Uw zoekacties: Gelderse Rekenkamer

0012 Gelderse Rekenkamer

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden.

Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer.

Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden.

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.

Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen.

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien.

0012 Gelderse Rekenkamer

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

Inleiding

1. Auteursrechten en andere rechten

2. Openbaarheid en citeren

3. De geschiedenis van de Rekenkamer

4. De geschiedenis van het archief van 1543 tot 1915

5. De ordening en beschrijving van het archief

6. Afkortingen

laatste wijziging 06-04-2024

9.793 beschreven archiefstukken

7.475 gedigitaliseerd

totaal 697.197 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

Inventaris

Eerste afdeeling. Algemeen

Toon details van deze beschrijving

Tweede afdeeling. Onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen)

Toon details van deze beschrijving

Derde afdeeling. Rekeningen en bijlagen
N.B. Van de bijlagen is de groote meerderheid verloren, gelijk in de inleiding is medegedeeld. Aangezien nu een gedetailleerde beschrijving van alle nog aanwezige bijlagen den inventaris te omvangrijk zou hebben gemaakt en het aan den anderen kant toch gewenscht scheen, op menig belangrijk stuk onder die bijlagen de aandacht te vestigen, is bij de beschrijving slechts in bepaalde gevallen de inhoud van de bijlagen aangegeven. Zoo zal men omschrijvingen aantreffen van de meeste bijlagen, die tot de Charterverzameling (0243) hebben behoord, en van vele stukken van dien aard, die bij de oudere rekeningen der landrentmeesters-generaal zijn overgelegd en waarvan de inhoud min of meer verrassend, althans opmerkelijk is. Hiermede is natuurlijk allerminst bedoeld, op de niet nader omschreven bijlagen het stempel van onbelangrijkheid te drukken, Op de omslagen, waarin bijlagen bewaard zijn, is aangeduid, tot welke rekeningen zij behooren.

Toon details van deze beschrijving

Vierde afdeeling. Tijdelijk aan de Rekenkamer opgedragen werkzaamheden

Toon details van deze beschrijving

Vijfde afdeeling. In de rekenkamer gedeponeerde archivalia

Toon details van deze beschrijving

Overige stukken

Toon details van deze beschrijving

Supplement

Toon details van deze beschrijving

Bijlagen tot den inventaris

Toon details van deze beschrijving

Regesten

Toon details van deze beschrijving

1301-1460

Toon details van deze beschrijving

1 JAN hertog van Lottrick oorkondt, dat hij aan MARCELIS GODEVARTSZOON VAN OSSE op zekere voorwaarden in erfpacht heeft gegeven de veren tusschen Herwarden en Bergerstade en tusschen Herwarden en Coestade
Gegeven int jaer ons Heeren als men schreeff duysent driehondert ende eene, des Vriendaechs voer sente Marien dach Magdalenen

2 WILHAM heer van Brunchorst en van Batenborch, ridder, erkent ten Zutphenschen rechte te hebben verleend aan BERCHEN, huisvrouw van kerstien VAN DEN PUTTE, de tienden uit zekere goederen in de kerspelen Waerensvelde en Almen
Gegeven int jaer onss Heeren duesent driehondert zess ende twyntich, des Frydaechs nae driitthienden misse

3 REYNALT graaf van Gelder regelt de rechten en verplichtingen van de geërfden in zijn in erfpacht uitgegeven wildernissen, die voortaan het Nyebroeck zullen heeten
Dit is geschiet und gegeven toe Nyemegen int jaer ons Heeren 1328, op St. Marcus' dach evangelist

4 REYNAUT graaf van Gelre geeft den malen van Brummen 20 hoven, 7 morgen en 1 hont lands tot een erftynsgoed, waarvan de tyns jaarlijks in den hof te Lo betaald zal moeten worden
Gegeven int jaer onss Heeren dusent driehondert drieenddartich, des Saterdaechs nae Alreheyligen dach

5 REYNOUT graaf van Gelre geeft aan ZELVOLDE VAN DER GHATEN een hoeve lands in de mark ten Weyem in Apeldorenre kerspel tot een erftynsgoed, te vertynsen in den hof te Lonen, Gegheven int jaer ons Heeren duysent driehondert viiff ende dartich, des Donderdaechs nae sente Ghallen dach. Afschrift op papier in inv. no. 1401

6 REYNAUDT hertog van Gelre maakt bepalingen omtrent de aanstelling van werklieden aan de munt en geeft zekere voorrechten aan die werklieden
Dat was gedaen int jaer ons Heren als men screeff dusent driehondert ende vertich, des Sondages nae alre apostelen daghe in de hoymaent

7 HENRICK, proost te Eymerick, rentmeester van Gelren, verklaart, op zekere voorwaarden namens den hertog van Gelre het gemaal der kerspelen Waemel en Droemel in erfpacht te hebben uitgegeven aan GODEVAERT VAN DELFFT en GODEVAERT VAN DER WYER, voor de helft, en, voor de wederhelft, aan WOLTER VAN DELFT

8 REYNOULT hertog van Gelren erkent de uitgifte in erfpacht van het gemaal van Waemell en Droemell, bedoeld in den brief van denzelfden datum (no. 7), waardoor deze was gestoken
Gegeven int jaer ons Heeren dusent driehondert ind twee ind veertich, des anderen daechs nae sinte Peters dach ad cathedram

9 REYNAUT hertog van Gelren verpandt zijn tiend te Wanckem voor 1200 oude schilden aan zijn raad heer ARNDE heer van Wachtendonck, ridder, de gebroeders JOHAN en HENRICK SPEDE en hunne moeder LUYTGART
Gegeven int jaer ons Heren dusent driehondert ende viftich, des Guedesdagen nae sente Lucien dach

10 REYNOUT hertog van Ghelren verklaart, op zekere voorwaarden zijn tollen te Tyele en Herwarden verpacht te hebben aan OTTE VAN TYELE heer wenemaerszoon, gysebrecht uten assengate, JOHAN SPANE en CONRART COENE GHEYLENZOONS ZOON, die hem 2400 gouden schilden op die tollen hebben geschoten
Gheschiet ende ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ene ende viiftich, op sente Mathiis' dach des apostels

11 REYNOLT hertog van Gelre vergunt den gemeenen erfgenamen van Putten en van der Nyekercken, een dijk te leggen over Erckemede, stelt een bestuur van een dijkgraaf en vier heemraden in en regelt voorts het beheer van den dijk
Gegeven int jair ons Heeren duysent driehondert ses ende viiftich, des Manendaechs nae onser Vrouwen daeghe annunciatie

12 REYNOLT hertog van Gelren en EDWART VAN GELREN, gebroeders, verpanden op zekere voorwaarden hun tol en tolhuis te Tyele en Herwerden aan DYDERIC graaf van Murse, die daarop 17 323 gouden schilden heeft geschoten, waarvan 2400 tot lossing van een tevoren gevestigde schuld (zie no. 10)
Gegeven int jaer ons Heren dusent dryhondert viiftich ende negen, des Donresdages nae onser liever Vrouwen dach Lichtmissen
Oorspr. (inv. no. 498). Met de geschonden zegels van den hertog en zijn broeder in roode was en in groene was die van WILLEM heer van Bronchorst, JOHAN VAN MURSE (beide licht geschonden) en de steden Nijmegen, Roermond, Zutphen, Arnhem (zeer geschonden) en Tiel. De zegels van heer DYDERIC heer van Lyenden, heer ARNOLT VAN ERCKEL, heer WILHEM VAN BRUICHUSEN Heer van Wickrode, heer JOHAN VAN MlRLAER, ridder, en de stad Zalt-Bommel zijn verloren

13 REYNOUT hertog van Gelre erkent, in erfpacht te hebben uitgegeven aan DEDERIC VAN APELTEREN, ridder, den jongen, den windmolen en het gemaal van Ewic en Winsen
Gegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ene ende tsestich, op sente Tyburcius' ende Valerianus' dach in den Aprille

14 EDEWART hertog van Gelre bevestigt den brief (d.d. 1356 Maart 28, zie no. 11), door zijn broeder REYNOLT aan de gemeene erfgenamen van Erckemede gegeven
Gegeven int jair ons Heeren duysent driehondert twee ende tsestich, des Vrydaechs nae judica Domine in den vasten

15 mathiis van kessell en johan van kessell, zijn zoon, ridder(s), erkennen schuldig te zijn aan heer JOHAN VAN MOERSE, ridder, 80 oude gouden schilden, in twee termijnen 's jaars te betalen uit de tienden te Kessell en twee hoven aldaar, die zij van den hertog van Gelre in pacht hebben, voor welke schuld MATHIIS VAN KESSELL heer GIJSBRECHTSZOON, MATHIIS VAN KESSELL GADERTSZOON, FLORCKEN ROSSERT en GADERT VAN DEN OEVER zich borgen stellen
Gegeven ind jaer ons Heeren duysent driehondert vier ende tsestich, des neesten Sonnendaeghs nae sinct Victoers daege des martelers

16 MARIA VAN BRABANT, hertogin van Gelre, maakt bepalingen omtrent de aanstelling van werklieden aan de munt en geeft zekere voorrechten aan die werklieden
Gegeven tot Oyen int jair ons Heren dusent driehondert drie ende tseventich, opten vier ende twintichsten dach in Octobri

17 WILLEM VAN GULICH, hertog van Ghelre, geeft op zekere voorwaarden het gemaal van Booninghen en Woerde in erfpacht aan heer ROEBRECHT VAN APELTEERN, ridder, voor 2 1/2 gouden schilden 's jaars
Gegeven int jaer ons Heeren duysent dryehondert twe ende tachtentich, des Donredaechs nae sinte Johans dach Baptist te midzomer

18 WILLEM VAN GULICK, hertog van Gelre, ontslaat het goed te Nuelande in het kerspel van St. Nicolaus opten Berghe te Deventer, buurschap Oepse (bedoeld is: Okse.), uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Geghevenn in denn jair onss Herrenn dusent driehundert twee ende tachtentich, opter heyligher ylffdusent megede dach

