Op 8 november 1945 werd het Koninklijk Besluit, ook wel Politiebesluit, genomen met als doel de oprichting van de Gemeentepolitie en het Korps Rijkspolitie. De Gemeentepolitie werd gevestigd in gemeenten met meer dan 25.000 inwoners. De Rijkspolitie kreeg als werkgebied de overige gemeenten. Het Ministerie van Justitie voerde het beheer en het algemeen beleid over de Rijkspolitie, met daarnaast een Algemeen Inspecteur, welke afkomstig was uit de politieorganisatie zelf.

De Rijkspolitie was verdeeld in districten, onder leiding van een districtscommandant. Een district bestond uit (land)groepen met aan het hoofd een groepscommandant. Daaronder vielen posten met een postcommandant.

Groepen waren geïnstalleerd in gemeenten met minder dan 10.000 inwoners en in enkele grotere gemeenten. Een groep kon als werkterrein meerdere gemeenten hebben, waarbij per gemeente een post werd geïnstalleerd. Naast de groepen en posten behoorden tot het Korps de Algemene Verkeers-dienst Rijkspolitie en de Rijkspolitie te Water.

In 1957 werd de Politiewet ingesteld, waarin de taken, bevoegdheden en organisatie van zowel de Gemeentepolitie als de Rijkspolitie werd vastgelegd. De politietaak werd in de Politiewet als volgt omschreven: ‘de politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtregelen te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven’.

De Politiewet werd daarna aangevuld met specifieke regelingen voor bijzondere onderdelen.

In 1980 werd met de Gemeentepolitie van Apeldoorn, Epe, Harderwijk en Zutphen een samenwerkingsverband opgestart. Het district Apeldoorn, met uitzondering van de posten Scherpenzeel en Hoevelaken, participeerde in de regio Gelderland-Noord. Samenwerkende terreinen waren het voorkomen van misdrijven, vorming en opleiding en automatisering.

Ter bevordering van de samenwerking werd op 16 april 1987 de Basisregeling Regionale Samenwerking Politie in werking gesteld, waarbij de korpsen opnieuw in regio’s werden verdeeld.

De regio Gelderland-Noord bestond nu uit de gemeentekorpsen Apeldoorn, Barneveld, Ede, Epe, Harderwijk en Wageningen en uit de Rijkspolitiegroepen Brummen, Elburg, Ermelo, Gorssel, Heerde, Lochem met uitzondering van de post Ruurlo, Nunspeet, Nijkerk, Olderbroek, Putten, Scherpenzeel, Voort en Vorden met uitzondering van de posten Hengelo en Steenderen. Het centrumkorps werd gevormd in Apeldoorn.

Het dagelijks bestuur werd gevormd uit de Commissie van Overleg en Samenwerking. De samen-werkingsgebieden werden uitgebreid met de mobiele eenheid, zware criminaliteit, persoonsbeoordelingen, grootschalig politie-optreden, drugsbestrijding en recherche-onderzoeken kapitale delicten.

Zie voor meer informatie inventarisnummer 102. In het Kleine Vademecum wordt een overzicht gegeven van de organisatie van het district Apeldoorn.

In 1986 werden de groepen Urk en Dronten toegevoegd aan het district. De naam veranderde daarop in District Apeldoorn en Flevoland.

Eind november 1987 werd een regeringsverklaring uitgegeven met daarin een toekomstvisie voor de politieorganisatie. Belangrijkste verandering is dat de gemeente- en Rijkspolitiekorpsen opgaan in regionale korpsen. Vanuit het samenwerkingsverband regio Gelderland-Noord werd een projectorganisatie ingesteld voor de vorming van de Regio Noord- en Oost-Gelderland.

De nieuwe regio werd gevormd door:
Rijkspolitie: District Apeldoorn, groepen Aalten, Borculo, Brummen, Eibergen, Elburg, Ermelo, Gorssel, Groenlo, Heerde, Lochem, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Voorst en Vorden.
Gemeentepolitie: Apeldoorn, Doetinchem, Epe, Harderwijk, Winterswijk en Zutphen.
Rijkspolitie District Nijmegen: Groepen Bergh, Gendringen en Wisch.

De groepen uit Urk en Dronten werden na de regionalisatie toebedeeld aan het nieuwe district Flevoland.

Vanaf 1992 werd er geleidelijk gewerkt vanuit de nieuwe organisatiestructuur. Met ingang van 1 april 1994 werd de Politiewet 1993 van kracht, waarmee de Korpsen Rijkspolitie ophielden te bestaan. Informatie over de implementatie van de nieuwe organsatiestructuur bevindt zich in het archief van de regio Noord- en Oost-Gelderland en zal te zijner tijd worden overgedragen.