Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Huis Aerdt

0371 Huis Aerdt

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0371   Huis Aerdt
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Geschiedenis van het Huis Aerdt en zijn bewoners
3. Geschiedenis van de familie Van Hugenpoth tot Aerdt
4. Geschiedenis en verantwoording van de inventarisatie
5. Aanwijzingen voor het gebruik
6. Literatuur
laatste wijziging 13-01-2023
787 beschreven archiefstukken
159 gedigitaliseerd
totaal 4.166 bestanden
Inventaris
1. Algemeen gedeelte
2. Persoonlijk gedeelte
3. Zakelijk gedeelte
4. Varia
5. Regesten
1 Anno Dominicae incarnationes MCXXXIII. indirectione(!) VIII. regnante Lothario II. anno regni ejus VII. anno vero episcopatus domini Andreae V.
Rudolfus de Steinvorth verklaart al zijn goederen in Fullenho geschonken te hebben aan de kerk in Letthe, welke schenking door bisschop Andreas van Utrecht wordt bekrachtigd en bezegeld.
Afschrift (inv.nr. 659). Gedrukt extract uit Racer, Overijsselsche Gedenkstukken, tweede stuk pag. 200 en 201. No. 6.
Gedrukt: Oorkondenboek Utrecht I no. 339.
2 Anno redemptionis MCCLIIII quinta feria post Pentecostem(!) Actum in praedicto monasterio de Campen.
Gerardus de Steenhuys, miles, verklaart in tegenwoordigheid van zijn vrouw Walburga, zijn zonen Godfridus, Gerardus, Arnoldus, Guillelmus en dochters Lisbeta, Walburga, Agnes en Aleydis en zijn bloedverwanten Arnoldus de Nesselraid, Joannes Wittinckhove en Theodericus de Pallant, miles, wegens de intrede van zijn zoon Joannes in het Cistercienzer klooster Campen, aan dit klooster te schenken een tiende, gelegen in Walecken, leenroerig aan Theodericus, graaf van Cleve, hem aangekomen van zijn oom Theodericus, miles de Hensberge, benevens vijf morgen land in Mezelaere, hem door zijn vrouw Walburga, zuster van Joannis, miles de Loo, aangekomen, welke goederen na de dood van Joannes vnd. weer terugvallen op de oorkonder of zijn erven, en 4 ponden 's jaars in eeuwigdurend bezit van het klooster, onder belofte van goedkeuring door zijn bloedverwanten Godfridus de Hensberge en Arnoldus de Alpen.
Afschrift (inv.nr. 146) naar een notarieel afschrift door W. van Gallen; met de aftekening van de zegels van de oorkonder en zijn vrouw en hun bloedverwanten.
3 Op sinte Bartholomeus'avont dis apostels. Dyederic, graaf van Cleve, belooft aan Steven van Hertenvelt de 170 marken te zullen betalen, die hij van Willem van Hyrtenvelt, broeder van Steven vnd., geleend heeft, waarvoor hij het goed Hyrtenvelt verbindt, dat Willem vnd. aan hem verkocht heeft.
Oorspr. (inv.nr. 402), met het geschonden zegel van de oorkonder.
4 up sonte Petersdach ad vincla. Reynalt, hertog van Gelren en graaf van Zutphen, beleent Willem van Reys, ridder, met de wind en het gemaal in de kerspelen Harwen en Arde.
Oorspr. (inv.nr. 443); het zegel van de oorkonder is verloren.
5 op onser Vrouwendach nativitas. Johan Haeghdaern, richter, Helmich van Soenick, Gerit van Merwiic en Arnt die Haen, gerichtslieden, oorkonden, dat Willem van Eylswiic en zijn zoon Jan van Eilswiic overdragen aan Jan van Hirtevelt het versterf, dat Marie van Eylswiic, Willems moeder, aangekomen was van haar broeder Willem van Hirtevelt, bestaande uit 17 marken 's jaars van graaf Dyederic van Cleve en enige rentebrieven, ten laste van Jan van Hirtevelt vnd.
