0005
Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inleiding *
06. Belastingheffing
06.3. Verponding
0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inleiding1
06. Belastingheffing
06.3.
Verponding
laatste wijziging 27-09-2013
Belasting op alle onroerende goederen waaruit inkomsten werden verkregen, ingevoerd in 1651 ter vervanging van de schildschatting. Betaald moest worden de 6e penning van de belastbare pachtwaarde van boerderijen en grond en de 9e penning van huizen en molens. Voor onderhoudskosten mocht een percentage worden afgetrokken.
Tussen 1643 en 1651 werden lokale kohieren samengesteld met daarin de belastbare waarde per object. De 6e en 9e penning moesten door de collecteurs aan de ontvanger van het Kwartier worden afgedragen. Het ambt of de stad hief ten behoeve van zijn eigen uitgaven opcenten. Ook het Kwartier kon het bedrag verhogen met een extra-ordinaris verponding, geheven als percentage van het oorspronkelijke bedrag.
Het opleggen van de aanslag, het manen, moest gebeuren in november. Vóór eind februari moest het bedrag zijn betaald. In de maancedullen, die de belastingplichtigen kregen uitgereikt, stond alleen het verschuldigde bedrag vermeld.
Doordat de kohieren niet of nauwelijks werden aangepast veranderde de verpondingsaanslag gaandeweg in een vast bedrag, dat weinig relatie meer had met de werkelijke situatie.
De verponding werd geïnd door collecteurs, die waren aangesteld door de stedelijke magistraten of het ambtsbestuur. Onderpand moest worden gesteld als bij de pachters van de impost. De collecteurs waren verantwoording verschuldigd aan de ontvanger der verponding in hun district.
Tussen 1643 en 1651 werden lokale kohieren samengesteld met daarin de belastbare waarde per object. De 6e en 9e penning moesten door de collecteurs aan de ontvanger van het Kwartier worden afgedragen. Het ambt of de stad hief ten behoeve van zijn eigen uitgaven opcenten. Ook het Kwartier kon het bedrag verhogen met een extra-ordinaris verponding, geheven als percentage van het oorspronkelijke bedrag.
Het opleggen van de aanslag, het manen, moest gebeuren in november. Vóór eind februari moest het bedrag zijn betaald. In de maancedullen, die de belastingplichtigen kregen uitgereikt, stond alleen het verschuldigde bedrag vermeld.
Doordat de kohieren niet of nauwelijks werden aangepast veranderde de verpondingsaanslag gaandeweg in een vast bedrag, dat weinig relatie meer had met de werkelijke situatie.
De verponding werd geïnd door collecteurs, die waren aangesteld door de stedelijke magistraten of het ambtsbestuur. Onderpand moest worden gesteld als bij de pachters van de impost. De collecteurs waren verantwoording verschuldigd aan de ontvanger der verponding in hun district.
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden