0005
Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inleiding *
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden
Inventaris
1. Kwartierlijk bestuur
1.2. Financiën
1.2.2. Belastingheffing
1.2.2.4. Andere belastingen
1.2.2.4.4. Eenmalige heffingen
N.B. De 1000e penning was een eenmalige belasting op roerend en onroerend goed, landerijen uitgezonderd. Met andere belastingen werd de opbrengst aangewend om de kosten van de oorlogsvoering te bestrijden.
De "liberale gifte" bestond uit een verplichte bijdrage per hoofd van de bevolking ten behoeve van de oorlogvoering tegen Frankrijk, vermeerderd met een bepaald percentage naar rato van het vermogen. Zie het plakkaat van de Staten van het Kwartier van Zutphen van 8 december 1747.
Op 8 augustus 1795 besloot het Kwartier tot een gedwongen heffing van 2% (50e penning) op vermogens van f 1000,- of meer. Op 1 november 1796 volgde een heffing van 1% (100e penning), te betalen door diegenen die een vermogen bezaten van f 500,- of meer en niet hadden ingetekend op de lening in de vorm van een loterij van 9 juli van dat jaar. Kerkelijke en andere instellingen, buitenlandse grondbezitters en marken konden ook kiezen voor de driedubbele verponding.
N.B. De 1000e penning was een eenmalige belasting op roerend en onroerend goed, landerijen uitgezonderd. Met andere belastingen werd de opbrengst aangewend om de kosten van de oorlogsvoering te bestrijden.
De "liberale gifte" bestond uit een verplichte bijdrage per hoofd van de bevolking ten behoeve van de oorlogvoering tegen Frankrijk, vermeerderd met een bepaald percentage naar rato van het vermogen. Zie het plakkaat van de Staten van het Kwartier van Zutphen van 8 december 1747.
Op 8 augustus 1795 besloot het Kwartier tot een gedwongen heffing van 2% (50e penning) op vermogens van f 1000,- of meer. Op 1 november 1796 volgde een heffing van 1% (100e penning), te betalen door diegenen die een vermogen bezaten van f 500,- of meer en niet hadden ingetekend op de lening in de vorm van een loterij van 9 juli van dat jaar. Kerkelijke en andere instellingen, buitenlandse grondbezitters en marken konden ook kiezen voor de driedubbele verponding.
0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden
Inventaris
1. Kwartierlijk bestuur
1.2. Financiën
1.2.2. Belastingheffing
1.2.2.4. Andere belastingen
1.2.2.4.4.
Eenmalige heffingen
N.B. De 1000e penning was een eenmalige belasting op roerend en onroerend goed, landerijen uitgezonderd. Met andere belastingen werd de opbrengst aangewend om de kosten van de oorlogsvoering te bestrijden.
De "liberale gifte" bestond uit een verplichte bijdrage per hoofd van de bevolking ten behoeve van de oorlogvoering tegen Frankrijk, vermeerderd met een bepaald percentage naar rato van het vermogen. Zie het plakkaat van de Staten van het Kwartier van Zutphen van 8 december 1747.
Op 8 augustus 1795 besloot het Kwartier tot een gedwongen heffing van 2% (50e penning) op vermogens van f 1000,- of meer. Op 1 november 1796 volgde een heffing van 1% (100e penning), te betalen door diegenen die een vermogen bezaten van f 500,- of meer en niet hadden ingetekend op de lening in de vorm van een loterij van 9 juli van dat jaar. Kerkelijke en andere instellingen, buitenlandse grondbezitters en marken konden ook kiezen voor de driedubbele verponding.
N.B. De 1000e penning was een eenmalige belasting op roerend en onroerend goed, landerijen uitgezonderd. Met andere belastingen werd de opbrengst aangewend om de kosten van de oorlogsvoering te bestrijden.
De "liberale gifte" bestond uit een verplichte bijdrage per hoofd van de bevolking ten behoeve van de oorlogvoering tegen Frankrijk, vermeerderd met een bepaald percentage naar rato van het vermogen. Zie het plakkaat van de Staten van het Kwartier van Zutphen van 8 december 1747.
Op 8 augustus 1795 besloot het Kwartier tot een gedwongen heffing van 2% (50e penning) op vermogens van f 1000,- of meer. Op 1 november 1796 volgde een heffing van 1% (100e penning), te betalen door diegenen die een vermogen bezaten van f 500,- of meer en niet hadden ingetekend op de lening in de vorm van een loterij van 9 juli van dat jaar. Kerkelijke en andere instellingen, buitenlandse grondbezitters en marken konden ook kiezen voor de driedubbele verponding.
laatste wijziging 10-04-2018
5 gedigitaliseerd
totaal 1.164 bestanden
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 04-03-2024
1.931 beschreven archiefstukken
965 gedigitaliseerd
totaal 286.758 bestanden