Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen

0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0001   Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Archief en inventarisatie
4. Verkort aangehaalde literatuur en bronnenuitgaven
5. Genealogisch overzicht
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Inventaris
1. Graven van Zutphen
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
3. Rechten en bezittingen
4. Financieel beheer
4.1. Rekeningen
N.B. Eventuele bijlagen bij rekeningen zijn in beginsel geplaatst bij de betreffende rekening(en).
4.1.1. Rekeningen tot 1473
4.1.2. Rekeningen 1473-1492
N.B. Rekeningen van de verschillende besturen in deze perioden. De dateringen in de beschrijvingen van de Bourgondische rekeningen zijn waar van toepassing steeds omgerekend vanuit de Paasstijl.
4.1.3. Rekeningen 1492-1543
4.1.3.1. Rentmeesters
4.1.3.2. Rekeningen verband houdend met krijgsverrichtingen
N.B. Dit gedeelte bevat voornamelijk rekeningen van ontvangst en/of uitgave wegens brandschattingen en andere schattingen in gebieden buiten het eigenlijke hertogdom gelegen; wegens in beslag genomen goederen of veroverde plaatsen; het versterken en bezet houden van steden en burchten; en van soldij aan en inkwartiering van krijgsvolk. Ook deze bescheiden zijn in dezelfde volgorde beschreven als ze in de opstelling van Nijhoff werden aangetroffen. Een groot aantal van deze rekeningen zijn geen rekeningen in de eigenlijke zin van het woord maar veeleer aantekenboeken van uitgaven a) aan krijgslieden wegens verschuldigde soldij, veelal met opneming van door dezen ingediende declaraties ("rekenongh" genoemd); en b) aan herbergiers en burgers wegens onderhoud van bij hen ingekwartierd krijgsvolk. Deze aantekenboeken hebben soms opschriften als "Scholtboick", Quytboick", "Quytonghe" e.d. Doordat de rendant hierin rekenschap aflegt van door hem gedane uitgaven hebben deze aantekenboeken in de praktijk de functie van rekeningen gekregen.
4.1.3.3. Verovering, bezetting, beheer en bestuur van door hertog Karel (tijdelijk) veroverde kastelen en heerlijkheden in en buiten Gelre
4.1.3.4. Rechterlijk-bestuurlijke ambtenaren
N.B. Een rekening van Gosen van Honseler, ambtman (en dijkgraaf) van Overbetuwe, van ontvangst en van uitgaven over 1517.10.03-1522.07.13, met resumptie van de ontvangsten en uitgaven en berekening van het slot, is gebonden bij inv.nr. 4343 (fo. 51-75).
4.1.3.5. Schattings- en accijnsrekeningen
N.B. Schattingsrekeningen en -gegevens (onder welke naam ook: bede, pondschatting, staatpenning, ruitergeld, keukengeld, wedersaat, dingtaal) en accijnsrekeningen worden ook in ambtmansrekeningen aangetroffen (zie bijv. inv.nrs. 4588 en 4600, specificatie onder C - Veluwe, en 4803 en 4806 - Nederbetuwe). Zie ook de rekeningen van de landrentmeesters (par. 4.1.3.1.1.), van heer Henrick van Gent, erfhofmeester (inv.nrs. 4505 e.v. en 4515) en de keukenboeken (par. 4.1.3.1.2.1.).
4.1.3.6. Tolontvangers
4.1.3.7. Muntmeesters
4.1.3.8. Bijlagen waarvan niet bekend is bij of tot welke rekening zij behoren
Bevelschriften en andere stukken, door hertog Karel ondertekend, 1496-1538.
N.B. De afzonderlijke stukken binnen de hierna beschreven inv.nrs. zijn in het verleden van een doorlopende nummering in rood voorzien, volgend op de nummering gehanteerd voor inv.nr. 1699 e.v.. De daarmee corresponderende beschrijvingen zijn gespecificeerd per inv.nr.
5036 1496-1520, 1523, 1532, 1534 1 pak
N.B. Voor een specificatie zie de regesten hieronder. Met summiere inhoudsopgave door I.A. Nijhoff. i
5036.1-0001 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, ambtman in Tieler- en Bommelerwaarden om van het ontvangen morgengeld Bernhard van der Elst, secretaris 200 enkele gulden te betalen.
5036.1-0002 Hertog Karel beveelt heer Jacob van Domburch, ridder, heer van Aagtekerke en Sint Janskerke, stadhouder, om de weduwe van Jacob van Nyrssen en haar kinderen voor de duur van hun leven jaarlijks 13 goudgulden ergens in het kwartier toe te kennen als compensatie voor het verlies van de bijstand die hij haar had toegekend.
5036.1-0003 Hertog Karel verpandt Roelof Huynge (de Jonge), drost in het Oldambt zijn ambt op bijgestelde voorwaarden ten aanzien van het afleggen van rekenschap, het verrichten van betalingen en de bekostiging van scherprichters.
5036.1-0004 Hertog Karel kent zijn gedeputeerden Jelis van Riemsdijk en Wouter van Well, de gedeputeerden van de ridderschap Adriaan van Balveren en Willem Spaen en secretaris Bernhard van der Elst een maandelijkse toelage toe zolang ze voor de onlangs toegekende schatting kosten maken.
5036.1-0005 Hertog Karel beveelt Willem Visscher, rentmeester om de bergvrede (Bergfried) in de Koolhof achter het huis te Gelre meteen te laten herstellen.
5036.1-0006 Hertog Karel verklaart een aantal nader beschreven oorkonden van de erfgenamen van Jacob ten Starte, drost te Bredevoort ontvangen te hebben uit handen van Zweder van Kervenhem, proost en kanunnik te Zutphen, raad en Gerard van Scherpenzeel genaamd Palick, drost op Veluwe.
5036.1-0007 Hertog Karel schrijft gedeputeerden van het Overkwartier aan om aan Thijs van Merwijck, raad en ambtman uit de pondschatting in diens ambt zijn kosten voor ruiters en krijgsknechten te vergoeden.
5036.1-0008 Hertog Karel verklaart dat de stad Arnhem van hetgeen zij hem voor de reis naar Frankrijk zou betalen 400 enkele gulden aan Sander Bentinck, keukenschrijver heeft betaald, welk bedrag aan de wantsnijders Ermgard van der Stege en Gaart van Triest is uitgereikt, en nog 500 enkele gulden schuldig blijft.
5036.1-0009 Hertog Karel staat Herman van Velen, drost in het Land van Zutphen toe de 36 gulden uitgegeven voor het paard van meester Arnold van den Gruythuys, licentiaat, raad in mindering te brengen op de inkomsten uit zijn ambt.
