Het is niet gemakkelijk een adequate karakterisering te geven van wat gewoonlijk de "collectie-Boeree" wordt genoemd. Documentatieverzameling in de ruimste zin van het woord lijkt nog het meest in de buurt te komen, waarbij wel dient te worden opgemerkt dat Boeree zijn her en der verzamelde documenten vrijwel altijd verwerkte tot min of meer afgeronde, analyserende verhandelingen of ze voorzag van een uitvoerige annotatie en commentaar.

Een probleem dat hij de latere ordenaar heeft nagelaten (op de ordening als zodanig kom ik nog terug), is dat hij verscheidene van die verhandelingen niet heeft gedateerd en dat soms de chronologische opeenvolging alleen nog kan worden gereconstrueerd op grond van het cumulatieve karakter van de gepresenteerde onderzoeksresultaten. Een andere moeilijkheid is dat de titels van de verhandelingen niet altijd even gelukkig zijn gekozen. Een enkele maal dekken ze nauwelijks of zelfs helemaal niet de inhoud (vgl. nrs. 3 en 34) of werken ze door hun gelijkluidendheid verwarrend (vgl. nrs. 3, 4, 14, 22 en 23). Zo kan het voorkomen dat twee verhandelingen met vrijwel gelijke titels elk op een andere plaats in het overzicht zijn opgenomen (vgl. nrs. 3 en 22, 4 en 14).

In mijn toelichtingen heb ik geprobeerd dergelijke schijnbare anomalieën zo goed mogelijk te verantwoorden. Hier kan worden volstaan met de constatering dat de overigens zo zorgvuldige Boeree in de zojuist aan de orde gestelde zaken iets minder precies is geweest. Dat is dan een van de weinige feilen die aan zijn werk kleven.

Bij de ordening ben ik in eerste instantie uitgegaan van Boeree's belangrijkste twee aandachtsvelden: de Slag om Arnhem en het ondergronds verzet, voornamelijk zoals zich dat op de Veluwe heeft ontwikkeld. Hiermee zijn dan ook de hoofdafdelingen bepaald waarin dit overzicht is onderverdeeld. Binnen de eerste is nog weer een nadere rubricering aangebracht, ook weer zoveel mogelijk overeenstemmend met de accenten in het onderzoek van Boeree.

In de tweede hoofdafdeling heb ik ook die verhandelingen betrokken die bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie berusten [de nrs. 60-71, tussen vierkante haken]. Daar zijn twee belangrijke redenen voor. Ten eerste is een aantal kleinere in kopie ook aanwezig bij het Gemeentearchief Arnhem; ten tweede vormen ze een zo wezenlijk aspect van Boeree's werkzaamheden dat ze in een overzicht van zijn oeuvre in ieder geval, al was het maar pro memorie, de plaats moeten krijgen die hun toekomt. Ten slotte leek het verstandig alle geschriften van Boeree, voor zover die op de Tweede Wereldoorlog betrekking hebben, in één overzicht op te nemen, ongeacht waar ze feitelijk berusten. Dat geldt dus ook voor de resultaten van zijn onderzoek inzake het verraad van Lindemans, berustend bij de Sectie Militaire Geschiedenis van de Koninklijke Landmacht te Den Haag (de nrs. 1 en 32, tussen ronde haken).

Bij de beschrijving heb ik er zoveel mogelijk naar gestreefd te werken conform de regels voor het titelbeschrijven en de Nederlandse archiefterminologie, maar in een aantal gevallen ben ik er doelbewust van afgeweken. Zo heb ik geregeld de term typoscript gebezigd (een woord dat ten onrechte nog niet is opgenomen in het Lexicon van Nederlandse archieftermen, maar dat wel in de nieuwste drukken van Van Dale staat), omdat dit mijns inziens de enige adequate aanduiding is van Boeree's geschriften, adequater in elk geval dan manuscript. Zoals al eerder is opgemerkt, placht Boeree van jongs af al zijn werk te typen. In de schaarse gevallen dat dit hier niet het geval was, en we dus vrijwel zeker met een klad of concept te maken hebben (al is dit meestal niet meer te achterhalen), heb ik dat erbij vermeld (bijvoorbeeld: "met de hand geschreven"); als er niets bij staat, is altijd sprake van getypte teksten, typoscripten dus.

Boeree had de gewoonte van zijn teksten een aantal doorslagen te maken, ten behoeve van diverse belangstellenden of belanghebbenden. In dit overzicht heb ik ervan afgezien bijzondere aandacht te schenken aan een (mogelijk) onderscheid tussen origineel getypte exemplaren en de doorslagen ervan, mede omdat er eigenlijk nooit sprake is van een herkenbare onderlinge hiërarchie. De meeste typoscripten, ook de kleine, en ook de doorslagen, zijn op een eenvoudige wijze tot cahiers gebonden, voorzien van een linnen rug en een slap kaft, met op het etiket de titel. Tenzij in dit overzicht anders is vermeld (bijvoorbeeld: "band", "bundel", "omslag", "ringband"), is genoemde uiterlijke vorm gangbaar.

Naast zijn eigen geschriften en bijbehorend documentatiemateriaal heeft Boeree aan het Gemeentearchief Arnhem ook al zijn boeken geschonken die, zij het een enkele maal in zeer verwijderd verband, betrekking hebben op de Slag om Arnhem of op de operatie "Market Garden" in het algemeen. Een aantal ontleent zijn waarde niet zozeer aan de oorspronkelijke inhoud als wel aan de soms zeer uitvoerige notities die Boeree in margine heeft gemaakt en/of aan de ingeplakte correspondentie.

In een bijlage bij dit overzicht is een lijst van de boeken (en artikelen) opgenomen; ze zijn alfabetisch op auteur of hoofdwoord geplaatst, waarbij gebruik gemaakt is van de zgn. verkorte wetenschappelijke titelbeschrijving. Waar nodig is vermeld welke bijzondere documentaire waarde door Boeree zelf is toegevoegd.