a. "...versuick der Affgesanten van[den] sterffhuijse van Nassau etc...": het verzoek van prins Maurits om financiële steun aan het Huis Oranje-Nassau, indachtig de verdiensten van Maurtis' vader Willem van Oranje, in 1584 vermoord. De eerste veldtochten onder Willem van Oranje tegen het Spaanse gezag hadden het Oranjehuis veel geld gekost; zie ook de regesten 003 (1593), 023 (1593), 059 (1593), 076 (1593) en 126 (1593).

b. Voor het eerdere besluit over de brandschattingen, zie regest 126 (1593). Voor de moeilijkheden omtrent verpanding van Mariënweerd, zie regest 076 (1593). Zie ook regest 038 (1593) over de geconfiskeerde geestelijke goederen.

c. De Landdag wijst de afgezanten van Maurits er op dat men doende is een commissie tot onderzoek naar de toestand van de geestelijke goederen op te richten, maar dat dit onderzoek niet gereed zal komen vóór de eerstvolgende landdag, zodat hieromtrent voorlopig niets met zekerheid te zeggen is.

d. De Landdag tekent aan dat dit besluit achteraf enigszins is uitgebreid en gewijzigd, en ook in deze gewijzigde vorm schriftelijk aan de gezanten is medegedeeld en bij de geregistreerde landdagsstukken opgenomen.

e. "...door den Raetzheer Brienen...": dit is dr. Hendrick van Brienen Woltersz. (de Jonge), die van 08-03-1593 tot zijn dood op 11-02-1620 rekenmeester in de Gelderse Rekenkamer en derhalve qualitate quo ook raadsheer was, en vóór 5 november 1583 vertegenwoordiger en raadsheer van bannerheer (en stadhouder) Willem IV graaf van den Bergh; niet te verwarren met de ervaren bestuurder Henrick van Brienen de Oude (geboren ca. 1540 en eveneens in 1620 overleden), net als Van Brienen Woltersz. landdagscomparant voor de Ridderschap van Veluwe; en ook niet te verwarren met Henrick van Brienen heer tot Byssel, kapitein in het Staatse leger, eveneens herhaaldelijk landdagscomparant, en eveneens lid van de Ridderschap van Veluwe vanaf 1586 tot zijn dood in 1603.

a. Zie over deze schuldenkwestie ook de regesten 306 (1583), 042 (1585), 173 (1585), 088 (1586), 099 (1586), 101 (1588) en 145 (1591). Zie voorts de brieven over deze kwestie in 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4818 van 20 en 26 juni 1584. Het gaat onder meer om de verrekening van een lening van Overijssel aan Gelderland van 4000 gulden, te vereffenen met een bedrag van 4000 gulden, door het Kwartier van Veluwe aan Overijssel voorgeschoten in verband met het beleg van Deventer (door Rennenberg in 1578). Cornelis van Sallandt en Maurits Ripperda staan tezamen middels een obligatie borg voor een deel van deze schulden.

b. Cornelis van Sallandt (Zalland, Zallandt, Salland) en Maurits Ripperda:

Cornelis van Zallandt (Zalland, Sallandt) (ca. 1539 - 17-02-1615), meermaals comparant ter Landdag namens het Kwartier van Veluwe, voormalig burgemeester van Arnhem en van 1575 tm. 1607 in de Ridderschap van Veluwe (zie regesten 038, 1581, en 21, 1583, alsmede Nelly van der Hoeven, 'Voorouders...', zie Literatuurlijst, Digitale bestanden).

Maurits Ripperda (1536 - 2 okt. 1616), heer van Vorden en lid van de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen. Hij was een zoon van Hayo Ripperda, in de jaren 1550-1558 raad in het Hof van Gelre en Zutphen (vgl. Genealogie geslacht Ripperda, zie Literatuurlijst, Digitale bestanden).

c. Adam Caldenbach en Seyno van Dort:

Adam Caldenbach, richter van Zutphen; in 1609 burgemeester.

Seyno) van Dort(t), heer te Dort(t), landdrost van Zutphen en schout van Lochem.

a. Voor de manier van vergaderen, zie ook regest 11 Nota bene punt 1 en de regesten 112 en 113.

b. Het reces vermeldt niet om welke ramingen het gaat; gezien de gegeven goedkeuring en bevestiging ("gelaudiert und bestedicht") gaat het blijkbaar om vergoeding van door de comparanten gemaakte onkosten.

a. Voor dit besluit over de betaling van renten e.d., zie de regesten 064 (1591), 065 (1591) en 067 (1591). In relatie tot het verzoek van Bentinck, zie met name regest 065 (1591) Nota bene, onder punt c.

b. De stad Deventer was tot 1578 bezet door een sterk Spaans garnizoen, werd in dat jaar door George de Lalaing graaf van Rennenberg veroverd, maar in 1587 door William Stanley, Engels bevelhebber in Staatse dienst, weer overgegeven aan de Spanjaarden. In 1591 heroverde prins Maurits Deventer definitief voor de Staatse partij. Dit gaf Bentinck de gelegenheid uitbetaling van zijn achterstallige rente en oorlogsschade te vragen.

c. "...habeat patientie...": laat hij geduld hebben.