5036.1-0010 Hertog Karel staat Herman van Velen, onderdrost in het Land van Zutphen toe de 65 enkele gulden die deze heeft voorgeschoten te nemen van de komende pondschatting en accijnzen in de kerspelen Ruurlo en Zelhem en beveelt de overste rentmeester, schat- en accijnsmeesters daarbij behulpzaam te zijn.
5036.1-0011 Eustachius van Nyvers, kanselier en raad, beveelt namens de hertog Hendrik Bentinck om zijn broer Johan Bentinck uit de Batenburgse renten 21 enkele gulden te betalen voor het paard dat deze aan Lodewijk van der Elst, secretaris heeft verschaft.
5036.1-0012 Hertog Karel beveelt zijn dienaar Hendrik Bentinck om uit de Batenburgse tienden 12 enkele gulden voor Hilleken Kocks naar haar aanwijzing binnen Arnhem te beleggen ten behoeve van haar zoon die in (de abdij) Mariënweerd ingekleed zal worden ter mindering van de schuld aan haar man.
5036.1-0013 Hertog Karel beveelt zijn dienaren Sander en Hendrik Bentinck om (Johan Rait genaamd) Potouw (Poitou), kamerling uit de Batenburgse tienden 10 malder rogge uit te keren als vergoeding voor diens lening en toestaat met die tienden ook het dak van zijn kapel aan de Sint-Maartenskerk te Arnhem te laten dekken.
5036.1-0014 Hertog Karel kent Hendrik van Hesen, keukenschrijver voor het huis in Wageningen dat deze voor 120 enkele gulden aan hem heeft verkocht - welk bedrag Swart Hannes, diens dienaar is gegeven en voor 20 gulden aan renten besteed, zes jaar pacht toe van het goed Die Pottum in IJzendoorn, ambt Nederbetuwe op voorwaarde dat hij hetgeen de pacht jaarlijks meer dan 40 gulden opbrengt aan de hertog betaalt en met toezegging van de hertog om hem te vrijwaren van weerstand van de erfgenamen van Lambert van Buren, Jelis van Riemsdijk of anderen.
5036.1-0015 Hertog Karel beveelt Willem Gregorii om Johan van Vierssen, dienaar 7 enkele gulden te geven voor een reis.
5036.1-0016 Hertog Karel beveelt Hendrik Bentinck, dienaar om Roelof van Ittersum een paard van 70 enkele gulden te verschaffen, hem daarvan 38 enkele gulden kwijt te schelden vanwege het paard dat hij in diensttijd verloren heeft en het overige te korten op zijn loon.
5036.1-0017 Raden en rekenmeesters van hertog Karel verlangen van Hendrik Bentinck dat hij de vicarissen van Sint-Walburg hun rente van 3 pond uit de Batenburgse tienden niet onthoudt.
5036.1-0018 Johan van der Weyde en Berend van Presikhave verlangen van Sander Bentinck, rentmeester dat hij Evert Sluyter, dienaar in de rekenkamer voor zijn loon 12 malder rogge uitkeert.
5036.1-0019 Hertog Karel kent Hendrik van Aelst en diens zoon Peter, burgers te Nijmegen voor de twaalf ossen die zij door toedoen van Hendrik (heer van) Gendt toen die drost van Batenburg was hebben verloren per os 12 enkele gulden toe, te betalen uit zijn eerstvolgende inkomsten in het Kwartier van Nijmegen.
NB Regest: Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, 468.
5036.1-0020 Hertog Karel zegt Herman van Velen, drost toe de betalingen te compenseren die deze in 1502 aan Hendrik, zoon van Wisch, dienaar en Hendrik van Ense, maarschalk heeft gedaan voor het onderhoud van ruiters te Doetinchem en Groenlo.
5036.1-0021 Hertog Karel kent Herman van Velen, drost in het Land van Zutphen voor het paard van 50 enkele gulden dat aan Hendrik, (heer) van Gendt, raad is overgedaan een jaarrente uit het huis Keppel toe voor dit bedrag .
5036.1-0022 Hertog Karel beveelt doctor Willem van Lanck, raad en Herman van Cranevelt en Johan van Vierssen, secretarissen om Dirk van der Heyden, burger te Nijmegen van bestandspenningen aldaar geïnd uit te betalen.
5036.1-0023 Dirk van der Heyden, burger te Nijmegen verklaart van Johan van Vierssen 12 enkele gulden ontvangen te hebben.
5036.1-0024 Hertog Karel beveelt Johan Goltsteyn, dingmeester om Gerrit die Rode de Jonge, herbergier 5 enkele gulden uit te betalen.
5036.1-0025 Hertog Karel beveelt doctor Willem van Lanck, raad en Herman van Cranevelt en Johan van Vierssen, secretarissen om aan Sander van Batenborch, muntmeester de 100 enkele gulden minus 10,5 stuiver die deze heeft voorgeschoten uit de eerste bestandspenningen die in Maas en Waal geïnd worden terug te betalen.
5036.1-0026 Hertog Karel beveelt Johan van Vierssen, secretaris om de stalmeester en (Hendrik die Groiff, erfvoogd van) Erkelenz 50 enkele gulden te betalen die hun bij het begin van de oorlog zijn toegezegd.
5036.1-0027 Hertog Karel deelt Peter Braetfisch, dienaar, hoofdman te Persingen en Ooij mede dat hij Herman van Cranevelt en Johan van Vierssen, secretarissen, heeft bevolen hem te helpen de achterstallige pacht van N.N. die Greve te Pannerden te innen en beveelt de krijgsknechten te Persingen en Ooij die beweren in dienst van de hertog het recht van brandschatting en roof verworven te hebben daarvan bewijs te doen tonen.
5036.1-0028 Hertog Karel beveelt Johan van Vierssen, secretaris om Heydart, dienaar 100 kronen voor ruiters te betalen.
5036.1-0029 Heydart verklaart van Johan van Vierssen 100 kronen ontvangen te hebben.
5036.1-0030 Hertog Karel schrijft Hendrik, heer van Gendt, erfhofmeester over het overbrengen van de troepen die deze bij zich heeft, de bestemming van troepen te Nijmegen en vijandelijke troepenbewegingen vanuit Arnhem.
5036.1-0031 Hertog Karel verleent Roelant le Fèvre, heer van Themsecke en Liesveld, hofmeester en diens gezelschap vrijgeleide voor de duur van 14 dagen om met hem te onderhandelen.