Oorspr. (inv.nr. 403), met de zegels der oorkonders en transportanten.
6 des Dinxdages nae Kersdach. Johan van Oey, ambtman in der Duyffel van wegen de hertog van Gelre en Gulic, graaf van Zutphen, oorkondt, dat Angneesse Voerendonck, weduwe van Gherrit Voerendonckx, en Goessen van Brakel Aelbertssoen aan Geessen van der Auwelaeck en haar twee kinderen Willem en Neessen een jaarrente van 3 Overlandse Rijnsguldens uit 4 morgen land, in de Hengmengen in het kerspel Keken gelegen, overdragen.
Oorspr. (inv.nr. 561); het zegel van de oorkonder is verloren.
7 Johan van Hirtevelt, richter tot Wese, Steven van Hirtevelt en Kyrstken Vynck, gerichtslieden, oorkonden, dat Derick Bade en zijn vrouw Aleit Joestdochter van Plese 2 morgen land te Wemde in het gericht van Wese tynsplichtig maken aan Derick ther Toeven en zijn vrouw Katherine.
Oorspr. (inv.nr. 646), met een fragment van het zegel van de 1e oorkonder; die van de 2e en 3e oorkonder zijn verloren.
8 op den Dinsdach na den heiligen Pinxtdaige. Adolph, hertog van Cleve etc, verpandt aan Wilhelm, heer ten Berge en Bilande, het kerspel Beeck met de hoge en lage heerlijkheid en gericht, voorts zijn holtgericht in de bossen te Diedem, al zijn hofeigen goederen en lieden in het land van den Berge, benevens een rente van 210 Rijnsguldens 's-jaars uit zijn bezittingen in het kerspel Dyedem.
Afschrift, 17e eeuw, door notaris Engelb. Engelen (inv.nr. 596).
9 op sunte Bertholomeus'avent des heilygen apostels etc. Jutte Conynx, weduwe van Willem Borren van Aerde, maakt een scheiding over haar goederen tussen Jacob van Vyncwick, haar zoon, en Lysbet, weduwe van Henrick Kreyenvenger, haar dochter.
Oorspr. (inv.nr. 436), met de min of meer geschonden zegels van Geerlich Noellynck, pastoor te Diedem, Jorrys van Lenep, Johan van Lenep en Henrick van der Hoeven; het zegel van Arnt ter Leidermoel, vicaris te Diedem, is verloren.
10 op sunte Peter ind Pauwelsavont. Johan van Bylant erkent, dat hij als momber van Mechtelt van der Straten een halve Hollensche morgen land, geheten Op den Megert, gelegen in het kerspel Keken, verpacht heeft aan Roloff Heysvelt.
Oorspr. (inv.nr. 587), met de zwaar geschonden zegels van de oorkonder en van de erfpachters Arnt die Waele en Derick van Tyell.
11 op Sunte Martensavent ep. Johan van Ulleft en zijn vrouw Hennycken erkennen overgedragen te hebben aan Lysbetthen van der Hoevelick, weduwe van Willem van der Hoevelick, een stuk land, gelegen in het kerspel Bymmen.
Oorspr. (inv.nr. 562), met het licht geschonden zegel van Henrick van Keken; de zegels van Johan van Keken en Arnt die Waill zijn verloren.
12 up sunt Agathendach virginis et martiris. Johan Gybels en Henrick Kreymer, kerkmeesters te Wese, oorkonden, dat Geertruyd van Schenick, weduwe van Johan Schenick, een vicarie sticht op het 01L. Vrouwen altaar in de kerk te Wese, waarvoor zij geeft het Buesenlant, dat zij gekocht heeft van Johan Buese, Johan Buesensoen, die het in lijfgewin van de kerk te Wese hield, en maken het land tot een tynsgoed ten behoeve van Jaspar van Hertevelt, priester, en Beel van Schenick.
Oorspr. (inv.nr. 647), met het zwaar geschonden kerkenzegel van Weze; de zegels van de "haeffluden" Goesen Haighdorn, Steven van Hertevelt en Henrick van Gestelen zijn verloren.