19 WILLEM VAN GULICH, hertog van Gelre, verpandt aan zijnen raad heer HEINRICH heer van Gemen voor 800 oude schilden zijn halve tiend te Driele, waarvan de andere helft toekomt aan vrouwe MARIE VAN BRABANT, hertogin van Gelre, onder het beding, dat de inkomsten uit de tiend boven zeker bedrag zullen strekken in mindering van een op 's hertogen tol te Nijmegen gevestigde rente
Gegeven int jair onss Heren dusent driehondert drieendtachtentich, des anderen dages na des heugen Sacraments dach

20 WILLEM VAN GUELICH, hertog van Gelre, bevrijdt de goederen Bobbinc en Vellekensgoed te Baick in het kerspel Steenren uit de hoorigheid en maakt ze tot erftynsgoederen
Gegeven int jaer ons Heeren duesent driehondert drieendtachtentich, op sente Bonifacius' dach des heiligen bisscliops ende martirs

21 Gegeven int jair onss Heeren dusent driehondert drientachtentich, des Satersdacht nae sente Kylianus' dach des heligen mertelers

22 WILLEM VAN GULICH, hertog van Gelre, trekt de aan deken en kapittel van sinte Walburgen te Zutphen behoorende tienden van Redermersche, niet ver van zijn huis ten Roosendaele gelegen, aan zich in ruil voor de Reversweert in Cortenoever, die hij van MECHTELDE KREYENKS had verworven
Gegeven in den jare ons Heeren duysent dryehondert drye ende tachtentich, op sinte Brixius' dach

23 WYLHEM VAN GULICH, hertog van Gelre, bevrijdt het goed, gelegen in den Doerenslage, uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed, Gegheven int jair ons Heren dusent driehondert vier ende tachtentich, des Saterdages na den Sonnendach cantate

24 WILLEM VAN GULICH, hertog van Gelre, verpandt aan zijnen raad heer HEINRICH heer van Ghemen voor 1400 oude schilden de tiend, bedoeld in no. 19
Gegeven int jair onss Heren dusent driehondert vier ende tachtentich, des neesten dages na sente Matheus' dage des heiligen apostels ende evangelisten

25 WILLEM VAN GULICH, hertog van Gelre, oorkondt, dat hij zekere landerijen en tienden te Zedem en in den lande van den Berge levenslang in gebruik gegeven heeft aan heer HEINRICH heer van Ghemen, zijnen raad
Ghegeven int jair onss Heren dusent driehondert viif ende tachtentich, in octava Martini episcopi hyemalis

26 WYLLEM VAN guylich, hertog van Gelre, bevestigt den brief d.d. 1383 Juli 11 (no. 21), dien heer HENRICH VAN STEENBERGEN, proost van Aldemunster, 's hertogen overste rentmeester en zegelaar, onder 's hertogen zegel had uitgegeven
Gegeven int jaer ons Heren dusent driehondert tweentnegenttich, op sente Valencius' dach marteler

27 ADOLPH graaf van Cleve bewilligt, dat OTTO VAN BUREN zal ontvangen de hem bij de scheiding der nalatenschap van GHUDE VAN HACVORDE toebedeelde helft van zeker goed, waarmede AGNISE vrouwe van Vlodorp beleend is, te weten de waard, geheeten die Pleyde of Hermanswerd, gelegen bij de stad Huessen aan den Ryne, met de visscherij en andere aanhoorigheden
Geschiet ind gegeven in den jaren onss Heren dusent driehondert vyer ind negentich, die beate Juliane virginis

28 AGNES vrouwe van Vlodorp beleent OTTO VAN BUREN, ingevolge zekeren brief d.d. 1394 Februari 16 (no. 27), met de helft van het in dien brief bedoelde goed, .. dye gegeven is in den jaren onss Heren dusent driehondert vier ind ne[gentich].. crastino beate Juliane virginis

29 HARMAN VAN MEKEREN GADERTSZOON oorkondt, dat hij zijnen neven GADERT VAN MEKEREN en HARMAN VAN MEKEREN UDENZOON ieder 50 oude schilden 's jaars verkocht heeft, welke jaarrenten tezamen uitmaken de inkomsten uit de goederen te Maseboemel en te Alphen en den molen te Wammel, welke hem door den hertog van Gelre waren verpand, Gescreven int jair onss Heren dusent driehondert vyve ende tnegentich, des Saterdages post Mathei apostoli et ewangeliste

30 WILHELM VAN REYS, ridder, verleent aan zijn huisvrouw JOHANNA het vruchtgebruik zijner navolgende goederen. de tienden te Aerde, het patronaatsrecht van kerk, altaar en pastorie, alsmede de dijkschouw en het gericht aldaar, verschillende nader omschreven stukken land onder Aerde, de hem toekomende tynsen en erfpachten onder Aerde, Herwen en Pannerden, de visscherij te Aerde en Herwen, uitgezonderd die in den strank in de waard bij Babberch, zekere goederen op de Veluwe tusschen Redynckhem en Wagenyngen, te Halle en te Berynckhem gelegen, zijn huisraad en gereede goederen, alsmede zekere dijken onder Herwen
Gegeven int jair ons Heren dusent dryhondert viff ende negentich, op sinte Michiels daich sancti archangeli

31 WILLEM hertog van Gelre geeft aan de gemeene burgers binnen de muren der stad Hatthem de Hoenweerdt bij die stad tot een gemeene weide, op zekere voorwaarden, w.o. deze, dat bij 's hertogen huis te Hatthem zes scharen in die weide zullen behooren
Gegeven int jair ons Heeren duysent vierhondert ind een, des neesten Sonnendaechs nae den heyligen darthiendach

32 WILLEM heer van Brunckhorst en zijn zoon GYSEBERT heer tot Bronchorst, ridder, verklaren verkocht te hebben aan DIRCK VAN DEN RYNE, burger te Zutphen, een jaarrente van 10 molder graan uit het goed Smedingh in het kerspel Vurden, buurschap Dellen, waarmede de eerstgenoemde verkooper hem, na wederopdracht, beleent ten Zutphenschen rechte
Gegeven in den jaer ons Heeren duesent vierhondert ende een, des Frydaeges nae suncte Agathen dach

33 WOLTER VAN KEPPELL geheeten VAN OELDE, richter te Lochem, oorkondt, dat de kinderen van Bernt en Lumme toe Cloichorst een magescheid hebben aangegaan, waarbij het goed Cloichorst in het kerspel Lochem, buurschap Dochterden, als huwelijksgave is toebedeeld aan ALEYDE LUMMENDOCHTER bij haar huwelijk met LUBBERT THEN RYKENBARGE, op de voorwaarde, dat de moeder er haren lijftocht aan zal behouden, terwijl de overigen het goed Addekingh ontvangen
Gegeven in den jare ons Heeren duesent viirhondert ende drie, op sunte Walburgis avent

34 REYNOLT hertog van Guylich maakt ten behoeve van de geërfden van Putten en Nyekerck bepalingen omtrent het halen van aarde voor het onderhoud van den dijk
Gegeven int jair ons Heeren duysent vierhondert ende drie, des neesten Donredaechs nae sinte Peters dach ad vincula

35 ADOLPH (hertog van Cleve) verklaart, op zekere voorwaaarden zijn waard te Mallburgen, tusschen het land en de waard der stad Arnhem, met de aanwassen, verpacht te hebben aan STEVEN GRUYTER DIERICXZOON
Datum anno Domini MCCCC quinto, in festo Pentecostes

36 REYNALT hertog van Gulich verpandt aan zijn neef REYNALT VAN GASTER en diens huisvrouw STYNE voor 500 Geldersche gld. zekere drie stukken lands
Gegeven in den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende sesse, des Vrydaigs op sente Philips' ende Jacobs avent der heiliger apostolen

37 REYNALT hertog van Gulich erkent, van DIEDERICK JACOBSZOON, scholtis ter Elborch, 40 oude schilden te hebben ontvangen, en belooft, hem niet uit zijn ambt te zullen ontzetten alvorens deze som te hebben terugbetaald
Gegeven int jaer ons Heeren duesent vierhondert ende zess, des Frydaeges nae sent Bartholomeus' dach des heyligen apostels

38 WILLEM, deken, en gemeen convent van sinte Salvatoersmonster te Pruemen ontslaan HUGE ABBINC uit de hoorigheid, waarin hij weder zal terugkeeren indien hij de geestelijke orde, waarin hij wenscht te gaan, mocht verlaten
Gegeven int jair ons Heeren MCCCC ende neghen, op sinte Michiels dach

39 WILLEM, deken, en gemeen convent van sinte Salvatersmunster te Pruemen ontslaan de gebroeders ROELOFF en HENR(ICK) BEYER van de keurmedigheid
Ghegheven int jair ons Heeren MCCCC ende neghen, op sinte Michiels dach

40 REYNALDT hertog van Gulich stelt heer ENGELBERT VAN OERSBECKEN, ridder, raad des hertogen, aan tot zijnen ambtman binnen en buiten Straelen, op welk ambt hij 800 Geldersche gld. geschoten heeft, en regelt zijn rechten en verplichtingen als zoodanig, mede in verband met het door hem reeds bekleede ambt te Wachtendonck. In den jare ons Heeren duysent vierhondert ind negen, des Dynxdaechs op sinte Remigius' dage des hilligen bisschops. Afschrift op papier in inv. no. 5777

41 REYNALT hertog van Gulich bevrijdt het goed Queckslach met Hennekenscamp en het ruwe maetken, in het kerspel Steenre, uit de hoorigheid, behoudens de hem uit dit en de andere goederen van herman in der loer gaetkenszoon verschuldigde diensten en renten
Gegeven in den jaeren onss Heren duysent vierhondert ind thiene, des Goidesdagh nae sente Johans daige baptisten decollacio