5036.1-0032 Hertog Karel wijst van de roshaver in stad en kerspel Erkelenz, die zowel aan Otto van Holtmoilen, kamerling als aan Hendrik die Groiff, erfvoogd van Erkelenz is toegevallen, aan beiden de helft toe met de bepaling dat wanneer ze het hierover niet eens worden de roshaver de erfvoogd toevalt en de kamerling een genoegdoening van 100 kronen ontvangt en beveelt aan de pachters van de roshaver om de erfvoogd nader te informeren.
5036.1-0033 Hertog Karel zegt zijn verwant Reinier van Gelre, bastaard, raad, genoegdoening toe voor de aan deze toekomende bedragen van 550 frank die Eustachius van Nyvers, kanselier in Frankrijk heeft geïnd en uitgegeven en van 125 enkele gulden die wijlen Peter van Granssoen, bastaard, huishofmeester in Lotharingen heeft geïnd en uitgegeven.
5036.1-0034 Hertog Karel zegt Reinier van Gelre, bastaard toe de 190 enkele gulden die deze aan Johan van Alpen heeft betaald voor het verrichten van geheime zaken, terug te betalen.
5036.1-0035 Hertog Karel beveelt doctor Willem van Lanck, kanselier en Hendrik die Groiff, (erfvoogd van Erkelenz), bevelhebber te Wageningen om op 6 april naar Vianen te komen voor onderhandelingen met gezanten van Margaretha, aartshertogin van Oostenrijk, (landvoogdes der Nederlanden) en om te laten weten wat voor geleide zij daarvoor nodig hebben.
5036.1-0036 Hertog Karel beveelt doctor Willem van Lanck, raad en kanselier en Hendrik die Groiff, (erfvoogd van Erkelenz), bevelhebber te Wageningen om de bijgevoegde instructie na te volgen, aan eerstgenoemde om deze voor de tweede uit het Frans te vertalen en om bij de samenkomst met de gezanten van de tegenpartij hun aan te bieden als eersten te spreken en als zij dat niet doen dan de instructie te volgen.
5036.1-0037 Hertog Karel beveelt Herman van Velen, drost in het Land van Zutphen om bij hem te komen.
5036.1-0038 Hertog Karel nodigt de ruiters en krijgsknechten in dienst van (George), hertog van Saksen die hem en zijn landen toegenegen zijn uit zijn zijde te kiezen en zegt hun aan dat zij anders als vijanden beschouwd worden.
5036.1-0039 Hertog Karel beveelt zijn raden Reinier van Gelre, bastaard, heer van Arcen, drost op Veluwe en Jean Faulquier, erfkamerling om de mondelinge boodschappen die zijn dienaar Karel Kye hun zal overbrengen ter harte te nemen.
5036.1-0040 Hertog Karel beveelt Herman van Velen, drost in het Land van Zutphen om meteen bij hem in Zutphen te komen al is hij zeer tevreden over wat hij aan doctor Willem van Lanck, kanselier heeft geschreven.
5036.1-0041 Docotr Willem van Lanck, proost, kanselier verlangt van Herman van Velen, drost in het Land van Zutphen dat deze aangezien de zaak tussen hertog (Karel) en (Arnold), graaf van Steinfurt is geregeld zijn zegel stuurt of wanneer hij zelf komt ook alle bescheiden over de zaak meeneemt.
5036.1-0042 Hertog Karel stelt Jacob N.N. tot beziender (te Arnhem) aan voor drie jaar met de mogelijkheid diens ambt daarna met 300 gulden te lossen en met de bepaling dat wanneer het huis te Lobith weer verworven wordt Jacob daar beziender zal zijn en beveelt Peter Verstegen, tollenaar en Hendrik van (Dael) hem het ambt te laten vervullen.
5036.1-0043 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om af te zien van het voornemen de waard waarover deze een geschil met Otto van Tellicht heeft, te laten bepoten en gebruiken voordat de zaak door de raden is gehoord en recht is gedaan.
5036.1-0044 Hertog Karel schrijft Reinier van Gelre, bastaard, heer van Arcen, raad en Jean Faulquier, heer van Commenailles, erfkamerling en raad over het voornemen van de koning van Spanje om Friesland aan te vallen en beveelt hem op de hoogte te houden en zich voor hem te blijven inzetten.
5036.1-0045 Hertog Karel beveelt Hendrik, heer van Gendt, erfhofmeester om Herman van Velen, landdrost te spreken zodat die 50 of 60 gewapende mannen aanneemt ter verweer tegen het voornemen van de vijand.
5036.1-0046 Hertog Karel beveelt Herman van Cranevelt, secretaris om bij Sander van Batenborch naar het gehalte van de laatste Gelderse guldens met klimmende leeuw, Gelderse gulden rijders van 24 stuiver Brabants en de zilveren rijders genaamd snaphanen van 6 stuiver Brabants te informeren en verslag hiervan aan zijn bode mee te geven.
5036.1-0047 Hertog Karel beveelt Johan Schull, rentmeester om de scherprechter Kort Beck die hij weer heeft aangenomen wekelijks 1 gulden uit te betalen.
5036.1-0048 Hertog Karel beveelt Johan Schull, rentmeester om zijn bastaardbroer meester Willem van Gelre, kanunnik twee vette ossen van 24 gulden te verschaffen en het geld hiervoor te nemen van de tijns van Veluwe van komende Martini.
5036.1-0049 Hertog Karel beveelt Johan Schull, rentmeester om dit jaar Johan Bentinck, jagermeester de rogge, haver, gerst, bonen en 36 goudgulden die deze naar oude gewoonte ontvangt, uit te keren.
5036.1-0050 Hertog Karel schrijft de richters te Vorden, Hengelo en Zelhem aan om in hun ambt behulpzaam te zijn bij het transport van het brandhout dat hij Johan Schull, rentmeester bevolen heeft in Zieuwent te laten kappen en deels naar de Gravenhof te Zutphen ter verwarming van de keuken, deels naar Doesburg ter verscheping naar Arnhem en Wageningen te laten brengen.
5036.1-0051 Hertog Karel verleent Godert Moyr vrijgeleide om met twee schepen 17.000 eenvoudige (of onafgewerkte) handbogen, afkomstig van de keizer naar de koning van Engeland te vervoeren op voorwaarde dat er geen andere koopwaar tussen zal zijn gemengd en beveelt aan de tollenaars te Nijmegen, Tiel en Zaltbommel om de gebruikelijke tol te heffen en deze door Herman Rink te laten optekenen en verantwoorden.
5036.1-0052 Hertog Karel beveelt Wijnand van Doornik, tollenaar te Arnhem om zich garant te stellen voor de 100 enkele gulden die Gerrit Munter, dienaar heeft opgebracht en dir bedrag uit de eerste tolgelden in de stad te betalen.
