
0124
Hof van Gelre en Zutphen
Inleiding
laatste wijziging 18-09-2023
21.034 beschreven archiefstukken
3.878 gedigitaliseerd
totaal 2.457.145 bestanden
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
1. Criminele zaken
N.B. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, I, de alinea betr. de inquisitoire of extra-ordinaris procedure en betr. de accusatoire of ordinaris procedure. Zie voorts: kanselarij-ordonnantie van 1547, art.29, en kanselarij-ordonnantie van 1622/1651 artt. 37-42. Ook zij verwezen naar hoofdstuk VI, de criminele procedure volgens Departementaal reglement voor Gelderland van 1802, artt. 72-83, en de mombersinstructie van 1803. In criminele (lijfstraffelijke) zaken was voor het Hof de extra-ordinaris procedure regel. De beklaagde was hierbij voorwerp van onderzoek (géén procespartij) van de met de instructie belaste commissarissen uit het Hof en/of de momber. Het Hof kon evenwel aan de beklaagde een ordinaris proces toestaan, waarbij de momber eiser was en de beklaagde, bijgestaan door een advocaat, verweerder. In een dergelijk ordinaris, civiliter gevoerd, proces kon naar gelang van de omstandigheden een criminele sententie vallen.
N.B. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, I, de alinea betr. de inquisitoire of extra-ordinaris procedure en betr. de accusatoire of ordinaris procedure. Zie voorts: kanselarij-ordonnantie van 1547, art.29, en kanselarij-ordonnantie van 1622/1651 artt. 37-42. Ook zij verwezen naar hoofdstuk VI, de criminele procedure volgens Departementaal reglement voor Gelderland van 1802, artt. 72-83, en de mombersinstructie van 1803. In criminele (lijfstraffelijke) zaken was voor het Hof de extra-ordinaris procedure regel. De beklaagde was hierbij voorwerp van onderzoek (géén procespartij) van de met de instructie belaste commissarissen uit het Hof en/of de momber. Het Hof kon evenwel aan de beklaagde een ordinaris proces toestaan, waarbij de momber eiser was en de beklaagde, bijgestaan door een advocaat, verweerder. In een dergelijk ordinaris, civiliter gevoerd, proces kon naar gelang van de omstandigheden een criminele sententie vallen.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
"Crimineel sententieboek". Register van sententien in criminele zaken van het Hof van Gelre en Zutphen, het Hof van Justitie en het Departementaal Gerechtshof, 1544-1810. 20 delen
N.B. De aanduiding "Crimineel sententieboek" kwam in de 18de eeuw in gebruik. Buitenop inv.nr. 4503 staat "Register van den Criminelen Sentenciën beginnende den XXIIIIen dach Septembris Anno XVc vyer en veertien". De inv.nrs. 4503-4522 hebben Alfabetische indices op de voornamen van de beklaagden. Vergel. het "Register op de notabelste sententiën, vervat in de Criminele Sententie Boeken van den Hove Provinciaal van Gelderland" (inv.nr. 6973). Dit repertorium op de voornaamste sententiën in Criminele zaken werd vervaardigd aan de hand van de volgende omstreeks 1760 aanwezige delen van het register van criminele sententiën: 1571/1610 (inv.nr. 4504), 1611/1630 (niet meer aanwezig), 1631/ 1660, 1660/1699 (inv.nrs. 4505 en 4506), 1700/1717 (niet meer aanwezig), 1719-1728, 1729-1740 en 1741/1752 (inv.nrs. 4507 t/m 4509). Vele uitspraken van het Hof in criminele zaken zijn te vinden in het memorie- en resolutieboek (inv.nrs. 18-82). Men bedenke echter, dat de data in het memorie- en resolutieboek vaak een weinig verschillen van de data, waarop de sententiën in het openbaar uitgesproken werden. Voorts lichten ons de z.g. casboeken, delen I-III (inv.nrs. 1406-1408), over 1543-1675, in korte aantekeningen omtrent de gevallen uitspraken in. Achterin de delen van het memorie- en resolutieboek over 1625-1627 (inv.nrs. 21 en 22) staan de "touren" of toerbeurten vermeld van de raden in het Hof, die de gevangenen op de Sint Janspoort moesten examineren met opgave van de namen der gedetineerden. Zie voor strafzaken, waarin de z.g. "ordinaris" (civiele) procesgang gevolgd werd, het pleidooiboek ordinaris (inv.nrs. 6067-6168).