42 WILHEM, deken, en gemeen convent van sinte Salvatoersmunster te Pruemen maken het goed Heyenoerde in het kerspel Arnhem, tot dusverre een leen ten Zutphenschen rechte, tot een edel tynsgoed ten behoeve van prior en convent van sinte Mariënborn bij Arnhem
Ghegeven int jaer onses Heren MCCCC und zehen jaer, off (sic) onser liever Vrouwen avent nativitatis Marie virginis

43 Prior en gemeen convent van sinte Mariënborn bij Arnhem erkennen, voor het goed Heyenoerde in het kerspel Arnhem zekeren jaarlijkschen erftyns schuldig te zijn aan deken en convent van sinte Salvatoirsmunster te Pruemen, te betalen in den hof te Nyebeec buiten Arnhem bij de stadsgracht tusschen de St. Jans-en Velperpoorten
Int jaer ons Heeren MCCCC ende thien, op sinte Remigius' dach des heylicx byscops

44 HENRICH heer van Homoet, richter in de Overbetue, oorkondt, dat REYNALT VAN REES VAN GHERYT VAN DER WILTEN als medegave bij zijn huwelijk met FYE ontvangen heeft 300 rijnsgld., verzekerd op zekere waard, gelegen over de Clusen over den Run, Gegheven int jaer ons Heren dusent vyerhondert ende tyen, des Manendaghes nae sunte Severinus' dach

45 REYNALT hertog van Gulich verleent den pastoor der kerspelkerk te Hatthem een jaarrente van 10 mudden rogge uit de groote of oude tienden aldaar boven de 6 mudden 's j aars, die hij wegens het altaar op den burg Hatthem geniet, en dit ter vergoeding van de schade, door den pastoor te lijden ten gevolge van de afscheiding van zekere door den hertog gestichte kapel, met daarbij behoorende woningen voor zijn arme oude dienaren, van de kerspelkerk voornoemd
Die gegeven is in den jair onss Heren duysent vierhondert ende elven, dess Mahendaichs na den Sonnendach vocem jocunditatis, dat was op ten XIX dach van der maent Mey

46 HENRICH VAN APPELTEREN, heer tot Persyngen, DERICH VAN BYLANT, ridder, en SANDER TENGNAGELL oorkonden, dat zij zeker magescheid tot stand hebben gebracht tusschen de gebroeders WILHELM VAN REES, ridder, en REYNALT VAN REES over de nalatenschap van wijlen hunnen vader heer WILHELM VAN REES, hunnen oom REYNALT VAN REES en hunne moeder vrouwe JOHAN, waarbij de nagelaten goederen aan heer WILHELM zijn aanbedeeld met uitzondering van zekere nader omschreven goederen te Aerde en in de buurschap Lobott
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert ende twelve

47 Burgemeesteren, schepenen en raad der stad Doesburg geven vidimus van een brief d. d. 1410 September 3 (no. 41)
In den jaere ons Heren duesent vierhondert ende drutthiene, den twelffsten daege in December

48 REYNALT hertog van Gulick stelt zijnen raad en oversten rentmeester van Gelre GIISBERT PIECK aan tot ambtman te Beesde en Renoy, ter voldoening eener schuld van 1000 rijnsgld., regelt uitvoerig zijn rechten en verplichtingen als zoodanig en belooft, hem tenminste acht jaar op deze voorwaarden als ambtman te zullen handhaven
Gegeven in den jaere ons (Heren) dusent vyerhondert ende vyerthien, des Donredages na der heilige apostelen dach divisionis

49 REYNOLT hertog van Guylick regelt de verplichtingen van die geërfden van Putten en Nyekerck, die van den dijk van Erckemede genieten zonder dat hun land daaraan grenst
Gegeven int jair ons Heeren duysent vierhondert ende veerthien, des Dynsdaechs nae sinte Peters dach apostoli ad vincula

50 FREDERICK VAN WULRE, pastoor te Arnhem en een der heeren van het godshuis van Pruemen, verklaart, dat tusschen het genoemde klooster en JACOB PRAET te Arnhem zekere overeenkomst is aangegaan tot beslechting van een twist over de tiend van een stuk land achter de sint Walleburgenkerk aldaar
Ghegheven int jaer ons Heeren MCCCC ende viiftien, up onser liever Vrouwen avont toe Lichtmesse

51 REYNOLT hertog van Gulick geeft een dijkrecht aan de burgers en ingezetenen van de stad en het kerspel Hattem, bepaalt, dat zijn richter dijkgraaf en de schepenen der stad heemraden zullen zijn, en regelt hunne verplichtingen en bevoegdheden
Gegeven in den jare onss Heeren duysent vierhondert ende viiftiin, des Sonnendachs na sunte Victoers dach

52 REYNALT hertog van Gulich erkent, dat JOHAN heer HEINRICHS zoon van Ghemen hem 1150 rijnsgld, heeft geschoten op zekere goederen en tienden in den lande van den Berge, die wijlen hertog WILLEM zijnen vader levenslang had afgestaan, voor welke som hij na den dood zijns vaders die goederen en tienden in erfelijk pandbezit zal mogen houden
Gegeven in den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende sesthien, up sente Agathen dach virginis

53 REINOLT hertog van Gulich verklaart, met de stad Deventer tot overeenstemming te zijn gekomen omtrent alle tusschen hen bestaan hebbende twistpunten
Gegeven in den jairen. onses Heren duysent vyerhondert ind seventhien, op onser liever Vrouwenn avont nativitatis

54 DIDERICK aartsbisschop te Coelne oorkondt, dat door zijn bemiddeling, blijkens een in dezen opgenomen brief, d.d. 1417 September 7 (no. 53), een overeenkomst is gesloten tusschen REYNOLT hertog tot Gulge en de stad Deventer ter zake van zekere vier twistpunten, t. w. over den tol te Zutphen, over de Bruggeweert en over twee gevallen van geweldpleging (tegen ingezetenen van Deventer)
...die gegeven ind uitgesproicken ys zo Bonne in den jairen onss Heren duysent vyerhondert ind soeventhiene jair (sic), des naesten Sondaeges nae ooser liever Vrouwen dach, zo latine gênant conceptio

55 Deken en kapittel van St. Peter te Utrecht verklaren, dat zij op zekere voorwaarden aan heer OTTO VAN DER LECK, ridder, heer van Hedel, hunne tienden aan weerszijden van de Eem hebben verpacht voor 10 jaar
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghentien, opten viiften dach in Meerte

56 REYNER hertog van Gulick ontslaat ten verzoeke van DERICK MOCKINCK en zijn huisvrouw ALEYDE hunne goederen Mockinck in Hengelre kerspel en Wolsinck in Zelmer kerspel uit de hoorigheid en maakt ze tot erftynsgoederen
Gegeven in den jair ons Heren duesent vierhondert ind negentien, des Guesdach nae cantate

57 REYNOLT hertog van Guylich ontslaat het goed Gotynck in het kerspel Hengell, buurschap Versell, uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer onss Heren duysent vierhondert ende negentien, des Gudesdages nae den Sondage cantate

58 FREDERICH VAN DER SLEYDEN, abt, en gemeen convent van sinte Salvatorsmonster te Pruemen, verklaren al hunne eigen Heden, in den hof te Opvoirst in het land van Veluwe behoorende, keurmedig en regelen hunne verplichtingen
Gegeven int jair uns Heeren dusent vierhondert neghenthiene, up sinte Martyns avont

59 Burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem geven vidimus van een in dezen opgenomen brief d.d. 1419 November 10 (no. 58)
Gegeven in den jaeren ons Heeren etc. twintich, des Woensdaechs na den Sonnendaghe reminischere, dat was des sesten dages in der Merte

60 REYNALT hertog van Gulich verpandt 1/3 van zijn groote tienden te Bonyngen voor 759 gouden schilden aan zijn meesterkok GODARD VLUGGE VAN OSS
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert ende twintich, des neesten daigs na sente Lambertz dage episcopi

61 REYNALT hertog van Gulich erkent, dat JOHAN heer HENRICHS zoon van Ghemen hem 1150 rijnsgld. heeft geschoten op zekere goederen en tienden in den lande van den Berge, die wijlen hertog WILLEM zijnen vader levenslang had afgestaan, voor welke som hij na den dood zijns vaders die goederen en tienden in erfelijk pandbezit zal mogen houden
In den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende twyntich, des Manendaigs post Mathei apostoli et evangeliste

62 REYNALT hertog van Gulich erkent, nog 600 rijnsgld. ontvangen te hebben van zijn ambtman te Beesde en Renoy GIISBERT PIECK (vgl. den brief d.d, 1414 Juli 19, no. 48) en maakt bepalingen omtrent de lossing van dit ambt en andere aan den ambtman verpande domeinen te Beesde en Renoy
Gegeven in den jaeren ons Heeren dusent vyerhondert ende twintich, op sinte Michiels dach archangeli

63 REYNALT hertog van Gulich verpandt voor 8000 rijnsgld, aan JOHAN heer tot Wickrade, zijn erfkamerling en raad, op zekere voorwaarden den tol te water en te land te Venloe en de tienden te Wanchem
Gegeven in den jaeren ons Heren dusent vierhundert ende twintich, des Sonnendages na sent Remigius' dage des heiligen busschoffs

64 REYNALT hertog van Gulich stelt franck pyeck aan tot zijn ambtman te Zaltboemell, in Boemelre-en Tyelreweerden en te Herwerden, op welke ambten deze 9268 Vlaamsche gld, en 8 Geld, blanken heeft geschoten, en regelt zijn rechten en verplichtingen als zoodanig
Gegeven in den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende ene ende twintich, op den Sonnendach jubilate

65 REYNALT hertog van Guylich kent zijnen dienaar JOHAN VAN weerdt een rente van 1 1/2 Vlaamsche grooten per dag toe wegens voorgeschoten geld
Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vierhondert een ende twyntich, op Sondach onser liever Vrouwen dach assumptionis

66 REYNALT hertog van Gulich beveelt zijnen ambtman FRANCK PYECK, te Dryell in Boemelreweerde een plaatsvervanger aan te stellen om de dagelijksche breuken te innen, terwijl de hertog de breuken wegens doodslag, enz. aan zich zal behouden
In den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende een ende twintich, des Sonnendaigs nae sent Willibrords dach

67 REYNALT hertog van Gulich verpandt aan TYLMAN PROEVER, burger te Nijmegen, voor 1200 oude schilden de groote tiend te Gruesbek, de smalle tienden aldaar, den hof. op den Grafwege en de tienden van den hof aan den Bruederdiick
Gegeven in den jaren onss Heren dusent vierhondert twe ende twintich, op den heigen dertyendach

68 REYNALT hertog van Gulich verpandt aan JACOB HUBERTSZOON, burger te Arnhem, voor 550 Holl. Wilhelmusschilden de Merstiend in het kerspel Kesteren en zekere vier stukken land aldaar
Gegeven in den jaeren onss Heren dusent vierhondert twe ende twyntich, des Dinxdaigs post Pauli apostoli conversionem

69 REYNALT hertog van Gulich verpandt voor 3850 rijnsgld. aan GIISBERT VAN DER HOEVEN, burger te Arnhem, zekere kampen lands ter gezamenlijke grootte van 28 morgen, gelegen in Arckmede onder het kerspel Putten of ter Nyerkirken
Gegeven in den jaeren onss Heren dusent vierhondert twe ende twyntich, op onser liever Vrouwen dach purificacionis

70 REYNALT hertog van Gulich bevestigt de aanstelling van FRANCK PYECK tot ambtman van Saltboemell c.a. (zie den brief, d.d. 1421 April 13, no. 64) en erkent, dat diens vordering op het ambt met 1731 Holl. schilden is vermeerderd
In den jaeren onss Heren dusent vyerhondert en twe ende twintich, des Gudesdaigs nae den Sonnendaige invocavit

71 REYNALT hertog van Gulich verpandt zijn hof te Telgen in het kerspel Drempte vóór 417 Arnhemsche gld. aan HEMRICH DEN VALLIC en GERIT VAN GULICH
Gegeven in den jaren onss Heren dusent vierhondert twee ende twyntich, up onser Vrouwen avent anunciationis

72 REYNALT hertog van Gulich bevestigt de verpanding aan GIISBERT PYECK van zijn tienden te Beesd, het land den Stapelacker, de gruit en bieraccijns aldaar, alsmede een tiend te Renoy, welke door hem als manieën ontvangen goederen hij tezamen met het ambt te Beesd en Renoy zal mogen behouden niettegenstaande den losbrief, dien de hertog van hem heeft ontvangen
In den jaire ons Heeren dusent vyerhondert twee ende twintich, des Dynsdaeges na sinte Martyns dach in den wynter

73 REYNALT hertog van Gulich verpandt de tienden in Lynenrebrueck voor 550 Arnhemsche gld. aan DERICK INGEN NUWELANT, bastaard
Gegeven in den jaren onss Heren dusent vierhondert twee ende twintich, des Donresdages nae sente Lucien dage virginis

74 REYNOLT hertog van Gulich stelt JOHAN GERITSZOON aan tot beziener van zijn tol te Saltbommel, op welk ambt hij 300 rijnsgld. geschoten heeft
Gegeven in den jaren ons Heeren duysent vierhondert dry ende twintich, des Maendaegs na esto michi

75 GERLOCH STUIRMAN c.s, en LAMME, weduwe van DERICK VAN DEN RYNE, c. s. stellen de huwelijksvoorwaarden vast tusschen' GERLOCH's zoon WERMBOLT en LAMME's dochter ALEYDE
Gegeven int jaer ons Heren duesent vierhondert drie ind twyntich, des Woinssdaeges nae suncte Margareten dach der hilliger jonckfrouwen

76 ARNOLT hertog van Gelre bevestigt de privilegiën van den lande van Veluwen en voegt daar nieuwe bepalingen aan toe betreffende de berechting van misdrijven en de vererving van tynsgoed
In den jaren ons Heren dusent vierhondert ende vier (?) ende twintich, des Manendaigs op sent Andries' avont apostoli

77 ROLOFF VAN DER HAUTART, burggraaf te Nijmegen en richter in het Rijk, en twee schepenen te Nijmegen als gerichtslieden in het Rijk oorkonden, dat TEELMAN PRUEVER, goudsmid, en zijn huisvrouw BELE hunne rechten op de groote tiend te Gruesbeke en de smalle tienden aldaar, den hof op de Graffwegen en de tiend van den hof aan den Broederdiick hebben overgedragen aan PETER LAUWERT den jongen
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert ende vier ende twyntich, des Manendages na sente Mathiis' dach des heiligen apostels

78 RULOF VAN DER HAUTART, burggraaf te Nijmegen en richter in het Rijk, en twee schepenen te Nijmegen als gerichtslieden in het Rijk oorkonden, dat TILMAN PRUVER, burger te Nijmegen, verklaard heeft, dat hij met PETER LAUWERT bij den verkoop van zijn rechten op zekere tienden (zie de brieven, d.d. 1422 Januari 6 en 1424 Februari 27, nos, 73 en 77) overeengekomen is ter zake van een eventueele lossing van die tienden door den hertog
Gegeven int jaer onss Heren dusent vyerhondert vyer ende twintich, des Manendages nae sunte Mathiis' dach apostoli

79 ARNOLT hertog van Gelre bevestigt de door hertog REYNALT aan REYNART DIE VOSS VAN STEENWIICK voor 404 1/2 Arnhemsche gld. gedane verpanding van 14 morgen land in het kerspel Vorachten, des hertogen land geheeten
In den jaeren onss Heren dusent vierhondert vier ende twyntich, op den Sonnendach reminiscere

80 ARNOLT hertog van Gelre bevestigt den in dezen opgenomen brief van hertog REYNALT VAN GULICH d.d. 1420 September 18 (zie no. 60). Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert vier ende twintich, op sente Johanss dach te midsoemer

81 ARNOLT hertog van Gelre vestigt ten behoeve van de stad Nijmegen een jaarrente van 200 oude Fransche schilden op den tol aldaar
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert ende vyve ende twyntich, des Donresdaigs na cantate

82 ARNOLT hertog van Gelre erkent, op zekere voorwaarden verpacht te hebben aan ANDRIES LEERINCK een maatje land, gelegen bij de hofstad van HENRICK TEN REYNE in de buurtschap Vyeracker, en een maatje land, alsmede een kooltuin, in den Zutphenschen enk
Int jair onss Heren dusent vyerhondert seess ende twyntich, op sente Valentinus' avont des heyligen martelaers

83 ARNOULT hertog van Gelre verpandt een jaarlijksche rente van 50 pond, door JACOB BUWEMAN VAN HEKEREN verschuldigd uit 's Grevenslach in Hummelrebrueck, aan JOHAN VAN BESTEN geheeten PAEP
Gegeven in den jair onss Heren dusent vyerhondert ende soeven ende twintich, des Vrydaige nae den Sonnendaige oculi

84 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan burgemeesteren, schepenen en raden der stad Zutphen voor 2000 reynaldusgld, de jaarlijks door hen uit hunnen watermolen verschuldigde 1000 pond was
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert ende seven ende twyntich, des Sonnendaigs misericordia Domini

85 ARNOLT hertog van Gelre beleent LAMBERT MERCATOR en zijn huisvrouw METTE met zijn aandeel in het veer te Venloe en het bodeambt aldaar, behoudens de lijftocht van OT VAN BUEREN aan het laatstgenoemde ambt en behoudens 's hertogen recht van lossing voor 1500 Arnhemsche gld
Gegeven in den jaer onss Heren dusent vierhondert ende seven ende twintich, des Donresdages na den Sonnendage exaudi

86 ARNOLT hertog van Gelre erkent verpand te hebben aan WILLEM VAN DER LECK, heer ten Berghe en ten Bylantde, zijn neef en raad, al zijn inkomsten in de Hetter, het land van den Berghe en in Lemersche, alsmede Monferander berg met de slagen hout en het holtgericht in Zedemerbosch, gelijk ENGELBERT VAN BROICHEZE die gehad heeft
Gegeven int jair onss Heren duysent viirhundert seven ind twintich, op onser liever Vrouwen dach assumptionis

87 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed Groet Steynerdinck in het kerspel Hengele uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven int jaer onss Heren dusent vierhondert negen ende twintich, op den Sonnendach jubilate

88 HENRYCK heer tot Homoit, Wysch en Dornwert, ridder, en zijn huisvrouw STEVEN beleenen JOHAN VAN RAISFELDE BYTTERSZOON, hunnen zwager en neef, met het huis de Schulenborch en de daartoe behoorende goederen en lieden, gelijk hij het eertijds te leen had ontvangen van wijlen hunnen vader DERYCK heer tot Wysch, ten Zutphenschen rechte
In den jaeren onss Heren duesent vierhundert ende dertich.... upten heligen nyen jaerss dach

89 ARNOLT hertog van Gelre komt overeen met JOHAN VAN ERCLENTZ, burger te Nyemegen, aan wien door hertog REYNALT diens erven en renten te Elden voor zijn leven ten gebruike gegeven waren, dat de bedoelde goederen van zijn weduwe UDEKEN VAN DOENEN en zijn erfgenamen niet dan tegen betaling van 1200 oude Fransche schilden zullen worden gelost
Gegeven in den jair onss Heren dusent viirhundert ende dertich, des Saterdaigs na sent Jacops dage apostoli

90 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan ALART VAN WYE en EGBERT TEN HAVE voor 270 oude Fransche schilden de oude en nieuwe tienden te Wapsen en de tiend te Ukenreoye in het kerspel Brymmen
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert eyn ende dertich, des viifften dages in den maent Meerte

