0371
Huis Aerdt
Inleiding
4. Geschiedenis en verantwoording van de inventarisatie
4.1. Archief van het huis Aerdt
0371 Huis Aerdt
Inleiding
4. Geschiedenis en verantwoording van de inventarisatie
4.1.
Archief van het huis Aerdt
laatste wijziging 03-02-2014
Tot eind van de oorlog heeft het archief op het huis Aerdt berust, waar omstreeks 1900 Jhr. Sasse van Ysselt ervan gebruik gemaakt heeft voor zijn beschrijving der "heerlijkheid" Aerdt.
In 1945 bleek door inkwartiering van Duitse soldaten en arbeiders der O.T. (= Organisation Todt) het archief in grote wanorde te zijn geraakt. De pachter Fierkens had het toen in kisten gepakt en in zijn stal in veiligheid gebracht. Een aantal stukken waren echter door de arbeiders der O.T. ontvreemd, waarvan door bemiddeling van de heer A. Tinneveld te Didam een gedeelte weer kon worden opgespoord. In 1946 gaf de eigenaar, Jhr. mr. G. de Kuyper, het archief in bewaring aan het Rijksarchief in Gelderland.
Aan de hand van een 19e-eeuwse summiere inventaris bracht de adjunct-archivist P.D. Keijmel een zeer voorlopige ordening aan (vgl. inv.nrs. 658 en 519). De materiële toestand van het archief kan het best worden omschreven door de mededeling, dat bij deze ordening een nest dode muizen in de archivalia werd gevonden.
In 1945 bleek door inkwartiering van Duitse soldaten en arbeiders der O.T. (= Organisation Todt) het archief in grote wanorde te zijn geraakt. De pachter Fierkens had het toen in kisten gepakt en in zijn stal in veiligheid gebracht. Een aantal stukken waren echter door de arbeiders der O.T. ontvreemd, waarvan door bemiddeling van de heer A. Tinneveld te Didam een gedeelte weer kon worden opgespoord. In 1946 gaf de eigenaar, Jhr. mr. G. de Kuyper, het archief in bewaring aan het Rijksarchief in Gelderland.
Aan de hand van een 19e-eeuwse summiere inventaris bracht de adjunct-archivist P.D. Keijmel een zeer voorlopige ordening aan (vgl. inv.nrs. 658 en 519). De materiële toestand van het archief kan het best worden omschreven door de mededeling, dat bij deze ordening een nest dode muizen in de archivalia werd gevonden.
Ernstiger dan de klonten klei, de uitwerpselen van muizen en de - lichte - aantasting door vocht en muizenvraat, bleek bij de definitieve inventarisatie, die eind 1956 ter hand werd genomen, de wanorde te zijn, waarin het archief verkeerde. Geen enkel dossier bleek meer intact te zijn, de opschriften op de pakken correspondeerden zelden met de inhoud. Zeer veel moeite en tijd heeft het daardoor gekost enig inzicht te krijgen in de financiële administratie, die vrij ingewikkeld was. Het was dan ook niet steeds mogelijk uit te maken of kwitanties en andere stukken bij de particuliere administratie behoorden, dan wel bij de administratie van de Bylandse Waard of die voor de werken aan het Bylands Kanaal. Evenzo leverde de verwarde administratie en afrekeningen tussen A.W.J.J. van Hunenpoth en zijn broers en zusters grote moeilijkheden op.
Veel gemak werd echter ondervonden van specificatiën (zie inv.nr. 658) van de inhoud van dossiers, waarvan de stukken allen genummerd waren. Hierdoor was het mogelijk vele stukken terug te brengen in de dossiers, waar zij toe behoorden, hetgeen zonder deze specificatiën onmogelijk zou zijn geweest
De inventaris vertoont de gebruikelijke indeling in een persoonlijk en een zakelijk gedeelte. Vooraf gaat een algemeen gedeelte, waarin men vindt de stukken afkomstig van de "heren" van Aerdt als dijkgraaf van Aerdt en als voornaamste geërfde in Herwen, Aerdt en Pannerden. Voorts de archivalia afkomstig van G.F. van Hugenpoth en zijn zonen A.W.J.J. en O.M.T.A. van Hugenpoth, als overopzieners van de werken in en bij het Bylands Kanaal, overopzieners van de Herwense Kruis- en Inlaagdijken, en als administrateurs van de Bylandse Waard.
