0145 ORA Stad Doesburg
Inventaris
2. Stukken betreffende de contentieuse rechtspraak
2.3. Civiele zaken
Civiele procesdossiers, 1545-1811 en zonder jaar. 123 pakken
N.B. Civiele procesdossiers zijn in zeer groten getale aanwezig, de meeste zijn echter onvolledig. Die dossiers (het merendeel van het totaal), die geheel uit elkaar lagen, zijn zoveel mogelijk weer samengevoegd, doch in sommige gevallen, vooral daar waar het een reeks van processen van dezelfde partijen betrof (zie b.v. inv. 393-447) kon hiertoe niet met zekerheid worden overgegaan.
1714-1716
Civiele procesdossiers, 1545-1811 en zonder jaar. 123 pakken
N.B. Civiele procesdossiers zijn in zeer groten getale aanwezig, de meeste zijn echter onvolledig. Die dossiers (het merendeel van het totaal), die geheel uit elkaar lagen, zijn zoveel mogelijk weer samengevoegd, doch in sommige gevallen, vooral daar waar het een reeks van processen van dezelfde partijen betrof (zie b.v. inv. 393-447) kon hiertoe niet met zekerheid worden overgegaan.
1714-1716

900 Jacobus v.d. Steen contra de erfgen. van Willem van der Lip
Datering:
c. 1714
Eiser:
Jacobus v.d. Steen
Gedaagde:
de erfgen. van Willem van der Lip
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 26-10-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
0185 ORA Millingen
2. Inventaris
2.2. Contentieuse rechtspraak
Civiele procesdossiers, 1662-1810. 17 omslagen
Civiele procesdossiers, 1662-1810. 17 omslagen

12 G.v.d. Horst, rent mr.d. geest.goederen contra Fr.v.d. Lynden, heer tot Hemmen
Datering:
1692
Eiser:
G.v.d. Horst, rent mr.d. geest.goederen
Gedaagde:
Fr.v.d. Lynden, heer tot Hemmen
laatste wijziging 07-09-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 12 bestanden
0145 ORA Stad Doesburg
Inventaris
1. Stukken betreffende de criminele rechtspraak
N.B. Het "imperium in criminalibus" kwam toe aan het Hof, als opvolger van de Landsheer. Dit liet zich binnen stad, schependom en richterambt vertegenwoordigen door de richter, die binnen stad en schependom recht van apprehensie van alle vreemde personen had. Indien de Magistraat een niet-burger arresteerde was hij verplicht, deze na een eerste onderzoek aan de richter over te leveren, die vervolgens, geassisteerd door twee schepenen, het recht van instructie had. Burgers werden hetzij door de Magistraat, hetzij door de richter gearresteerd; bij arrestatie door de Magistraat leidde deze zelf de instructie, waarbij het Hof aanwijzingen gaf, en eventueel kon gelasten, verdachte op de pijnbank te verhoren. Het vonnis werd geveld door het Hof, uitgesproken door het stedelijk gerecht, en ter plaatse ten uitvoer gelegd door de richter. Indien niet de Magistraat, doch de richter een burger arresteerde, dan berustte de leiding van de instructie bij deze laatste.
Competentiegeschillen tu
ssen Magistraat en richter rijzen gedurende de gehele zeventiende en achttiende eeuw. Eerst in 1783 komt hieraan een einde door een dading tussen beiden.1
Hoewel, zoals boven vermeld, al wat crimineel was toekwam aan de opvolger van de Landsheer, was de Magistraat bevoegd tot het opleggen van een correctieve maatregel, te weten veroordeling tot een korte gevangenisstraf, eventueel op water en brood.
Criminele procesdossiers, 1564-1810 en z.j. 4 pakken
1564-1666
N.B. Het "imperium in criminalibus" kwam toe aan het Hof, als opvolger van de Landsheer. Dit liet zich binnen stad, schependom en richterambt vertegenwoordigen door de richter, die binnen stad en schependom recht van apprehensie van alle vreemde personen had. Indien de Magistraat een niet-burger arresteerde was hij verplicht, deze na een eerste onderzoek aan de richter over te leveren, die vervolgens, geassisteerd door twee schepenen, het recht van instructie had. Burgers werden hetzij door de Magistraat, hetzij door de richter gearresteerd; bij arrestatie door de Magistraat leidde deze zelf de instructie, waarbij het Hof aanwijzingen gaf, en eventueel kon gelasten, verdachte op de pijnbank te verhoren. Het vonnis werd geveld door het Hof, uitgesproken door het stedelijk gerecht, en ter plaatse ten uitvoer gelegd door de richter. Indien niet de Magistraat, doch de richter een burger arresteerde, dan berustte de leiding van de instructie bij deze laatste.
Competentiegeschillen tu
ssen Magistraat en richter rijzen gedurende de gehele zeventiende en achttiende eeuw. Eerst in 1783 komt hieraan een einde door een dading tussen beiden.1
Hoewel, zoals boven vermeld, al wat crimineel was toekwam aan de opvolger van de Landsheer, was de Magistraat bevoegd tot het opleggen van een correctieve maatregel, te weten veroordeling tot een korte gevangenisstraf, eventueel op water en brood.
Criminele procesdossiers, 1564-1810 en z.j. 4 pakken
1564-1666

5 Richter namens Hof contra Willem van Gent
Datering:
1588
Eiser:
Richter namens Hof
Gedaagde:
Willem van Gent
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 27-08-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 7 bestanden
0145 ORA Stad Doesburg
Inventaris
2. Stukken betreffende de contentieuse rechtspraak
2.2. Fiscale Zaken
N.B. Onder deze zaken zijn als voornaamste categorieën begrepen het toebrengen van al of niet lichamelijk letsel, belediging van het gezag en overtreding van de stedelijke keuren. Oorspronkelijk waren waarschijnlijk alleen de keurmeesters met de vervolging van deze vergrijpen belast, doch reeds spoedig gaan zij een of meer rechtsgeleerden machtigen, voor hen als advocaat-fiscaal (fiscus civilis) op te treden. Via een identificatie van beide functies verdwijnen dan in de loop der achttiende eeuw de keurmeesters. De vervolging vindt echter ook wel plaats door schepen-richteren, de Magistraat, het gericht of de Raad, zonder dat hierbij vaste regels zijn op te geven. Conclusies konden dan ook hieruit niet worden getrokken. Waarschijnlijk is echter, dat bij een vervolging de namen der vervolgde instanties geheel willekeurig zijn gekozen.
Gestraft werd met geldboete, verbanning of lichte vrijheidsbeperking (Zie de inleiding bij de Criminele Rechtspraak).
Fiscale procesdossiers, 1631-1811 en zonder jaartal. (Zie bijlage II). 7 pakken
1631-1663
N.B. Onder deze zaken zijn als voornaamste categorieën begrepen het toebrengen van al of niet lichamelijk letsel, belediging van het gezag en overtreding van de stedelijke keuren. Oorspronkelijk waren waarschijnlijk alleen de keurmeesters met de vervolging van deze vergrijpen belast, doch reeds spoedig gaan zij een of meer rechtsgeleerden machtigen, voor hen als advocaat-fiscaal (fiscus civilis) op te treden. Via een identificatie van beide functies verdwijnen dan in de loop der achttiende eeuw de keurmeesters. De vervolging vindt echter ook wel plaats door schepen-richteren, de Magistraat, het gericht of de Raad, zonder dat hierbij vaste regels zijn op te geven. Conclusies konden dan ook hieruit niet worden getrokken. Waarschijnlijk is echter, dat bij een vervolging de namen der vervolgde instanties geheel willekeurig zijn gekozen.
Gestraft werd met geldboete, verbanning of lichte vrijheidsbeperking (Zie de inleiding bij de Criminele Rechtspraak).
Fiscale procesdossiers, 1631-1811 en zonder jaartal. (Zie bijlage II). 7 pakken
1631-1663

104 Advocaat fiscaal contra Joh. van Olffen
Datering:
1646
Eiser:
Advocaat fiscaal
Gedaagde:
Joh. van Olffen
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 27-08-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 170 bestanden