fol. 1-6, "Landtvereinigung" of landsprivilegie voor het Sticht van Munster, 1570 april 6. De aanhef ontbreekt; hetzelfde stuk is afgeschreven met andere hand fol. 100-103 vso (zie hierna onder i).

fol. 7-12, privilegie, aan de stad Keulen verleend door keizer Karel IV 1356 januari 9.

fol. 13-24, verdrag van Willem, hertog van Gulik, Gelre, Kleef en Berg, graaf van Mark, Zutphen en Ravensberg enz., met Willem, graaf van Nieuwenaar en Meurs, heer van Bedbur enz., en Herman jonge graaf van Nieuwenaar en Meurs, 1541 november 30. In het opschrift wordt de juiste datering vermeld: "ao 1541... ultima Novembris", maar aan het slot staat bij vergissing: "duysent vunffhundert und viertzig" met in margine "421".

fol. 25-48, een dubbelkatern met het onnauwkeurige opschrift "Privilegia der Ritterschafft des Furstenthumbs von dem Bergh. Anno Domini 1573", waarbij het jaar vermoedelijk slaat op het jaar van afschrijving. Dit gedeelte bevat:
- fol. 26-39, statuten en rechten van de ridderschap van Berg en Blankenberg, 1511 october 8. Enige onbeschreven bladzijden.
- fol. 45-48, privilegie, aan de ridderschap van Kleef en Mark verleend door Johan, vader, hertog van Kleef, graaf van Mark en Katzenellnbogen, en Johan, zoon, jonge hertog en graaf, 1511 maart 24.

fol. 49-61, gemerkt L, afgeschreven midden 15de eeuw, met opschrift "Gebrechen unnd Verträge, item Missiven zwischen Munster und Gulich". Brieven, gewisseld tussen Frederik, graaf van Meurs en Sarwerden, die als bemiddelaar optreedt, en Hendrik, bisschop van Munster, en Adolf, hertog van Kleef, inzake verlenging van het bestand tussen Munster en Kleef en enige andere aangelegenheden, 1431 april 8-september 20.

fol. 62-83, een dubbelkatern met opschrift "Gravamina der Stende im Erz-stifft Coln unnd daruff erfolgte resolutiones Reverendissimi antreffents die geistliche jurisdiction. Ao 1559 Xa Maij". Een drietal "replieken", inhoudende de bezwaren tegen een aantal artikelen van de "Reformation der geistlichen jurisdiction" ingebracht door de drie wereldlijke standen van het Aartssticht Keulen, met de daarop gegeven "re- en duplieken" of antwoorden van de keurvorst-aartsbisschop, gevolgd door een samenvattend "Bedeneken" van de keurvorst-aartsbisschop over de door de standen ingebrachte bezwaren.

fol. 84-95, een dubbelkatern gemerkt E, met opschrift "tLantrecht van Lutzelberch", 15de en 1 6de eeuwse stukken betreffende de rechtspraak over leden van de ridderschap en edelen van het hertogdom Luxemburg en de rechtspraak in leenzaken alsmede betreffende de hierbij betrokken rechters, gerichtsschrijver, deurwaarder enz. en betreffende het erfrecht van leden van de adel, afgeschreven omstreeks het derde kwart van de 16de eeuw. De stukken zijn de volgende:

- fol. 85, het oude landrecht van Luxemburg, ongedateerd, "Diss ist das alte Landtrecht zu Lutzemburgh, das der wolgeporen Herr Weirich, herr zu Criechingen und zu Pittingen under seinen alten brieften und siegeln funden, (in) einer seher alter schrift geschrieben" (midden 15de eeuw ?).
- fol. 86, 17 recto, aanspraak in het geschil over de goederen van de Feltz en het huis Wolffstein tussen Arnolt von der Veltz (Feltz), mede namens zijn "magh" Bernhart, (eiser) en heer Jorge (von der Veltz), verweerder, zoals de verweerder onderstelt, dat deze zal luiden, (c. 1530). "Diss hienach hain ich (heer Jorge) uf verbesserungh gedacht, wie ich mein Arnolt von der Veltz sein forderungh und ainspraich thuen werde und meinn antwort daruff etc., unnd gedenckes du iet bessers, setz herbey".
- fol. 88-91, wijsdom, opgesteld door ridderschap en edelen van het hertogdom Luxemburg en het graafschap Chini, betreffende de wijze, waarop de ridder-richter zijn taak moet vervullen en de manier van procederen in het leengerecht, 1462 februari 22.
-fol. 91 vso-92 recto, wijsdom alsvoren omtrent de toepassing in de practijk van het in het landrecht vastgelegde erfrecht voor leden van de adel, luidende: das dat negste bluet erbet in vetterlichen und mutterlichen erfeltnisse in rechter linien und desselben gleichen in allen beyfalhe", 1466 februari 26.
- fol. 92 vso-93, "Ordnungh" of reglement, vastgesteld door de ridderschap, omtrent de emolumenten voor de gezworen schrijver van het ridderlijke gericht, 1462 october 18.
- fol. 94, aantekening betreffende het optreden van de "Underprobst" van Luxemburg als gezworen deurwaarder van het ridderlijke gericht naar oude gewoonte, (c. 1460 ?).

fol. 96-98, "Extract auss des durchlauchtigen Fursten und Herrnn Hertzog zu Cleve, Gulich und Berg instruction der Ritterschapfft und Lantscapfft dem 28. Augusti anno etc. 1583 zu Cleve communiceert", boodschap van hertog Willem V aan ridderschap en landschap van Kleef, Gulik en Berg c.a. over de politieke toestand en de geldelijke en militaire verplichtingen van zijn onderzaten met het oog op de Keulse oorlog, de doortocht van Staatse en Bourgondische troepen, de verhouding tot het Rijk en tot de Nederlandse (Bourgondische) kreits enz., 1583 augustus 28.

fol. 100-103, "Copie der Munsterische Landtvereinigung", 1570 april 6; aan de achterzijde het opschrift "Das Munsterische Ritterliche Privilegium". Hetzelfde stuk als op fol. 1-6 (zie boven a), doch volledig.