91 GYSEBERT VAN MEKEREN doet afstand van zijn aanspraken op de aan ALLERT VAN WY en EGBERT TEN HAVE verpande tienden in het kerspel Brummen (zie den brief van denzelfden datum, no. 90)
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende dertich, des viifften dages in der maent Meerte

92 DERICK HESSELL, richter te Arnhem en ambtman van Veluwenzoem, oorkondt, dat ALART VAN WYE voor hem en gerichtslieden aan EGBERT TEN HAVE heeft opgedragen zijn helft van de hun door den hertog verpande tienden in het kerspel Brommen (zie den brief d.d, 1431 Maart 5, no. 91)
Gegeven in den jaer en onss Heren dusent vierhondert ende eyn ende dertich, des Dinxdaiges in den Paischheiligendaigen

93 ADOLPH hertog van Cleve bepaalt, dat de pacht van zijn waard in den Ryne tegenover Arnhem (een aanwas bij de heerlijkheid Malborgen) niet slechts ten behoeve van JOHAN GRUUTER STEVENSZOON, doch ook van zijn vrouw en zoon, indien hij die krijgt, gedurende hun leven zal voortduren
Gegeven in den jaere onss Heren duysent vierhondert eyn ind derttich, des Sonnendaigs na dem heyligen Sacraments daige

94 ARNOLT hertog van Gelre vergunt zijn kamerling FYERKEN VAN BERGHUSEN, het door hertog REYNALT aan REYNART VAN GASTER verpande land in het kerspel Wamell (zie den brief d. d, 1406 April 30, no. 36) te lossen voor de daarop staande 500 Geldersche gld., waarboven hij den hertog nog 300 gld. heeft geleend
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert eyn ende dertich, des neisten Dinxsdages na des helighen Sacraments dach

95 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan UDE TALHOLT, zijn rentmeester te Grave en in het land van Kuyck, voor de door dezen als zoodanig gedane voorschotten op zekere voorwaarden zijn geldrenten in de ambten van der Nyekercken en Bernenfelt
Gegeven in (den) jair unss Heren dusent vierhondert een ind dertich, op sente Peter ind Pauwels' dach der heilliger apostelen

96 ARNOLT hertog van Gelre stelt WILHEM VAN DER HOEVELWIIC aan tot zijn tollenaar te Nijmegen, op welk ambt deze 3459 rijnsgld. en 16 1/2 blanken heeft geschoten
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert eyn ende dertich, crastino die divisionis apostolorum

97 WILLEM VAN DER HOVELWICK, tollenaar te Nijmegen, belooft, zich te zullen houden aan den brief d.d. 1425 Mei 10 (zie no. 81), waardoor deze is gestoken
Gegeven int jaer onss Heren dusent vierhondert een ende dertich, op Alreheiligen avont

98 ARNOLT hertog van Gelre verklaart, 120 molder rogge jaarlijks uit zijn renten, tienden en pachten te Raede en in het land van Kessel voor 1877 rijnsgld. en 23 "alde thuene" verkocht te hebben aan zijn raad en maarschalk JOHAN VAN BOITBERGH en diens huisvrouw JOHANNA VAN APELTEREN
Gegeven in den jair onss Heren dusent vyerhondert een ende dertich, op sente Stephaens dach in den Kirssheiligendagen

99 WOLTER VAN KEPPELL, richter te Lochem, oorkondt, dat HENRICK HASSINCK c. s. verkocht hebben aan DERICK GOETINCK de oude Hassynckmaat in het Berchemer broek, kerspel Lochem, waaruit hij een jaarlijkschen tyns in het huis Hassinck te Berchem schuldig zal zijn
Gegeven in den jair onses Heren duysent viirhondert twe ende dertich, up sinte Peters dach ad cathedram des heigen apostels

100 ARNOLT hertog van Gelre beveelt DERICK DIE VISSCHER, 150 Arnhemsche gld. te betalen aan DERICK DOYS geheeten TENGNAGELL, welke som alsnog op de door hem in pand bezeten tienden zal worden gevestigd
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert twe ende dertich, opten Sonnendach cantate

101 Prior en gemeen convent te Monichusen bij Arnhem erkennen, van den hertog van Gelre voor 700 rijnsgld. in pand te hebben ontvangen een stuk lands in het Velperbroeck, de Gelresche Dorck geheeten
In den jare onss Heren dusent vierhondert twe ende dertich, des Donresdaigs na onser liever Vrouwen dage visitacionis

102 ARNOULT hertog van Gelre vergunt aan deken en kapittel van St. Walburgen te Zutphen, nergens binnen Gelre en Zutphen terecht te staan dan voor hem zelf en in zijn kamer
Gegeven op onsen slate ten Rosendale in den jair ons Heeren duysent vierhondert twe ende dartich, des Donresdaechs op sent Jacops avende des heyliger apostels

103 ARNOLT hertog van Gelre bevestigt de verpanding van zijn renten te Puetten, Niekercken, Gerderen en Bernefelt, bedoeld in zekeren brief (d.d. 1431 Juni 29, no. 95), aan UDE TALHOLT
In den jair uns Heren dusent vierhondert drie ind dartich, des Gudestages up sente Agneten dage der hilliger jofferen

104 ARNOLT hertog van Gelre erkent verpand te hebben aan zijnen neef en raad WYLHEM heer ten Berghe, ten Bylant en tot Hedell, zijn markttol, die op de St. Vitusmarkt te Elten wordt geheven, met gericht en heerlijkheid, behoudens de rechten, die FREDERICH VAN ULFT daar nog op heeft
Gegeven in den jair ons Heren duysent viirhondert ind drieindertich, des Sonnendages up Alrehelligen dage

105 ARNOLT hertog van Gelre verpandt zijnen raad GIISBERT PIECK voor 1525 rijnsgld, zijn tiend te Romde
Gegeven in den fair onss Heren dusent vierhondert vier ende dertich, op den Sonnendach quasimodogeniti

106 ARNOLT hertog van Gelre verpandt voor 1300 rijnsgld. aan HENRICH VAN BRYENEN JANSZOON, burger te Herderwiick, zekere aldaar en in den hof te Ermel verschuldigde tynsen; alsmede de oude tiend te Herderwiick, uit welke renten hij 130 rijnsgld, 's jaars voor zich mag behouden
In den jaren onss Heren dusent vierhondert vier ende dertich, op den Sonnendage misericordia Domini

107 ARNOLT hertog van Gelre verpandt voor 6000 rijnsgld. aan JAN VAN BROICKHUESEN, heer tot Loe en Geisteren, al zijn inkomsten te Raede en in het land van Kessell
Gegeven in den jair ons Heren duysent vierhondert vive ind dertich, des sesthienden daeges in der Mey

108 ARNOLT hertog van Gelre verpandt het richterambt in den Nyenbrouck voor 220 rijnsgld. aan JOHAN WOLTERSZOON
Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vierhondert vier ende dertich, des Saterdaigs na der heyligen apostelen daege divisionis

109 ARNOLT hertog van Gelre vergunt aan FRANCK PIECK en zijn erfgenamen in de mannelijke lijn, op zekere voorwaarden het ambt te Saltboemell, Boemelre- en Tyellreweerden, alsmede de richter- en bodeambten aldaar, door anderen te doen bedienen
Gegeven in den jair ons Heren duysent vierhondert vier ende dartich, des Dinxdachs op sente Laurentius' dach

110 ARNOLT hertog van Gelre verpandt voor 1734 oude Fransche schilden zijn bouwinge en waard bij Lobede, den Ossenwerdt geheeten, aan JOHAN VAN BOYTBERGH, erfmaarschalk, en diens huisvrouw JOHANNA VAN APELTEREN
Gegeven in den jairen onss Heren dusent vierhondert vier ende dertich, des Manendaigs op Alreheiligen dage

111 ARNOLT hertog van Gelre verklaart, aan WILLEM VAN GULICH geheeten VAN WACHTENDONCK, bastaard, en diens huisvrouw HERMEN VAN batenborgh in ruil voor hun slot en heerlijkheid Wachtendonck te hebben opgedragen zekere tienden in de ambten Putten en Nyerkircke, alsmede de accijnzen aldaar en te Garderen, Kaitwiick, Elspiit en Voerthuysen en 75 pond uit die te Bernevelt, terwijl WILLEM voornoemd zijn huisvrouw het vruchtgebruik van een deel dier tienden na zijn overlijden verleent
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert vier ende dertich, op den nyen jaers avont

112 GELIS INGEN NUWELANT, overste rentmeester en richter in Veluwen, oorkondt, dat voor hem en gerichtslieden ARNT hertog van Gelre en zijn gemalin aan jhr. DERICH VAN BRONCHORST, heer tot Batenborgh en Aenholt, ten behoeve van WILLEM VAN GULICH geheeten VAN WACHTENDONCK en diens huisvrouw HERMEN VAN BATENBORCH hebben opgedragen zekere tienden en accijnzen (bedoeld in den brief d.d. 1434 December 31, zie no. 111)
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert vyve ende dertichj des Donresdaigs na sent Anthonius' dage abbatis

113 ARNOLT hertog van Gelre verklaart verkocht te hebben aan AERNT VAN HAEFTEN zijn tienden in het gericht van Haeften en te Hellu, zich voorbehoudende het recht om die te lossen met 1000 rijnsgld
Gegeven in den jair onss Heeren duysent vierhondert vyve ende dertich, des Vrydachs nae den Sonnendage invocavit

114 ARNOLT hertog van Gelre verpandt voor 2700 rijnsgld. de gruit te Zaltbommell aan zijn tollenaar aldaar JOHAN DEN JOEDEN JOHANSZOON
Gegeven int jaer ons Heren duysent vierhondert viiff ende dertich, op suncte Gregorius' dach pape

115 ARNOLT hertog van Gelre verpandt de "fermenteit" en den ouden wijnaccijns te Venloe voor 200 rijnsgld. aan zijn deurwaarder WILLEM VAN HOLTHUESEN
In den jaer ons Heeren duysent vierhondert viff ende dartich, op den Sonnendach als men in der kercken singt letare Jherusalem

116 ARNOLT hertog van Gelre geeft aan OTTE VAN ROSSEM, bastaard, den molen en het recht van den wind in het kerspel Herwaerden, als erftynsgoed, voor 5 pond was jaarlijks, te betalen in het tolhuis te Zaltboemel
Gegeven in den jaere ons Heeren dusent vierhondert ende viiff en dartich, op sent Symon ende Judae dage apostolorum

117 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan GEERLACH VAN AEFFERDEN voor 2192 rijnsgld., zijnde de som, waarvoor hij van dezen het ambt van "borchsete" te Rosendale heeft gelost, de Sydenwaard te Reden en de groote en kleine Dystelwaarden aldaar
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert sess ende dertich, des Guedesdaigs na den heyligen Paischdage

118 ARNOLT hertog van Gelre geeft de "hantwisselinge" in het Nyenbrouck voor 2 oude Fransche schilden 's jaars in erfpacht aan het convent te Moenickhuysen
Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vierhondert sess ende dartich, des naesten Maenendach nae Egidii

119 ARNOLT hertog van Gelre bevestigt ten behoeve van Mr. GADERT KOCK de door hertog REYNALT gedane verpanding van de groote en kleine tienden te Bonyngen, die de burggraaf van Nyemegen en richter in het Rijk WILLEM VAN APELTEREN van hem wilde terugvorderen
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich, des neisten Manendaiges na den Sonnendage jubilate

120 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Oldinck in het kerspel Hengloe uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
In den jare ons Heren dusent vierhondert sevenendartich, des Manendage nae onser liever Vrouwen dach conseptionis

121 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Banninck in het kerspel Hengell uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
In den jaere ons Heren duysent vierhondert seven ende dertich, des Maenendaiges nae onser liever Vrouwen dach conceptionis

122 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat de goederen Vroissinck en Mosselen in het kerspel Voirden uit de hoorigheid en maakt ze tot tynsgoederen
Gegeven in den jair ons Heren duesent vierhondert soeven ende dertich, dess Maendaiges nha onser liever Frouwen dach conceptionis

123 ARNOLT hertog van Gelre schenkt zijnen kamerknecht GOESSEN VAN DER MOELEN het levenslange genot van den jaarlijks binnen Erclentz verschuldigden roshaver, behoudens de rechten van JOHAN SCHELERT VAN OBBENDORP, ridder, 's hertogen raad en hofmeester, op die rente en het recht des hertogen om haar voor 300 oude Fransche schilden te lossen
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert acht ende dertich, des Vrydaigs na sent Aghaten dage virginis

124 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat de goederen Kalfzeleer in het kerspel Almen en Lentynck in het kerspel Vorden uit de hoorigheid en maakt ze tot erftynsgoederen
Gegeven in den jair ons Heren duesent vierhondert achtendartich, op sinte Gregorius' dach

125 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed Geyssinck in het kerspel Wernsvelde uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer ons Herenn dusent vyerhondert achtendertich, op synt Gregorius' dach

126 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Besselinck in het kerspel Hengell uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed. Gegeven in den jair onss Heren duysent vierhundert acht ende dartich, op sent Gregorius' dach

127 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed Wimeldinck in het kerspel Hengell uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed. Gegeven in den jaere onss Heren dusent vierhondert acht énde dertich, op sente Gregorius' dach

128 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Valveldinck in het kerspel Hengel uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert achtendartich, op synte Gregorius' dach

129 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Hadekinck in het kerspel Hyngel uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert achtendartich, op synte Gregorius' dach

130 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Ubbekinck in het kerspel Zelem, buurschap Halle, uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende dertich, op sent Gregorius' dach

131 ARNOLT hertog van Gelre maakt het vrije hofgoed Weetkinck in het kerspel Zelem tot een erftynsgoed
Gegeven in den jair ons Heren dusent vierhondert acht ende dertich, op sent Gregorius' dach

132 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Assynck in het kerspel Zelem uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert acht ende dertich, op sanct Gregorius' dach

133 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed Gotinck in het kerspel Roerdelo uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jair onss Heren duysent viirhondert acht ende dertich, up sent Gregorius' dach

134 WILLEM SCHOTTELKEN en WILLEM PLUCK, kerkmeesters te Blederick, verklaren, dat zij met toestemming van den hertog van Gelre en van de kerspellieden aldaar aan TILMAN MAREELL en diens huisvrouw JUTTE verkocht hebben de bij den hof te Baissdonck aan gegraven gemeente, waaruit erftyns is verschuldigd aan den hertog
Gegeven in den jair ons Heeren dusemt vierhondert acht ende dertich, op des heiligen Cruyss avont invencicne

135 ARNOLT hertog van Gelre maakt het vrije hofgoed Wycherdinck tot een erftynsgoed
Gescreven in den jair onss Heren dusent vierhondert achtendertich, opten Soenendach cantate

136 ARNOLT hertog van Gelre maakt het vrije hofgoed Wolterdynck tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer ons Heren dusënt vierhondert achtendertych, op den Sonnendage cantate

137 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed Spitholt uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jair onss Heeren duysent vierhondert achtendertich, op den Sonnendage cantate

138 ARNOLT hertog van Gelre verpandt voor 200 rijnsgld. aan REYNER HENRICXZOON en GERIT SNAPPERT de breuken, tot een bedrag van hoogstens 4 pond elk, verschijnende in het dijkgraafschap in de ambten Putten en Nyekercken
In den jaer ons Heren duysent vierhondert acht ende dartich, des Donresdages post Viti et Modesti martyrum

139 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Wernynck in het kerspel Hengell uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert achtendartich, des Saterdages na sent Peters dage ad vinculam

140 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Enderinck in het kerspel Lochem uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jaer onss Heren dusent vierhondert acht ende dartich, des Saterdages na sente Peters dach ad vincla

141 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed then Zande in het kerspel Hummel uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed. Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert acht ende dartich, des Satersdaiges na sente Peters dach ad vincula

142 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed Mollenbrugge in het kerspel Voerden uit de hoorigheid en maakt het tot een tynsgoed
Gegieven in den jaer ons Heren duesent vierhondert acht ende dartich, des Donredaeges nae onser liever Vrouwen daich nativitatis

143 ARNOLT hertog van Gelre ontslaat het goed Helliriger in het kerspel Voirdden uit de hoorigheid en maakt het tot een tynsgoed
Gegeven in den jaer onss Heren dusent vierhondert achttendertych, des Duadersdaich na onser liever Frouwen dach natyvitatis

144 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Geerkynck (Garkinck) in het kerspel Stynre uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed
Gegeven in den jair ons Heren duesent vierhondert achten dartich, des Mandaeges nae des hilligen Cruyes dach

145 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt het goed Eggynck in het kerspel Lochem, buurschap Oelde, uit de hoorigheid en maakt het tot een erftynsgoed, Ghegeven in den jaer onss Heren dusent vierhundert achtendertich, op sent Lucien dage virginis

146 GRACHT VAN OFFLANDE, ambtman in den Byland vanwege jr. WILLEM VAN DEN BERGHE, heer van den Bylant etc., oorkondt, dat DIRCK VAN GHENT en zijn huisvrouw STIIN voor hem en erfpachters hebben opgedragen aan EVERT VAN DEN KIRCHAVE de erfpacht van een halve waard in het gericht van, Elten, gelegen in den Poll aan de Wael, waarvan eigenaar is jr. WILLEM VAN DEN BERGHE voornoemd
Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertich, op sunte Blasius' dach des heiligen biscops

147 ARNOLT hertog van Gelre erkent, aan UDE TALHOLT, op grond van verschillende door dezen ingeleverde pandbrieven en rekeningen, 40264 rijnsgld. schuldig te zijn, voor welke schuld hij hem opnieuw verpandt de inkomsten der ambten van Nyekerck, Bernefelt en Scherpenzeyll, den te Ermell en ter Nyekercken te beuren tyns inbegrepen, alsmede 35 molder rogge, jaarlijks door UDE verschuldigd uit zijn hof te Esscheren in het land van, Kuyck, met de bepaling o.a., dat hij deze pandvorderingen geheel of ten deele zal mogen overdoen aan DERICK VAN BRUNCKHORST, heer tot Bathenburgh en Aenholt
Gegeven in den jair uns Heren dusent vierhundert ind viertich, up sente Lucien avont der heiliger joufferen, tho neghen uren vurmiddaghe

148 ARNOLT hertog van Gelre verzekert op bepaalde voorwaarden een schuld van 18000 rijnsgld., door DIERICK VAN BRONCKHORST, heer tot Bathenborch en Aenholt, aan UDE TALHOLT geleend om dezen tot zijn voorschotten aan den hertog in staat te stellen, op de aan UDE TALHOLT verpande domeinen. (Zie den brief van denzelfden datum, no. 147.)
Gegeven in den jair uns Heren dusent vierhundert ind viertich, up sent Lucien avont der hylliger jofferen, tho elff uren vurmiddage

149 ARNOLT hertog van Gelre verklaart, dat hij, zoodra hem uit de schattingen een som van 40264 rijnsgld. zal zijn opgebracht, dit geld zal aanwenden tot lossing van de aan zijnen raad DERICK VAN BRUNCKHORST, heer tot Bathenburgh en Aenholt, en aan UDE TALHOLT verpande renten van Nykercken, Bernefelt en Scherpenzeell. Gegeven in den jar unss Heren dusent vierhundert ind vierttigh, up sente Lucien dage der hilligen jofferen

150 ARNOLDUS VAN GOER doet afstand van zijn recht op de aan jr. DERICK VAN BRONCKHORST, heer tot Batenburgh en Aenholt, verpande renten van Velouwen
Gegeven in den jair uns Heren dusent vierhondert ind vierttigh, des Gudestages na sent Lucien dage der hilligher jofferen

