0001
Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
3. Archief en inventarisatie
3.1 Archiefvorming
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
3. Archief en inventarisatie
3.1 Archiefvorming
laatste wijziging 22-11-2022
Het archief van de graven later hertogen van Gelre en graven van Zutphen is niet als een eenheid bewaard gebleven en is ook nooit een eenheid is geweest. Waarschijnlijk werd archief gevormd in de plaatsen waar de graven en later hertogen resideerden en daar bleven bestanden dan vervolgens achter. Vreemd is het dan ook niet dat een belangrijk stuk als de akte waarbij in 1339 de hertogstitel werd verleend in het archief van de hertogen van Gulik in Düsseldorf terechtkwam, want Willem I en Reinoud IV resideerden onder meer op het slot aldaar. Daar bevond zich ook een schrijfkamer, zodat van een kanselarij ter plaatse kan worden gesproken. Nadat het Land van Cuijk in 1399 in Gelderse handen was gekomen, verbleven de Gelderse hertogen regelmatig op het kasteel van Grave en werden ook hier archiefbescheiden bewaard. Voor die stukken valt een oorspronkelijke orde te reconstrueren: charters en rekeningen werden afzonderlijk opgeborgen, er bestond een lopend kanselarij- of "dossierarchief" en oudere stukken, zoals de rolrekeningen, werden apart gehouden omdat zij niet meer nodig waren voor het bestuur. Deze bescheiden liet Karel V toen hij in 1540 stad en slot in handen kreeg naar Brussel overbrengen. Later kregen de stukken een plaats in Roermond om er deel uit te maken van het archief van de rekenkamer aldaar. Toen Frederik Hendrik de stad had ingenomen, liet hij het archief van deze rekenkamer naar Arnhem brengen en daar bleven de hertogelijke stukken voorgoed.
Nadat de Gelderse hertog in 1435 het Land van Buren veroverd had, verbleef hij ook regelmatig op het kasteel Buren en werd daar eveneens archief opgebouwd.
Nadat de Gelderse hertog in 1435 het Land van Buren veroverd had, verbleef hij ook regelmatig op het kasteel Buren en werd daar eveneens archief opgebouwd.
Arnhem werd in de loop van de vijftiende eeuw de belangrijkste bestuurszetel, met de vorming en bewaring van archief als gevolg. Dit archief kende zoals in Grave een onderverdeling in charters, registers en rekeningen.
Uit de beschikbare inventarissen van kort na de Habsburgse machtsovername in 1543 valt op te maken, dat er daarnaast in Arnhem een bestuurs- of kanselarijarchief werd bijgehouden. Onder Willem II van Kleef (1538-1543) tenslotte werd archief gevormd en samengebracht in Düsseldorf.
De archieven van de Gelderse vorsten zijn in verschillende gedeelten overgeleverd. De hertogelijke bescheiden die zich in Arnhem bevonden, werden na de machtsovername door Karel V ondergebracht bij de Gelderse Rekenkamer en raakten daarmee vermengd (oude bestand 0001). De charters die de Rekenkamer beheerde, daaronder die afkomstig van de hertogen, werden tegen het einde van de 18e eeuw in toenemende mate binnen de zogenoemde ‘charterverzameling’ beschreven (bestand 0243). Het archief dat op het slot Grave was bewaard, ressorteerde na 1632 eveneens onder de Rekenkamer te Arnhem (oude bestand 0001).
De ‘Burense’ stukken bereikten, na een omweg via Den Haag, in 1884 het archief in Arnhem (voormalig bestand 0236, met latere aanvullingen: 0237).
De archivalia in Düsseldorf, zowel daterend uit de tijd van de hertogen Willem I en Reinoud IV als Willem II, bleven deels in Düsseldorf. Deze stukken konden via ruiling voor het rijksarchief in Arnhem worden verworven (deel van bestand 0238 en 0240). Een ander gedeelte van de Düsseldorfse stukken kwam door erfopvolging in het Geheimes Hausarchiv van de Beierse koningen in München terecht. Zij werden in 1949 voor Arnhem aangekocht van de voormalige Beierse kroonprins Ruprecht (voormalig bestand 0239 en deel van 0240).
Aan de hertogelijke bescheiden werden in de loop van de tijd nog verschillende afgedwaalde stukken toegevoegd die achtereenvolgende archivarissen in andere archieven aantroffen (voormalige bestanden 0241-0242).
Uit de beschikbare inventarissen van kort na de Habsburgse machtsovername in 1543 valt op te maken, dat er daarnaast in Arnhem een bestuurs- of kanselarijarchief werd bijgehouden. Onder Willem II van Kleef (1538-1543) tenslotte werd archief gevormd en samengebracht in Düsseldorf.
De archieven van de Gelderse vorsten zijn in verschillende gedeelten overgeleverd. De hertogelijke bescheiden die zich in Arnhem bevonden, werden na de machtsovername door Karel V ondergebracht bij de Gelderse Rekenkamer en raakten daarmee vermengd (oude bestand 0001). De charters die de Rekenkamer beheerde, daaronder die afkomstig van de hertogen, werden tegen het einde van de 18e eeuw in toenemende mate binnen de zogenoemde ‘charterverzameling’ beschreven (bestand 0243). Het archief dat op het slot Grave was bewaard, ressorteerde na 1632 eveneens onder de Rekenkamer te Arnhem (oude bestand 0001).
De ‘Burense’ stukken bereikten, na een omweg via Den Haag, in 1884 het archief in Arnhem (voormalig bestand 0236, met latere aanvullingen: 0237).
De archivalia in Düsseldorf, zowel daterend uit de tijd van de hertogen Willem I en Reinoud IV als Willem II, bleven deels in Düsseldorf. Deze stukken konden via ruiling voor het rijksarchief in Arnhem worden verworven (deel van bestand 0238 en 0240). Een ander gedeelte van de Düsseldorfse stukken kwam door erfopvolging in het Geheimes Hausarchiv van de Beierse koningen in München terecht. Zij werden in 1949 voor Arnhem aangekocht van de voormalige Beierse kroonprins Ruprecht (voormalig bestand 0239 en deel van 0240).
Aan de hertogelijke bescheiden werden in de loop van de tijd nog verschillende afgedwaalde stukken toegevoegd die achtereenvolgende archivarissen in andere archieven aantroffen (voormalige bestanden 0241-0242).
Vgl. voor de geschiedenis van de archiefvorming en het archief:
- P.J. Meij, Het archief van de graven en hertogen van Gelre en Zutphen. Samenstelling en inventarisatie. Met lijst van toegangen door A.H. Jenniskens. Gelderse Inventarissen-reeks 2 (Arnhem, 1977); in deze inventaris opgenomen als inv.nr. 5222 (met een toegevoegde lijst van huidige vindplaatsen voor de daar genoemde toegangen),
- M.J. van Gent en M.-Ch. Le Bailly, Gids voor de landsheerlijke archieven van Gelre, Holland, Zeeland en het Sticht. Bestuurlijke, economische en sociale geschiedenis voor 1500 (Den Haag, 2003) en
- F.J.W. van Kan, 'Het archief van de graven en hertogen van Gelre na eeuwen definitief gesloten', Ex Tempore 42 (2022) 128-133.
- P.J. Meij, Het archief van de graven en hertogen van Gelre en Zutphen. Samenstelling en inventarisatie. Met lijst van toegangen door A.H. Jenniskens. Gelderse Inventarissen-reeks 2 (Arnhem, 1977); in deze inventaris opgenomen als inv.nr. 5222 (met een toegevoegde lijst van huidige vindplaatsen voor de daar genoemde toegangen),
- M.J. van Gent en M.-Ch. Le Bailly, Gids voor de landsheerlijke archieven van Gelre, Holland, Zeeland en het Sticht. Bestuurlijke, economische en sociale geschiedenis voor 1500 (Den Haag, 2003) en
- F.J.W. van Kan, 'Het archief van de graven en hertogen van Gelre na eeuwen definitief gesloten', Ex Tempore 42 (2022) 128-133.
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Kenmerken
Datering:
(969) 1107-1543 (2020)
Auteur:
I.A. Nijhoff, A.H. Martens van Sevenhoven, P.J. Meij, A.H. Jenniskens, J. den Draak, M. van Driel, red. F.J.W. van Kan
Categorie:
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden