0124-650 Brieven uit en aan het Hof
219 Missive van de regentes aan den raad in antwoord op die van 13 juni l.l. Zij keurt de wijze van handelen met de dorpen van Nederbetuwe enz. goed, en gelast tevens er de hand aan te houden, dat de zaak voortgang hebbe. Zij zal het advies van de rekenkamer van Holland inwinnen aangaande de Klachten der Nederbetuwsche dorpen over de verlegging van den tol. Zij keurt de schorsing van Claes Vijgh goed en gelast bij provisie een anderen Ambtman aan te stellen
laatste wijziging 04-08-2011
0124-650 Brieven uit en aan het Hof
221 Request den Stadhouder overgegeven door den geschorsten Ambtman van Nederbetuwe, Claes Vijgh. Suppliant verzoekt nederig opheffing der suspensie, daar hij krachtens landrecht en den eed daarop door hem gedaan, niet anders heeft kunnen handelen; of, zoo Z.M. daartoe niet gezind is, dat geen nieuwe Ambtman worde aangesteld, voordat hem gerestitueerd zijn de penningen, waarop hij krachtens verschrijving en pandschap recht heeft
laatste wijziging 04-08-2011
0124-650 Brieven uit en aan het Hof
222 Minuut-missive van den raad aan de regentes begeleidende het request van Claes Vijgh (No. 221). Dit request is aangeboden door suppliant, vergezeld van 12 of 14 edelen van het kwartier van Nijmegen. Het blijkt, dat men in den lande de behandeling der zaak niet goedkeurt en de Geldersche leden van den raad zijn bedacht voor moeilijkheden, daar men meent, dat er gehandeld wordt in strijd met het tractaat van Venlo. De raad acht het wenschelijk de zaak niet te ver te drijven, mits Vijgh om genade smeeke en belove voortaan zijn plicht te doen, te meer omdat Derck van Utrecht niet als klager zou willen optreden, daar hij voor Claes Vijgh het woord heeft gevoerd (toen men hem polste, had men om redenen hem niet gezegd, tegen wien hij zou moeten procedeeren).
Zie antwoord van 7 juli 1546
Zie antwoord van 7 juli 1546
laatste wijziging 04-08-2011
0124-650 Brieven uit en aan het Hof
211 Minuut-missive van den raad aan de regentes in antwoord op die van 5 mei l.l. De onwillige dorpen in de Nederbetuwe hebben te Tiel voor den raad verklaard bereid te zijn s'keizers penningen uit te zetten en de zetcedullen aan den amptman over te geven, verzoekende uitstel tot oogsttijd, als wanneer zij ook de resteerende Kleefsche penningen zouden betalen, waarop hun geantwoord was, dat men dit uitstel niet kon accordeeren, maar dat de amptman hierin naar discretie zou handelen. Die van Rumpt en Gellicum, die zich bij de executie van de Kleefsche penningen tegen den Amptmen verzet hadden, hebben om vergiffenis gesmeekt en zich met hun armoede geexcuseerd. Ook zij verzochten uitstel tot den oogst, waarop hun 'tzelfde geantwoord is als aan die van de Nederbetuwe. Eveneens is gehandeld ten opzichte van Geldermalsen. Claes Vijgh, amptman der Nederbetuwe, is wegens onwilligheid om te executeeren, in zijn officie geschorst. Ten opzichte van de heeren van het Overkwartier zijn nog geen maatregelen genomen, daar men vreest hem te vertoornen. Bij den raad komen klachten in over het verplaatsen van den tol van Wijk naar Rhenen. De raad verzoekt, dat H.M. daarin zal mededeelen, wat haar goeddunkt.
Zie antwoord van 21 juni 1546
Zie antwoord van 21 juni 1546
laatste wijziging 04-08-2011