In het zakelijk gedeelte is een territoriale indeling gevolgd, waarbij het bestuur en beheer van Aerdt de voorrang kreeg, gevolgd door het archief van Bimmen en Hengmeng.
Veel gemak werd echter ondervonden van specificatiën (zie inv.nr. 658) van de inhoud van dossiers, waarvan de stukken allen genummerd waren. Hierdoor was het mogelijk vele stukken terug te brengen in de dossiers, waar zij toe behoorden, hetgeen zonder deze specificatiën onmogelijk zou zijn geweest
De inventaris vertoont de gebruikelijke indeling in een persoonlijk en een zakelijk gedeelte. Vooraf gaat een algemeen gedeelte, waarin men vindt de stukken afkomstig van de "heren" van Aerdt als dijkgraaf van Aerdt en als voornaamste geërfde in Herwen, Aerdt en Pannerden. Voorts de archivalia afkomstig van G.F. van Hugenpoth en zijn zonen A.W.J.J. en O.M.T.A. van Hugenpoth, als overopzieners van de werken in en bij het Bylands Kanaal, overopzieners van de Herwense Kruis- en Inlaagdijken, en als administrateurs van de Bylandse Waard.
In het zakelijk gedeelte is een territoriale indeling gevolgd, waarbij het bestuur en beheer van Aerdt de voorrang kreeg, gevolgd door het archief van Bimmen en Hengmeng.
De persoonlijke stukken van het geslacht Van Hoevelick, de voormalige eigenaren van Bimmen en Hengmeng, zijn geplaatst aan het slot van het persoonlijk gedeelte.
De regestenlijst loopt tot 1600, een willekeurig gekozen jaar.
Zoals bij de meeste archieven, zijn ook hier enige oude inventarissen van het archief aanwezig (geplaatst onder inv.nr. 658). Bij controle bleken verscheidene stukken, in deze 18e-eeuwse inventarissen vermeld, te ontbreken Of dit te wijten is aan de bemoeiingen van de arbeiders der O.T. met het archief, of dat zij reeds voordien verdwenen zijn, valt niet op te maken.
Eveneens bleken enige door Jhr. Sasse van Ysselt in zijn publicaties vermelde stukken niet meer aanwezig te zijn, waaronder de akten van belening door de graven van den Bergh. Op welke wijze deze stukken uit het archief zijn weggeraakt, is eveneens onbekend.
De regestenlijst loopt tot 1600, een willekeurig gekozen jaar.
Zoals bij de meeste archieven, zijn ook hier enige oude inventarissen van het archief aanwezig (geplaatst onder inv.nr. 658). Bij controle bleken verscheidene stukken, in deze 18e-eeuwse inventarissen vermeld, te ontbreken Of dit te wijten is aan de bemoeiingen van de arbeiders der O.T. met het archief, of dat zij reeds voordien verdwenen zijn, valt niet op te maken.
Eveneens bleken enige door Jhr. Sasse van Ysselt in zijn publicaties vermelde stukken niet meer aanwezig te zijn, waaronder de akten van belening door de graven van den Bergh. Op welke wijze deze stukken uit het archief zijn weggeraakt, is eveneens onbekend.
laatste wijziging 13-01-2023
787 beschreven archiefstukken
159 gedigitaliseerd
totaal 4.166 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 13-01-2023
787 beschreven archiefstukken
159 gedigitaliseerd
totaal 4.166 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 13-01-2023
787 beschreven archiefstukken
159 gedigitaliseerd
totaal 4.166 bestanden