5036.1-0053 Hertog Karel beveelt Johan Schull, rentmeester om aan de erfhofmeester 15 goudgulden te betalen om namens hem als doopheffer van een kind van Arnold (Hoijmaker), Barbier, dienaar op te treden en om ook de verplichtingen dienaangaande in het wijnhuis te voldoen.
5036.1-0054 Hertog Karel beveelt Johan Schull, rentmeester om het geld dat nog niet betaald is voor de doop van het kind van barbier Arnold (Hoijmaker) alsnog uit te keren.
5036.1-0055 Hertog Karel beveelt Wijnand van Doornik, tollenaar te Arnhem en IJsseloord om Gerard Munter, dienaar tot 215 Horns gulden tol te laten innen.
5036.1-0056 Hertog Karel beveelt Albert van Ermel, ambtman in Nederbetuwe, bevelhebber, om zich met de tolschrijver garant te stellen voor hetgeen de ruiters die nu uitgereden zijn aan waarden en waardinnen schuldig zijn en belooft hem te compenseren uit de ontvangsten uit de tol.
5036.1-0057 Hertog Karel belooft Frank van Susteren en zijn erfgenamen niet uit het ambt van richter te Doetinchem te ontslaan voor de 85 gulden en 10,5 stuiver Brabants die deze op zijn ambt heeft betaald zijn terugbetaald.
5036.1-0058 Hertog Karel beveelt Willem Houwschilt, tollenaar te Zaltbommel om diens voorganger Adriaan Thijsz. de 25 gulden die deze achter is nu uit te betalen en hem verder op Sint-Michielsdag jaarlijks 25 gulden uit te keren met de bepaling dat wanneer dit niet geschiedt Adriaan de tol te Heerewaarden in gebruik mag nemen.
5036.1-0059 Hertog Karel staat heer Adriaan van Brempt, ridder, raad en tuchtmeester van de keizer toe met zijn dienaar Joost Vasterich tolvrij 5 voeder wijn over de Waal uit te voeren met bevel aan de tollenaar van de Lobithse tol te Nijmegen en de tollenaars te Tiel en Zaltbommel hem vrij te laten passeren.
5036.1-0060 Hertog Karel stelt wegens trouwe dienst Claas Hesse, dienaar na betaling van 25 goudgulden voor zijn leven aan tot richter te Steenderen met de toezegging dat wanneer deze de rechten van de erfgenamen van Otto van Keken op het ambt lost hij hem een aanstelling met groot uithangend zegel zal geven.
5036.1-0061 Hertog Karel belooft Frank van Susteren en zijn erfgenamen niet uit het ambt van richter te Doetinchem te ontzetten alvorens de 25 goudgulden die deze op zijn ambt heeft betaald zijn terugbetaald.
5036.1-0062 Hertog Karel deelt Mauritius Mauritii, rentmeester mede hem 63 gouden kronen ter waarde van 100 enkele gulden te zenden voor de bouw aan het huis Hulkenstein en beveelt hem het geld zo te besteden dat de hertog het huis voltooid vindt bij zijn komst.
5036.1-0063 Hertog Karel beveelt Hendrik van Dael, bewaarder van de tol te Arnhem om aan Hendrik Hoighbeen, tolschrijver niet uit te keren maar totdat diens schulden aan het Sint-Catharinagasthuis in die stad zijn afgelost het geld aan die instelling te geven.
5036.1-0064 Hertog Karel beveelt Willem Houwschilt, tollenaar te Zaltbommel om met medeweten van Christoffel, graaf van Meurs, raad, bevelhebber zoveel zout samen te brengen als in de stad Asperen voor proviand nodig is en dat daarheen te vervoeren.
5036.1-0065 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om overeenkomstig de vrijstelling door Hendrik die Groiff, erfvoogd (van Erkelenz), raad de goederen van Johan van Isendoorn voor staatpenningen en ongelden ongedaan te maken.
5036.1-0066 Hertog Karel deelt Mauritius Mauritii, rentmeester mede 64 gouden kronen te zenden voor voortzetting van de bouw en beveelt hem Schenkbier op te dragen hem de namen van de ruiters die bij hem zijn op schrift toe te zenden.
5036.1-0067 Hertog Karel deelt Dirk van Keppel, bevelhebber en Mauritius Mauritii, rentmeester mede 63 gouden kronen toe te zenden voor loon aan de arbeiders, wijst op zijn geldgebrek, dringt erop aan het werk zo veel mogelijk voort te doen gaan en zegt toe de peinder van Epe een strenge brief te sturen zodat deze de rest van de stenen levert.
5036.1-0068 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de goederen en het graan van de burgers van Leerdam namens hem in gebruik te nemen.
5036.1-0069 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de gezant van de koning van Frankrijk naar behoren te ontvangen en van het geleide dat deze verlangt te voorzien.
5036.1-0070 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om de dienaar die de gezanten van (Frans I), koning van Frankrijk die bij hem zijn te zenden naar (Hendrik, graaf) van Nassau, (stadhouder van Holland en Zeeland) door een van zijn boden of dienaren te laten begeleiden.
5036.1-0071 Hertog Karel deelt Dirk van Keppel, bevelhebber en Mauritius Mauritii, rentmeester mede 60 angelotten ter waarde van 150 goudgulden te zenden, verlangt dat ze niet aflaten voordat het werk klaar is en beveelt dat ze Hans van Berne, die hij heeft gezonden om met de timmerlieden het staketsel te bouwen, meteen te werk te stellen en laat weten dat hij Hans 12 gulden heeft doen geven om de timmerlieden de kost te geven.
5036.1-0072 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om Thomas van Limborg en zijn gezelschap een schip of ander vervoermiddel te verschaffen om Asperen binnen te trekken en deelt mede dat hij de graaf (van Meurs) heeft geschreven hun tocht naar Asperen te beveiligen.
5036.1-0073 Hertog Karel deelt Dirk van Keppel, bevelhebber en Mauritius Mauritii, rentmeester mede 200 enkele gulden te sturen, vanwege de vele lasten weldra niet meer in staat te zijn meer te zenden en dringt er daarom op aan spoed te maken.
5036.1-0074 Hertog Karel beveelt Johan Schull, rentmeester om Johan Bentinck, jagermeester voor het onderhoud van de honden en naar oude gewoonte 25 malder bonen en 25 malder gerst alsmede 36 goudgulden uit te keren.
5036.1-0075 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om 13 bij naam genoemde mannen die een tijd bij de gijzelaars te Arnhem zijn geweest in de kost te nemen.