13 des Dinsdaghs nae sunte Johansdach baptist. Henrick van Hoekelum, richter in de Duffell, Johan Frederixss, Gerrit Quiter, schepen to Duffelwerdt en gemene schepenen van Keken, stellen juffer Otten van der Hoevelick in het bezit van de door verwin verkregen goederen van joffer Alinoier van Diepenbroeck en Evert van Diepenbroeck, te weten 3 percelen land, de Heyngmeyngh, de Hekinck en dat Meer genaamd, en een rente uit de Hof te Hoevelick, alles onder deze bank gelegen.
Oorspr. (inv.nr. 563), met het licht geschonden zegel van Henrick van Hoekelum en het zwaar geschonden schepenzegel.
14 op dach data Phylippi et Jacob apostoli. Anssum Jacobsoen en zijn vrouw Mechtelt verklaren overgedragen te hebben aan Geryt van Lent en zijn vrouw Neess 8 hont tynsplichtig land, in het kerspel Aerdt gelegen.
Oorspr. (inv.nr. 494), met het zegel van de oorkonder en die van de tynsgenoten Floryss Hermenssoen en Wilhem van Hoickellum Evertssoen.
15 dis Guiesdaghs nae den Sonnendach Oculy. Johan van Ghent, richter in Duiffel, Jan Wegen en Henrick Vermoelen, schepenen tot Duiffelward, tot Keken en Bimmen, oorkonden, dat Michghiell van Ghenenss. en zijn vrouw Gherritken overdragen aan Henrick van der Hoevelick een stuk land, dat Groete Velt genaamd, groot 3 morgen, en een stuk land, groot 8 hont, gelegen in het kerspel Bimmen.
Oorspr. (inv.nr. 564), met het geschonden zegel van Johan van Ghent en het licht geschonden schepenzegel.
16 op Gudesstagh nae St. Thomas'tagh apostoli. Johan, hertog van Cleve, graaf van der Marck, belooft de inwoners van de Duiffel niet te zullen belasten met diensten, pandgelden en gerichtsgelden boven de van ouds gebruikelijke.
Notarieel afschrift (inv.nr. 353).
17 Maximiliaen, Rooms-koning etc, neemt Rutger van der Horst, heer Derickzoen, weder in genade aan.
Oorspr. (inv.nr. 144); het zegel van de oorkonder is verloren.
18 Lubbert Torck, richter tot Weze, en Maes Genen en Wilhem Lindeman, schepenen aldaar, oorkonden, dat Henrick van Keyler erkent, dat Frans van den Loe, heer tot Wisschen, geen recht heeft op de Pessche van Johan van Hertevelt tot Wendt.
Oorspr. (inv.nr. 648), met de licht geschonden zegels van Lubbert Torck en Henrick van Keyler en het licht geschonden schepenzegel.
19 Kairle, hertog van Gelre en Guylich, graaf van Zutphen, beleent Johan van der Horst als leenvolger van zijn vader Rutger van der Horst met de wind en het gemaal met de dwang in de kerspelen Herwen en Aerde.
Oorspr. (inv.nr. 443); het zegel van de oorkonder is verloren.
20 op Donredach post Valentini. Thonnys Wylhemss. en zijn vrouw Jennyken verklaren in eeuwige erfpacht ontvangen te hebben van Jan Hermanss. en zijn vrouw Peter 2 hont lang, gelegen in het kerspel Aerd.
Oospr. (inv.nr. 495), met de zegels van Hermen Gerritss. en de erfpachters Henrick Lippet en Evert Goertss.
21 ipso die Philippi et Jacobi apostolorum. Lubbert Torck, richter tot Weze, Wilhem Lindeman en Derrick ther Thoven, schepen tot Weze, de gemene schepenen aldaar en Johan ingen Wordelomb en Derrick ther Thouven als laten in de thesaurie tot Xanten oorkonden, in bijwezen van Jasper van Hertevelt, priester, verwaarder der goederen te Weze, dat Herman van Elsse en zijn vrouw Johan van Keuier en Gijsbert to Walde en zijn vrouw Kathrina van Keyler overdragen aan Johan van Hertevelt een bouwhof tot Wemdt, Opgen Ruil genaamd, half vrij, half lijfgewin van de thesaurie tot Xanten, en een bouwhof tot Wemdt, Voskensguet genaamd, lijfgewin van de thesaurie vnd.
