0379
Familie Van Dam van Brakel
Inleiding
laatste wijziging 29-01-2024
1.607 beschreven archiefstukken
310 gedigitaliseerd
totaal 15.201 bestanden
Inventaris
1. Stukken van persoonlijke aard
1.2. Bijzonder
1.2.3. Geslachten waarvan leden vóór het geslacht Van Dam eigenaar zijn geweest van heerlijkheid en huis Brakel c.a
N.B. Het geslacht Wilhelmius, waarvan eveneens leden (als laatsten vóór het geslacht Van Dam) eigenaar van Brakel zijn geweest, is opgenomen in de rubriek Verwante geslachten (sub 1.2.2.4.11)
1.2.3.1. Geslachten Van Aeswijn/Van Mathenesse
N.B. Antoinette van Aeswijn 1649-1669, vrouwe van Brakel, tr. 1666 Gijsbert van Mathenesse c. 1645-1670. Zie genealogische staten 7 en 8. Zie voor dit echtpaar ook Kort, Archief familie Van Matenesse, inv.nr. 125-139.
519 Register met afschriften van leenakten van goederen der familie Van Aeswijn-van Ulft, c. 1370-1541, (tweede helft 16e eeuw). 1 deel
N.B. De akten zijn ten dele chronologisch ingeschreven. Ze zijn ontleend aan een leenprotokol van de echtelieden Reyner van Aeswijn en Agnes van Ulft en van Agnes als weduwe, en aan oudere leenaktenboeken die in hun bezit zijn geweest. Het merendeel der bedoelde lenen heeft waarschijnlijk de leenkamer van het huis Ulft gevormd, welk huis in 1453 zonder leenkamer door Frederik van Ulft is verkocht aan Willem, heer van den Bergh.
Het moet behoord hebben tot het archief der familie Van Aeswijn, dat door vererving aan het geslacht Van Hardenbroek is gekomen. (Blijkens een notitie achterin is het boek in 1834 gevonden in een kist op het huis Hardenbroek.)
Het leenboek is in 1925 ontvangen van het Staatsarchiv in Düsseldorf. Daar is het misschien terechtgekomen ingevolge het feit, dat er enkele leengoederen in voorkomen die op
Duits grondgebied waren gelegen. De meeste lagen binnen de grenzen der huidige provincie Gelderland (zie Verslagen 's Rijks Oude Archieven 1925, p. 116 en 117). Zie ook Kort, Archief familie Van Matenesse, inv.nr 1171. i
N.B. De akten zijn ten dele chronologisch ingeschreven. Ze zijn ontleend aan een leenprotokol van de echtelieden Reyner van Aeswijn en Agnes van Ulft en van Agnes als weduwe, en aan oudere leenaktenboeken die in hun bezit zijn geweest. Het merendeel der bedoelde lenen heeft waarschijnlijk de leenkamer van het huis Ulft gevormd, welk huis in 1453 zonder leenkamer door Frederik van Ulft is verkocht aan Willem, heer van den Bergh.
Het moet behoord hebben tot het archief der familie Van Aeswijn, dat door vererving aan het geslacht Van Hardenbroek is gekomen. (Blijkens een notitie achterin is het boek in 1834 gevonden in een kist op het huis Hardenbroek.)
Het leenboek is in 1925 ontvangen van het Staatsarchiv in Düsseldorf. Daar is het misschien terechtgekomen ingevolge het feit, dat er enkele leengoederen in voorkomen die op
Duits grondgebied waren gelegen. De meeste lagen binnen de grenzen der huidige provincie Gelderland (zie Verslagen 's Rijks Oude Archieven 1925, p. 116 en 117). Zie ook Kort, Archief familie Van Matenesse, inv.nr 1171. i
0379 Familie Van Dam van Brakel
Inventaris
1. Stukken van persoonlijke aard
1.2. Bijzonder
1.2.3. Geslachten waarvan leden vóór het geslacht Van Dam eigenaar zijn geweest van heerlijkheid en huis Brakel c.a
1.2.3.1. Geslachten Van Aeswijn/Van Mathenesse
519
Register met afschriften van leenakten van goederen der familie Van Aeswijn-van Ulft, c. 1370-1541, (tweede helft 16e eeuw). 1 deel
N.B. De akten zijn ten dele chronologisch ingeschreven. Ze zijn ontleend aan een leenprotokol van de echtelieden Reyner van Aeswijn en Agnes van Ulft en van Agnes als weduwe, en aan oudere leenaktenboeken die in hun bezit zijn geweest. Het merendeel der bedoelde lenen heeft waarschijnlijk de leenkamer van het huis Ulft gevormd, welk huis in 1453 zonder leenkamer door Frederik van Ulft is verkocht aan Willem, heer van den Bergh.
Het moet behoord hebben tot het archief der familie Van Aeswijn, dat door vererving aan het geslacht Van Hardenbroek is gekomen. (Blijkens een notitie achterin is het boek in 1834 gevonden in een kist op het huis Hardenbroek.)
Het leenboek is in 1925 ontvangen van het Staatsarchiv in Düsseldorf. Daar is het misschien terechtgekomen ingevolge het feit, dat er enkele leengoederen in voorkomen die op
Duits grondgebied waren gelegen. De meeste lagen binnen de grenzen der huidige provincie Gelderland (zie Verslagen 's Rijks Oude Archieven 1925, p. 116 en 117). Zie ook Kort, Archief familie Van Matenesse, inv.nr 1171.
N.B. De akten zijn ten dele chronologisch ingeschreven. Ze zijn ontleend aan een leenprotokol van de echtelieden Reyner van Aeswijn en Agnes van Ulft en van Agnes als weduwe, en aan oudere leenaktenboeken die in hun bezit zijn geweest. Het merendeel der bedoelde lenen heeft waarschijnlijk de leenkamer van het huis Ulft gevormd, welk huis in 1453 zonder leenkamer door Frederik van Ulft is verkocht aan Willem, heer van den Bergh.
Het moet behoord hebben tot het archief der familie Van Aeswijn, dat door vererving aan het geslacht Van Hardenbroek is gekomen. (Blijkens een notitie achterin is het boek in 1834 gevonden in een kist op het huis Hardenbroek.)
Het leenboek is in 1925 ontvangen van het Staatsarchiv in Düsseldorf. Daar is het misschien terechtgekomen ingevolge het feit, dat er enkele leengoederen in voorkomen die op
Duits grondgebied waren gelegen. De meeste lagen binnen de grenzen der huidige provincie Gelderland (zie Verslagen 's Rijks Oude Archieven 1925, p. 116 en 117). Zie ook Kort, Archief familie Van Matenesse, inv.nr 1171.
laatste wijziging 29-01-2024
1.607 beschreven archiefstukken
310 gedigitaliseerd
totaal 15.201 bestanden
Kenmerken
Datering:
1321-1963
Auteur:
J. den Draak, A. Houtkoop, F.F.J.M. Geraedts
Categorie:
laatste wijziging 29-01-2024
1.607 beschreven archiefstukken
310 gedigitaliseerd
totaal 15.201 bestanden