1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
22 maart
038 Besluit tot instelling van een commissie tot herziening van het uit 1581 daterende reglement voor de geconfiskeerde geestelijke goederen en, zoals verderop blijkt, tevens tot onderzoek van de toestand van die goederen; voor details, zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 22
Notabene:
a. Deze commissie moet op de eerstvolgende landdag rapport uitbrengen.
b. Deze commissie blijkt ook een onderzoek naar de algehele staat van de geestelijke goederen tot taak te krijgen, zie regest 111 (1593). Weldra komen daar nog twee andere taken bij, zie de regesten 041 (1593), 111 (1593), 147 (1593), 158 (1593) en 166 (1593). Uit het reces van 27 maart blijkt dat op die datum nog geen commissieleden zijn benoemd en tevens dat men gehoopt had het onderzoek naar de toestand van de geestelijke goederen vóór de eerstvolgende landdag klaar te hebben, maar dat dit niet gaat lukken; zie regest 135 (1593). Voor de leden van de commissie, zie regest 169 (1593).
c. De commissie wordt uit de opbrengst van de geestelijke goederen betaald.
d. Tot de bespreking van de de voorstellen van deze commissie laat men het beheer over de geestelijke goederen zoals dat sinds 1581 geregeld is.
e. Voor het hier bedoelde oude reglement op de geestelijke goederen, zie de regesten 122 (1581) tot en met 128 (1581); regesten 130 (1581) tot en met 135 (1581); regest 153 (1581); en regesten 194 (1581) tot en met 204 (1581).
b. Deze commissie blijkt ook een onderzoek naar de algehele staat van de geestelijke goederen tot taak te krijgen, zie regest 111 (1593). Weldra komen daar nog twee andere taken bij, zie de regesten 041 (1593), 111 (1593), 147 (1593), 158 (1593) en 166 (1593). Uit het reces van 27 maart blijkt dat op die datum nog geen commissieleden zijn benoemd en tevens dat men gehoopt had het onderzoek naar de toestand van de geestelijke goederen vóór de eerstvolgende landdag klaar te hebben, maar dat dit niet gaat lukken; zie regest 135 (1593). Voor de leden van de commissie, zie regest 169 (1593).
c. De commissie wordt uit de opbrengst van de geestelijke goederen betaald.
d. Tot de bespreking van de de voorstellen van deze commissie laat men het beheer over de geestelijke goederen zoals dat sinds 1581 geregeld is.
e. Voor het hier bedoelde oude reglement op de geestelijke goederen, zie de regesten 122 (1581) tot en met 128 (1581); regesten 130 (1581) tot en met 135 (1581); regest 153 (1581); en regesten 194 (1581) tot en met 204 (1581).
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
333 v. (scan 646)
laatste wijziging 20-01-2023