0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
2.14. Karel van Egmond
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
2.14.2. Algemeen
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
1681 Liber III, (1327) 1492-1501. Afschriften, ca. 1501 1 band
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
1681.01-0226 Hertog Karel stelt Johan Joip, burgemeester in de stad Gelre, aan tot accijnsmeester in de voogdij en het Nederambt van Gelre.
Datering:
1495 oktober 3 [des saterdach na sent Remeyss dach]
NB:
Afschriften: inv.nrs. 1681 fo. 183-184 en 1686 (1) fo. 45vo-47. Het eerste afschrift geeft 1496 als datum, dat is niet waarschijnlijk, aangezien deze benoeming bedoeld was voor de invordering van de in november 1494 voor zes jaar toegestane bieraccijns. Met deze invordering werd blijkbaar in deze tijd een begin gemaakt: de ook in dit stuk genoemde accijnsmeester-generaal werd op 7 september 1495 aangesteld (zie fo. 176vo). Bovendien viel in 1496 Sint-Remigiusdag zelf op zaterdag, de datum zou dan uiteraard 8 oktober worden.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
laatste wijziging 14-05-2024
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
2.14. Karel van Egmond
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
2.14.2. Algemeen
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
1691 Liber XIV, (1535-1538 (1546). Afschriften 1 band
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
1691.01-0016 Hertog Karel geeft een griend in het kerspel Maasbracht in het ambt van Montfort in erfpacht aan Engel van Bracht.
Datering:
(1535 waarschijnlijk)
NB:
Afschrift: inv.nr. 1691, fo. 13vo.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
laatste wijziging 14-05-2024
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
3. Rechten en bezittingen
3.2. Overige rechtstitels
3.2.1. Algemeen
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
Registers betreffende het beheer der domeinen, aangelegd ten tijde van het bestuur van hertog Willem II van Kleef, 1538-1543.
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
Registers betreffende het beheer der domeinen, aangelegd ten tijde van het bestuur van hertog Willem II van Kleef, 1538-1543.
2270 Register van akten en aantekeningen over 1426-1537 betreffende verpanding en bezwaring van ambten en domeinen in het Kwartier van Veluwe, 1426-1537. Afschriften, ca. 1540 3 katernen
N.B. Inhoud: fo. 20-30: Arnhem “etc.” (dat wil zeggen ook posten betreffende de hele Veluwe); fo. 30vo-48: Velp, Rheden, Oosterbeek; fo. 48vo-53: Brummen; fo. 54-57vo: Wageningen; fo. 59: Ede (onvolledig). Datering op grond van de jongste akten, handschrift en kennelijke aanleg in een keer. De akten zijn gespecificeerd in onderstaande regesten.
N.B. Inhoud: fo. 20-30: Arnhem “etc.” (dat wil zeggen ook posten betreffende de hele Veluwe); fo. 30vo-48: Velp, Rheden, Oosterbeek; fo. 48vo-53: Brummen; fo. 54-57vo: Wageningen; fo. 59: Ede (onvolledig). Datering op grond van de jongste akten, handschrift en kennelijke aanleg in een keer. De akten zijn gespecificeerd in onderstaande regesten.
2270.01-0033 Zie regest 1682.01.0114.
Datering:
(1497) augustus 9
NB:
Afschrift: inv.nrs. 2270 fo. 41vo-42vo en 1682 fo. 92 en vo.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 14-05-2024
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
3. Rechten en bezittingen
3.2. Overige rechtstitels
3.2.1. Algemeen
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
Registers betreffende het beheer der domeinen, aangelegd ten tijde van het bestuur van hertog Willem II van Kleef, 1538-1543.
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
Registers betreffende het beheer der domeinen, aangelegd ten tijde van het bestuur van hertog Willem II van Kleef, 1538-1543.
2270 Register van akten en aantekeningen over 1426-1537 betreffende verpanding en bezwaring van ambten en domeinen in het Kwartier van Veluwe, 1426-1537. Afschriften, ca. 1540 3 katernen
N.B. Inhoud: fo. 20-30: Arnhem “etc.” (dat wil zeggen ook posten betreffende de hele Veluwe); fo. 30vo-48: Velp, Rheden, Oosterbeek; fo. 48vo-53: Brummen; fo. 54-57vo: Wageningen; fo. 59: Ede (onvolledig). Datering op grond van de jongste akten, handschrift en kennelijke aanleg in een keer. De akten zijn gespecificeerd in onderstaande regesten.
N.B. Inhoud: fo. 20-30: Arnhem “etc.” (dat wil zeggen ook posten betreffende de hele Veluwe); fo. 30vo-48: Velp, Rheden, Oosterbeek; fo. 48vo-53: Brummen; fo. 54-57vo: Wageningen; fo. 59: Ede (onvolledig). Datering op grond van de jongste akten, handschrift en kennelijke aanleg in een keer. De akten zijn gespecificeerd in onderstaande regesten.
2270.01-0030 Zie regest 1679.01-0131.
Datering:
1471 oktober 18
NB:
Afschrift: inv.nrs. 2270 fo. 39-40, 1679 fo. 109vo-110vo en 1680 fo. 12 en vo.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 14-05-2024