5036.1-0076 Hertog Karel beveelt Johan Schull, rentmeester om zijn bastaardbroer meester Willem van Gelre en Nicolaas Venraedt, pedel te Keulen elk twee vette ossen te leveren.
5036.1-0077 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om het geld dat deze ontvangt aan hem toe te zenden met dreigement dat hij zich anders bij de gijzelaars te Arnhem mag voegen.
5036.1-0078 Hertog Karel dagvaart Herman van Velen, landdrost om meteen te komen met Herman van Elten.
5036.1-0079 Hertog Karel deelt Mauritius Mauritii, rentmeester mede 100 enkele gulden te sturen, beveelt hem zoveel te doen als mogelijk is en zegt toe meer te sturen.
5036.1-0080 Hertog Karel beveelt Albert van Ermel, ambtman in Nederbetuwe, drost om overeenkomstig de bijgevoegde ordonnantie de goederen van uitheemsen aan te slaan in de schatting in Nederbetuwe uitgezet ter betaling van de vertering van de ruiters in Wageningen en om de tiende penning aan Maarten van Rossem uit te betalen aangezien hij de aanstelling van deze tot ritmeester door Willem van Rossem, maarschalk erkent.
5036.1-0081 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de gelden die deze door peinding ter betaling van onraadsgelden van goederen van het gasthuis van Wijk te Rijswijk, ambt Nederbetuwe heeft genomen ondanks oorkonden met vrijstelling terug te geven en de goederen ongemoeid te laten.
5036.1-0082 Hertog Karel beveelt Herman van Velen, landdorst om drie bij naam genoemden en een ongenoemde in de kost te nemen als dienaren en hun hoofd te zijn.
5036.1-0083 Hertog Karel dagvaart Herman van Velen, landdrost om evenals alle richters en peinders in de Graafschap op vrijdag voor Kerstmis te Doesburg te komen.
5036.1-0084 Hertog Karel beveelt Gijsbert van Rijperbant, drost te Anholt om zes bomen uit Bredenbroek aan Margriet van Eversdijk te verschaffen en 20 bomen uit Bredenbroek aan Michiel Ernst van Bambergen (Pomberch), drost te Hattem, zoals reeds aan zijn voorganger Schoirmouw was bevolen.
5036.1-0085 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om nu de gezanten van de koning van Spanje blijkens een schrijven van Jan van der A bereid zijn een kanon en gevangenen over te leveren overeenkomstig het verdrag onlangs te Utrecht gesloten en ze verlangen dat Hendrik naar Gorinchem komt om het verdrag uit te werken, daarheen te gaan en aan het bevel naar hem te komen pas daarna te voldoen.
5036.1-0086 Hertog Karel bevestigt de toewijzing in het gericht Selwerd die Willem van Oy, maarschalk, bevelhebber te Groningen aan Berend Koenraadsz., burger aldaar ter compensatie voor diens schade heeft gedaan tot het tijdstip dat hij persoonlijk de stad Groningen zal bezoeken.
5036.1-0087 Hertog Karel dagvaart Herman van Velen, landdrost om meteen bij hem te komen.
5036.1-0088 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om zijn dienaren Willem van Hoekelom, Dirk van der Bock en Johan Zuermont het geld dat ze Hendrik die Groiff, erfvoogd van Erkelenz, raad hebben voorgeschoten van de staatpenning in Nederbetuwe van jl. Lamberti en Lichtmis te betalen.
5036.1-0089 Hertog Karel beveelt Johan (van Kalis) Harnismaker (Haernimaickers), tollenaar van de Lobithse tol te Arnhem om meester Simon en Hendrik, valkeniers voor het onderhoud van de vogels elk 60 goudgulden uit te keren, aan loon elk 12 gouden kronen en kleding van zijn divisie.
5036.1-0090 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om Willem van Arenberg, bastaard, ambtman met wie hij over de zaak hem welbekend, heeft gesproken, wanneer hij daartoe gereed is dit in Wamel te laten weten, waar deze zal zijn.
5036.1-0091 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden om zich naar de bijgevoegde brief te richten, zodat hij klaar staat wanneer het nodig is.
5036.1-0092 Hertog Karel zendt Herman van Velen, landdrost in het graafschap Zutphen als antwoord op diens schrijven het geleide en beveelt zodra de krijgstroepen het land voorbij getrokken zijn bij hem te komen voor de zaak van Munster.
5036.1-0093 Hertog Karel deelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel, mede dat hij Otto van Scherpenzeel, dienaar heeft bevolen met hem te spreken en verlangt dat hij deze gelooft.
5036.1-0094 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om brenger van dit bevel in de kost te nemen tot hij anders laat weten.
5036.1-0095 Hertog Karel dagvaart Herman van Velen, landdrost om meteen bij hem te komen voor besprekingen.
5036.1-0096 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om Quirijn Albertsz. wanneer die buiten het verzuim van betaling van staatpenning niets misdaan heeft aan het landgericht over te laten en om anders bewijsstukken van zijn misdaden te sturen, om niet te vertrekken zolang Johan Frundt uit is en om dag en nacht goed toezicht te laten houden.
5036.1-0097 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om aangezien Quirijn Albertsz. zijn staatpenning betaald blijkt te hebben hem daartoe ongemoeid te laten en eventuele andere klachten tegen hem en zijn zoon aan het landgericht over te laten en zegt toe boeten daaruit voortkomend naar zijn aanwijzing te besteden en met de verklaring dat hij het paard heeft ontvangen en compensatie daarvoor zal verlenen als toegezegd.
5036.1-0098 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om aangezien hij de geërfden in de Mars, burgers van Rhenen en anderen schatvrijdom had verleend tot hij hun 150 goudgulden zou terugbetalen en hij dit bedrag nu op 10 goudgulden na heeft betaald van de 20 die ze schuldig zijn 10 goudgulden niet van hen in te vorderen en zegt toe deze aan een andere plaats naar keuze van de bevelhebber op te leggen.
5036.1-0099 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om aangezien Hendrik die Groiff, erfvoogd (van Erkelenz) voor de landrentmeester alle renten, domeinen, staatpenningen, accijnzen, tol- en andere gelden uit zijn bewind heeft geordend hem daarvan te voorzien en niemand buiten zijn consent ervan te betalen met bevel wanneer verlangd, in elk geval binnen zes weken rekenschap voor de rekenkamer af te leggen.
5036.1-0100 Hertog Karel beveewlt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om in afwijking van een eerdere toestemming tot hij anders laat weten het zusterklooster te Wamel niet aan te slaan voor het opwerpen van stedelijke bolwerken aangezien de voorgenomen reformatie van het klooster erdoor wordt belemmerd.