151 ARNOLT hertog van Gelre vergunt zijnen raad DERICK VAN BRONCKHORST, heer tot Bathenburgh en Aenholt, en UDE TAILHOLT, aan zijnen broeder WILHEM zoon tot Eghmonde en tot Isselsteyne 6000 rijmsgld. van hunne vordering, vezekerd op de renten ter Niekercken, te Bernefelt en Scherpenzeell, over te dragen

152 ARNOLT hertog van Gelre vestigt ten behoeve van de stad Nijmegen een jaarrente van 50 rijnsgld. op den tol aldaar, onder de belofte, den bedoelden tol niet meer te zullen bezwaren
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert een ende viertich, app den Sonnendach exaudi

153 ARNOLT hertog van Gelre verklaart te zijn overeengekomen met ridderschap en steden op de dagvaart te Nijmegen, dat uit de schattingen) 8000 rijnsgld. zullen worden betaald aan DERICK VAN BRONCKHORST, heer tot Batenburgh en Aenholt, 's hertogen raad, ter gedeeltelijke aflossing van een schuld van 40264 rijnsgld., die hij, aanvankelijk tot een bedrag van 18000 rijnsgld., doch thans geheel, van UDE TALHOLT heeft overgenomen, terwijl voor het overige de renten van Nyekercken, Bernefelt en Scherpenzeell tot onderpand zullen blijven verstrekken
Gegeven in den jaren unss Heren dusent vierhundert eenendvertigh, des Dinxdagen nae den Sonnendage exaudi

154 RYQUIIN VAN DER VOERST, scholtis binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat JOHAN SMEDYNCK en zijn huisvrouw WYSSE hebben opgedragen aan JOHAN ENSERGE (ENSENG) "dat oelde Smedynckslach" in het kerspel Voerden, buurschap Dellen
In den jaer ons Heren dusent viirhundert twyeenviirtych, des nesten Manendages na sunt Wolberge daege virginis

155 UDE TALHOLT verklaart, met den jonker van Batenborg zekere overeenkomst te hebben gesloten betreffende het onderling verrekenen van verschillende schuldvorderingen)
To Batenborg in dem jaer unsers Herenn dusent vierhondert twee und viertich, up sunte Andries' avent des heiligen apostels

156 ARNOLT hertog van Gelre benoemt WILLEM VAN BERCHEM, heer tot Maseacker, en JACOB VAN RYEMSDIICK gezamenlijk tot ambtlieden en dijkgraven in het land van Maese en Waele, op welke ambten zij 5000 rijnsgld. hebben geschoten, en regelt hunne rechten en verplichtingen
Gegeven in den jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende veertich, op sent Thomas' dach apostoli

157 UDE TALHOLT verklaart, dat jr. DERICK VAN BRONCKHORST, heer tot Bathenburg, Aenholt, Groensfelt en Rymbergh, hem niets meer schuldig is
Gegeven in den jaren uns Hern dusent vierhundert vier unde vierttigh, up des Dinxdages na den Sondage letare Jerusalem

158 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan JOHAN ENGELBERTSZOON VAN ALLER, bastaard, voor 350 rijnsgld. de Horstenraaitiend in het kerspel Ermell
In den jair onss Heren dusent vierhondert vier ende viertich, des Sonnendaiges na sente Bonifacius' dach et sociorum eius

159 ARNOLT hertog van Gelre stelt ENGELBERT DAGERAET, burger te Zutphen, voor 2400 rijnsgld. in het bezit van de door dezen van HEYNRICH VAN brienen geloste tynsen en tienden (zie den brief d.d. 1434 April 11, no. 106)
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert vier ende viertich, des Dynxsdaiges op sente Johans avent te mydsomer

160 ARNOLT hertog van Gelre erkent, dat burgemeesteren, schepenen en raad der stad Herderwiick hem op de hun eertijds verpande gruit aldaar nog 200 rijnsgld. hebben geschoten en bovendien 100 rijnsgld. op 100 mud haver 's jaars uit de nieuwe tienden bij die stad
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert vyer ende veertich, op sente Victoirs dach des heiliger mertelers

161 DERICK VAN BRONCKHORST, heer tot Batenborch, Anholt, Gronsfelt en Ringbergh, verklaart, dat UDE TAELHOLT hem de renten in Velouwen, die de hertog nog niet gelost heeft, geheel heeft overgedragen, en dat hij dezen daarvoor nog 2000 rijnsgld. schuldig blijft
In den jaeren onss Heren dusent vierhondert vier ind vertich, des Sonnendages na sente Victoirs dach

162 ARNOLDUS VAN GHOER, overste rentmeester 's lands van Gelre., erkent, de stad Herderwiick te hebben toegestaan, de tienden van het nieuwe land langs Hierde te gebruiken, niettegenstaande ze hem door den hertog van Gelre verpand waren
Int jair onss Heren dusent vierhondert vier ende viertich, up sente Lucas' dach des hilligen ewangelist

163 ARNOLT hertog van Gelre erkent, in erfpacht te hebben uitgegeven aan JOHAN POSTELMAN een stuk grond in Mosschelrevelt, grenzende aan de maalschappen van Ede en Ginckel en Hinderweer geheeten
Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vierhondert ende viiffenveertich, des Dincxsdachs post Crispini et Crispiani martyrurn

164 ARNOLT hertog van Gelre verpandt zijn hof te Telgen in het kerspel Dreempte aan GERIT ULRICK, waarvoor deze de daarop staande pandsom lossen zal en bovendien 100 rijnsgld, betalen
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert viiff ende viertich, des Donresdaiges na sente Martyns dage des heiligen bisscops

165 ARNOLT hertog van Gelre stelt CARSELIS VAN DEN GRUYTHUYSS aan tot ambtman en richter te Arnhem, te Brammen en in het land van Veluwenzoem, op welk ambt deze een vordering van 4466 rijnsgld. en 29 1/2 kromstaart heeft overgenomen van zijn voorganger JOHAN VAN ARCKEL, en regelt zijn rechten en verplichtingen als zoodanig. Gegeven in den jair ons Heren duysent vierhondert soeven ind viertich, opten Sonnendach invocavit

166 ARNT DIE MEY en zijn huisvrouw HELLENBERCH verklaren, aan HENRICK VAN DER HOEVELWIICK verkocht te hebben een halve waard in het gericht der abdis van Elten, gelegen in den Pol, behoudens de daaruit jaarlijks verschuldigde erfpacht
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert soeven ende viertich, in vigilia ascensionis Domini nostri Jhesu Christi

167 JOHAN VAN RAESFELDE, bitter van der sculenborch's oudste zoon, en zijn huisvrouw joffer ELSEBE VAN MIDDACHTEN vestigen ten behoeve van prior en gemeen convent van Mariendale bij den Beyler een jaarrente van 5 molder rogge, 5 molder gerst en 10 rijnsgld. op "des Drivers guet" in het kerspel Etten en eene van 5 rijnsgld. op "des greven maete" in het land van Zutphen
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende acht ende viertich, op den irsten dach in Merte

168 Prior en gemeen convent van sunte Mariendale bij den Beiier verbinden zich tot het lezen en zingen van vigilien en missen ten behoeve van jr. JOHAN VAN RAESFELDE, jr. BITTERS oudsten zoon en heer tot der Schulenborch, zijn huisvrouw ELSEBE VAN MlDDACHTEN en hunne voorouders voor de door hen aan het klooster geschonken jaarrenten uit "des Drivers goet" in het kerspel Etten en "des greven mathe" in het land van Zutphen
Gegeven in den jair ons Heeren duysent vierhondert ende acht ende veertich, des yersten dages van Meerte

169 Twee schepenen te Arnhem oorkonden, dat MAES NACHT en zijn huisvrouw GRIETE een jaarrente van 1 oud schild uit hun huis aldaar en uit twee daarbij behoorende schaarweiden in Arnhemmerbroick in het Oldemerctssche slag hebben opgedragen aan DERICK OFFERMAN
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert ende acht ende veertich, des Saterdaiges na den Sonnendach jubilate

170 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan JOHAN ENGELBERTSZOON VAN ALLER, bastaard, voor 700 rijnsgld. de tiend ten Opgange in het ambt Ermell
In den jair onss Heren dusent vierhondert acht ende viertich, op den heiligen Pinxtavont

171 ARNOLT hertog van Gelre erkent 1450 rijnsgld. schuldig te zijn aan HEYNRICK VAN DER HELLE en verzekert hem daarvoor een jaarrente van 100 rijnsgld, uit zijn tynsen te Arnhem, Oisterbeeck, Wageningen, Ede, Elborch, in het Aldenbroick, te Heerde, Epe, Voorst, Dieren en Loenen
Gegeven in den jair ons Heren dusent vierhundert acht ende viertich, des Sonnendaiges na des heiligen Sacramentz dage

172 ARNOLT hertog van Gelre erkent 1450 rijnsgld, schuldig te zijn aan GELYS ingenuwelant, welke vordering hij verzekert op zijn tynsen te Arnhem, Oisterbeeck, Epe, Voirst, Dyeren en Loenen
Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vierhondert acht ende viertich, des Sonnendaiges nae den heyligen Sacraments dach

173 ARNOLT hertog van Gelre verpandt voor 1200 rijnsgld. de raaitiend en de kleine tiend te Heerde aan zijn bastaardbroeder PETER VAN EGMONDE, wien hij tevens het recht verleent om twee deelen van de tiend Schothorst in het ambt Ede van WILLEM VAN RIISWIICK te lossen
Gegeven in den jair ons Heren dusent vierhondert negen ende viertich, des Donresdaigs na sente Mathijs dage des heiligen apostels

174 PETER VAN EGMONT, bastaard, draagt zijn rechten, voortvloeiende uit zekeren brief van hertog ARNOLT (d.d. 1449 Februari 27, no. 173), over aan HARMAN TEN HOLTE
Gegeven int jair onss Heren dusent viirhondert ende negen ende viirtich, opten anderen dach in Meirte