N.B. De aanduiding "Crimineel sententieboek" kwam in de 18de eeuw in gebruik. Buitenop inv.nr. 4503 staat "Register van den Criminelen Sentenciën beginnende den XXIIIIen dach Septembris Anno XVc vyer en veertien". De inv.nrs. 4503-4522 hebben Alfabetische indices op de voornamen van de beklaagden. Vergel. het "Register op de notabelste sententiën, vervat in de Criminele Sententie Boeken van den Hove Provinciaal van Gelderland" (inv.nr. 6973). Dit repertorium op de voornaamste sententiën in Criminele zaken werd vervaardigd aan de hand van de volgende omstreeks 1760 aanwezige delen van het register van criminele sententiën: 1571/1610 (inv.nr. 4504), 1611/1630 (niet meer aanwezig), 1631/ 1660, 1660/1699 (inv.nrs. 4505 en 4506), 1700/1717 (niet meer aanwezig), 1719-1728, 1729-1740 en 1741/1752 (inv.nrs. 4507 t/m 4509). Vele uitspraken van het Hof in criminele zaken zijn te vinden in het memorie- en resolutieboek (inv.nrs. 18-82). Men bedenke echter, dat de data in het memorie- en resolutieboek vaak een weinig verschillen van de data, waarop de sententiën in het openbaar uitgesproken werden. Voorts lichten ons de z.g. casboeken, delen I-III (inv.nrs. 1406-1408), over 1543-1675, in korte aantekeningen omtrent de gevallen uitspraken in. Achterin de delen van het memorie- en resolutieboek over 1625-1627 (inv.nrs. 21 en 22) staan de "touren" of toerbeurten vermeld van de raden in het Hof, die de gevangenen op de Sint Janspoort moesten examineren met opgave van de namen der gedetineerden. Zie voor strafzaken, waarin de z.g. "ordinaris" (civiele) procesgang gevolgd werd, het pleidooiboek ordinaris (inv.nrs. 6067-6168).
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
1. Criminele zaken
N.B. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, I, de alinea betr. de inquisitoire of extra-ordinaris procedure en betr. de accusatoire of ordinaris procedure. Zie voorts: kanselarij-ordonnantie van 1547, art.29, en kanselarij-ordonnantie van 1622/1651 artt. 37-42. Ook zij verwezen naar hoofdstuk VI, de criminele procedure volgens Departementaal reglement voor Gelderland van 1802, artt. 72-83, en de mombersinstructie van 1803. In criminele (lijfstraffelijke) zaken was voor het Hof de extra-ordinaris procedure regel. De beklaagde was hierbij voorwerp van onderzoek (géén procespartij) van de met de instructie belaste commissarissen uit het Hof en/of de momber. Het Hof kon evenwel aan de beklaagde een ordinaris proces toestaan, waarbij de momber eiser was en de beklaagde, bijgestaan door een advocaat, verweerder. In een dergelijk ordinaris, civiliter gevoerd, proces kon naar gelang van de omstandigheden een criminele sententie vallen.
N.B. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, I, de alinea betr. de inquisitoire of extra-ordinaris procedure en betr. de accusatoire of ordinaris procedure. Zie voorts: kanselarij-ordonnantie van 1547, art.29, en kanselarij-ordonnantie van 1622/1651 artt. 37-42. Ook zij verwezen naar hoofdstuk VI, de criminele procedure volgens Departementaal reglement voor Gelderland van 1802, artt. 72-83, en de mombersinstructie van 1803. In criminele (lijfstraffelijke) zaken was voor het Hof de extra-ordinaris procedure regel. De beklaagde was hierbij voorwerp van onderzoek (géén procespartij) van de met de instructie belaste commissarissen uit het Hof en/of de momber. Het Hof kon evenwel aan de beklaagde een ordinaris proces toestaan, waarbij de momber eiser was en de beklaagde, bijgestaan door een advocaat, verweerder. In een dergelijk ordinaris, civiliter gevoerd, proces kon naar gelang van de omstandigheden een criminele sententie vallen.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
"Crimineel sententieboek". Register van sententien in criminele zaken van het Hof van Gelre en Zutphen, het Hof van Justitie en het Departementaal Gerechtshof, 1544-1810. 20 delen
