384 Huijbert van Emmenes en Aeltjen van de Graeff e.l., Brant van Blankesteijn en Maria van de Graef e.l., Barber van Middelburgh, weduwe en boedelhouderse van Gijsbert van de Graeff, en Hendrick van Schevickhaven als gemachtigde van Arijen Wouters Robijn en Anna Derx van de Graef e.l. vermogens volmacht, op 02-11-1697 voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem gepasseerd, samen erfgenamen ieder voor een vijfde part van Hendersken van Ginckel, in leven huisvrouw van Erasmus Weijts, [---] cederen en transporteren uit dien hoofde aan Mighiel Bloemrode en Elsabe Doornmeijer e.l. ieder hun vijfde part van de helft van het huis, in de Vijzelstraat staande, de weduwe van Jacob van Lunteren ter eenre- en de weduwe Herman Knoppers ter andere zijde gelegen, de bel genaamd, bekennende comparanten van de kooppenningen ad 720 gl. volkomen voldaan en betaald te zijn [enz.];

74 Bernardus Wichers en Elisabeth van Blankensteijn e.l. verklaren gecedeerd en opgedragen te hebben, gelijk zij doen kracht dezes, aan en ten behoeve van Jacobus Verlee en Maria Verlee e.l. een huisje met een moeshof, daarachter gelegen achter de Sabelspoortsmuur naast Jacob van Emmenes ter eenre- en Hendr. van IJssel ter andere zijde, wordende het huisje door Petronel en de hof door verkopers zelf gebruikt [enz.] en wel voor een somma van 450 gl., waarvan zij, comparanten, voldaan en betaald zijn [enz.];

20 Hermannus Jan Oosterdijck cedeert, transporteert en draagt in volle eigendom op bij renovatie van de vorige opdracht, door hem en zijn zuster Juffr. Marije Oosterdijck op 08-03-1723 gepasseerd en hiermede geannulleerd, aan de heer Otto Zaunsliffer, bedienaar des goddelijken woords alhier, en Juffr. Maria van Emmenes e.l. een huisje met een hof, staande en gelegen alhier achter de muur tussen de Rijn- en Sabalspoort tegenover de Bruurenkerk, waarnaast ten oosten Juffr. Wilbrennink, de erven Jacobus Verlee ten westen, ten zuiden kopers geerfd zijn, bekennende de kooppenningen ter somma van 470 gl. te dank te hebben ontvangen [enz.];

213 Rudolph Willem van Olden in kwaliteit van gemachtigde van de heer Huijbertus Zaunslifer, predikant te Koten, en van Juffrouw Anna de Lange, weduwe en boedelhouderse van wijlen de heer Otto Zaunslifer (mede namens haar 2 onmondige kinderen), kinderen en erfgenamen van wijlen Otto Zaunslifer, predikant dezer stad, en Maria van Emmenes, in leven e.l., ingevolge volmacht, op 26-06-1764 voor burgemeesters, schepenen en raden dezer stad op comparant gepasseerd, [---] verklaart q.q. alnu ingevolge de conditien van publieke verkoping d.d. 03-06-1764 en 09-06-1764 kracht en mits dezen te cederen, te transporteren en in een volle eigendom over te dragen aan Willem de Haas en Cornelia Rechters e.l. een huisje, binnen deze stad in de Langestraat staande naast het huisje van de weduwe van den Ham [enz.], bekennende de comparant q.q. van de volle koopppeningen ter summa van 193 gl. voldaan en betaald te wezen [enz.];