0005
Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inleiding *
02. Bestuur in Gelderland
0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inleiding1
02.
Bestuur in Gelderland
laatste wijziging 27-09-2013
Het Gelderse bestuur vóór 1798 was erg ingewikkeld en afwijkend van dat in andere gewesten. De belangrijkste oorzaak hiervan was dat Gelderland uit drie volkomen verschillende gebieden bestond, die erg op hun zelfstandigheid gesteld waren.
Het hoogste bestuursorgaan, de Gelderse Landdag of Staten van Gelderland, was eigenlijk een gecombineerde vergadering van drie besturen. Die drie besturen, de Staten van de Kwartieren, bestonden zelf weer uit vergaderingen van lagere organen: steden en Ridderschap.
Daarnaast bestond het Hof van Gelre en Zutphen. In naam van de stadhouder vertegenwoordigde het de soevereiniteit als de Landdag niet bijeen was. Het kon spoedeisende besluiten nemen en trad op als secretariaat voor de Landdag. Het was tevens het hoogste rechtsprekende orgaan in de provincie.
Alle bestuurlijke en andere posten moesten evenredig worden verdeeld, op elk niveau. Het enige dat niet evenredig werd verdeeld was de bijdrage aan de militaire uitgaven van de Republiek. Elk kwartier wilde daarvoor liefst zo weinig mogelijk betalen. Besluiten kwamen moeizaam tot stand doordat de kwartieren geen enkele aantasting duldden van hun bevoegdheden.
In elk kwartier was een College van Gedeputeerde Staten. Dat beheerde de ‘geestelijke goederen’ en regelde de belastingheffing. Het was echter geen dagelijks bestuur, zoals in een aantal andere gewesten. Verwarrend was ook de positie van kwartierssecretaris. Die functie werd bekleed door de secretaris van de hoofdstad, die soms ook nog tegelijk secretaris van Gedeputeerden en van de Ridderschap was.
Het hoogste bestuursorgaan, de Gelderse Landdag of Staten van Gelderland, was eigenlijk een gecombineerde vergadering van drie besturen. Die drie besturen, de Staten van de Kwartieren, bestonden zelf weer uit vergaderingen van lagere organen: steden en Ridderschap.
Daarnaast bestond het Hof van Gelre en Zutphen. In naam van de stadhouder vertegenwoordigde het de soevereiniteit als de Landdag niet bijeen was. Het kon spoedeisende besluiten nemen en trad op als secretariaat voor de Landdag. Het was tevens het hoogste rechtsprekende orgaan in de provincie.
Alle bestuurlijke en andere posten moesten evenredig worden verdeeld, op elk niveau. Het enige dat niet evenredig werd verdeeld was de bijdrage aan de militaire uitgaven van de Republiek. Elk kwartier wilde daarvoor liefst zo weinig mogelijk betalen. Besluiten kwamen moeizaam tot stand doordat de kwartieren geen enkele aantasting duldden van hun bevoegdheden.
In elk kwartier was een College van Gedeputeerde Staten. Dat beheerde de ‘geestelijke goederen’ en regelde de belastingheffing. Het was echter geen dagelijks bestuur, zoals in een aantal andere gewesten. Verwarrend was ook de positie van kwartierssecretaris. Die functie werd bekleed door de secretaris van de hoofdstad, die soms ook nog tegelijk secretaris van Gedeputeerden en van de Ridderschap was.
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
971 gedigitaliseerd
totaal 287.536 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
971 gedigitaliseerd
totaal 287.536 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
971 gedigitaliseerd
totaal 287.536 bestanden