0124
Hof van Gelre en Zutphen
Inleiding
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.970 gedigitaliseerd
totaal 2.488.105 bestanden
Inventaris
Deposita
A. Momber en substituut-momber
N.B. Zie voor de taak van de momber en van de substituut-momber en de lotgevallen van hun archief de Inleiding, Een gedeelte van het archief van de momber en de sub s tituut-momber berust bij het archief van de Gelderse Rekenkamer, zie Jhr. mr. A.H. Martens van Sevenhoven, Het archief der Geldersche Rekenkamer, I, 1925, bijlage A, inv. nos. 7313, 7314 en 73l8a-7371. Van 1747-1762; in 1803 t/m 1811 heette de subst.-momber “Tweede momber”, terwijl in 1702 twee subst. mombers werden aangesteld voor de vervolging in plooierij zaken.
N.B. Zie voor de taak van de momber en van de substituut-momber en de lotgevallen van hun archief de Inleiding, Een gedeelte van het archief van de momber en de sub s tituut-momber berust bij het archief van de Gelderse Rekenkamer, zie Jhr. mr. A.H. Martens van Sevenhoven, Het archief der Geldersche Rekenkamer, I, 1925, bijlage A, inv. nos. 7313, 7314 en 73l8a-7371. Van 1747-1762; in 1803 t/m 1811 heette de subst.-momber “Tweede momber”, terwijl in 1702 twee subst. mombers werden aangesteld voor de vervolging in plooierij zaken.
6869 Inventarissen van stukken, afkomstig van wijlen dr. Andreas van Dam, eerste substituutmomber, en wijlen dr. Jacob Coets, momber, alsmede van de stukken, aanwezig in de momberskasten, (1720), 1721, (c. 1733). 1 omslag
N.B. De inventarissen hebben berust onder dr. Gijsbert Opten Noorth, die 21 october 1720 dr. A. van Dam opvolgde als substituut-momber.
a. "Register van de Stukken, welke in de Mombers casse ten Comptoire van de Momber Dam zalr gevonden, en aan de Heeren van de Rekeninge sijn overgegeven". Dit "register" is van dezelfde schrijfhand als het veel later opgestelde "register", hierna genoemd onder c.
b. "Register van de Papieren, die ik onders. op de 29. April 1721 ontfangen heb van het Comtoir van de Heer Momboir Coets zal rakende de Momboirschap". Minuut van de hand van dr. Gijsbert Opten Noorth, substituut-momber.
c. "Register van de Papyren, dewelke voorhanden sijn in de Gassen van den Momber van Gelderland". Dubbel van het exemplaar in 0012 Gelderse Rekenkamer inv.nr. 7371 en met dezelfde hand geschreven. Met het oog op in de inventaris voorkomende stukken inzake de ketelaccijns (vergel. hierna inv.nr. 6873 onder 6) zal deze in of kort na 1733 zijn opgesteld, maar in aanmerking genomen de schrijfhand niet later dan 1734.
Vele der vermelde stukken zijn te vinden in 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nrs. 7313-7371. i
N.B. De inventarissen hebben berust onder dr. Gijsbert Opten Noorth, die 21 october 1720 dr. A. van Dam opvolgde als substituut-momber.
a. "Register van de Stukken, welke in de Mombers casse ten Comptoire van de Momber Dam zalr gevonden, en aan de Heeren van de Rekeninge sijn overgegeven". Dit "register" is van dezelfde schrijfhand als het veel later opgestelde "register", hierna genoemd onder c.
b. "Register van de Papieren, die ik onders. op de 29. April 1721 ontfangen heb van het Comtoir van de Heer Momboir Coets zal rakende de Momboirschap". Minuut van de hand van dr. Gijsbert Opten Noorth, substituut-momber.
c. "Register van de Papyren, dewelke voorhanden sijn in de Gassen van den Momber van Gelderland". Dubbel van het exemplaar in 0012 Gelderse Rekenkamer inv.nr. 7371 en met dezelfde hand geschreven. Met het oog op in de inventaris voorkomende stukken inzake de ketelaccijns (vergel. hierna inv.nr. 6873 onder 6) zal deze in of kort na 1733 zijn opgesteld, maar in aanmerking genomen de schrijfhand niet later dan 1734.
Vele der vermelde stukken zijn te vinden in 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nrs. 7313-7371. i
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
Deposita
A. Momber en substituut-momber
N.B. Zie voor de taak van de momber en van de substituut-momber en de lotgevallen van hun archief de Inleiding, Een gedeelte van het archief van de momber en de sub s tituut-momber berust bij het archief van de Gelderse Rekenkamer, zie Jhr. mr. A.H. Martens van Sevenhoven, Het archief der Geldersche Rekenkamer, I, 1925, bijlage A, inv. nos. 7313, 7314 en 73l8a-7371. Van 1747-1762; in 1803 t/m 1811 heette de subst.-momber “Tweede momber”, terwijl in 1702 twee subst. mombers werden aangesteld voor de vervolging in plooierij zaken.
N.B. Zie voor de taak van de momber en van de substituut-momber en de lotgevallen van hun archief de Inleiding, Een gedeelte van het archief van de momber en de sub s tituut-momber berust bij het archief van de Gelderse Rekenkamer, zie Jhr. mr. A.H. Martens van Sevenhoven, Het archief der Geldersche Rekenkamer, I, 1925, bijlage A, inv. nos. 7313, 7314 en 73l8a-7371. Van 1747-1762; in 1803 t/m 1811 heette de subst.-momber “Tweede momber”, terwijl in 1702 twee subst. mombers werden aangesteld voor de vervolging in plooierij zaken.
6869
Inventarissen van stukken, afkomstig van wijlen dr. Andreas van Dam, eerste substituutmomber, en wijlen dr. Jacob Coets, momber, alsmede van de stukken, aanwezig in de momberskasten, (1720), 1721, (c. 1733). 1 omslag
N.B. De inventarissen hebben berust onder dr. Gijsbert Opten Noorth, die 21 october 1720 dr. A. van Dam opvolgde als substituut-momber.
a. "Register van de Stukken, welke in de Mombers casse ten Comptoire van de Momber Dam zalr gevonden, en aan de Heeren van de Rekeninge sijn overgegeven". Dit "register" is van dezelfde schrijfhand als het veel later opgestelde "register", hierna genoemd onder c.
b. "Register van de Papieren, die ik onders. op de 29. April 1721 ontfangen heb van het Comtoir van de Heer Momboir Coets zal rakende de Momboirschap". Minuut van de hand van dr. Gijsbert Opten Noorth, substituut-momber.
c. "Register van de Papyren, dewelke voorhanden sijn in de Gassen van den Momber van Gelderland". Dubbel van het exemplaar in 0012 Gelderse Rekenkamer inv.nr. 7371 en met dezelfde hand geschreven. Met het oog op in de inventaris voorkomende stukken inzake de ketelaccijns (vergel. hierna inv.nr. 6873 onder 6) zal deze in of kort na 1733 zijn opgesteld, maar in aanmerking genomen de schrijfhand niet later dan 1734.
Vele der vermelde stukken zijn te vinden in 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nrs. 7313-7371.
N.B. De inventarissen hebben berust onder dr. Gijsbert Opten Noorth, die 21 october 1720 dr. A. van Dam opvolgde als substituut-momber.
a. "Register van de Stukken, welke in de Mombers casse ten Comptoire van de Momber Dam zalr gevonden, en aan de Heeren van de Rekeninge sijn overgegeven". Dit "register" is van dezelfde schrijfhand als het veel later opgestelde "register", hierna genoemd onder c.
b. "Register van de Papieren, die ik onders. op de 29. April 1721 ontfangen heb van het Comtoir van de Heer Momboir Coets zal rakende de Momboirschap". Minuut van de hand van dr. Gijsbert Opten Noorth, substituut-momber.
c. "Register van de Papyren, dewelke voorhanden sijn in de Gassen van den Momber van Gelderland". Dubbel van het exemplaar in 0012 Gelderse Rekenkamer inv.nr. 7371 en met dezelfde hand geschreven. Met het oog op in de inventaris voorkomende stukken inzake de ketelaccijns (vergel. hierna inv.nr. 6873 onder 6) zal deze in of kort na 1733 zijn opgesteld, maar in aanmerking genomen de schrijfhand niet later dan 1734.
Vele der vermelde stukken zijn te vinden in 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nrs. 7313-7371.
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.970 gedigitaliseerd
totaal 2.488.105 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1425) 1543-1811 (1902)
Auteur:
A.J. Maris, H.L. Driessen/F. Keverling Buisman (Album advocatorum)/K.J.W. Peeneman
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.970 gedigitaliseerd
totaal 2.488.105 bestanden