0124
Hof van Gelre en Zutphen
Inleiding
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.958 gedigitaliseerd
totaal 2.487.147 bestanden
Inventaris
II. Bescheiden van politieke en administratieve aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen , 1543- 1795, en van administratieve aard, herkomstig van het Hof van Justitie, 1795-1802, en van het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Landschaps- en Kwartierszaken
4. Ridderboeken en verdere stukken
N.B. Ridderboeken en verdere stukken betreffende de leden van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de ridderschappen in de vier, later drie kwartieren.
N.B. Ridderboeken en verdere stukken betreffende de leden van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de ridderschappen in de vier, later drie kwartieren.
"Ridderboeken". Naamlijsten van ten landdage beschreven leden van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de ridderschappen in de vier, later drie Kwartieren, (c. 1544)-1793. De landschap Gelre en Zutphen was samengesteld uit de Kwartieren van Nijmegen, Roermond (of Overkwartier), Zutphen en Arnhem (of Veluwe). De landdagsvergaderingen waren verenigde bijeenkomsten van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de statenvergaderingen der vier Kwartieren. Met bijbehorende stukken, 17de en 18de eeuw, 1544-1793.
N.B. Na het verraad van de bannerheer Willem graaf van den Bergh in 1583 werden de bannerheren als zodanig niet meer ten land- of kwartiersdage beschreven. Aan de positie van bannerheer werden geen staatsrechtelijke gevolgen meer verbonden. Het bleef voor de bannerheren mogelijk om als lid van de ridderschap van het Kwartier, waarin zij toegelaten waren, op land- en kwartiersdagen te verschijnen. Het Kwartier van Roermond werd ondanks de herovering door prins Frederik Hendrik in 1632 van het tot de Unie behorende Gelre en Zutphen gescheiden bij de vrede van Munster. De staten van elk Kwartier werden gevormd door de stand of staat van de ridderschap van het Kwartier en door de staat van de hoofdstad en de kleine steden van het Kwartier. De eisen van toelating in de ridderschap waren in elk Kwartier verschillend. P. Nijhoff vermeldt in zijn Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen, Arnh. 1856, blz. 412, van de hier beschreven" alleen een "pakket" met naamlijsten over 1689-1793 (d.i. inv.nr. 1593). De over c. 1544-1688 lopende band (inv.nr. 1592) en het pak met bijbehorende stukken (inv.nr. 1593a) zijn in 1859 door de Ridderschap van Gelderland aan het Provinciaal archief overgedragen. Inv. no. 1593a bevat:
a) extracten uit landdags- en kwartiersrecessen, dienende tot bewijs van toelating tot lid van de ridderschap in een der Kwartieren
b) enige extracten uit de "ridderboeken"
c) een einde 18de eeuw samengesteld ridderboek met namen van leden van de ridderschappen uit de 16de, 17de en 18de eeuw, en kladden. Van de jaren 1740 t/m 1763 zijn er geen naamlijsten of "ridderboeken" aanwezig (zie inv.nr. 1593).
N.B. Na het verraad van de bannerheer Willem graaf van den Bergh in 1583 werden de bannerheren als zodanig niet meer ten land- of kwartiersdage beschreven. Aan de positie van bannerheer werden geen staatsrechtelijke gevolgen meer verbonden. Het bleef voor de bannerheren mogelijk om als lid van de ridderschap van het Kwartier, waarin zij toegelaten waren, op land- en kwartiersdagen te verschijnen. Het Kwartier van Roermond werd ondanks de herovering door prins Frederik Hendrik in 1632 van het tot de Unie behorende Gelre en Zutphen gescheiden bij de vrede van Munster. De staten van elk Kwartier werden gevormd door de stand of staat van de ridderschap van het Kwartier en door de staat van de hoofdstad en de kleine steden van het Kwartier. De eisen van toelating in de ridderschap waren in elk Kwartier verschillend. P. Nijhoff vermeldt in zijn Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen, Arnh. 1856, blz. 412, van de hier beschreven" alleen een "pakket" met naamlijsten over 1689-1793 (d.i. inv.nr. 1593). De over c. 1544-1688 lopende band (inv.nr. 1592) en het pak met bijbehorende stukken (inv.nr. 1593a) zijn in 1859 door de Ridderschap van Gelderland aan het Provinciaal archief overgedragen. Inv. no. 1593a bevat:
a) extracten uit landdags- en kwartiersrecessen, dienende tot bewijs van toelating tot lid van de ridderschap in een der Kwartieren
b) enige extracten uit de "ridderboeken"
c) een einde 18de eeuw samengesteld ridderboek met namen van leden van de ridderschappen uit de 16de, 17de en 18de eeuw, en kladden. Van de jaren 1740 t/m 1763 zijn er geen naamlijsten of "ridderboeken" aanwezig (zie inv.nr. 1593).
1592 "Ridderboek", ca. 1544 - 1688 1 band i
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
II. Bescheiden van politieke en administratieve aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen , 1543- 1795, en van administratieve aard, herkomstig van het Hof van Justitie, 1795-1802, en van het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Landschaps- en Kwartierszaken
4. Ridderboeken en verdere stukken
N.B. Ridderboeken en verdere stukken betreffende de leden van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de ridderschappen in de vier, later drie kwartieren.
"Ridderboeken". Naamlijsten van ten landdage beschreven leden van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de ridderschappen in de vier, later drie Kwartieren, (c. 1544)-1793. De landschap Gelre en Zutphen was samengesteld uit de Kwartieren van Nijmegen, Roermond (of Overkwartier), Zutphen en Arnhem (of Veluwe). De landdagsvergaderingen waren verenigde bijeenkomsten van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de statenvergaderingen der vier Kwartieren. Met bijbehorende stukken, 17de en 18de eeuw, 1544-1793.
N.B. Na het verraad van de bannerheer Willem graaf van den Bergh in 1583 werden de bannerheren als zodanig niet meer ten land- of kwartiersdage beschreven. Aan de positie van bannerheer werden geen staatsrechtelijke gevolgen meer verbonden. Het bleef voor de bannerheren mogelijk om als lid van de ridderschap van het Kwartier, waarin zij toegelaten waren, op land- en kwartiersdagen te verschijnen. Het Kwartier van Roermond werd ondanks de herovering door prins Frederik Hendrik in 1632 van het tot de Unie behorende Gelre en Zutphen gescheiden bij de vrede van Munster. De staten van elk Kwartier werden gevormd door de stand of staat van de ridderschap van het Kwartier en door de staat van de hoofdstad en de kleine steden van het Kwartier. De eisen van toelating in de ridderschap waren in elk Kwartier verschillend. P. Nijhoff vermeldt in zijn Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen, Arnh. 1856, blz. 412, van de hier beschreven" alleen een "pakket" met naamlijsten over 1689-1793 (d.i. inv.nr. 1593). De over c. 1544-1688 lopende band (inv.nr. 1592) en het pak met bijbehorende stukken (inv.nr. 1593a) zijn in 1859 door de Ridderschap van Gelderland aan het Provinciaal archief overgedragen. Inv. no. 1593a bevat:
a) extracten uit landdags- en kwartiersrecessen, dienende tot bewijs van toelating tot lid van de ridderschap in een der Kwartieren
b) enige extracten uit
N.B. Ridderboeken en verdere stukken betreffende de leden van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de ridderschappen in de vier, later drie kwartieren.
"Ridderboeken". Naamlijsten van ten landdage beschreven leden van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de ridderschappen in de vier, later drie Kwartieren, (c. 1544)-1793. De landschap Gelre en Zutphen was samengesteld uit de Kwartieren van Nijmegen, Roermond (of Overkwartier), Zutphen en Arnhem (of Veluwe). De landdagsvergaderingen waren verenigde bijeenkomsten van de stand der bannerheren van Gelre en Zutphen en van de statenvergaderingen der vier Kwartieren. Met bijbehorende stukken, 17de en 18de eeuw, 1544-1793.
N.B. Na het verraad van de bannerheer Willem graaf van den Bergh in 1583 werden de bannerheren als zodanig niet meer ten land- of kwartiersdage beschreven. Aan de positie van bannerheer werden geen staatsrechtelijke gevolgen meer verbonden. Het bleef voor de bannerheren mogelijk om als lid van de ridderschap van het Kwartier, waarin zij toegelaten waren, op land- en kwartiersdagen te verschijnen. Het Kwartier van Roermond werd ondanks de herovering door prins Frederik Hendrik in 1632 van het tot de Unie behorende Gelre en Zutphen gescheiden bij de vrede van Munster. De staten van elk Kwartier werden gevormd door de stand of staat van de ridderschap van het Kwartier en door de staat van de hoofdstad en de kleine steden van het Kwartier. De eisen van toelating in de ridderschap waren in elk Kwartier verschillend. P. Nijhoff vermeldt in zijn Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen, Arnh. 1856, blz. 412, van de hier beschreven" alleen een "pakket" met naamlijsten over 1689-1793 (d.i. inv.nr. 1593). De over c. 1544-1688 lopende band (inv.nr. 1592) en het pak met bijbehorende stukken (inv.nr. 1593a) zijn in 1859 door de Ridderschap van Gelderland aan het Provinciaal archief overgedragen. Inv. no. 1593a bevat:
a) extracten uit landdags- en kwartiersrecessen, dienende tot bewijs van toelating tot lid van de ridderschap in een der Kwartieren
b) enige extracten uit
1592
"Ridderboek", ca. 1544 - 1688 1 band
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.958 gedigitaliseerd
totaal 2.487.147 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1425) 1543-1811 (1902)
Auteur:
A.J. Maris, H.L. Driessen/F. Keverling Buisman (Album advocatorum)/K.J.W. Peeneman
laatste wijziging 26-03-2024
21.034 beschreven archiefstukken
3.958 gedigitaliseerd
totaal 2.487.147 bestanden