N.B. De aanduiding "Crimineel sententieboek" kwam in de 18de eeuw in gebruik. Buitenop inv.nr. 4503 staat "Register van den Criminelen Sentenciën beginnende den XXIIIIen dach Septembris Anno XVc vyer en veertien". De inv.nrs. 4503-4522 hebben Alfabetische indices op de voornamen van de beklaagden. Vergel. het "Register op de notabelste sententiën, vervat in de Criminele Sententie Boeken van den Hove Provinciaal van Gelderland" (inv.nr. 6973). Dit repertorium op de voornaamste sententiën in Criminele zaken werd vervaardigd aan de hand van de volgende omstreeks 1760 aanwezige delen van het register van criminele sententiën: 1571/1610 (inv.nr. 4504), 1611/1630 (niet meer aanwezig), 1631/ 1660, 1660/1699 (inv.nrs. 4505 en 4506), 1700/1717 (niet meer aanwezig), 1719-1728, 1729-1740 en 1741/1752 (inv.nrs. 4507 t/m 4509). Vele uitspraken van het Hof in criminele zaken zijn te vinden in het memorie- en resolutieboek (inv.nrs. 18-82). Men bedenke echter, dat de data in het memorie- en resolutieboek vaak een weinig verschillen van de data, waarop de sententiën in het openbaar uitgesproken werden. Voorts lichten ons de z.g. casboeken, delen I-III (inv.nrs. 1406-1408), over 1543-1675, in korte aantekeningen omtrent de gevallen uitspraken in. Achterin de delen van het memorie- en resolutieboek over 1625-1627 (inv.nrs. 21 en 22) staan de "touren" of toerbeurten vermeld van de raden in het Hof, die de gevangenen op de Sint Janspoort moesten examineren met opgave van de namen der gedetineerden. Zie voor strafzaken, waarin de z.g. "ordinaris" (civiele) procesgang gevolgd werd, het pleidooiboek ordinaris (inv.nrs. 6067-6168).
N.B. De aanduiding "Crimineel sententieboek" kwam in de 18de eeuw in gebruik. Buitenop inv.nr. 4503 staat "Register van den Criminelen Sentenciën beginnende den XXIIIIen dach Septembris Anno XVc vyer en veertien". De inv.nrs. 4503-4522 hebben Alfabetische indices op de voornamen van de beklaagden. Vergel. het "Register op de notabelste sententiën, vervat in de Criminele Sententie Boeken van den Hove Provinciaal van Gelderland" (inv.nr. 6973). Dit repertorium op de voornaamste sententiën in Criminele zaken werd vervaardigd aan de hand van de volgende omstreeks 1760 aanwezige delen van het register van criminele sententiën: 1571/1610 (inv.nr. 4504), 1611/1630 (niet meer aanwezig), 1631/ 1660, 1660/1699 (inv.nrs. 4505 en 4506), 1700/1717 (niet meer aanwezig), 1719-1728, 1729-1740 en 1741/1752 (inv.nrs. 4507 t/m 4509). Vele uitspraken van het Hof in criminele zaken zijn te vinden in het memorie- en resolutieboek (inv.nrs. 18-82). Men bedenke echter, dat de data in het memorie- en resolutieboek vaak een weinig verschillen van de data, waarop de sententiën in het openbaar uitgesproken werden. Voorts lichten ons de z.g. casboeken, delen I-III (inv.nrs. 1406-1408), over 1543-1675, in korte aantekeningen omtrent de gevallen uitspraken in. Achterin de delen van het memorie- en resolutieboek over 1625-1627 (inv.nrs. 21 en 22) staan de "touren" of toerbeurten vermeld van de raden in het Hof, die de gevangenen op de Sint Janspoort moesten examineren met opgave van de namen der gedetineerden. Zie voor strafzaken, waarin de z.g. "ordinaris" (civiele) procesgang gevolgd werd, het pleidooiboek ordinaris (inv.nrs. 6067-6168).
laatste wijziging 13-01-2022
20 gedigitaliseerd
totaal 5.232 bestanden
laatste wijziging 18-09-2023
21.034 beschreven archiefstukken
3.878 gedigitaliseerd
totaal 2.457.145 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1425) 1543-1811 (1902)
Auteur:
A.J. Maris, H.L. Driessen/F. Keverling Buisman (Album advocatorum)/K.J.W. Peeneman
Licentie:
laatste wijziging 18-09-2023
21.034 beschreven archiefstukken
3.878 gedigitaliseerd
totaal 2.457.145 bestanden