0370
Heren en graven van Culemborg
Inleiding
08. De geestelijke stichtingen in het graafschap Culemborg
0370 Heren en graven van Culemborg
Inleiding
08.
De geestelijke stichtingen in het graafschap Culemborg
laatste wijziging 12-06-2023
In 1421 stichtte Hubert van Culemborg in de St. Barbarakerk te Culemborg een kapittel van 8 kanunniken. Voor bijzonderheden omtrent de organisatie moge hier verwezen worden naar den stichtingsbrief, afgedrukt door Voet op blz. 433. Zijn broeder en opvolger Jan gaf in 1423 een nieuw statuut, eveneens bij Voet te vinden (blz. 444). Deze statuten werden in 1572 ten laatsten male vernieuwd * . De parochiekerk van St. Barbara werd in het kapittel geïncorporeerd, terwijl het personaatschap te Schalkwijk en de collatie te Eck tevens aan het kapittel werden geschonken. In de kerk waren een 10-tal vicarieën en meerdere altaren gevestigd, die ook door Voet vermeld worden. In 1458 stichtte Gerrit van Culemborg een kanunnikspraebende voor den proost van het kapittel en begiftigde deze op rijke wijze. Het klooster Mariëncroon, in de oude stad gelegen, was een vrouwenklooster naar den derden regel van St. Franciscus. Het is gesticht vóór 1425. Aan het hoofd stond een "matersche". Een ordonnantie van 1532 regelde het inwendige leven van het convent * .
In de Nieuwstad werd in 1492 gesticht, of althans bevestigd, door Jaspar van Culemborg * het convent Jeruzalem, een klooster van de orde der Kruisheeren, ook Bewaarders van het H. Graf of Sepulchrijnen genaamd. In het convent was de kapel te Goilberdingen geïncorporeerd. De doorvoering der Reformatie te Culemborg had de saecularisatie van de goederen der geestelijke stichtingen ten gevolge. Hun archieven zijn, voor zoover bewaard, in hun geheel in het grafelijk archief overgegaan, en vormen daarvan een zelfstandig deel. De administratie na de Hervorming, in dit geval na c. 1580, bleef voorloopig onder afzonderlijke rentmeesters, die de inkomsten tot onderhoud der overgebleven religieusen besteedden en het saldo uitkeerden aan den rentmeester der andere geestelijke goederen. De afhooring ging langzamerhand over van de belanghebbenden naar de Grafelijke Rekenkamer. Uiteindelijk kwam de geheele administratie in handen van den Grafelijken rentmeester der geestelijke goederen. In 1644 droegen 3 kanunniken van St. Barbara hun kanonikaten met bijbehoorende goederen over aan den Graaf, die een deel dezer goederen wederom in eigendom overdroeg aan de voormalige kanunniken persoonlijk.
Reeds in 1622-'23 hadden de overgebleven conventualen van Mariëncroon hun goederen aan graaf Floris vermaakt of geschonken. De pastorie te Everdingen, waarvan de rekeningen al van oudsher door den heer van Culemborg werden afgehoord, is eveneens na de Hervorming onder het geestelijke rentambt gebracht. Te Culemborg bestonden een aantal broederschappen, nauw aan de kerk verbonden, doch afzonderlijk geadministreerd, zooals de St. Sacraments-, de St. Barbara- * en de O.L. Vrouwe-broederschap. Deze half-religieuse stichtingen zijn dan ook niet opgenomen onder het geestelijke rentambt, evenmin als het St. Elisabethsgasthuis en het Weeshuis, en derhalve, wat de desbetreffende stukken aangaat, niet in het 2e deel van dezen inventaris, maar onder den verzamelnaam "Geestelijke Stichtingen" in de 2e afdeeling B-a 2 (bestuur, stad Culemborg) opgenomen. De stukken betreffende het beheer van de geestelijke goederen na de Reformatie vindt men daarentegen in de 2e afdeeling B-b 1 en 2 (beheer-algemeen en stad Culemborg) opgenomen.
laatste wijziging 26-03-2024
11.613 beschreven archiefstukken
3.924 gedigitaliseerd
totaal 566.257 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 26-03-2024
11.613 beschreven archiefstukken
3.924 gedigitaliseerd
totaal 566.257 bestanden
Kenmerken
Datering:
1241-1810
Auteur:
A.P. van Schilfgaarde, K.J.W. Peeneman, W.F.M. Ahoud
Categorie:
laatste wijziging 26-03-2024
11.613 beschreven archiefstukken
3.924 gedigitaliseerd
totaal 566.257 bestanden