Oorspr. (inv.nr. 649), met de zegels van de 1e oorkonder, het schepenzegel en van Johan ingen Wordelomb en Derrick ther Thouven.
22 ipso die Agate virginis. Johan van Aldenbouckum, richter tot Weess, Johan van Bonn en Derick ther Thoufen, schepenen tot Weess, en Derick ther Thoufen vnd. en Derick Wemmer, laten in de thesaurie tot Xanten, oorkonden, dat Henrick van Keiler overdraagt aan Johan van Hertevelt een bouwhof tot Wemdt, Upgen Rull genaamd, half vrij, half lijfgewin van de thesaurie tot Xanten, en een bouwhof tot Wendt, Voesskensguet genaamd, lijfgewin van de thesaurie vnd., uit welke goederen Henrick van Keiler zijn leven lang de jaarlijkse pacht zal blijven genieten.
Oorspr. (inv.nr. 649), met de min of meer geschonden zegels van de 1e, 3e en 4e oorkonder en van Henrick van Keiler; het zegel van de 2e oorkonder is verloren.
23 des anderen daigs in den Mey. Jan van Aldenboickum, bastaard, richter tot Weze, Wilhem Lindeman en Johan opten Berghe, schepenen en de gemene schepenen tot Weze, oorkonden, dat Kathrina van Keyler en haar zuster Joanna van Keyler, weduwe van Herman van Elss, en haar kinderen Wilhem en Anna de overdracht door hun echtgenoten Giisbert to Walde en Herman van Elss van de twee bouwhoven te Wemdt, Voskenssguet en Opgen Rull genaamd, aan Johan van Hertevelt bekrachtigen, en dat Kathrina en Joanna van Keuler vnd. een volmacht geven aan Wilhem van Elss vnd. inzake de nalatenschap van hun vader Hendrick van Keiler.
Oorspr. (inv.nr. 649), met het licht geschonden zegel van de richter en het licht geschonden schepenzegel.
24 op Fridach post Cuniberti. Wilhem Lindeman en Johan optem Berghe, schepen tot Weze, en de gemene schepenen tot Weze oorkonden, dat Johan van Keyler erkent geen recht te hebben op de jaarpachten, welke zijn vader Henrick van Keyler had op de twee bouwhoven te Wemdt, Opgen Rull en Voskenssguet genaamd.
Oorspr. (inv.nr. 650), met het licht geschonden schepenzegel.
25 Schepenen toe Calcker doen uitspraak in het proces tussen Johan van Keyler en Johan van Hertevelt over de erfpacht van de twee hoeven te Wempt, Upgen Ruyll en Vuskensguet genaamd, waarbij eerstgenoemde in het ongelijk wordt gesteld.
Oorspr. (inv.nr. 651), met het licht geschonden schependomszegel.
26 Ott van den Kolck en zijn vrouw Henrisken en hun kinderen Derick, Met en Wylhemken erkennen overgedragen te hebben aan Derick van der Horst 1 1/2 morgen land, de Kalverkamp genaamd, gelegen bij de windmolen te Aerd.
Oorspr. (inv.nr. 496), met de licht geschonden zegels van Ott van den Kolck, Goessen ter Poirten en de erfpachter Geerloch van den Kolck; het zegel van de erfpachter Wylhem van den Wardt is verloren.
27 Kaerle, Rooms keizer etc, beleent Derick van der Horst, na opdracht door zijn broeder Rutger van der Horst Johansz., met de wind en het gemaal met de dwang in de kerspelen Herwen en Aerde.
Oorspr. (inv.nr. 443); het zegel van de oorkonder is verloren.
28 Hermen Gheritsen en zijn vrouw Jennyken erkennen overgedragen te hebben aan Gerit Bylevelt als rentmeester van Derick van der Horst een jaarrente uit hun huis in het kerspel Aerd, groot 2 enkele Overlandse Rijnse keurvorster goudguldens.
Oorspr. (inv.nr. 497), met de geschonden zegels van Hermen Gheritsen en de erfpachter Derick van Heerd; het zegel van de erfpachter Gerit Ryckquyns is verloren.
29 op Manendach nae dat hoichtitt van Paesschen. Herman Craen gnant Toeboeckum, richter tho Weess en Aszperden, Johan Lax en Johan ingen Wordelumb, schepenen, en gemene schepenen tho Weess oorkonden, dat Johan van Hartevelt Henrixsoen overdraagt aan Peter, Arnt en Lysken ingen Mulray, broeders en zuster, een jaarrente van 2 gouden daalderguldens aan ieder van hen uit zijn halve bouwhof tho Wemb, Opgen Rull genaamd.
Oorspr. (inv.nr. 652), met het geschonden zegel van de richter en het geschonden schepenzegel.
30 Johan Laix en Gaerdt Laix, schepenen, en gemene schepenen tot Weze oorkonden, dat Frederick die Hesch aan Johan van Hartevelt overdraagt een jaarrente, groot 3 molder winterrogge, gaande uit de goederen van Gaert van Eyl in het kerspel Weze, en een jaarrente, groot 5 daalders, gaande uit de goederen onder Hassum van Peter Schinck van Nydeggen.
Oorspr. (inv.nr. 653), met een fragment van het schepenzegel.
31 op sunte Mertensdach in dem winter. Johan ingen Wordelom en John opten Berghe, schepenen, en gemene schepenen tot Weze oorkonden, dat Johan van Hartevelt en zijn oudste zoon Henrick van Hartevelt erkennen schuldig te zijn aan Derrick van Tygelen en zijn vrouw Elizabeth 150 Gelrische rijderguldens, hiervoor verbindende een stuk land, gelegen in dem Vorseler, genaamd dat Enge.
Oorspr. (inv.nr. 654), met een fragment van het zegel van Johan van Hartevelt; het zegel van Henrick van Hartevelt en het schepenzegel zijn verloren.
32 Gegeven tho Arnhem. Philips, koning van Castiliën etc, verklaart, dat hangende het proces tussen Derrick van der Horst en de naburen van Herwen over de dwang van de molen te Aerde, die van Herwen hun graan op deze molen moeten laten malen.
Oorspr. (inv.nr. 444); het contrazegel van de oorkonder is verloren.
33 Johann ingen Wordelumb en Johann Vurtgens, schepenen, en de gemene schepenen tho Weze, Gerit Nirssman en Derick Wemmer gnant Coeleman oorkonden, dat Johan van Hartevelt Henrickssoen en zijn zonen Bernt en Stheven van Hartevelt overgedragen hebben aan Henrick Schinck van Niedeiggenn en zijn vrouw Henrick van Gaelen een jaarrente, groot 18 daalders, gaande uit de halve hof Upgen Rull.
Oorspr. (inv.nr. 652), met het geschonden schepenzegel en de zegels van Johan van Hartevelt en Gerit Nirssman; dat van Derick Wemmer is verloren.
34 Wylhem Lauwerman, richter in der Duyffell, Johan Henrix en Esken Verborich, schepenen in de gerichtsbank Duyffelwardt, Keken en Bymmen, oorkonden, dat Al de Johan Derix, Derick Janssen, jonge Johan Derix, Rutger van den Wall en zijn vrouw Geertgen Derix, Johan Hulss en zijn vrouw Anna Derix overgedragen hebben aan Wylhem van der Hoevelick 1 Hollantzen morgen halfflandtz, gelegen in Kekenre gemeynt, en dat Rutger van den Wall belooft, dat Arndt Dericks, die thans uitlandig is, na zijn terugkomst zijn rechten eveneens zal overdragen.
Oorspr. (inv.nr. 565), met het zegel van de richter en het gebroken schepenzegel.
35 Wylhelm Lauwerman, richter in der Duyffel, Arndt Brantz en Johan Spronck, schepenen in de gerichtsbank Duyfflnwerdt, Keken en Bymmen, oorkonden, dat Bernt Heynck overgedragen heeft aan Wilhelm van der Hoevelick 4 Hollantsche morgen land, gelegen in het kerspel Bymmen.
Oorspr. (inv.nr. 566), met het geschonden zegel van de richter en het geschonden schepenzegel.
36 Johan Brynck, verwaarder van het richterambt in der Duffell, Johan Wemmers en Arndt die Wale, schepenen in de gerichtsbank Dufflnwerdt, Keken en Bymmen, oorkonden, dat Henrick Rypelbant en zijn vrouw Wybberick Steck overgedragen hebben aan Wilhelm van der Hoevelick en zijn vrouw Agnes van Mekeren de Heymmenge, gelegen in het kerspel Keken, indertijd door Henrick van der Hoevelick en zijn vrouw Wybberick vnd. gekocht van Johan van der Hoevelick en na het overlijden van Henrick van der Hoevelick aan zijn weduwe toegedeeld.
Oorspr. (inv.nr. 567), met fragmenten van het zegel van de richter en van het schepenzegel.
37 op sanct Catrynendach der heiligenn joifferenn. Gerlich van Ruremonde, stadhouder van....... Egher Sluyters tot Udem, hofrichter der Wezesschen laethe(n),....... en Geridt Byrmans, gezworen erflaten, voorts gemene..... oorkonden, dat Johan van Harteveldt, (zoon) van wijlen Henrick van Hartevelt, en....... Alidtken en Rutger van Harteveldt, nakinderen van Johan vnd., een jaarrente, hoofdsom 100 zilveren Joachimsdaalders, overgedragen hebben aan Johan van Heteren c.s.
Oorspr. (inv.nr. 404), met het zegel van de 1e oorkonder; dat van de laten is verloren.
38 Ott Jansen en zijn vrouw Neess erkennen overgedragen te hebben aan Derick van der Horst en zijn vrouw Elizabeth van Huis een jaarrente, groot 3 1/2 goudgulden en 1 oortgulden, gaande uit 11 hont land, die Pertzkamp genaamd, gelegen in het kerspel Ardt.
Oorspr. (inv.nr. 498), met de zegels van Ott Jansen en de erfpachters Herman Geritzen en Wylhem Otten.
39 Henrick Floryss en zijn vrouw Elizabeth erkennen overgedragen te hebben aan Derick van der Horst en zijn vrouw Elizabeth een jaarrente, groot 1 goudgulden, gaande uit hun huis, gelegen in het kerspel Aerdt.
Oorspr. (inv.nr. 499), met het zegel van Henrick Floryss en de zwaar geschonden zegels van de erfpachters Wylhem Penninck en Wilhem Otten.
40 Wylhem Otten en zijn vrouw Mechtelt erkennen overgedragen te hebben aan Derick van der Horst en zijn vrouw Elizabeth van Huys een jaarrente, groot 3 Keurvorster goudgulden, gaande uit 2 morgen land, gelegen in het kerspel Aerd.
Oorspr. (inv.nr. 500), met de zegels van Wylhem Otten en de erfpachters en tynsgenoten Wylhem Penninck en Ot Jansoen.
41 Absolon Ovelacker, richter van de stad Cleve van wege Wilhem, hertog van Cleve, beleent namens Dederick van Eykell Dederick van der Hovelick Willemszoon als leenvolger van zijn vader Wilhem van der Hoevelick met 4 morgen land, gelegen te Bimmen in Duffelt, leenroerig aan het huis Opgen Ham.
42 Johan Brinck, richter in der Duiffell, en Johan Spronck en Henrick Brandts, schepenen der gerichtsbanken Duyffelwerdt, Keeken en Bymmen, oorkonden, dat Johan van Loe en Cornelis Hagedorn voor zichzelf en als mombers van de kinderen van wijlen Claes van Loe, met name Geesken en Grietgen, overgedragen hebben aan Berndt die Waell 4 hont land, gelegen in Keekender Wey.
Oorspr. (inv.nr. 568); het zegel van de richter en het schepenzegel zijn verloren.
43 Johan Beniers, zoon van Benier van Westrynen en Adriana Collert en zijn vrouw Hanrisken Bouwens erkennen overgedragen te hebben aan Balthasar van Rossem Jasperss. 3 1/2 morgen land, die Poelre genaamd, gelegen in het kerspel Zoelen.
Oorspr. (inv.nr. 607), met het zwaar geschonden zegel van de 1e oorkonder; de zegels van de 2e oorkondster en van Gerrit Segerss. en Jacob Berntss. zijn verloren; met de handtekeningen van de oorkonders.
44 Eilbert van Hartefelt, Dederich van Schewick, Wilhelm van der Horst en Lyffert vann Beringhenn maken een scheiding tussen Arnolff van Hartefelt Stevenssoen en Johan van Kessell als man van Riick vann Hertefeit, zuster van Arnolff vnd., over enige goederen, afkomstig van hun ouders en hun broeder Henrick.
Oorspr. (inv.nr. 405), met de platgedrukte zegels van Johan van Kessell en de 1e oorkonder; die van Arnolff van Hartefelt en de 2e, 3e en 4e oorkonder zijn verloren.
45 op Martiny epyscopy. Agnees van Mekeren, weduwe van Wyllem van der Hoevelyck, en haar zonen Deryck en Johan van der Hoevelyck erkennen ontvangen te hebben van Johan van Lynden en Steven van Lynden Johansoen 70 Hollandsche daalders.
Oorspr. op papier (inv.nr. 432), met de handtekeningen van de oorkonders.
46 Emmeryck up Wonsdagh den 9ten Martiny. Dederich von der Hoevelick tho Bymmen en Margriet von Rhuwennordt gaan huwelijksvoorwaarden aan.
Afschrift (inv.nr. 433).
47 Gerhartt Otthen, richter in der Duyffell, Frerich Spiett en Johan van Oey, schepenen in Duiffell der gerichtsbanken Duyffellwartt, Keken en Bymmen, oorkonden, dat Margriett van Rhuwenoertt, weduwe van Derick van der Hoevelick, overgedragen heeft aan Rutger Moeryss. een boomgaard en een stuk land, Sandtz hoffstatt genaamd, gelegen in het kerspel Bymmen.
Oorspr. (inv.nr. 569), met een fragment van het zegel van de richter en het geschonden schepenzegel.
48 ge daen binnen der stadt van Campen. Arendt toe Bocop, Johan Wytten, Egbert Renghers en Herman van Spuelde richten een magescheid op tussen de kinderen van Henrick van Erp en Henrica van den Venne.
Oorspr. (inv.nr. 401), met de min of meer geschonden zegels van de oorkonders en van Henrick van der Hoeve ter Hoeve en Jurgen van Bucholtz tot Aldenhaeg.
49 Steffen von Hartenveldt zu dem Dolck, Dieterich von Schewieck zu Driessbergh, Wessel vom Loë, heer tot Wissen, en Floris Spaen to Holdthuisen enerzijds, en Dieterich vom Loe, Peter vom Aldenboickum to Groin, fürstlichen Clevischen Rhaidt, hofmeester en drost in de Lymers, en Johann von Diepenbroick, heer tot der Ympel anderzijds, maken huwelijksvoorwaarden tussen Ahrndt von Hartenveldt to Hartenveldt en Bitter von Hoenepell, dochter van Elbert von Hoenepell en Anne von Welssum.
Oorspr. (inv.nr. 406), met een fragment van het zegel van de bruidegom; de zegels der huwelijksvrienden zijn verloren.
50 Bartholdt van Gendt, heer tho Lohn en Raedt, stadhouder van de lenen van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, beleent Johan van der Horst, vorstelijk Clevischen raad en maarschalk, als leenvolger van zijn vader Dieterich van der Horst, met de wind en het gemaal met de dwang in de kerspelen Herwen en Aerde.
Oorspr. (inv.nr. 443), met fragmenten van het leenzegel.
51 Gerhardt Otthen, richter in der Duyffel, Frederich Spiett en Rutger Moerss., schepenen in Duyffel der gerichtsbanken Duyffellwartt, Keken en Bymmen, oorkonden, dat Giess Zerriss overgedragen heeft aan Johan van Oey en zijn vrouw Jaexken Fullingh zijn recht aan een "kaetstatt", eigendom van de kerk te Bymmen, 1 1/2 morgen halfland in Bymmener gemeyndt en 2 hont land in Millinger Hueff gelegen.
Oorspr. (inv.nr. 576), met het zwaar geschonden zegel van de richter en het zwaar geschonden schepenzegel.
52 Frederich Spiett en Johan van Oey, schepenen in der Duyffell der gerichtsbanken Duyffelwartt, Keken en Bymmen, oorkonden, dat Johan van Oey en zijn vrouw Jaexken Fullings elkander lijftochten in de goederen, door hen verworven bij akte d.d. 1592 oktober 1 (reg.nr. 51), waardoor deze akte is getransfigeerd.
Oorspr. (inv.nr. 576), met het schepenzegel.
53 Reinhardt van Zeiler, zoon van Herman van Zeiler en Ermgardt van Heeckeren, en Margrieth van Ruwenoerdt, weduwe van Derick van der Hoevelich, dochter van wijlen Henrich van Ruwenoerdt en Heylwich Gruther, maken huwelijksvoorwaarden. Concept (inv.nr. 434).
54 binnen der stadt Campen. Johan van Dorsten en zijn vrouw Joestken van Mullem erkennen verkocht te hebben aan Jurgen van Bucholtz, richter te Doesburch, hopman, en zijn vrouw Wilhelma van Erp 1/4 van het goed Coelvoet met de elsgriend en de visserij in de 0lde Issel, genaamd Coelvoets water en de segentoon of visserij in de Rechte Issel, genaamd het Sandeken, gelegen in de vrijheid van Campen, en de erven Schere, Collensandt met de welle en aanwas, Elskensbroeck, Vorderbroeck, het Lutteke Broecxken, Bilssmathe en het hoghe Karzandt met haar visserij in de Isulen, landgangen etc, gelegen in het gericht van Wilssem, met het recht in de visserij van de wedem.
Oorspr. (inv.nr. 633), met de handtekeningen van verkopers, kopers en secretaris van Campen. Met in dorso aantekeningen betreffende de betaling der koopsom, 1596-1601.
0371 Huis Aerdt
Inventaris
5. Regesten
54
binnen der stadt Campen. Johan van Dorsten en zijn vrouw Joestken van Mullem erkennen verkocht te hebben aan Jurgen van Bucholtz, richter te Doesburch, hopman, en zijn vrouw Wilhelma van Erp 1/4 van het goed Coelvoet met de elsgriend en de visserij in de 0lde Issel, genaamd Coelvoets water en de segentoon of visserij in de Rechte Issel, genaamd het Sandeken, gelegen in de vrijheid van Campen, en de erven Schere, Collensandt met de welle en aanwas, Elskensbroeck, Vorderbroeck, het Lutteke Broecxken, Bilssmathe en het hoghe Karzandt met haar visserij in de Isulen, landgangen etc, gelegen in het gericht van Wilssem, met het recht in de visserij van de wedem.
Oorspr. (inv.nr. 633), met de handtekeningen van verkopers, kopers en secretaris van Campen. Met in dorso aantekeningen betreffende de betaling der koopsom, 1596-1601.
Datering:
1596 juni 26
Toegangsnummer:
0371 Huis Aerdt
Zie ook:
laatste wijziging 03-04-2009
laatste wijziging 13-01-2023
787 beschreven archiefstukken
159 gedigitaliseerd
totaal 4.166 bestanden

Kenmerken

Datering:
1323-1881
Auteur:
R. Wartena
Categorie:
laatste wijziging 13-01-2023
787 beschreven archiefstukken
159 gedigitaliseerd
totaal 4.166 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)