 augustus. i
364 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende de notulen der markevergadering van 12 augustus 1645, 1645 augustus 12. i
365 Getuigenis van Henrick van Stockum voor het scholtengericht te Lochem, in zake de rechten en het gebied der heerlijkheid Dorth, 1645 september 17. i
366 Aanmerking van Adriaan graaf zu Flodroff, dat hij als heer van Dorth door den scholtus van Zutphen niet, evenals andere ambtsjonkers, ter vergadering is genodigd in "de Wildeman" te Zutphen, 1646 januari 10. i
367 Verzoek van Adriaan graaf zu Flodroff om te beletten dat van zijnentwege gejaagd wordt in Colmschate, Bathmen en Holten, 1646 november 13. i
368 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff aan de landschap van Overijssel in zake het hem betwiste recht om te jagen in dat gewest, 1647 april 22 / 1647 mei 2. i
369 Toelichting op de brief van Adriaan graaf zu Flodroff aan de landschap van Overijssel in zake het hem betwiste recht om te jagen in dat gewest, 1647 april 22 / 1647 mei 2. i
370 Extract uit het markeboek van Holten, behelzende de notulen der markevergadering van 4 augustus 1647, 1647 augustus 4. i
371 Brief van de Staten van Overijssel aan Adriaan graaf zu Flodroff, in zake diens jachtrecht in Overijssel, 1647 augustus 25. i
372 Brief van een stiftsjuffer van het klooster ter Hunnepe aan gravin zu Flodroff, om gezamenlijk te protesteren tegen de proclamatie van den scholtus van Bathmen, waarbij huislieden opgeroepen zijn tot het schoonmaken der Schipbeek, 1647 september 6. i
373 Overeenkomst tussen Tonnis Tonnissen en de weduwe van den rentmeester Hendrik van Stockum, omtrent de nalatenschap van dien rentmeester, 1647 november 20. i
374 Verklaring van Gerardus Doys in zake het onbehoorlijk optreden door een der dienaren van het huis Dorth tegenover den Deventerschen burger Derk van Holland, 1648. i
375 Verhoor van Harmke Harms, dienstmaagd op het huis Dorth, in zake door haar gepleegden diefstal van meel, worst en lijnwaad. Aan achterzijde verklaring omtrent het verdrinken van het jongste kind van Lambert Gerts, 1648 april 18. i
376 Klachte van Berent Duymen wegens belediging door Esken Hendricksen en verhoor van laatstgenoemde, 1648 mei 1. i
377 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff aan jonker Johan Bruyns, over de boete die opgelegd zal worden aan de huislieden van Zuidloo en Dortherbroek, wegens dienstweigering bij het schoonmaken der Schipbeek, 1648 mei 23. i
378 Brief van den magistraat van Deventer aan Adriaan graaf zu Flodroff, houdende klachte omtrent onbehoorlijk optreden door een der dienaren van het huis Dorth tegenover den Deventerschen burger Derk van Holland (met desbetreffend request), 1648 mei 23. i
379 Antwoord van Adriaan graaf zu Flodroff op de brief van den magistraat van Deventer, houdende klachte omtrent onbehoorlijk optreden door een der dienaren van het huis Dorth tegenover den Deventerschen burger Derk van Holland (met desbetreffend request), 1648 mei 24. i
380 Brief van H. van Voorst aan Adriaan graaf zu Flodroff, om den Deventer burger Derk van Holland terug te geven het door de dienaren van het huis Dorth ontnomen geweer, 1648 juli 4. i
381 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff aan den magistraat van Deventer, dat de markegenoten van Dorth, Oxe en Zuidloo menen niet gehouden te zijn diensten te bewijzen bij het schouwen of schoonmaken der Schipbeek, 1648 augustus 28. i
382 Brief van den magistraat van Deventer aan Adriaan graaf zu Flodroff dat de markegenoten van Dorth, Oxe en Zuidloo altijd gehouden zijn geweest diensten te bewijzen bij het schouwen of schoonmaken der Schipbeek, en dat uitstel van schouw niet toegestaan kan worden, 1648 september 2. i
383 Brief van den magistraat van Deventer aan Adriaan graaf zu Flodroff, betreffende het schouwen der Schipbeek, 1648 september 2. i
384 Brief van Adriaan graaf zu Flodroff aan den magistraat van Deventer, dat de onderhorigen van Dorth nooit verplicht zijn geweest diensten te bewijzen bij het schoonmaken der Schipbeek, 1648 september 17/27. i
385 Lastgeving van Adriaan graaf zu Flodroff aan zijn rentmeester om namens hem te verschijnen te Bathmen, ten einde te bewijzen dat de ingezetenen van Dorth niet verplicht zijn diensten te verrichten bij het schoonmaken der Schipbeek, z.j. (1648). i
386 Memorie van Adriaan graaf zu Flodroff voor diens rentmeester, over te nemen maatregel bij vordering van onverplichte diensten, te verrichten door ingezetenen van Dorth bij het schoonmaken der Schipbeek, 1648 oktober 3. i
387 Verzoek van den magistraat van Deventer aan Adriaan graaf zu Flodroff om te Bathmen ten huize van den scholtus te verschijnen met bewijsstukken in zake weigering van diensten door ingezetenen van Dorth bij het schoonmaken der Schipbeek, 1648 oktober 4. i
388 Brief van Joost Broecksmit rentmeester van het huis Dorth, aan den stadhouder van het schoutambt Zutphen in zake assistentie op de wolvenjacht, 1648 oktober 9. i
389 Klachte van Adriaan graaf zu Flodroff aan raden en rentmeesters in het Hof van Gelderland, omtrent het onbehoorlijk optreden van dr. Thomas Loyes als koper van den Hof te Oxe, welk erf adressant verpacht heeft aan Jan ten Have, 1649. i
390 Lijst van goederen en voorwerpen die Willem Meyers en de zijnen bij vertrek uit hun huis hebben meegenomen, 1649. i
391 Diverse rekeningen ten laste der marken Dorth en Zuidloo, 1649-1651. i
392 Brief van Joost Broecksmit rentmeester van Dorth, aan den stadhouder van het schoutambt Zutphen, dat deze den bouwman Nyenhuis drostendiensten laat verrichten en bovendien de deswege verschuldigde afkoopsom, bestaande in één molder rogge, wil invorderen, 1649 februari 5. i
393 Koopbrief van verschillende roerende goederen van Willem Gerlachs en Hendrik Rolofs, 1649 februari 17. i
394 Verklaring bij Joost Broecksmit rentmeester en dagelijks richter van Dorth, afgelegd door de erfgenamen van Willem Gerlings, dat door hen aan Hendrick Rolufs 1300 gulden is uitbetaald, 1649 februari 17. i
395 Verklaring van enige ingezetenen van Holten, dat Adriaan graaf zu Flodroff zonder verhindering altijd enige beesten heeft geweid in het Holterbroek, 1649 juni 1. i
396 Leenbrief van het huis Dorth c.a., 1649 juni 1. i
397 Publicatie over het houden ener markevergadering, 1649 juni. i
398 Lijst van punten die in de markevergadering van 19 juni 1649 aan de orde dienen te komen, 1649. i
399 Lijst van punten die in de markevergadering van 19 juni 1649 aan de orde dienen te komen, 1649. i
400 Publicatie van verkoop van een stukje markegrond, 1649. i
Inventarisnummers 401-631
laatste wijziging 13-01-2023
631 beschreven archiefstukken
630 gedigitaliseerd
totaal 2.442 bestanden

Kenmerken

Datering:
1346-1896
Auteur:
Rijksarchief in Gelderland
Categorie:
laatste wijziging 13-01-2023
631 beschreven archiefstukken
630 gedigitaliseerd
totaal 2.442 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)