5036.1-0101 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de goederen van de weduwe van Hendrik van Berchem, ritmeester niet in de schatting aan te slaan aangezien ze al in het Overkwartier schatting verschuldigd iis.
5036.1-0102 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om het zusterklooster te Wamel niet zwaarder te belasten voor het opwerpen van stedelijke bolwerken dan de gewone buren met toevoeging van hun verzoekschrift ter zake.
5036.1-0103 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om ofschoon hij deze stad graag versterkt ziet die van Mariënweerd overeenkomstig de privileges die ze van hem hebben hun koeien terug te geven maar wel van hen te verlangen dat ze een maand iets doen of een bedrag betalen.
5036.1-0104 Hertog Karel staat Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber toe over Johan Frundt te beschikken aangezien hij aan diens diensten nu geen behoefte heeft en zegt toe hem in te lichten over hetgeen met die van Tiel, die nu bij hem zijn, over de wal wordt besproken.
5036.1-0105 Hertog Karel zegt Reinier van Gelre, bastaard, heer van Arcen, raad en drost van Veluwe toe om de 380 enkele gulden die hij uit diens ambt heeft genomen in de tijd dat Gerard van Scherpenzeel genaamd Palick dit ambt beheerde, terug te betalen in twee termijnen uit de eerste gelden die uit Frankrijk zullen komen en beveelt aan Peter van den Bosch en Karel Kye, secretarissen of wie het geld brengt hiervoor zorg te dragen.
5036.1-0106 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om namens hem de papegaai te Tiel te helpen schieten en de schutterij twee amen wijn te schenken.
5036.1-0107 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de zaken waarover deze hem geschreven heeft te verifiëren en een dag vast te stellen om ze met hem te bespreken.
5036.1-0108 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de aanslag voor de versterking van die stad op de goederen van de Kartuizers van Roermond te Winssen ten bedrage van 50 goudgulden ongedaan te maken aangezien ze het goed in leen van hem houden.
5036.1-0109 Hertog Karel schrijft Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel over de betaling van walgeld door de domproost van Utrecht, de bestraffing van een persoon die zich verzet tegen betaling van de penning en de bewaking van poorten van Tiel die in verband met het binnenhalen van de graanoogst geopend worden.
5036.1-0110 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om zich met krijgsknechten, paarden en wapenrusting gereed te houden in afwachting van instructies.
5036.1-0111 Hertog Karel beveelt Christoffel, graaf van Meurs, bevelhebber te Zaltbommel om wanneer hij dat verlangt 200 patrijzen en zoveel mogelijk konijnen en pauwen voor zijn bruiloft te leveren en ieder die buiten zijn bevel op patrijzen of konijnen jaagt te bestraffen.
5036.1-0112 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om ondanks zijn eerder bevel de vijf Utrechtse kapittels te belasten voor de bouw en reparatie van de stadswal, de goederen van Sint-Marie niet aan te slaan tot hij hem anders laat weten.
5036.1-0113 Hertog Karel beveelt Gijsbert Rijperbant, drost te Anholt om Egbert Haefken, richter 6 of 7 boomstammen te leveren.
5036.1-0114 Hertog Karel wijst Mauritius Mauritii, rentmeester de 225 enkele gulden en 22,5 stuiver die deze na afsluiten van de rekening en levering van alle renten aan de landrentmeester ten behoeve van staat en keuken tegoed heeft uit de renten, tijnzen en herenguldens van het jaar 1519 in de ambten Nijkerk, Putten en Ermelo, en beveelt Hendrik die Groiff, erfvoogd van Erkelenz, landrentmeester om Mauritius deze gelden te laten innen.
5036.1-0115 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om Maarten Bussemeister, busmeester hetgeen hem nog toekomt uit te betalen.
5036.1-0116 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om vier op een bijgevoegde cedule genoemde leden van de ridderschap te laten weten dat de dagvaarding om op 22 oktober te komen vervalt.
5036.1-0117 Lijst met de namen van vier leden van de ridderschap.
5036.1-0118 Hertog Karel beveelt Gijsbert Rijperbant, bevelhebber te Anholt om zoveel hout in het Bredenbroek te laten kappen dat hij aan Evert Nijkerk en Braetworst, waldvorsters elk voor 6 goudgulden divisiekleding kan verschaffen.
5036.1-0119 Hertog Karel schrijft Goossen van Hoenseler, ambtman en zetters te Herwen aan om het leengoed van Arnold van Hessen te Herwen niet in de schatting aan te slaan aangezien leengoederen zijn vrijgesteld.
5036.1-0120 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om hetgeen waarover deze geschreven heeft achterwege te laten wanneer het niet snel kan geschieden maar uit te voeren wanneer het binnen een dag of twee kan gebeuren.
5036.1-0121 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om komende vrijdag twee gewapende ruiters en zoveel mannen als hij onder de divisie kan brengen naar Arnhem te zenden waar ook andere leden van de ridderschap zullen zijn en zegt toe voor hun onderhoud te zullen zorgen.
5036.1-0122 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel of diens plaatsvervanger om Dirk Berendsz. die dagvaartgelden niet aan Hendrik, heer van Gendt, raad en rentmeester heeft afgedragen daartoe alsnog te verplichten.
5036.1-0123 Hendrik, heer van Gendt, erfhofmeester verlangt van Gijsbert Rijperbant, drost te Anholt dat deze aan Arnold van Amstel ter voltooiing van timmerwerk 12 bomen uit het Bredenbroek levert en zegt aan dat hij de hertog zal voorhouden dat de hem toegewezen 100 bomen niet geleverd zijn.
5036.1-0124 Hertog Karel kent aan Hendrik Barss genaamd Alisleger voor de 200 goudgulden aan wijn, deels te Zutphen ten onrechte als krijgsbuit in beslag genomen en deels aan Hendrik die Groiff, erfvoogd van Erkelenz, landrentmeester geleverd gedurende vijf jaar jaarlijks 400 goudgulden toe uit zijn stromen en tollen of deze door oorlog niet zoveel opbrengen dit bedrag na de oorlog en openstelling van de stromen aan te vullen.
5036.1-0125 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om zich te haasten met hetgeen waarover hij geschreven heeft, de hertog zelf kan zich er niet voor vrij maken.
5036.1-0126 Hertog Karel beveelt Gijsbert Rijperbant, drost op het huis Anholt om aan Marten van Eversbach, brenger dezes 4 boomstammen ter voltooiing van zijn timmerwerk te leveren.
