0005
Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inleiding *
08. Geschiedenis van de archieven en verantwoording van de inventarisatie
08.2. Kwartier van Zutphen
0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inleiding1
08. Geschiedenis van de archieven en verantwoording van de inventarisatie
08.2.
Kwartier van Zutphen
laatste wijziging 27-09-2013
Blijkens een rapport van de commies J.J. de Vuller van 20 maart 1811, uitgebracht aan de Landdrost in het Departement Gelderland * , zijn de te Zutphen berustende archieven van het Kwartier door hem herordend om ruimte te winnen. De Vuller kreeg vervolgens * . opdracht de archivalia te splitsen. Alles wat voor de Sous-Préfecture Zutphen van nut kon zijn, zoals landdags- en kwartiersrecessen en de bibliotheek, bleef in Zutphen. De rest, voornamelijk jongere stukken die het Provinciaal Bestuur als retroacta dacht nodig te hebben, werd naar Arnhem getransporteerd. In 1861 en volgende jaren is de rest van de stukken naar het Provinciale archiefdepot, vanaf 1878 het Rijksarchief in Gelderland overgebracht.
Vanwege de aanvankelijke bewaring door de stadssecretarie en de combinatie van de functies van raads- en kwartierssecretaris zijn de stukken deels vermengd geweest met die van de stad. In 1963, toen mw. dr. A.J. Maris zich met de statenarchieven bezighield, is ca. 1,5 m stukken die zich ten onrechte in het stadsarchief bevond afgescheiden en aan het rijk overgedragen.
Ondanks de aanzienlijke hoeveelheid bewaard gebleven stukken leert een blik in de inventaris uit omstreeks 1775 (inventarisnummer 846, zie de specificatie in bijlage 7.2) dat er nog meer geweest is. Allereerst rekeningen van de ontvanger-generaal: de huidige serie is verre van compleet. Ook van de stukken betreffende belastingheffing is maar een deel over. Van de ontbrekende rekeningen van het Rentambt Bergh was toen een serie vanaf 1656 aanwezig. De vermelde serie landdagsrecessen is een andere dan de huidige. Dat is te zien aan de niet overeenkomende indeling in jaren. Datzelfde geldt voor de kwartiersrecessen.
Vanwege de aanvankelijke bewaring door de stadssecretarie en de combinatie van de functies van raads- en kwartierssecretaris zijn de stukken deels vermengd geweest met die van de stad. In 1963, toen mw. dr. A.J. Maris zich met de statenarchieven bezighield, is ca. 1,5 m stukken die zich ten onrechte in het stadsarchief bevond afgescheiden en aan het rijk overgedragen.
Ondanks de aanzienlijke hoeveelheid bewaard gebleven stukken leert een blik in de inventaris uit omstreeks 1775 (inventarisnummer 846, zie de specificatie in bijlage 7.2) dat er nog meer geweest is. Allereerst rekeningen van de ontvanger-generaal: de huidige serie is verre van compleet. Ook van de stukken betreffende belastingheffing is maar een deel over. Van de ontbrekende rekeningen van het Rentambt Bergh was toen een serie vanaf 1656 aanwezig. De vermelde serie landdagsrecessen is een andere dan de huidige. Dat is te zien aan de niet overeenkomende indeling in jaren. Datzelfde geldt voor de kwartiersrecessen.
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden