2003_399 -
490 Comparuerunt Atrysss, de huisvrouw van Arnoldus van Hoeckelom, Henrick Smyt en Lysbeth, zijn vrouw, met recht gebaad ter instantie van Catharina, weduwe van zal. Jan ther Inden, om getuigenis der waarheid te geven en hebben voor dwang des rechten getuigd als nabeschreven: - in den eersten heeft Atryss voorzegd getuigd en gezegd dat zij daar bij gestaan en gehoord heeft dat Gryete, weduwe van zal. Jan ter Inden, toegezegd heeft Catharina, weduwe zal. Jan ter Inden, Gryeten voorzegd zoon, dat zij wel tevreden waar; alle desgenen Jan ther Inden, haar zoon zal., Catharina voorzegd gegeven had, wilde zij houden meer en niet min; - datzelve heeft zij gehouden haar handen op haar borsten leggende bij haar vrouwenwaarheid; - hebben Henrick en Lysbeth voorzegd getuigd en gezegd dat hun wittig en kondig is dat des dinsdagesavonds post Sacramenti Ao. 1544 de bruiloft is geweest van Jan ther Inden en Catharina, zijn vrouw, en dat dezelve Jan des gudestagen morgen daarna Catharina, zijn vrouw, een morgenhave gegegevn heeft, inhoud den getuigenis, die gezworen secretarius Engelbertus van der Borch en Jacob Goltsmyt mede gegeven hebben; - Henrick Smyt was oerbodich ten openen dage met zijne [eed] te bestedigen als recht et ipsa haar handen op haar borsten leggende bij haar vrouwenwaarheid gehouden;
laatste wijziging 05-04-2022
2003_420 -
407 Richard Wijnen en Jacob Coets, der rechten Doctoren, als gemachtigden van de E.E. Gillis Everwijn, schepen, en Willem Muis, rentmeester dezer stad, tegenwoordig in "ostage" gedetineerd wegens dit kwartier en stad binnen Maastricht, vermogens procuratie, op 06-08-[1675] stijlo novo voor Lt. Stas en Dor. de Bruin, schepenen van beide hoge gerichte der voorzegde stad Maastricht gepasseerd, hebben ten behoeve van de Heren Gedeputeerden dezes kwartiers, alsook van de magistraat dezer stad, mitsgaders de Heren Peter Noijen, raad van den Hove van Gelderland, en Hermannus Coets, schepen dezer stad, verbonden nevens de personen van hun principalen alle derzelver goederen, zo in deze stad en schependom als in Over- en Nederbetuwe, Veluwe en Veluwzoom gelegen, om daaraan te verhalen zodane schade en interesse als dezelve in cas van ontwijking van hun vnd. principalen uit vnd. stad Maastricht gedurende de tijd van 2 maanden, waarin hun vrijheid door de heer intendant du Monceaux op de borgtocht van de Heer Heldevier van daaruit niet te zullen ontwijken is toegestaan om te logeren in vnd. stad, waar het hun zoude goeddunken [enz.];
laatste wijziging 05-04-2022
2003_418 -
736 Johan Geerlichs als gemachtigde van Metgen Ridders, weduwe zal. Willem van Bommel, als bestemoeder en naaste momberse van de nagelaten onmundige kinderen van zal. Claes Olijslager en Beertge van Bommel, gewezen e.l., mede als gemachtigde van Govart Willems vermogens 2 procuraties, de ene gepasseerd op 27-02-1628 voor Diederick Smit, burgemeester, en Berent van Briell, schepen der stad Emmerik, en de ander, op 10-01-1628 voor Johan Adriaens van Warmenhuijsen, notaris publicq in 's Gravenhage bij den Hove van Holland geadmitteerd, en getuigen, mitsgaders Willem Willems voor hem zelf als erfgenamen van Henrick Olijslager, [---] hebben opgedragen en met hun vrije wil vertegen ten behoeve van Willem Everts het gerechte vierdepart van huis en hofstede, 't blauwe schaep genaamd, op den kleinen Oort gelegen, waarvan de andere drievierde parten de gemelde Willem Everts zelf toebehoren, erfenissen van Johan Dibbets, leengriffier, ter ener- en van Henrick Brouwer ter andere zijde;
laatste wijziging 19-01-2021
2003_418 -
735 Willem Cock en Swaentge Janss e.l. hebben verklaard deugdelijk schuldig te zijn aan Wolterken Oerincks, weduwe van zal. Peter Elberts, voor de ene helft en aan Elbert Peters, Kerst Rijcken en Jutgen Peters, Gaert Peters en Marriken Peters, resp. e.l., mitsgaders de onmundige kinderen van zal. Anneken en Fijken Peters voor de andere helft de summe van 900 gl., herkomende van resterende kooppenningen van huis en hofstede, gelegen in de Oeverstraat tegenover de Kortestraat, de gemene steeg ter ener- en de weduwe van zal. Dirck Driess ter andere zijde, belovende e.l. comparanten dezelve 900 gl. gedurende het leven van voorzegde Wolterken Oerincks en nog 2 jaren na haar dood te verrenten met 54 gl. jaarlijks, waarvan het eerste jaar verschijnen zal op Pasen 1629 en zo vervolgens [enz.], verbindende e.l. comparanten daarvoor hun huis en hofstede boven genoemd;
laatste wijziging 19-01-2021