175 ARNOLT hertog van Gelre verzekert een schuld van 4800 rijnsgld. aan de stad Nijmegen op den tol te Lobede, o.a. op deze voorwaarde, dat de burgers dier stad voortaan het te Lobede verschuldigde tolgeld te Nijmegen zullen mogen betalen
Gegeven int jaer onss Heren duysent vierhondert negen ende veirtich, opten vierden dach in Julio

176 ARNOLT hertog van Gelre bevrijdt de katerstede de Heest met de Herkingkmaet. die indertijd gevoegd was bij het hofhoorige goed Herkingk, uit de hoorigheid, behoudens de daaruit verschuldigde renten, en bepaalt, dat WOLTER VAN KEPPELL het als een vrij, edel goed zal mogen bezitten
In den jaer onss Heren dusent vierhondert negen ende viertich, op synte Symon ende Juden dage der heiliger apostelen

177 ALEIT VAN APELTEREN geheeten lauwertz verklaart, aan REYNALT VAN HOEMOIT, heer ten Dorenwerd, de tiend te Groesbeke, die zij van den hertog van Gelre in pand hield, te hebben opgedragen
Gegeven int jair onss Heren MCCCC negen ende veirtich, op sunte Cecilien avont

178 ARNOLT hertog van Gelre bevestigt de overdracht van het burggraafambt van Nijmegen door WILHEM VAN APELTEREN WILHEMSZOON en JOHAN VAN GRUESBEECK, die daarvan ieder de helft hadden bezeten, aan PETER VYGE GERITSZOON
In den jair onss Heren dusent vierhondert ende viifftich, opten Sonnendach judica

179 ARNOLT hertog van Gelre schenkt aan prior en convent van het Carthuser klooster te Ruremunde, die 2/3 van de oude tienden te Helden hebben, daarbij 2/3 van de nieuwe tienden aldaar
In den jair onss Heeren duysent CCCC ende viifftich, op den heiligen Sonnendach judica

180 JOHAN heer tot Egmonde geeft als pandhouder van de heerlijkheid van Hattem aan zijn bastaardzoon PETER TOT EGMONDE een zand in den IJsel vóór de rijswaard aldaar in erfpacht en schenkt hem zijn recht op de nalatenschap van JAN BRUNIS, in het gericht van Hattem omtrent Bockhorstwade gelegen
Op sincte Cecilien dach int jaer ons Heren duysent vierhondert ende viftich

181 JOHAN VAN GROESBEKE, heer tot Hoemen, Malden en Beeck, verklaart, op zekere voorwaarden GERIT MOER tot richter te Groesbeecke te hebben aangesteld
Gegeven int jhaer ons Heren duisent vierhondert ein und viifftich, des Dinxdachs na den Sonnendach oculi

182 GERUTH MOER erkent, het richterambt te Groessbeeck op zekere voorwaarden te hebben aangenomen van JOHAN VAN GROESSBEECK, heer tot Hoemen, Malden en Beeck
Gegeven int jaer ons Heren duisent vierhondert und een und viifftich, des Dinxdachs nha den Sonnendach oculi

183 PETER VIGHE, burggraaf te Nijmegen en richter in het Rijk, en twee gerichtslieden oorkonden, dat jonkvr. ALEIT VAN APELTEREN geheeten lauwerts aan gadert franssoys van nyersdom ten behoeve van ELBERT VAN ALPHEN, heer tot Honeppell, heeft opgedragen de groote tiend te Groesbeke, de smalle tienden aldaar, den hof op den Graffwegen en de tienden van den hof aan den Bruederdiick, behoudens de uit de tienden voornoemd aan jr. REINALT VAN HOMOIT en MATHIJS VAN DEN GRAVE elk toekomende jaarrenten van 25 rijnsgld., alsmede 11 molder rogge 's jaars aan WILLEM RIDDER
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert een ende viifftich, des Saterdaiges nae sunte Marien Magdalenen daighe der heiliger jonffrouw

184 GERIT MOER, richter te Groesbeke, oorkondt, dat jonkvr. ALEYT VAN APELTEREN geheeten LAUWERTS de opdracht gedaan heeft, bedoeld in den brief d.d. 1451 Juli 24 (no. 183)
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert een ende viifftich, op sente Jacobs dach apostoli

185 REYNOLT VAN HOMOET, heer ten Dorenwert, en FYE VAN BYLANT, echtelieden, erkennen, dat ELBERT VAN ALPEN, heer tot Honepell, heeft afgelost de jaarrente van 25 rijnsgld., hun uit de tienden te Gruesbeecke verschuldigd
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende viifftich, des Sonnendages na sunte Mathiis' dach apostoli

186 ARNOLT en KATHERINA hertog en hertogin van Gelre verzekeren ten behoeve van de steden Nijmegen, Zutphen en Arnhem een schuld van 3000 rijnsgld, op den tol te Lobeth
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert ende twe ende viifftich jair (sic), op den vier ende twyntichsten dach in Meie

187 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan FREDERICK VAN WIRT, zijn dienaar, c. s., ter voldoening van zekere schuld aan wijlen JAN VAN WIRT (zie den brief d.d. 1421 Augustus 15, no. 65), 21 rijnsgld, jaarlijks uit zijn tienden te Capell en Luntheren in het kerspel Ede, te lossen met 336 rijnsgld
In den jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende viftich, op sint Jans daege Baptista the midsoemer

188 GERIT VAN DER NICHTENHORST, richter te Roederloe, oorkondt, dat GEERT haegenbeckes de jonge en zijn huisvrouw ESSELE voor de zielen van GEERT HAGENBECKES den ouden en diens huisvrouw LUMME op zekere voorwaarden ten behoeve van de kerk aldaar geschonken hebben een jaarrente van 1 molder winterroge en 1 molder haver uit het goed Hagenbecke
In den jaer ons Heeren duesent vierhondert ende tweenviifftich, op suncte Margareten der hilliger joncfrouw

0012 Gelderse Rekenkamer

Inventaris

Bijlagen tot den inventaris

Regesten

1301-1460

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

188

GERIT VAN DER NICHTENHORST, richter te Roederloe, oorkondt, dat GEERT haegenbeckes de jonge en zijn huisvrouw ESSELE voor de zielen van GEERT HAGENBECKES den ouden en diens huisvrouw LUMME op zekere voorwaarden ten behoeve van de kerk aldaar geschonken hebben een jaarrente van 1 molder winterroge en 1 molder haver uit het goed Hagenbecke
In den jaer ons Heeren duesent vierhondert ende tweenviifftich, op suncte Margareten der hilliger joncfrouw

1452 Juli 20

Afschrift op papier in inv. no. 1120 (bijl. 108).

0012 Gelderse Rekenkamer

laatste wijziging 25-06-2014

189 OTT VAN DEN STADE, richter in de Overbethuwe, oorkondt, dat REYNALT VAN REES en zijn huisvrouw joffr. HENRICK VAN HETTERSCHEIT zekere anderhalve morgen land met de daartoe behoorende visscherij onder Aerd hebben opgedragen aan JOHAN VAN BEYENEN
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert twe ende vifftich, des Satersdaich nae sente Peters daich ad vincula

190 ARNOLT hertog van Gelre verpandt den tol en het geleidegeld te Ruremunde en ter Laick op de Mase voor 3000 rijnsgld. aan vrouw REYNART VAN MEIR, weduwe van heer JOHAN SCHELART VAN OBBENDORP, ridder
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert drye ende viifftich, des Dynxsdaiges na des heiligen Cruys' dage inventionis

191 ARNOLT hertog van Gelre verpandt de tienden Wekeren en lonteren in het kerspel Eede voor 1600 rijnsgld. aan JOHAN VAN HUEKELOM met toestemming van zijn oversten rentmeester ARNOLDUS VAN GOIR
Int jaer ons Heeren duysent vierhondert drye ende viftich, des Vrydaechs na ons Heeren Hemelfaerts dach

192 JACOP VAN RIIMSDIICK, richter tusschen Maez en Waill, oorkondt, dat ARNT VAN BEERS en zijn huisvrouw juffer ANNA voor hem en gerichtslieden krachtens magescheid hebben opgedragen aan WYLLEM VAN BEERS den hof die Heech in het kerspel Overassell met zekere daartoe behoorende goederen en rechten
Gegeven int jair duysent vierhondert drye ende vifftich, op sunte Servaes' dach

193 ARNOLT hertog van Gelre verpandt aan BETTE, huisvrouw van BRANT VAN DELEN, voor 250 rijnsgld. de raaitienden Rempst en Aenstoet in het kerspel van den Aenstoet
Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert ende vier ende viiftich, des Donresdaiges op sente Anthonys' dach

194 ARNOLT hertog van Gelre geeft aan WILLEM VAN WY een nieuwen pandbrief van de kloktienden onder Barnefelt, genaamd de Gelinder en de Sulcxdammer tiend, indertijd voor 1400 oude Fransche schilden en 859 Arnhemsche guldens aan WILLEM's vader DERICK verpand
Gegeven in den jair ons Heren dusent vierhondert viiff ende viiftich, opten iirsten Doenredach na den heyligen Pynxterdach

195 ARNOLT hertog van Gelre bekleedt ENGELBERT VAN BREEMPT met het halve ambt van Stralen, waarvan de pandbrief dezen voor de helft toekomt, voor de wederhelft aan JOHAN VAN HYMBERG, ridder, en regelt zijn rechten en verplichtingen als bezitter van dit halve ambt
In den jair ons Heren dusent viirhondert viiff ende viiftich, op sunte Symon ende Juden dach apostolorum

196 HENRICK heer tot Wisch, ridder, drost en rentmeester 's lands van Zutphen, oorkondt, dat HENRICK SMEDDINCK in het hofgericht heeft opgedragen aan TYMAN HYNKEN het land de Braemelremaet, gelegen op de grens der kerspelen Waernsfelde en Vorden en der buurschappen Warken en Braemele
Gegeven in den, jaer ons Heren duesent vierhondert viif ende viiftich, Maendach nae Allerheilligen daege