5 Idem verklaren ingevolge condities van verkoping d.d. 15-12-1766 verkocht te hebben en mitsdien alnu bij dezen te cederen, te transporteren en in volle en vrije eigendom over te geven aan en ten behoeve van Arent Janssen en deszelfs vrouw een gerecht vierde part in huis, schuur, put en onderhorige landerijen van een erf en goed, genaamd Smoorpotscamp, staande en gelegen buiten de Velperpoort aan de Steenstraat, waarvan de overige drievierde parten aan de getransporteerdens zijn toebehorende en even zoals hetzelve thans voor het geheel door dezelve bewoond en gebruikt wordt [enz.], verklarende comparant q.q., resp. voor zich zelf van de volle kooppenningen ad 830 gl. voldaan en betaald te zijn [enz.];

6 Vrouwe Henrietta Agnetha Coetier, weduwe en boedelhouderse van wijlen haar eheheer Everhard Rudolph Huijghens, in leven burgemeester dezer stad, en alleeneigenaarse van nagenoemde huizen en erven, geassisteerd met de burger luitenant Johan de Rooy als haar gekozen momber, verklaar oprecht en deugdelijk schudlig te wezen aan en ten behoeve van de roeidrager Gerhard Ambrosii en Theodora Tapper e.l. een kapitale somma van 600 Caroli gl., herkomende wegens op heden in klinkende gelde wel aangetelde en verstrekte penningen, belovende comparante het gemelde kapitaal jaarlijks te zullen verrenten tegen 3½ gl. van ieder honderd gl. vrij geld [enz.], tot securiteit van welk kapitaal met de daarop te verlopen renten, voorts op te lopen kosten en nakoming dezes comparante mits dezen is verbindende haar persoon, erfgenamen en goederen en bovendien stelt tot een speciaal hypotheek en onderpand haar eigendommelijke 2 huizen en erven, alhier binnen Arnhem in de Bakkerstraat staande en gelegen, het ene bewoond wordende door de juffrouwen Mestré en het tweede door de rentheffer [enz.];

7 Derk van Olden en deszelfs huisvrouw Neuleke Roelofs verklaren voor de trouwe bediening en administratie van hun zoon Otto van Olden als rentmeester dezer stad bij dezen niet alleen voor de eerstkomende 3 jaren - aanvang nemende 01-07-1767 - , maar ook vervolgens zolang gemelde hun zoon Otto van Olden het gezegde rentambt zal komen waar te nemen, te verbinden en tot borge te stellen hunlieder personen, gerede en ongerede goederen en speciaal het huis en erf, staande buiten de Rijnpoort omtrent de Rijnbrug, door comparanten zelf bewoond en gebruikt wordende [enz.];

8 De conrector J.F. Ammon en Jacoba Beumer e.l. verklaren wegens opgenomen en ontvangen penningen deugdelijk schuldig te zijn aan de heer Caspar Louis Kerksteen en vrouwe Margarita Elisabeth Grothe e.l. een summa van 3000 gl., belovende daarvan jaarlijks voor interessen te zullen betalen 3 percent [enz.], tot securiteit van hetwelk voorschreven de comparanten verklaren te verbinden hun personen en goederen en speciaal hunlieder erve en goed, den Hartog van Gelder genaamd, buiten de Velperpoort aan de Velpseweg gelegen [enz.];