1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
27 maart

135 De afgezanten van prins Maurits herhalen, bij monde van dr. Henrick van Brienen de Jonge, hun verzoek om financiële steun voor het Oranjehuis. Aangezien de Landdag begrijpt dat een eventuele schenking of verpanding van de Mariënweerdse goederen problematisch zou zijn, laat men hen weten dat men de toestand van de geestelijke goederen nog aan het onderzoeken is, maar dat Gelderland graag samen met de overige gewesten steun wil verlenen. Doen de andere gewesten niets, dan zal Gelderland in de Staten-Generaal voorstellen het Oranjehuis het gebruik toe te staan van éénvierde tot éénderde part van de brandschattingen, met daar bovenop een verhoging van twee stuivers per opgebrachte gulden, zoals eerder al besloten. Zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 27
Notabene:
a. "...versuick der Affgesanten van[den] sterffhuijse van Nassau...": verzoek van prins Maurits om financiële steun aan het Oranjehuis, indachtig de verdiensten van Maurits' vader Willem van Oranje, in 1584 vermoord. De veldtochten tegen de Spanjaarden ten tijde van Willem van Oranje kostten Willems broers Adolf, Lodewijk en Hendrik het leven en die tochten en Spaanse confiscaties hadden de Oranjes schatten geld gekost; zie ook de regesten 003, 023, 059, 076, 077, 126, 170, 235, 244, 268, 343, 359; 360 tm. 370; 377, 381 (alle 1593).
b. Voor het eerdere besluit over de brandschattingen, zie regest 126 (1593). Voor de moeilijkheden omtrent verpanding van Mariënweerd, zie regest 076 (1593). Zie ook regest 038 (1593) over de geestelijke goederen.
c. De Landdag wijst de afgezanten van Maurits er op dat men doende is een commissie tot onderzoek naar de toestand van de geestelijke goederen op te richten, maar dat dit onderzoek niet gereed zal komen vóór de eerstvolgende landdag.
d. De Landdag tekent aan dat dit besluit achteraf enigszins is uitgebreid en gewijzigd, en ook in deze gewijzigde vorm schriftelijk aan de gezanten is medegedeeld en bij de geregistreerde landdagsstukken opgenomen.
e. "...door den Raetzheer Brienen...": dit is dr. Hendrick van Brienen Woltersz. (de Jonge), die van 08-03-1593 tot zijn dood op 11-02-1620 rekenmeester in de Gelderse Rekenkamer en derhalve qualitate quo ook raadsheer was, en vóór 5 november 1583 vertegenwoordiger en raadsheer van bannerheer (en stadhouder) Willem IV graaf van den Bergh; niet te verwarren met de ervaren bestuurder Henrick van Brienen de Oude (geboren ca. 1540 en eveneens in 1620 overleden), net als Van Brienen Woltersz. landdagscomparant voor de Ridderschap van Veluwe; en ook niet te verwarren met Henrick van Brienen heer tot Byssel, kapitein in het Staatse leger, eveneens herhaaldelijk landdagscomparant, en eveneens lid van de Ridderschap van Veluwe vanaf 1586 tot zijn dood in 1603.
b. Voor het eerdere besluit over de brandschattingen, zie regest 126 (1593). Voor de moeilijkheden omtrent verpanding van Mariënweerd, zie regest 076 (1593). Zie ook regest 038 (1593) over de geestelijke goederen.
c. De Landdag wijst de afgezanten van Maurits er op dat men doende is een commissie tot onderzoek naar de toestand van de geestelijke goederen op te richten, maar dat dit onderzoek niet gereed zal komen vóór de eerstvolgende landdag.
d. De Landdag tekent aan dat dit besluit achteraf enigszins is uitgebreid en gewijzigd, en ook in deze gewijzigde vorm schriftelijk aan de gezanten is medegedeeld en bij de geregistreerde landdagsstukken opgenomen.
e. "...door den Raetzheer Brienen...": dit is dr. Hendrick van Brienen Woltersz. (de Jonge), die van 08-03-1593 tot zijn dood op 11-02-1620 rekenmeester in de Gelderse Rekenkamer en derhalve qualitate quo ook raadsheer was, en vóór 5 november 1583 vertegenwoordiger en raadsheer van bannerheer (en stadhouder) Willem IV graaf van den Bergh; niet te verwarren met de ervaren bestuurder Henrick van Brienen de Oude (geboren ca. 1540 en eveneens in 1620 overleden), net als Van Brienen Woltersz. landdagscomparant voor de Ridderschap van Veluwe; en ook niet te verwarren met Henrick van Brienen heer tot Byssel, kapitein in het Staatse leger, eveneens herhaaldelijk landdagscomparant, en eveneens lid van de Ridderschap van Veluwe vanaf 1586 tot zijn dood in 1603.
Toegangsnummer:
2000 Oud archief Arnhem
Inventarisnummer:
Folionummer:
365 r. - 366 r. (scan 709-711)
laatste wijziging 13-02-2025
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
24 maart (zie Nota bene)
N.B. In 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, fol. 345 v. (scan 670) heeft de scribent per vergissing als datum "Sabbati den 29en Martij" (zaterdag de 29ste maart) genoteerd, in plaats van 24 maart.
N.B. In 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, fol. 345 v. (scan 670) heeft de scribent per vergissing als datum "Sabbati den 29en Martij" (zaterdag de 29ste maart) genoteerd, in plaats van 24 maart.

086 Everhardt van Rheydt, leengriffier en tweede secretaris van de kanselarij, presenteert een rekest namens de Rekenkamer met verzoek de Rekenkamer te machtigen tot liquidatie van de lening van 25.000 gulden plus interest die Gelderland nog schuldig is aan de voormalige stadhouder Jan van Nassau. Zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 24
Notabene:
a. Voor de tegoeden van Jan van Nassau, zie de regesten 054 (1581), 205 (1581), 047 (1582), 032 (1583), 208 (1583), 107 (1588), 015, 034, 035, 111 en 136 (alle uit het jaar 1591) en 034 (1592). Het ging om een bedrag van 25.000 gulden, door Jan van Nassau voorgeschoten aan het gewest Gelderland.
b. Jan graaf van Nassau, een jongere broer van Willem van Oranje en stadhouder van Gelderland in de jaren 1578-1581. Voluit: Jan VI de Oude van Nassau-Dillenburg (Dillenburg, 1536 - Dillenburg, 1606). Zijn ouders waren Willem I de Rijke van Nassau-Dillenburg (1487-1559) en Juliana van Stolberg (1506-1580). Willem was graaf van Nassau-Siegen, Dillenburg, Hadamar, Herborn, Vianden en Dietz. In 1572 ging de Luthers opgevoede Jan van Nassau over tot het calvinisme en in 1578 voerde hij de calvinisering van het gewestelijk Gelderse bestuur door. Hij had grote moeite met de Fransgezinde politiek van zijn broer Willem en met de naar zijn oordeel veel te ongeregelde gang van zaken in de Gelderse Landdag, en vertrok daarom in 1581 terug naar Dillenburg.
c. Everhardt van Rheydt, tweede secretaris van de kanselarij en griffier van de lenen van 29 april 1579 tot 1 december 1595. Dat juist hij dit verzoek indient is geen toeval: vóór zijn benoeming tot secretaris en leengriffier bij het Hof was hij privésecretaris van Jan van Nassau.
d. Zie ook regest 124 (1593).
b. Jan graaf van Nassau, een jongere broer van Willem van Oranje en stadhouder van Gelderland in de jaren 1578-1581. Voluit: Jan VI de Oude van Nassau-Dillenburg (Dillenburg, 1536 - Dillenburg, 1606). Zijn ouders waren Willem I de Rijke van Nassau-Dillenburg (1487-1559) en Juliana van Stolberg (1506-1580). Willem was graaf van Nassau-Siegen, Dillenburg, Hadamar, Herborn, Vianden en Dietz. In 1572 ging de Luthers opgevoede Jan van Nassau over tot het calvinisme en in 1578 voerde hij de calvinisering van het gewestelijk Gelderse bestuur door. Hij had grote moeite met de Fransgezinde politiek van zijn broer Willem en met de naar zijn oordeel veel te ongeregelde gang van zaken in de Gelderse Landdag, en vertrok daarom in 1581 terug naar Dillenburg.
c. Everhardt van Rheydt, tweede secretaris van de kanselarij en griffier van de lenen van 29 april 1579 tot 1 december 1595. Dat juist hij dit verzoek indient is geen toeval: vóór zijn benoeming tot secretaris en leengriffier bij het Hof was hij privésecretaris van Jan van Nassau.
d. Zie ook regest 124 (1593).
Toegangsnummer:
2000 Oud archief Arnhem
Inventarisnummer:
Folionummer:
348 v. (scan 676)
laatste wijziging 13-02-2025
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1591
Landdag 10 februari - 16 maart 1591 te Arnhem; gehouden in "...die Raetcamer der Stat Arnhem...", de raadszaal van het stadhuis (vgl. 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3, p. 361).
10 februari

001 Comparanten ter Landdag:
Deze opgave is gebaseerd op comparantenlijsten in de archieven van de stad Arnhem en de Gelderse Rekenkamer (zie 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. inv. nr. 4696, fol. 128 r. - 128 v., en 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3, fol. 359-360).
Kwartier van Nijmegen:
Bartholdt (Bartelt) van Gendt, heer tot Loenen (Loehnen), raad ordinaris in het Hof van Gelre en Zutphen
Gijsbert van Mekeren, heer tot Meinerswijck
Cornelis van Gendt, heer tot Meinerswijck (in 1591-1614 burggraaf, richter en dijkgraaf van Nijmegen)
Goossen (Goessen) van Varick, tweede rekenmeester van de Rekenkamer
Kwartier van Zutphen:
Steden:
Doesburg:
Johan Gieginck, burgemeester van Doesburg
Willem van Duus(s)berch, burgermeester van Doesburg en ontvanger-generaal der contributie in het graafschap Zutphen
Doetinchem:
Hans Rogge (Rogh)
Berendt Wichkamp, vanaf 9 maart kwam voor hem in de plaats (zie 025):
Johan van der Elburch
Lochem:
Egbert te Harckel
Theodoricus Campensis
Kwartier van Veluwe:
Ridderschap:
Johan van Arnhem, richter van Arnhem en Veluwezoom
Cornelis van Sallandt
Willem (Janszn.) Bentinck (zie Nota bene)
Rudolph van Lennep
Hessel van der Lauwick, wachtmeester van Wageningen
Adolph van Gelder
Steden:
Arnhem:
Karel (Carl) van Gelder, burgermeester van Arnhem en landrentmeester-generaal
Arndt Tulleken (Tullicken), burgermeester
Arndt van Brienen
Johan van Danss
Mr. Engelbert van der Burch
Harderwijk:
Henrick van Essen, burgermeester
Wageningen:
Gerhardt (Gerhart, Gerrit) van Cranenborch (Cranenburch, Kranenburch)
Elburg:
Geen comparanten; de stad liet zich in bepaalde zaken vertegenwoordigen door de hoofdstad Arnhem (zie regest 053, 1591).
Secretarissen (niet in deze lijst, zie 076):
Peter Verstegen (secretaris 'in loco')
Ricquin Sluysken
Zie Nota bene.
Deze opgave is gebaseerd op comparantenlijsten in de archieven van de stad Arnhem en de Gelderse Rekenkamer (zie 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. inv. nr. 4696, fol. 128 r. - 128 v., en 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3, fol. 359-360).
Kwartier van Nijmegen:
Bartholdt (Bartelt) van Gendt, heer tot Loenen (Loehnen), raad ordinaris in het Hof van Gelre en Zutphen
Gijsbert van Mekeren, heer tot Meinerswijck
Cornelis van Gendt, heer tot Meinerswijck (in 1591-1614 burggraaf, richter en dijkgraaf van Nijmegen)
Goossen (Goessen) van Varick, tweede rekenmeester van de Rekenkamer
Kwartier van Zutphen:
Steden:
Doesburg:
Johan Gieginck, burgemeester van Doesburg
Willem van Duus(s)berch, burgermeester van Doesburg en ontvanger-generaal der contributie in het graafschap Zutphen
Doetinchem:
Hans Rogge (Rogh)
Berendt Wichkamp, vanaf 9 maart kwam voor hem in de plaats (zie 025):
Johan van der Elburch
Lochem:
Egbert te Harckel
Theodoricus Campensis
Kwartier van Veluwe:
Ridderschap:
Johan van Arnhem, richter van Arnhem en Veluwezoom
Cornelis van Sallandt
Willem (Janszn.) Bentinck (zie Nota bene)
Rudolph van Lennep
Hessel van der Lauwick, wachtmeester van Wageningen
Adolph van Gelder
Steden:
Arnhem:
Karel (Carl) van Gelder, burgermeester van Arnhem en landrentmeester-generaal
Arndt Tulleken (Tullicken), burgermeester
Arndt van Brienen
Johan van Danss
Mr. Engelbert van der Burch
Harderwijk:
Henrick van Essen, burgermeester
Wageningen:
Gerhardt (Gerhart, Gerrit) van Cranenborch (Cranenburch, Kranenburch)
Elburg:
Geen comparanten; de stad liet zich in bepaalde zaken vertegenwoordigen door de hoofdstad Arnhem (zie regest 053, 1591).
Secretarissen (niet in deze lijst, zie 076):
Peter Verstegen (secretaris 'in loco')
Ricquin Sluysken
Zie Nota bene.
Datering:
1591 februari 10
Notabene:
a. In de comparantenlijst worden twee heren van Meinerswijck aangegeven; in de recessen is bij regest 092 (1591) niet te bepalen wie van de twee bedoeld wordt.
b. In de regesten 022, 045 en 074 (alle 1591) is bij Karel en Adolph van Gelder niet vast te stellen wie van deze twee bedoeld wordt.
c. Willem Bentinck was vanaf 1570 tot zijn schorsing op 25 juni 1590 landrentmeester van Veluwe; in de comparantenlijst van de Rekenkamer wordt hij nog altijd aangeduid met rentmeester (zie 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S3, fol. 359), in die van Arnhem niet.
d. De steden Hattem en Elburg waren niet aanwezig op de Landdag en hebben hun resoluties gedeeltelijk naar de Landdag gestuurd. Daarnaast hebben ze de magistraat van Arnhem gemachtigd namens hen op te treden.
b. In de regesten 022, 045 en 074 (alle 1591) is bij Karel en Adolph van Gelder niet vast te stellen wie van deze twee bedoeld wordt.
c. Willem Bentinck was vanaf 1570 tot zijn schorsing op 25 juni 1590 landrentmeester van Veluwe; in de comparantenlijst van de Rekenkamer wordt hij nog altijd aangeduid met rentmeester (zie 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S3, fol. 359), in die van Arnhem niet.
d. De steden Hattem en Elburg waren niet aanwezig op de Landdag en hebben hun resoluties gedeeltelijk naar de Landdag gestuurd. Daarnaast hebben ze de magistraat van Arnhem gemachtigd namens hen op te treden.
Toegangsnummer:
2000 Oud archief Arnhem
Inventarisnummer:
Folionummer:
128 r.- 128 v.
laatste wijziging 31-01-2025
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
17 maart

001 comparanten ter landdag: vervolg
Kwartier van Veluwe:
Ridderschap:
Carl (Carll, Karel) van Gelder (Gelre), landrentmeester-generaal van Gelderland
Cornelis van Zallandt (Sallandt)
Henrick van Brienen de Oude
Hermen (Herman) van der Hell, drost van Wageningen
Herman van Keppel, schout van Hattem
Willem Bentinck, rentmeester
Willem Bentinck Sandersz.
Pouwel van Arnhem
Adolph van Gelder
Arndt toe Boecop
Gerrit (Gerhart, Gerhardt) Hackfort (Hackforth)
Johan van Steenbergen
Johan van Renes (Reness) heer tot Wilp
Bernt (Berndt) van Holthuisen (Holthuijsen), overpander van de Veluwe
Henrick van Brienen Wolters (Woltersz.)
Ricquin van Essen, dijkgraaf
Marten van Isendorn
Peter van Apeltorn (Appeltorn, Apeltoern)
Wolff van Haerst (Haersolte, Harsolte)
Henrick van Huessen
Dedrick van Oldenbarnevelt
Steden:
stad Arnhem:
mr. Engelbert van der Burcht (Burch. Borch, Borcht), licentiaat, en (oud-)burgemeester van Arnhem
Johan van Dans[s]
Harderwijk:
Henrick van Essen
Johan (van) Goltsteyn (Goltstein, Goltsteijn, Goltsteen) (zie Nota bene)
Wageningen:
Gerrit (Gerhart, Gerhardt) van Cranenburch (Kranenburch)
Jorden van (der, den) Lauwyck (Lauwick, Lawijck, Louwyck, Lawick)
Hattem:
Dedrick (Diderich, Diederick, Dederick) van Apeltern (Apeltorn Appeltorn, Apeltoern) (zie Nota bene)
Elburg:
Ernst Reeffshen
Kwartier van Veluwe:
Ridderschap:
Carl (Carll, Karel) van Gelder (Gelre), landrentmeester-generaal van Gelderland
Cornelis van Zallandt (Sallandt)
Henrick van Brienen de Oude
Hermen (Herman) van der Hell, drost van Wageningen
Herman van Keppel, schout van Hattem
Willem Bentinck, rentmeester
Willem Bentinck Sandersz.
Pouwel van Arnhem
Adolph van Gelder
Arndt toe Boecop
Gerrit (Gerhart, Gerhardt) Hackfort (Hackforth)
Johan van Steenbergen
Johan van Renes (Reness) heer tot Wilp
Bernt (Berndt) van Holthuisen (Holthuijsen), overpander van de Veluwe
Henrick van Brienen Wolters (Woltersz.)
Ricquin van Essen, dijkgraaf
Marten van Isendorn
Peter van Apeltorn (Appeltorn, Apeltoern)
Wolff van Haerst (Haersolte, Harsolte)
Henrick van Huessen
Dedrick van Oldenbarnevelt
Steden:
stad Arnhem:
mr. Engelbert van der Burcht (Burch. Borch, Borcht), licentiaat, en (oud-)burgemeester van Arnhem
Johan van Dans[s]
Harderwijk:
Henrick van Essen
Johan (van) Goltsteyn (Goltstein, Goltsteijn, Goltsteen) (zie Nota bene)
Wageningen:
Gerrit (Gerhart, Gerhardt) van Cranenburch (Kranenburch)
Jorden van (der, den) Lauwyck (Lauwick, Lawijck, Louwyck, Lawick)
Hattem:
Dedrick (Diderich, Diederick, Dederick) van Apeltern (Apeltorn Appeltorn, Apeltoern) (zie Nota bene)
Elburg:
Ernst Reeffshen
Datering:
1593 maart 17
Toegangsnummer:
2000 Oud archief Arnhem
Inventarisnummer:
Folionummer:
317 r. - 318 v. (scan 613-616)
laatste wijziging 31-01-2025