9 op sunte Bertholomeus'avent des heilygen apostels etc. Jutte Conynx, weduwe van Willem Borren van Aerde, maakt een scheiding over haar goederen tussen Jacob van Vyncwick, haar zoon, en Lysbet, weduwe van Henrick Kreyenvenger, haar dochter.
Oorspr. (inv.nr. 436), met de min of meer geschonden zegels van Geerlich Noellynck, pastoor te Diedem, Jorrys van Lenep, Johan van Lenep en Henrick van der Hoeven; het zegel van Arnt ter Leidermoel, vicaris te Diedem, is verloren.

10 op sunte Peter ind Pauwelsavont. Johan van Bylant erkent, dat hij als momber van Mechtelt van der Straten een halve Hollensche morgen land, geheten Op den Megert, gelegen in het kerspel Keken, verpacht heeft aan Roloff Heysvelt.
Oorspr. (inv.nr. 587), met de zwaar geschonden zegels van de oorkonder en van de erfpachters Arnt die Waele en Derick van Tyell.

11 op Sunte Martensavent ep. Johan van Ulleft en zijn vrouw Hennycken erkennen overgedragen te hebben aan Lysbetthen van der Hoevelick, weduwe van Willem van der Hoevelick, een stuk land, gelegen in het kerspel Bymmen.
Oorspr. (inv.nr. 562), met het licht geschonden zegel van Henrick van Keken; de zegels van Johan van Keken en Arnt die Waill zijn verloren.

12 up sunt Agathendach virginis et martiris. Johan Gybels en Henrick Kreymer, kerkmeesters te Wese, oorkonden, dat Geertruyd van Schenick, weduwe van Johan Schenick, een vicarie sticht op het 01L. Vrouwen altaar in de kerk te Wese, waarvoor zij geeft het Buesenlant, dat zij gekocht heeft van Johan Buese, Johan Buesensoen, die het in lijfgewin van de kerk te Wese hield, en maken het land tot een tynsgoed ten behoeve van Jaspar van Hertevelt, priester, en Beel van Schenick.
Oorspr. (inv.nr. 647), met het zwaar geschonden kerkenzegel van Weze; de zegels van de "haeffluden" Goesen Haighdorn, Steven van Hertevelt en Henrick van Gestelen zijn verloren.