5036.1-0127 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber om nu hij Van Merwijck, scholt en de buren van Ochten heeft ontboden om inzake de geschillen te horen niets van de scholt aan zich te trekken en wanneer hij aanspraken tegen deze meent te hebben ze op de afgesproken dag naar voren te brengen.
5036.1-0128 Hertog Karel schrijft Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber over de wijze waarop zijn antwoord heimelijk naar een zekere man moet worden overgebracht, over het voornemen krijgsknechten aan de Maaskant aan te vallen en over het opnemen van contact met de genoemde man die weer besprekingen wil.
5036.1-0129 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de poorten dag en nacht te bewaken ter voorkoming van een voorgenomen overval op de stad door de tegenpartij.
5036.1-0130 Hertog Karel deelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel mede hem de verordening door raden en rekenmeesters opgesteld te zenden betreffende de administratie van staat en keuken van hertog en hertogin en van kosten voor bewaking van steden en vlekken die ook op diens werk in Tiel van toepassing is en zegt toe dat de landrentmeester of een ander hem nader zal onderrichten.
5036.1-0131 Hertog Karel zegt na bemiddeling van de raden aan Johan van Selbach, overste vergoeding toe voor de nader gespecificeerde kosten en gederfde inkomsten die deze in zijn dienst heeft gehad.
5036.1-0132 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om Gerefaes van Leeuwen ongemoeid te laten op zijn goed te laten en geschillen met hem voor te leggen aan de raden.
5036.1-0133 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om zoveel mogelijk informatie te vergaren en over te zenden over de Bourgondische troepen die in de Langstraat samentrekken en over de voornemens van (Hendrik, graaf) van Nassau, (stadhouder van Holland en Zeeland), Van Egmond, van IJsselstein en Van Wassenaer, om niet teveel geloof te hechten aan hetgeen de Bourgondische onderhandelaar Turck bericht, op zijn standplaats te blijven en zo nodig nuttige informatie over te brengen.
5036.1-0134 Hertog Karel deelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel mede dat brieven zoals (Hendrik, graaf) van Nassau, (stadhouder van Holland en Zeeland) aan de stad Tiel heeft geschreven ook door hem aan de stad Arnhem zijn gericht en dat hij daar voldoende antwoord op gehad heeft en beveelt dag en nacht de poorten te laten bewaken.
5036.1-0135 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om komende vrijdag met de man over wie deze heeft geschreven bij hem in Wageningen te komen.
5036.1-0136 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om Frank Hoymens vrij te laten en om voor al degenen uit Rijswijk en Ravenswaaij die trouw gezworen hebben een dag over de geschillen vast te stellen zodat deze in Arnhem door de raden gehoord kunnen worden.
5036.1-0137 Hertog Karel dagvaart Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om meteen naar doctor Willem van Lanck, kanselier en raad te gaan om de mening van de hertog te vernemen.
5036.1-0138 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om meteen naar de raden te gaan, hun de geschillen over de waard met Ot van Tellicht voor te leggen en billijkheid te laten geschieden.
5036.1-0139 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om Gerefaes van Leeuwen die de onschuld van hemzelf en zijn broer aan ongehoorzaamheid heeft betuigd ongemoeid te laten maar de anderen die hieraan schuldig zijn niet vrijuit te laten gaan.
5036.1-0140 Hertog Karel schrijft Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel overeenkomstig diens advies (Willem) van Arenberg, ambtman geschreven te hebben zich met Adriaan van Buren, ambtman en de besten uit hun ambten te vervoegen binnen Tiel en dringt erop aan te berichten over hetgeen waarvoor hij acht dagen de tijd heeft genomen.
5036.1-0141 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om ondanks diens antwoord definitief bescheid over de zaak te verwerven en dit meteen over te brengen alsook om verkenners uit te zenden om hem aan informatie over de krijgsknechten te helpen.
5036.1-0142 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om alle informatie over de krijgsknechten die nu verder Brabant en Vlaanderen intrekken van de man die onder hen is meteen door te sturen en te doen wat hij kan om deze zijn inlichtingen te laten vergaren alsmede om bevelen zo gauw ze gegeven worden uit te voeren.
5036.1-0143 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om toe te zien op uitvoering van het bijgevoegde vrijgeleide voor Arnold van Zoelen en zegt hem toe hem nader over het Kleefse schip te informeren en een aantekening over een bede die hij naar de hertog heeft gestuurd.
5036.1-0144 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om de naar hem gestuurde meester Gaert, busmeester maandelijks 5 enkele gulden uit te keren en diens zoon 4 gulden.
5036.1-0145 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om bij hem te komen voor het geschil met het godshuis N.N. te Utrecht dat ook is vertegenwoordigd en om de koeien van Gerefaes van Leeuwen, die ook op deze dag zal zijn, terug te geven.
5036.1-0146 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om alle burgers die geërfd zijn op de plaats waar de wal wordt aangelegd in die stad te ontbieden om tot een akkoord met hen te komen over de grond die ze door de wal verliezen, 1520.07.28. 1 stuk. Geliasseerd geweest. Regest: Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 1014.
5036.1-0147 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om zich op de klacht van Gerefaes van Leeuwen, zoals in een verzoekschrift waarvan een afschrift is bijgesloten is verwoord, schriftelijk en puntsgewijs te verweren en om zelf in de stad Tiel te blijven en goed toezicht te houden.
5036.1-0148 Hertog Karel dagvaart Hendrik Collart van Lynden om bij hem in Renkum te komen om daar mede bescheid van hem te krijgen.
5036.1-0149 Hertog Karel schrijft Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber en de stad Tiel aan om heer Steven van Zuylen van Nyevelt, commandeur aldaar, behulpzaam te zijn bij het vervullen van het commandeurschap aldaar, het terugkopen van verpande renten en het herstel van het huis.
Regest: Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 1023.
5036.1-0150 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om van (Willem) van Muylickom, secretaris zijn mening te vernemen over de zaak die hem welbekend is.
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
4. Financieel beheer
4.1. Rekeningen
N.B. Eventuele bijlagen bij rekeningen zijn in beginsel geplaatst bij de betreffende rekening(en).
4.1.3. Rekeningen 1492-1543
4.1.3.8. Bijlagen waarvan niet bekend is bij of tot welke rekening zij behoren

Bevelschriften en andere stukken, door hertog Karel ondertekend, 1496-1538.
N.B. De afzonderlijke stukken binnen de hierna beschreven inv.nrs. zijn in het verleden van een doorlopende nummering in rood voorzien, volgend op de nummering gehanteerd voor inv.nr. 1699 e.v.. De daarmee corresponderende beschrijvingen zijn gespecificeerd per inv.nr.
5036 1496-1520, 1523, 1532, 1534 1 pak
N.B. Voor een specificatie zie de regesten hieronder. Met summiere inhoudsopgave door I.A. Nijhoff.
5036.1-0150
Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om van (Willem) van Muylickom, secretaris zijn mening te vernemen over de zaak die hem welbekend is.
Datering:
1520 oktober 12
NB:
Origineel: inv.nr. 5036 rode nr. 2558. Geliasseerd geweest.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
laatste wijziging 24-05-2022
5036.1-0151 Hertog Karel beveelt Hendrik Collart van Lynden, bevelhebber te Tiel om te handelen naar hetgeen in het bijgevoegde afschrift staat, onder meer wat betreft de te hanteren munt en meteen antwoord te sturen.
5037 1521-1523 1 pak
N.B. Voor een specificatie zie de regesten hieronder. Met summiere inhoudsopgave door I.A. Nijhoff. i
5038 1524-1525 1 pak
N.B. Voor een specificatie zie de regesten hieronder. Met summiere inhoudsopgave door I.A. Nijhoff. i
5039 1526-1527 1 pak
N.B. Voor een specificatie zie de regesten hieronder. Met summiere inhoudsopgave door I.A. Nijhoff. i
5040 1528-1530 1 pak
N.B. Voor een specificatie zie de regesten hieronder. Met summiere inhoudsopgave door I.A. Nijhoff. i
5041 (1528), 1531-1538 1 pak
N.B. Voor een specificatie zie de regesten hieronder. Met summiere inhoudsopgave door I.A. Nijhoff. i
5042 Kwitanties voor diverse personen wegens uitgaven, gedaan ten behoeve van de hertog, 1503-1538. 1 omslag
N.B. Te beschouwen als bijlagen bij rekeningen. Het verband met eventueel bewaard gebleven berekeningen is niet gelegd.
Specificatie:
Afgegeven aan:
a. Herman (Boetzeel van Nijmegen), barbier, 1530-1538 (oude nr. 1).
b. Evert van Dompseler, 1524-1533 (nr. 2).
c. Berend van Hackfort, 1522-1526 (nr. 4).
d. Doctor Willem van Lanck, (kanselier), 1512 (nr. 6).
e. Gerard van Lennep, rentmeester te Coevorden, 1532/1534 (nr. 7).
f. Johan van Selbach, 1524-1532 (nr. 8).
g. Johan van Vierssen, 1508, 1528 (nr. 9).
h. Verschillende personen, 1503-1538 (nr. 10).
i. Verschillende personen, z.j. (nr. 11). i
5043 Aantekeningen van uitgaven, door verschillende personen ten behoeve van hertog Karel gedaan en waarschijnlijk overgelegd bij hun rekeningen, 1504-1538. 1 pak i
5044 Akte van schuldbekentenis van Hendrik Bentinck en Johan Bierwisch voor Johan van Renes, 1495. 1 charter
N.B. Met dorsale aantekeningen van betaling van rente en hoofdsom d.d. 1516, 1517 en ca. 1500-1525. i
5045 Akte waarbij Hendrik, heer tot Gendt, erfhofmeester, Johan die Leghe, huishofmeester, Herman ten Goey, onderdrost van Veluwe, Koenraad van Leysten, dijkgraaf, Hendrik (die Groiff, erfvoogd) van Erkelenz en Johan Schull, rentmeesters, verklaren borg te blijven voor de 350 goudgulden die het klooster van Sint-Hiëronymus(berg) te Hulsbergen aan hertog Karel heeft voorgeschoten. Gecancelleerd, 1508.11.10. 1 charter
N.B. Regest: Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, 631. i
5046 Akte van schuldbekentenis, namens hertog Karel afgegeven aan Johan Baertscherre en Hendrik Sommer, burgers van Deventer, 1509.12.20. 1 charter
N.B. Afschrift: inv.nr. 5095 nr. 289. Met aantekening van gedeeltelijke betaling door Koenraad van Leesten, dijkgraaf (van Veluwe) en Dirk Sengher d.d. 1512. i
5047 Bijlagen bij rekeningen, (1492-1538). 1 omslag
N.B. Specificatie:
Gerard van Lennep, rentmeester Groningen, 1533. 2 stukken.
Johan van Vierssen, secretaris, waarschijnlijk als schatmeester, 1528. 1 stuk.
Willem van Rossem, c.s., dingmeesters te Zaltbommel, ca. 1525. 1 stuk. Vgl. inv.nr. 5040 rode nr. 2925. i
4.2. Comptabel toezicht
N.B. Zie ook de eventuele aantekeningen betreffende controle en afhoring bij de afzonderlijke rekeningen, inv.nr. 2264, specificatie sub C en inv.nr. 4236.
4.3. Overige aangelegenheden
5. Inventarissen en andere stukken betreffende het beheer van het archief
6. Stukken niet behorend tot dit archief of waarvan het verband met dit archief onduidelijk is
7. Niet bewaard gebleven charters
N.B. In de loop van de tijd zijn zeer veel archiefbescheiden uit de Gelderse landsheerlijke archieven verloren gegaan, deels al tijdens de landsheerlijke periode, deels daarna, tot aan het begin van het moderne archiefwezen in de negentiende eeuw en zelfs ook nog tijdens die periode (vgl. inv.nr. 5270 met regesten).
In de door G. van Hasselt, I.A. Nijhoff en hun opvolgers vervaardigde beschrijving van de Charterverzameling (bekend onder nr. 0243, zie inv.nrs. 5296 e.v.), is een aantal nummers opgenomen behorend tot het archief van de graven en hertogen dat tegenwoordig ontbreekt. Dit betreft vooral charters die ter hand gesteld waren aan P. Bondam, maar niet zijn teruggekeerd. Zij zijn hieronder gespecificeerd.
Daarnaast zijn in het Koninklijk Huisarchief twee inventarissen van archivalia uit het Gelderse hertogelijke archiefdepot in het kasteel te Buren bewaard gebleven. De daarin beschreven stukken zijn over het algemeen verloren gegaan. Voor regesten van deze deperdita zie inv.nr. 5270.
8. Appendix. Inventarisatie sinds de 19e eeuw
9. Concordansen
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden

Kenmerken

Datering:
(969) 1107-1543 (2020)
Auteur:
I.A. Nijhoff, A.H. Martens van Sevenhoven, P.J. Meij, A.H. Jenniskens, J. den Draak, M. van Driel, red. F.J.W. van Kan
Categorie:
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)