0124
Hof van Gelre en Zutphen
Inleiding
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.970 gedigitaliseerd
totaal 2.488.120 bestanden
Inventaris
Deposita
D. Losse stukken en dossiers
N.B. Het hierna beschrevene is grotendeels afkomstig van personen, die naast hun ambt als momber, substituut-momber, leengriffier een advocatenpractijk uitoefenden, of van advocaten, die in nauwe betrekking tot het Hof stonden.
N.B. Het hierna beschrevene is grotendeels afkomstig van personen, die naast hun ambt als momber, substituut-momber, leengriffier een advocatenpractijk uitoefenden, of van advocaten, die in nauwe betrekking tot het Hof stonden.
6895 Stukken betreffende het aan het goed Botterhuys verbonden recht van plaggenmaaien in de gemeente van Noordijk, 1688, 1691. 1 omslag
N.B. De omslag bevat:
1. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van scholte Herman Harperinck en Jan Hungering, gedaagden, met als gevoegde Frederik Willem graaf van Limburg en Bronckhorst, erfmarkerichter, in geschil met Allegonda van den Clooster, abdis ter Hunnepe, eiseres. Bij uitspraak van 1 december 1688 aanvaarde het Hof een door gedaagden opgeworpen exceptie (pleidooiboek inv.nr. 6118, fol. 111). Het proces over de hoofdzaak werd gevoerd voor het Borculose landgericht.
2. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Peter Sibille, richter van de heerlijkheid Borculo, tegen wien de abdis ter Hunnepe een eis had ingesteld wegens het niet in acht nemen van de landrechtelijke manier van procederen in het proces-Botterhuys. Het Hof verklaarde eiseres niet ontvankelijk 4 februari 1691 (pleidooiboek nr. 52, inv, nr. 6121, fol. 49). i
N.B. De omslag bevat:
1. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van scholte Herman Harperinck en Jan Hungering, gedaagden, met als gevoegde Frederik Willem graaf van Limburg en Bronckhorst, erfmarkerichter, in geschil met Allegonda van den Clooster, abdis ter Hunnepe, eiseres. Bij uitspraak van 1 december 1688 aanvaarde het Hof een door gedaagden opgeworpen exceptie (pleidooiboek inv.nr. 6118, fol. 111). Het proces over de hoofdzaak werd gevoerd voor het Borculose landgericht.
2. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Peter Sibille, richter van de heerlijkheid Borculo, tegen wien de abdis ter Hunnepe een eis had ingesteld wegens het niet in acht nemen van de landrechtelijke manier van procederen in het proces-Botterhuys. Het Hof verklaarde eiseres niet ontvankelijk 4 februari 1691 (pleidooiboek nr. 52, inv, nr. 6121, fol. 49). i
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
Deposita
D. Losse stukken en dossiers
N.B. Het hierna beschrevene is grotendeels afkomstig van personen, die naast hun ambt als momber, substituut-momber, leengriffier een advocatenpractijk uitoefenden, of van advocaten, die in nauwe betrekking tot het Hof stonden.
N.B. Het hierna beschrevene is grotendeels afkomstig van personen, die naast hun ambt als momber, substituut-momber, leengriffier een advocatenpractijk uitoefenden, of van advocaten, die in nauwe betrekking tot het Hof stonden.
6895
Stukken betreffende het aan het goed Botterhuys verbonden recht van plaggenmaaien in de gemeente van Noordijk, 1688, 1691. 1 omslag
N.B. De omslag bevat:
1. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van scholte Herman Harperinck en Jan Hungering, gedaagden, met als gevoegde Frederik Willem graaf van Limburg en Bronckhorst, erfmarkerichter, in geschil met Allegonda van den Clooster, abdis ter Hunnepe, eiseres. Bij uitspraak van 1 december 1688 aanvaarde het Hof een door gedaagden opgeworpen exceptie (pleidooiboek inv.nr. 6118, fol. 111). Het proces over de hoofdzaak werd gevoerd voor het Borculose landgericht.
2. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Peter Sibille, richter van de heerlijkheid Borculo, tegen wien de abdis ter Hunnepe een eis had ingesteld wegens het niet in acht nemen van de landrechtelijke manier van procederen in het proces-Botterhuys. Het Hof verklaarde eiseres niet ontvankelijk 4 februari 1691 (pleidooiboek nr. 52, inv, nr. 6121, fol. 49).
N.B. De omslag bevat:
1. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van scholte Herman Harperinck en Jan Hungering, gedaagden, met als gevoegde Frederik Willem graaf van Limburg en Bronckhorst, erfmarkerichter, in geschil met Allegonda van den Clooster, abdis ter Hunnepe, eiseres. Bij uitspraak van 1 december 1688 aanvaarde het Hof een door gedaagden opgeworpen exceptie (pleidooiboek inv.nr. 6118, fol. 111). Het proces over de hoofdzaak werd gevoerd voor het Borculose landgericht.
2. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Peter Sibille, richter van de heerlijkheid Borculo, tegen wien de abdis ter Hunnepe een eis had ingesteld wegens het niet in acht nemen van de landrechtelijke manier van procederen in het proces-Botterhuys. Het Hof verklaarde eiseres niet ontvankelijk 4 februari 1691 (pleidooiboek nr. 52, inv, nr. 6121, fol. 49).
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.970 gedigitaliseerd
totaal 2.488.120 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1425) 1543-1811 (1902)
Auteur:
A.J. Maris, H.L. Driessen/F. Keverling Buisman (Album advocatorum)/K.J.W. Peeneman
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.970 gedigitaliseerd
totaal 2.488.120 bestanden