Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Procesdossiers

Procesdossiers

Procesdossiers komen voor in archieven van rechtsprekende organen van vóór 1811: de oud-rechterlijke archieven, het Hof van Gelre en Zutphen en de Heren en graven van Culemborg. Bij criminele en fiscale processen is er een strafbaar feit begaan, de eiser (aanklager) is dan een gerechtsdienaar. Bij civiele processen zijn twee burgerlijke partijen betrokken, eiser en gedaagde.

Hoe zoekt u door procesdossiers?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.

Hoe bekijkt u de scans van een procesdossier?

Procesdossiers zitten in verschillende archieven. De scans van de procesdossiers zijn dan ook te vinden in het archief waar het dossier zich in bevindt. U komt hier door te klikken op de naam van het archief achter ‘Bekijk archieftoegang’. Op deze manier kunt u ook een scan aanvragen van nog niet gescande dossiers.

Wilt u meer informatie over procesdossiers?

In de Onderzoeksgids Oud Rechterlijke Archieven vindt u onder andere informatie over:
  • Zoeken in oud rechterlijke archieven.
  • Welke oud rechterlijke archieven procesdossiers bevatten die digitaal te doorzoeken zijn.
 
beacon
21  zoekresultaten
 
 
 
 
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
1. Criminele zaken
N.B. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, I, de alinea betr. de inquisitoire of extra-ordinaris procedure en betr. de accusatoire of ordinaris procedure. Zie voorts: kanselarij-ordonnantie van 1547, art.29, en kanselarij-ordonnantie van 1622/1651 artt. 37-42. Ook zij verwezen naar hoofdstuk VI, de criminele procedure volgens Departementaal reglement voor Gelderland van 1802, artt. 72-83, en de mombersinstructie van 1803. In criminele (lijfstraffelijke) zaken was voor het Hof de extra-ordinaris procedure regel. De beklaagde was hierbij voorwerp van onderzoek (géén procespartij) van de met de instructie belaste commissarissen uit het Hof en/of de momber. Het Hof kon evenwel aan de beklaagde een ordinaris proces toestaan, waarbij de momber eiser was en de beklaagde, bijgestaan door een advocaat, verweerder. In een dergelijk ordinaris, civiliter gevoerd, proces kon naar gelang van de omstandigheden een criminele sententie vallen.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden

Criminele procesdossiers, 1544-1811. 262 pakken, 4 charters en 4 deeltjes
N.B. Vóór 1597 werden de bestuurlijke en rechterlijke dossiers van het Hof niet gescheiden in afzonderlijke reeksen bewaard, doch op letter, waarbij slechts onderscheid gemaakt werd, of het dossier een afgedane of "gewesen" zaak betrof of niet. In 1597 werd er een "criminele cas" ingesteld, terwijl men daarnaast een "cas der pardonnen" en een voor de civiele dossiers kreeg. De z.g. casboeken (zie inv.nrs. 1406-1409) vermelden na 1597 een enkele maal bestuurlijke dossiers, maar overigens dossiers van rechterlijke aard, verdeeld over de criminele cas, de cas der "pardonnen" en de cas der civiele processtukken onder aantekening van de gedane uitspraken. De criminele cas wordt het laatst genoemd in 1676, de cas der "pardonnen" in 1677. Blijkbaar heeft men nadien afzonderlijke registers voor de criminele dossiers en de dossiers der "pardonnen" willen aanleggen. Blijkens P. Nijhoff, Registers op het archief afkomstig van het voormalig Hof... , 1856, blz. 420, liep de reeks criminele procesdossiers over 1600-1811. Mr A.C. Bondam heeft de voorafgaande dossiers erbij geplaatst, zodat de serie thans met 1544 begint. Hij nam hier eveneens veel stukken bij op, welke op godsdienstzaken betrekking hebben. Onder de 16de-eeuwse stukken bevinden zich vaak informatiën in zaken, waarvan het twijfelachtig is of het Hof hierin sententie heeft gewezen. Dit geldt met name voor godsdienstzaken.
4723 Criminele procesdossiers, 1803 1 pak
Procesdossier
S. Simons., Diefstal. Verbanning. Bahr en Lathum.
Datering:
1803 9 Nov.
Procesdossiernummer:
1803/61
Gedaagde:
S. Simons.
Feit:
Diefstal. Verbanning. Bahr en Lathum.
Inventarisnummer:
4723
 
 
 
 
 
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden

Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.

1543-1600
4910 Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1546
Procesdossier
4910 Lamoraal van Egmond contra de erven Claes Noyen., De kleine Havickerweerdt onder Bahr en Lathum.
Datering:
1546
Procesdossiernummer:
1546/23
Eiser:
Lamoraal van Egmond
Gedaagde:
de erven Claes Noyen.
Feit:
De kleine Havickerweerdt onder Bahr en Lathum.
 
 
 
 
 
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden

Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.

1543-1600
4964 Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1570
Procesdossier
4964 Diderick van Bronckhorst contra de gravin van Limburg-Bronckhorst., Preëminentie bannerij van Bahr en Lathum.
Datering:
1570
Procesdossiernummer:
1570/5
Eiser:
Diderick van Bronckhorst
Gedaagde:
de gravin van Limburg-Bronckhorst.
Feit:
Preëminentie bannerij van Bahr en Lathum.
 
 
 
 
 
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden

Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.

1601-1650
5067 Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1617
Procesdossier
5067 P. Bitter, ambtman van Bahr en Lathum contra C. Janssen Pannebacker., Schuldvordering.
Datering:
1617 7 Juni
Procesdossiernummer:
1617/9
Eiser:
P. Bitter, ambtman van Bahr en Lathum
Gedaagde:
C. Janssen Pannebacker.
Feit:
Schuldvordering.
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal