Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Regesten

Regesten

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
Filter: -x
beacon
1.313  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regest
1153 Comparuerunt Mr. Gaerth van Vierssen, Beer[n]t Presickhave, drost op St. Johanspoort, en Geesken, zijn huisvrouw, met recht gebadet ter instantie van Magister Aggeus van Santlen als gemachtigde van Walraven Pieck, heer tot Wolffsweerth, om een kondschap ter waarheid op deze hierna gestalte vraagstukken te geven: - Interrogatoria, waarop Mr. Gaerth van Vierssen en Brendt Presickhaeve verhoord zijn worden: - Item of niet waar is dat zij, deposanten, tezamen (des is geleden ongeveerlijk 4 of 5 dagen) geweest zijn bij Costen Pieck, gevangen op St. Johanspoort voorzegd, en hem getoond, voorgelezen en laten bezien hebben deze obligatie, hiermede geexhibeerd, hem, gevangene, vragende of het zijn obligatie was en of hij die geschreven en getekend had en betalen wilde? - Item of de gevangene daarop niet heeft geantwoord en bekend dat het zijn obligatie was en dat hij onderschreven en getekend had en begeerde te betalen dan dat hij die nu niet kon betalen en hem vervolgens gevraagd hoe dat pitzier daaronder gekomen? - en depondenten, op voorgaande artikelen verhoord zijnde, bekennen inhoud des eersten en tweeden artikels waar te zijn; belangende het opgedrukt pitzier, hetwelk hem getoond zijnde, heeft bekend zijn pitzier te zijn; - ten tweeden de voorzegde Beernth Presickhaeven en zijn huisvrouw op de navolgende interrogatorien behoorlijk te examineren; 1. Item of niet waar is dat ongeveerlijk 3 maanden geleden gekomen is dat op St. Johans poort voorzegd bij hun, deposanten, zeker vrouwepersoon met een klein kind? 2. of die vrouwepersoon niet zeide dat de voorzegde gevangene de vader was van het kind en dat Judith van Weess daarvan de moeder was en dat de voorzegde Joffrouw het voorzegde kind aan haar toen bestadet hadde en niet uitzag om te betalen, zodat zij moest hier komen om haar betaling te krijgen van de vader?
Datering:
20-05-1578
Folio:
356r-356v
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
402
 
 
 
 
 
Regest
1124 Comparuerunt Herman van Dorsten en Jenneken, zijn huisvrouw, waard en waardinne in den gulden Engel alhier, ter instantie van [Donius] van Roesick met recht gebadet en hebben verklaard wie dat de Edelfeste Sicko Decuma, een jong edelman uit Vriesland, tot hun huis op Palmzondag 's morgens ter herberge gekomen met 2 dienaars, leider krankzinnig wezende, zo hebben zij, deposanten, goed gevonden ener der dienaars met schriften afgevaardigd te worden aan zijn oom om hier binnen Arnhem te komen of enige der vriendschap te schicken en de guider jongen edelman te doen bewaren, cureren, te doen brengen waar het hun raadzaam dunken zou, en, zo de kranke zich de volgende nacht alzo aanstelde, dat zij, deposanten, zich niet ondernemen durfden dezelve te bewaren, is gemelde waard aan een eerzaam raad gegaan en begeerd dat zijn eerzame hem op een bekwame plaats wilde doen vervoeren; die begeerde dat hij hem, zo het een "goetmanssoon" was, tot zijn huize behield en het beste doen wilde; men zou hem toestand van stadboden of burgers doen op des kranken kosten en, zo hij, waar, zich daarin bezwaarde, de secretaris aan hun, deposanten, gezonden en laten gesinnen dat hij zulks "oer Erss." en der vriendschap "tho geval" niet zou de weigeren tot aankomst der vriendschap, zo is [niet ingevuld] deze tijdig ontvangen, hebbende met aller ijl op Paasmaandag l.l. tegen de avond met zijn dienaar tot hun huis ter herberge gekomen en bis tot nog toe gebleven als een goed getrouw oom zijner zorg gedragen en raad om hem te genezen gezocht in mening, als zij verstaan, met hem op Emmerik bij een vervaren doctor in der medicijnen te reizen; - Verklaren wijders dat de burgemeester Nijeveltt en zij, deposanten, gehoord hebbende dat die van Sick Dekema broeder, des kranken broeder Frans Dekema, tot Emmerik van Coln gekomen, hebbende zijn Ed. L. zuster op Coln geleide gedaan, hebben dezes kranken dienaar tot Emmerik op Paasmaandagsmorgens gezonden,
Datering:
04-04-1578
Folio:
348v-349v
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
402
 
 
 
 
 
Regest
1027 Comparuit Griet Vosch en heeft getuigd ter instantie van Gaert Vosch dat Bernt Jordens op onzer Liever vrouwendag visitationis haar moeder Geertt Vosch in Cornelis Kanis bezienders huis gebracht heeft, waarin zij, deposante, ook voorts daarna gekomen; Als zij nu een menig tijds in den huize geweest waren, is Cornelis Kanis besiender daarin gekomen en heeft de voordeur boven en beneden toegedaan en vervolgens tot haar moeder gezegd: "komptt nu mede in de cameren" en heeft toen de kamerdeur toegedaan en is met een stoel voor de kamerdeur gaan zitten en heeft voorts de dekens en lakens opgeslagen en tot moeder gezegd: "comptt vrouw Vosch ende besiet mijnn kijndt"; zeide vrouw Vosch: "watt solde Ick aenn U kindt besien"? zeide Cornelis: "Ick heb U nu vehr genouch; nu sullt ghij mijn kindt besegenen mitt lijff off mitt leedt"; zeide deposante: "moeder, doedt idt niett"; en voorts tot Cornelis: "sij saltt niett doen"; zeide Cornelis: Ick stoot U oock mael mitt diese pungaertt inn hartt; Ick heb mitt U niett te schaffen; Ick heb mitt U moeder tho doen"; zei deposante: "die mitt mijn moeder tho doen heeft, heeft genoech mitt mij tho doen"; zei vrouw Vosch "Ick wil U kijndt niett besegenen; waerom sol Ick U kijndt mehr besegenen dann ander guide vrouwen"; Zeide Cornelis: "Ick wiltt vann U gedaenn hebben"; zeide vrouw Vosch: "heb Ick U kyndt dann betoevertt"? zeide Cornelis: "Ghij hebtt mijn kijndt opt hooft getast; daer heb Ick een quaett achter dencken in" en heeft mitsdien zijn "pungaert" uitgetagen en naar haar moeder toegesteken en zei: "Soe wann ghij datt kijnt niet besegent, soe sal Ick U den pungaertt Inn U hartt steecken ende winnen U hartt uth U lijff ende gevent U in handen ende wasschen U in U eigenn bloett al solde Ick een rath daerom rijden"; Zo zijn zijn huisvrouw en Bernt Jordens daar tussen gevallen en hebben de steek behinderd; Zei besiender vrouw: "datt ghij door datt doet mitt recht ende brenght U selver Inn genen last"; Zei vrouw Vosch:
Datering:
16-07-1577
Folio:
311v-313v
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
402
 
 
 
 
 
Regest
555 Gerrit Verwer en Anna, zijn huisvrouw, en Aelbert, haar zoon, en Walburch, nagelaten weduwe van zal. Sibert van Manen, met haar kinderen Nael van Manen, Hilleken van Manen, Gijsbert van Manen en Jenneken, zich mede sterk makende en mede belovende voor hun onmundige kinderen, zusters en broeders, ter eenre- en Zeger van Ucchelen met Anna Dibbits, zijn huisvrouw, ter andere zijde, zich mede sterk makende voor hun kinderen, hebben beloofd alzulke verdrag en accoord als tussen hen beiden door onderhandeling en tussenspreken goeder vrienden ten beiden, daartoe geroepen en gebeden, opgericht, met zaakwolden en gescheidsvrienden hand ondertekend, na te komen en getrouwelijk te achtervolgen zonder enig mangel of feel of ietwes van hunnentwege daartegen te laten geschieden, en is voor ons, schepenen Johan van den Bergh en Ott Kanis, verschenen Gijsbert van Boers voor zich en als gemachtigde van zijn husivrouw Elijsabeth en is borg geworden en heeft beloofd voor gedachte Gerritt en zijn huisvrouw Anna en hun broeders zoon Aelbert dat dezelvige tegen dit verdrag niet zullen doen of doen doen, daarvoor obligerende hun personen, stellende daar nevens voor hypotheek en onderpand voor de in de verdrag genoemde penen, nl. 150 Carolus gl., 1½ morgen weilands, gelegen in Velperbroek, dat Simon van de Water itzonder in pacht heeft en gebruikende is, en hebben Walburch en haar kinderen voor zich, mede sterk makende en belovende voor hun onmundige kinderen, zusters en broeders als boven, met consent en believen van heer Johan, [voor] de weduwe voorzegd en haar kinderen voorgemeld vanwege hun zelf, belovende voor de onmundige kinderne, dat op hun zijde dit verdrag nageleefd en niet tegengedaan zal worden, stellende daar beneffens tot een onderpand de summa van 100 daler pand, 2 morgen weilands, gelegen te Isseloort in die Maet, waaruit jaarlijks Joost van Cranevelt geldende heeft 17 st.,
Datering:
Ipsa Johannis 1575
Folio:
105r-106r
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
402
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal